direct naar inhoud van 2.2 Het ontwerp van de aansluiting
Plan: Bestemmingsplan Oostelijke Ringweg, Kardinge
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP511ORingKardinge-oh01

2.2 Het ontwerp van de aansluiting

De ligging van het viaduct bij Kardinge wordt in hoofdzaak bepaald door drie randvoorwaarden:

  • de ligging van het Kardingerplein en de Kardingerweg (ten westen van de ring), die niet in een rechte lijn van elkaar liggen en toch beiden op de ringweg moeten worden aangesloten;
  • de beschikbare ruimte die wordt begrensd door de ijsbaan, het Alfacollege, Vison keukens en de hoogspanningsleiding en –mast;
  • de geschiktheid van het te bouwen viaduct voor een toekomstige tram. Dit stelt eisen aan bijvoorbeeld de boogstraal (hoe scherp is een bocht) en de helling (hoe steil mag de tram) van de tram/busbaan.

De aansluiting wordt vormgegeven als half klaverblad en niet als Haarlemmermeeraansluiting. Bij een Haarlemmermeeraansluiting doorkruisen de op- en afritten de trambaan, wat niet wenselijk is. Daarnaast liggen de op- en afritten bij een Haarlemmermeeraansluiting meer richting Lewenborg waardoor het weefvak tussen de aansluiting Kardinge en de aansluiting Lewenborg te kort wordt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP511ORingKardinge-oh01_0002.png"

luchtfoto nieuwe situatie

Het bestaande fietsviaduct Windepad over de ringweg wordt afgebroken. De middenpijler staat in de weg, het viaduct voldoet niet meer aan de huidige richtlijnen voor aanrijdbeveiliging en past niet in de nieuwe beeldtaal voor de ringweg. De nieuwe fietsoversteek wordt gecombineerd met het nieuwe Kardingeviaduct dat meer richting het huidige Windepad opschuift. Deze combinatie is ook gewenst vanuit sociale veiligheid doordat er meer zicht op het fietspad is. In de toekomst kan op de nieuwe fietsoversteek een eventuele fietsroute langs de Oosterhamrikbaan worden aangesloten. Hiermee ontstaat dan een directe verbinding vanuit het centrum naar Kardinge.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP511ORingKardinge-oh01_0003.jpg"

nieuwe situatie gezien vanuit het zuiden

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP511ORingKardinge-oh01_0004.jpg"

nieuwe situatie gezien vanuit het noorden

Het nieuwe viaduct over de ringweg zal bestaan uit een in twee richtingen bereden weg, een in twee richtingen bereden busbaan, later om te bouwen tot trambaan, een in twee richtingen bereden fietspad en een voetpad. Het weggedeelte sluit aan op de Ulgersmaweg en de Kardingerweg, de trambaan sluit aan op de Oosterhamrikkade en het Kardingeplein. Het fietspad wordt aangesloten op het Windepad en op de Eenrumermaar.

De ligging van de ringweg blijft zowel horizontaal als verticaal ongewijzigd. De kruisingen van de op- en afritten met de Ulgersmaweg en Kardingeweg worden uitgevoerd als rotondes. Een voorrangskruising heeft onvoldoende capaciteit. Bij verkeerslichten is er onvoldoende ruimte om de benodigde opstelvakken te realiseren. Bovendien is de kans groot dat de wachtrijen terugslaan tot op de afritten wat verkeersonveilig is. Daarnaast zijn rotondes verkeersveiliger dan voorrangskruisingen en met verkeerslichten geregelde kruisingen.

Het gebied direct naast de ring kent een groeninvulling met vooral lage beplanting en waterpartijen om zicht te houden op het bedrijventerrein Ulgersmaborg Noord en op Kardinge.