direct naar inhoud van 2.6 Verkeer
Plan: Bestemmingsplan Oosterhoogebrug en Ulgersmaborg
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP491OosterhbUborg-oh01

2.6 Verkeer

Verschillende gemeentelijke beleidsnota's gaan uit van een nauwe samenhang tussen het ruimtelijke beleid en het verkeers- en vervoersbeleid. Dit tegen de achtergrond van het verbeteren van de bereikbaarheid en leefbaarheid van de stad. Het verkeers- en vervoersbeleid is vooral gericht op stimulering van het gebruik van het openbaar vervoer en langzaam verkeer. Dit impliceert een efficiënter gebruik van de bestaande verkeersruimte en een duidelijke verkeersstructuur. De doorstromingscapaciteit op het stedelijke hoofdwegennet en de bundeling van verkeersstromen zijn daarbij van belang. In de tussenliggende gebieden is een zo aangenaam en veilig mogelijk woon- en leefklimaat het doel.

In het kader van het landelijke concept “Duurzaam Veilig” zijn in de gemeentelijke nota “Kalm aan en rap een beetje” alle wegen in de gemeente Groningen onderverdeeld in een drietal categorieën, te weten stroomwegen (ringwegen), gebiedsontsluitingswegen (50 km/u), waar stromen centraal staat, en erftoegangswegen (30 km/u), waar verblijven centraal staat.

Auto

Het gebied wordt aan de noordoostzijde begrensd door een belangrijke stroomweg, de Oostelijke Ringweg (Beneluxweg, N46). Op dit moment zijn twee van de drie aansluitingen van het plangebied op de Oostelijke Ringweg nog gelijkvloers met verkeerslichten uitgevoerd. Op korte termijn worden deze aansluitingen ongelijkvloers vormgegeven:

  • Aansluiting Kardingerweg: Deze aansluiting wordt vormgegeven als half-klaverblad. Het bestaande viaduct van de busbaan via de Oosterhamrikbaan wordt vervangen door een nieuw viaduct. Op het nieuwe viaduct zal ruimte gecreëerd worden voor het gescheiden afwikkelen van het openbaar vervoer en het autoverkeer. Daarnaast is er ruimte voor de aanleg van een toekomstig fietspad tussen het centrum en Kardinge. Bij de maatvoering van het viaduct wordt rekening gehouden met de mogelijke komst van een tramlijn naar Kardinge.
  • Aansluiting Akeleiweg: De aansluiting Lewenborg/Ulgersmaborg wordt uitgevoerd als Haarlemmermeeraansluiting. Dit betekent dat de route Kluiverboom-Akeleiweg over de oostelijke ringweg heen gaat en dat aan weerszijden van de ringweg op- en afritten worden aangelegd. De nieuwe aansluiting is alleen geschikt voor het gemotoriseerde verkeer. Voor het langzame verkeer is hier, net als in de huidige situatie, geen mogelijkheid de ringweg te kruisen.

De aansluiting van de Oostelijke Ringweg op de Rijksweg (N360) is reeds ongelijkvloers. In de provinciale planstudie N360/N46 Groningen-Delfzijl worden mogelijk verbeteringen voorgesteld voor deze aansluiting.

De belangrijkste gebiedsontsluitingswegen (50 km/u) in het plangebied zijn de Ulgersmaweg, Rijksweg, de Pop Dijkemaweg, de Kardingerweg en de Akeleiweg (tot aan de aansluiting met de Lavendelweg). Deze wegen hebben niet alleen een ontsluitingsfunctie voor de wijk, maar vervullen (met uitzondering van de Akeleiweg) ook een ontsluitingsfunctie voor het interwijkverkeer in een groter deel van de stad. De Rijksweg is aangewezen als één van de gemeentelijke ontsluitingswegen richting het centrum van de stad. Het gebruik van deze wegen wordt mede bepaald door extern verkeer vanuit het oostelijk deel van de provincie. Het bedrijventerrein Ulgersmaborg-Noord wordt ontsloten via de Bovenstreek en Grondzijl, welke ook gecategoriseerd zijn als gebiedsontsluitingsweg omdat het industriewegen betreft. Tenslotte is ook de Oosterhamrikbaan aangewezen als gebiedsontsluitingweg in zijn functie als vrijliggende busbaan.

Alle overige wegen zijn gecategoriseerd als erftoegangswegen (woonstraten), waar verblijven centraal staat en op termijn een maximum snelheid van 30 km/u geldt. De invoering van een maximum snelheid van 30 km/u moet nog plaatsvinden. Een groot deel van de woonstraten voldoet qua inrichting al wel aan de eisen van een erftoegangsweg.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP491OosterhbUborg-oh01_0016.jpg"

Fiets

In de beleidsnota Fietsverkeer 2000 wordt de fietsstructuur in de stad onderverdeeld in een hoofdstructuur en een secundaire structuur. In het plangebied behoren de Rijksweg, Pop Dijkemaweg (noordelijk deel), Stadsweg en Kardingerweg/Oosterhamrikbaan tot de hoofdfietsstructuur. Hiervan heeft alleen de Rijksweg vrijliggende fietspaden. In het kader van het ongelijkvloers maken van de Oostelijke Ringweg wordt bij de aansluiting met de Kardingerweg ruimte gereserveerd voor het toekomstige fietspad tussen het centrum en Kardinge. Daarnaast behoren de Pop Dijkemaweg (zuidelijk deel), de route Kruidenpad-Rozemarijnstraat en het Windepad tot de secundaire fietsstructuur.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP491OosterhbUborg-oh01_0017.jpg"

Parkeren

Er wordt afwisselend op eigen terrein en in de openbare ruimte geparkeerd. Over het algemeen is er voldoende parkeerruimte in het plangebied.

Bij nieuwbouwplannen dient rekening te worden gehouden met voldoende parkeerruimte voor zowel de auto als de fiets. Het aantal parkeerplaatsen wordt bepaald door de geldende gemeentelijke parkeernormen. De kosten van de parkeerplaatsen zijn voor rekening van de ontwikkelaar. De parkeerplaatsen dienen in principe op eigen erf te worden gerealiseerd.

Er dient terughoudend te worden omgegaan met verzoeken om parkeerplaatsen in de openbare ruimte op te heffen ten gunste van parkeren op eigen terrein. Bijvoorbeeld wanneer openbare parkeerplaatsen worden opgeheven ten behoeve van een inrit voor een parkeerplaats op eigen erf.

Openbaar vervoer

Aan de noord- en zuidzijde doorkruist een groot aantal buslijnen het plangebied. Het openbaar vervoer maakt hierbij gebruik van enerzijds de busbaan op de Oosterhamrikbaan en anderzijds de Rijksweg. Zowel stadsdiensten als regionale buslijnen doen op deze manier het gebied aan. Op termijn wordt mogelijk de busbaan op de Oosterhamrikbaan opengesteld voor andere doelgroepen.