direct naar inhoud van 7.1 Participatie
Plan: Bestemmingsplan Binnenstad-Oost 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP508BinnenstadOos-vg01

7.1 Participatie

Er is voldaan aan het bepaalde in artikel 1.3.1 van het Besluit ruimtelijke ordening door middel van

een kennisgeving van het voornemen tot het maken van het voorliggend bestemmingsplan op 10 februari 2011. Gezien het stadium waarin het plan op dat moment verkeerde, zijn toen geen stukken

ter inzage gelegd, is toen evenmin gelegenheid geboden zienswijzen omtrent het voornemen naar

voren te brengen en zijn onafhankelijke instanties niet in de gelegenheid gesteld advies uit te brengen

over het voornemen.

Het bestemmingsplan is toegezonden aan de Bewonersorganisatie Binnenstad-Oost en aan de Ondernemersvereniging Nieuweweg. Op 14 december 2011 vond een overleg plaats met drie vertegenwoordigers van de Bewonersorganisatie Binnenstad-Oost en op 22 december 2011 met twee vertegenwoordigers van de Ondernemersvereniging Nieuweweg. Op deze bijeenkomsten is het bestemmingsplan en de bestemmingsplanprocedure toegelicht. Op de vragen en opmerkingen wordt hierna ingegaan.

Overleg d.d. 14 december 2011

De mening van de Bewonersorganisatie

De Bewonersorganisatie vindt het bebouwingspercentage voor het zuidoostelijk deel van het schoolplein van het Werkmancollege te hoog; hier moet het bestaande groengebiedje bij de Mussengang de bestemming Groen krijgen. Ook is het gewenst een afwijkingsmogelijkheid uit te sluiten voor het toestaan van een extra bouwlaag aan Tuinstraat 36 B-achterzijde. Voorts is de toegestane bouwhoogte te hoog voor Oostersingel 10-14, de hoek Damsterdiep-Nieuweweg en aan de Achterom.

De Bewonersorganisatie wil dat coffeeshops worden geregeld in het bestemmingsplan. Opgemerkt wordt dat op Damsterdiep 3a momenteel geen bestaande horeca aanwezig is in tegenstelling tot wat de verbeelding suggereert.

De grenzen van het Beschermd stadsgezicht zijn niet duidelijk aangegeven op de verbeelding.

Gevraagd wordt of de korrel niet moet worden opgenomen op de plankaart en welke gevolgen de aanwijzing tot beeldbepalend pand heeft.

Gemeentelijke reactie

  • Het bebouwingspercentage voor het zuidoostelijk deel van het schoolplein van het Werkmancollege was abusievelijk 80%, maar is nu aangepast naar 30%; dit komt overeen met de bebouwingseisen in het vigerend bestemmingsplan. Het groengebiedje aan de Mussengang zal worden behouden en heeft daarom nu op de verbeelding de bestemming Groen gekregen. Wat betreft de achterzijde van Tuinstraat 36 B: gezien de uitzonderlijke situatie van deze bebouwing aan Tuinstraat-noordzijde, is het plan zodanig aangepast, dat hier een afwijkingsmogelijkheid voor een extra bouwlaag is uitgesloten.
  • Wat betreft de toegestane bouwhoogte voor de drie hiervoor genoemde locaties het volgende.
    De regeling op de verbeelding voor Oostersingel 10-14 is overeenkomstig de reeds in 2007 verleende bouwvergunning; echter, op de verbeelding is een differentiatie in hoogte overeenkomstig de bouwvergunning toegevoegd, zodat de maximaal toegestane hoogte aan de achterzijde lager uitvalt.
    De regeling voor de Achterom sluit aan bij het vigerend bestemmingsplan, maar geeft wel enige beperking in de bouwhoogte.
    De regeling voor de hoek Damsterdiep-Nieuweweg is overeenkomstig het bouwplan dat vanwege de passendheid op deze locatie accoord is bevonden door de welstandscommissie in het kader van een voorbehandeling. Ter toelichting: het Schuitenschuiverskwartier wordt begrensd door scherpe bebouwingshoeken; een hoogteaccent is passend op deze hoeken. Zij markeren het blok als zodanig en zorgen voor een duidelijk begrenzing van het blok Schuitenschuiverskwartier. Zowel op de hoek met het Schuitendiep-Damsterdiep als de hoek Nieuweweg-Schuitendiep zijn al hoogteaccenten aangebracht. De hoekpunten zijn hoger dan de omliggende bebouwing van het Schuitenschuiverskwartier. Op de hoek Nieuweweg-Damsterdiep is op grond van dit bestemmingsplan eveneens een hoogteaccent van 22 meter toegestaan. Deze hoogte heeft bovendien een duidelijke stedenbouwkundige relatie met het naastgelegen gebouw op het Damsterplein.
  • Het coffeeshopbeleid wordt geregeld op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening en niet in bestemmingsplannen, omdat het in bestemmingsplannen gaat om de ruimtelijke relevantie en niet om de openbare orde/overlast, zoals bij de regeling op basis van de A.P.V.; bovendien moet een overlap, c.q. dubbele regeling, met alle problemen van dien worden voorkomen.
    Het klopt dat er op dit moment op het adres Damsterdiep 3A geen horeca aanwezig is; echter, er is een aanvraag voor een horecavergunning in behandeling; deze vergunning kan reeds op grond van het vigerend plan worden toegestaan.
  • De grenzen van het Beschermd stadsgezicht zijn conform de verplichte standaard op de verbeelding opgenomen. Het digitale bestemmingsplan Binnenstad-Oost 2012, dat in het voorjaar op Internet kan worden geraadpleegd is op dit punt duidelijk.
  • De korrel wordt niet opgenomen op de verbeelding, omdat bouwplannen op dit punt beter kunnen worden beoordeeld in het kader van de welstandstoets; zonodig wordt de welstandsnota aangepast (zie ook paragraaf 4.2). Op dit moment heeft de aanwijzing tot beeldbepalend pand niet tot gevolg dat een afzonderlijke procedure voor dergelijke panden wordt gevolgd. Wel kan er rekening mee worden gehouden in de gebruikelijke regelingen (bestemmingsplan, welstandsbeoordeling).
  • Het overleg heeft voorts geleid tot enkele tekstuele verbeteringen.

Overleg d.d. 22 december 2011

De mening van de Ondernemersvereniging Nieuweweg

De ondernemersvereniging bepleit vooral zorg voor de aantrekkelijkheid van de aanlooproute van de parkeergarage Damsterdiep naar de Poelestraat en vice versa. Dit geldt met name de uiteinden van de Nieuweweg (zijde parkeergarage en zijde stadscentrum). Hier zijn publieksaantrekkende functies en bebouwing/ inrichting gewenst om voetgangersstromen tussen Damsterdiep en stadscentrum via de Nieuweweg te leiden. Ook de binnenterreinen zouden levendiger en functioneel gevarieerder kunnen worden gemaakt door bijvoorbeeld vestiging van een bed-and-breakfast; nu zijn er veel garages en studentenbewoning.

Gemeentelijke reactie

Toegelicht is dat een bestemmingsplan voornamelijk toelatingsplanologie betreft en al veel van de gewenste functies toelaat, maar voor inrichtingsmaatregelen een minder geschikt middel is.

Het overleg heeft geleid tot enkele aanpassingen op de verbeelding.