direct naar inhoud van 4.3 Toelichting op de artikelen
Plan: Bestemmingsplan Beijum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP505Beijum-vg01

4.3 Toelichting op de artikelen

4.3.1 Artikelsgewijze toelichting

Inleidende regels

De artikelen 1 tot en met 3 bevatten achtereenvolgens de in het plan gebruikte begrippen en hun definitie, de wijze waarop moet worden gemeten en de manier van omgaan met uitmetingsverschillen.

Bestemmingsregels

Artikel 4 Bedrijf

De bestemming Bedrijf is van toepassing op het tankstation aan de Amkemaheerd. Er is bedrijvigheid van categorie 1 en 2 toegestaan, maar ook maatschappelijke en zakelijke dienstverlening, wonen en een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg.

Artikel 5 Centrum

De bestemming Centrum geldt voor de twee winkelcentra van Beijum; Beijum West en Beijum Oost. Binnen de bestemming is detailhandel, maatschappelijke en zakelijke dienstverlening en horeca toegestaan. Wonen is uitsluitend op de verdieping toegestaan. In winkelcentrum Beijum West is horeca onbeperkt toegestaan. In winkelcentrum Beijum Oost is bestaande horeca aangeduid op de verbeelding en is geen uitbreiding met horecafuncties mogelijk. Binnen het winkelcentrum Beijum West zijn twee standplaatsen voor straathandel toegestaan.


Artikel 6 Gemengd

De bestemming Gemengd betreft de woon-werkkavels aan de westkant van de Heratemaheerd en het kinderdagverblijf (voormalige kerk) naast het tankstation aan de Amkemaheerd. Binnen deze bestemming zijn kantoren, maatschappelijke en zakelijke dienstverlening en wonen mogelijk. Op de percelen aan de Heratemaheerd zijn bedrijven van categorie 1 en 2 en bedrijven van de Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken toegestaan.

Artikel 7 Groen

De bestemming Groen omvat de hoofdgroenstructuur in het plangebied. Het gaat hier om de randen van de wijk, de Groene Long en alle andere structuren die ruimtelijk gezien van belang zijn. Binnen de bestemming Groen is naast groenvoorzieningen, bermen en beplantingen ruimte voor recreatieve voorzieningen, fiets- en voetpaden, waterlopen en waterpartijen. Op de verbeelding komen aanduidingen voor om bestaande nutsvoorzieningen, volkstuinen, een bestaand parkeerterrein en een schuur bij de Wiershoeck te regelen. Er is een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid opgenomen om nieuwe volkstuinen mogelijk te maken of bestaande volkstuinen te vergroten.

Artikel 8 Maatschappelijk

De bestemming Maatschappelijk is van toepassing op alle scholen, kerken, sporthal, verzorgingstehuis (Innersdijk) en gezondsheidscentrum in Beijum. Binnen deze bestemming zijn maatschappelijke dienstverlening en bijzondere vormen van huisvesting toegestaan. De Wiershoeck kent een aanduiding 'gemengd' waarbij detailhandel, ondergeschikte horeca (theetuin) en wonen mogelijk is. Het voorhuis van De Wiershoeck kent een aanduiding 'wonen. Voor Innersdijk geldt dat hier tevens de functies (zelfstandig) wonen en horeca-3 (uitsluitend op de begane grond) zijn toegestaan.


Artikel 9 Verkeer

De bestemming Verkeer omvat de verkeersstructuur in het plangebied. In deze bestemming zijn tevens nutsvoorzieningen geregeld die de vergunningvrije maatvoering (15m2 en 3 meter bouwhoogte) te boven gaan.

Artikel 10 Water

De bestemming Water geldt voor alle waterstructuren in Beijum.

Artikel 11 Wonen

De regels van de bestemming Wonen zijn gericht op behoud en versterking van de ruimtelijke karakteristiek, maar het is niet de intentie het gebied geheel op 'slot' te zetten. Zo worden bij de bestaande woningen aan de achterzijde royale uitbreidingsmogelijkheden geboden. Dit in aanvulling op de mogelijkheden van het vergunningsvrije bouwen die de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) sinds 1 oktober 2010 biedt.


Regeling voor bijbehorende bouwwerken

Voor de bouwmogelijkheden is het van belang op welk gedeelte van het erf gebouwd wordt. Bijbehorende bouwwerken zijn (bij recht) uitsluitend toegestaan op het achtererfgebied, tenzij er op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan aangebouwde dan wel vrijstaande bijbehorende bouwwerken aanwezig zijn in het voorerfgebied waarvoor een vergunning is verkregen. Dan geldt voor alle woningen van hetzelfde type aan één straat een maximale oppervlakte van vrijstaande dan wel aangebouwde bijbehorende bouwwerken in het voorerfgebied van 10 respectievelijk 12 m² en een maximale bouw- dan wel goothoogte van 3,50 meter.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP505Beijum-vg01_0031.jpg"
Voorerfgebied en achtererfgebied


Aangebouwde bijbehorende bouwwerken zijn (bij recht) toegestaan, mits zij:

  • maximaal 4 meter hoog zijn, en;
  • maximaal 4 meter diep zijn, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP505Beijum-vg01_0032.jpg"
Aangebouwde bijbehorende bouwwerken


Vrijstaande bijbehorende bouwwerken zijn toegestaan tot een maximale hoogte van 3 meter. Indien de zij- of achtererfgrens grenst aan het openbaar toegankelijk gebied moeten bijbehorende bouwwerken minimaal 1 meter uit deze zij- en/of achtererfgrens worden geplaatst.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP505Beijum-vg01_0033.jpg"
Ligging aan het openbaar toegankelijk gebied


Voor alle bijbehorende bouwwerken op het achtererfgebied tezamen, inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt dat het achtererfgebied voor maximaal 50% mag worden bebouwd tot een maximale oppervlakte van 50 m2. Voor een viertal percelen geldt een afwijkende oppervlakte aan bebouwing en hiervoor is een aparte regeling opgenomen.

Artikel 12 Wonen - Woonwagens

De bestemming Wonen - Woonwagens geldt voor een drietal woonwagenterreintjes in Beijum; Froukemaheerd, Wibenaheerd en Nijensteinheerd.

Artikel 13 Leiding - Hoogspanningsverbinding

Door de zuidwesthoek van het plangebied Beijum loopt een hoogspanningsverbinding. Deze is als dubbelbestemming op de verbeelding ingetekend met daarbij behorende regels.

Artikel 14 Waarde - Archeologie 1

De dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 1' betreft twee vindplaatsen uit de ijzertijd, één uit de middeleeuwen en één uit minimaal de nieuwe tijd. Op deze plekken moet archeologisch onderzoek worden verricht als de ingreep groter is dan 50 vierkante meter.

Artikel 15 Waarde - Archeologie 2

De dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' betreft verwachtingsgebieden waarin zich nog archeologische resten vanaf de ijzertijd zouden kunnen bevinden, maar waar dat (nog) niet aangetoond is. De gebieden die zijn aangewezen betreffen voornamelijk de groengebieden, waar het meeste kans is op intacte aanwezigheid van archeologische resten. Mochten zich in deze gebieden grotere ingrepen voordoen, dan moet archeologisch onderzoek worden verricht. Ingrepen onder de 200 vierkante meter zijn hiervan vrijgesteld.

Artikel 16 Waarde - Cultuur

De dubbelbestemming 'Waarde - Cultuur' is van toepassing op de Beijumer Zuidwending en de Beijumerweg. Binnen deze twee oude structuren is het verboden om zonder omgevingsvergunning het profiel van de wegen, paden en structuren te veranderen.

Algemene regels

Artikel 17

Dit artikel bevat de anti-dubbeltelregel. De redactie is conform artikel 3.2.4 van het Besluit ruimtelijke ordening. Deze bepaling is ervoor om te voorkomen dat dezelfde grond meer dan eens betrokken wordt bij de toets van de aanvraag om een omgevingsvergunning en daarmee meer gebouwd kan worden dan is toegestaan.

Artikel 18

Dit artikel bevat de algemene gebruiksregels.

Artikel 19

In dit artikel wordt geregeld dat de aanvullende stedenbouwkundige bepalingen uit de Groninger Bouwverordening niet van toepassing zijn. Hetgeen het bestemmingsplan regelt gaat vóór datgene wat op dit gebied door de Bouwverordening wordt geregeld. Daarop is echter op een vijftal punten, die in dit artikel zijn genoemd, een uitzondering gemaakt. Het belangrijkste hierbij is onderdeel d, waarmee de Nota Parkeernormen van de gemeente Groningen voor dit bestemmingsplan van toepassing wordt verklaard.

Artikel 20

Dit artikel bevat een bijzondere aanduiding: de vrijwaringszone-molenbiotoop. Rond de buiten het plangebied gelegen molen 't Wit Meulentje aan de Groningerweg 49 (een achtkante bovenkruier die is gebouwd in 1880 en is aangewezen als rijksmonument) is een vrijwaringszone van 100 meter van kracht, de zogeheten molenbiotoop. Ten behoeve van voldoende windvang van de molen mag in deze zone geen bebouwing of hoogopgaande beplanting worden aangebracht.

Artikel 21

Dit artikel bevat een afwijkingsbevoegdheid, die op alle bestemmingen in het plangebied van toepassing zijn. Bedoeling van de bepaling is om relatief kleine afwijkingen van het bestemmingsplan toe te staan, zowel qua omvang als qua functie.

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 22

Dit artikel regelt het overgangsrecht. De redactie is conform de artikelen 3.2.1 en 3.2.2 van het Besluit ruimtelijke ordening.

Artikel 23

Dit artikel bevat de zogenaamde slotregel, die bedoeld is voor een eenduidige vastlegging van de naam van het bestemmingsplan.

Specifieke gebruiksbepalingen

Specifieke gebruiksbepalingen kunnen per bestemming worden opgenomen wanneer binnen die betreffende bestemming behoefte is aan specifieke gebruiksregels of -verboden.

 

Wijzigingsbevoegdheid

Dit bestemmingsplan bevat geen algemene procedureregels voor wijzigingsplannen. De procedure hiervoor is nu voorgeschreven in artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening en heeft rechtstreekse werking. Dit artikel regelt dat deze procedure de weg moet volgen die is voorgeschreven in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit betekent een terinzagelegging van 6 weken, gedurende welke zienswijzen kunnen worden ingediend. Burgemeester en wethouders besluiten vervolgens binnen 8 weken over de vaststelling van het uitwerkings- of wijzigingsplan.

4.3.2 Toelichting regeling van vrije beroepsactiviteiten en bedrijfsmatige activiteiten in en bij woningen

De begrippen aan huis verbonden beroep en vrij beroep worden vaak, en ook hier, synoniem gebruikt. Het voorliggend bestemmingsplan biedt de mogelijkheid aan huis verbonden beroepen -met behoud van de woonfunctie- uit te oefenen in een woning en de daarbij behorende aangebouwde bijbehorende bouwwerken.

In het algemeen is het verboden om, indien aan gronden en bouwwerken een woonbestemming of -functie is gegeven, deze te gebruiken op een wijze of tot een doel in strijd met de woonbestemming. Een ander gebruik dan wonen is niet toegestaan. In de jurisprudentie is echter bepaald dat het vestigen van een vrij beroep niet in strijd is met de woonbestemming, tenzij het bestemmingsplan het tegendeel bepaalt en het beroep door de bewoner van het pand wordt uitgeoefend, waarbij het woonhuis in overwegende mate de woonfunctie behoudt en de uitoefening van het beroep een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is. Het gaat veelal om een eenpersoonsberoep.

Op grond van de definitie van aan huis verbonden beroepen in dit bestemmingsplan zijn de betreffende activiteiten (onder voorwaarden, zie hierna) in overeenstemming met de functie wonen. Voor dergelijke activiteiten in een woning en/ of de daarbij behorende aangebouwde bijbehorende bouwwerken is geen afwijking bij een omgevingsvergunning nodig.

Of een bepaald gebruik in overeenstemming is met de functie woondoeleinden wordt beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

a. de aard van het gebruik

b. de omvang van het gebruik

c. de intensiteit van het gebruik

Ad a. Bij de 'aard' van het gebruik kan men denken aan een beroep welke naar zijn aard (ernstige) hinder voor zijn omgeving oplevert, of welke naar zijn aard grote verkeersproblemen zal opleveren. Het gebruik mag immers geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer. Het mag evenmin een onevenredige parkeerdruk veroorzaken.

Ad b. Bij de 'omvang' van het gebruik is relevant of het gebruik meerdere ruimten of gebouwen in beslag neemt, welk gedeelte van het gebouw door het gebruik in beslag wordt genomen, hoeveel vierkante meter het gebruik in beslag neemt.

Ad c. Bij de 'intensiteit' van het gebruik kan worden gedacht aan frequent of incidenteel gebruik.

Als nu blijkt dat het gebruik aldus een uitstraling heeft welke niet te rijmen valt met de gelegde woonbestemming, dan is het gebruik strijdig met de woonbestemming (zie ARRvS, AB 1993/163). Onder een 'vrije beroepsbeoefenaar' wordt verstaan: 'iemand die wordt gevraagd om zijn individuele, persoonlijke kwaliteiten, die in het algemeen op artistiek of academisch/HBO-niveau liggen'. In de praktijk is het onderscheid moeilijk aan te geven. Bij vrije beroepen valt te denken aan: advocaat, accountant-administratieconsulent, alternatieve genezer, belastingconsulent, bouwkundig architect, dierenarts, fysiotherapeut, gerechtsdeurwaarder, huidtherapeut, huisarts, interieurarchitect, juridisch adviseur, kunstenaar,logopedist, makelaar, medisch specialist, notaris, oefentherapeut, Cesar/Mensendieck, organisatieadviseur, orthopedagoog, psycholoog, raadgevend adviseur, redacteur, registeraccountant, stedenbouwkundige, tandarts, tandarts-specialist, (al dan niet beëdigd) tolkvertaler, tuin- en landschapsarchitect, verloskundige.

Aan huis verbonden beroepen in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk

Voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep is het nodig om bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bestemmingsplan. Hiertoe is een bevoegdheid voor burgemeester en wethouders opgenomen in lid 11.6.

Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Overige activiteiten, die niet vallen onder de aan huis verbonden beroepen, maar in bepaalde gevallen wel daarmee gelijk te stellen zijn, worden aangemerkt als beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten, die niet rechtstreeks passen binnen de woonbestemming. Zij zijn daarom niet bij recht toegestaan in dit plan. Wel is het mogelijk voor deze activiteiten bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bestemmingsplan (zie lid 11.6, voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken (bijlage 2).