direct naar inhoud van 5.1 Algemeen
Plan: Bestemmingsplan Regiotram - tracédelen I en II
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP490Regiotram1en2-oh01

5.1 Algemeen

Het voorliggende bestemmingsplan biedt een planologische regeling voor de tracédelen I en II van de Regiotram. Dit tramnetwerk wordt voornamelijk over bestaande wegtracés aangelegd. Deze hebben al een verkeersbestemming. Daaraan wordt met dit bestemmingsplan een functie toegevoegd: trambanen.

In de geldende bestemmingsplannen zijn de toelaatbaar geachte verkeersfuncties meestal specifiek benoemd; toegestaan zijn wegen, voet- en fietspaden. Alleen in het bestemmingsplan 'Binnenstad 1995', dat het gebied binnen de diepenring omvat, is de verkeersfunctie algemener omschreven: alle gronden binnen het plangebied zijn tevens bestemd voor 'verkeers- en verblijfsdoeleinden'. Voor zover geldende bestemmingsplannen zich tegen de functie tramverkeer verzetten, is een herziening daarvan noodzakelijk. Voor de samenhang en overzichtelijkheid en ter vermijding van rechtsonzekerheid is besloten het volledige tramtracé op te nemen in een bestemmingsplan. Daarbij beperkt het voorliggende bestemmingsplan zich overigens, zoals al werd opgemerkt, tot de tracégedeelten tussen het Stationsgebied en de Maagdenbrug (Turfsingel) en tussen de hoek Boterdiep-Kolendrift en het Zernike Sciencepark. De overige tracédelen van de lijnen 1 en 2, inclusief de koppeling tussen de lijnen naar Zernike en Kardinge (de zogenaamde Koppelingsvariant) dienden eerst nog op voorlopig ontwerp-niveau te worden uitgewerkt. Daarom is ervoor gekozen hiervoor een apart bestemmingsplantraject te volgen.

Het voorliggende plan voorziet voornamelijk in (wijziging van) verkeersbestemmingen om de aanleg van een tramlijn mogelijk te maken. De verkeersfunctie van bestaande wegen, waarover de tramverbinding wordt aangelegd, verandert hierdoor en ook de indeling (en soms het profiel) van die wegen. In bebouwing voorziet het bestemmingsplan in principe niet, afgezien van bouwwerken die deel uitmaken van de traminfrastructuur, zoals abri's of overkappingen bij enkele tramhaltes, bovenleidingen (al of niet met masten) en onderstations20. Bestaande bebouwing langs het tramtracé kan in principe in de huidige vorm worden gehandhaafd en is daarom buiten het plan gelaten. Het voorliggende plan laat de geldende bestemmingsregeling intact. Alleen voor zover in bebouwing of gebruik van gronden wijzigingen optreden, is daaraan een nieuwe bestemming toegekend. In de eerste plaats betreft dit een flat op de hoek van de Eikenlaan en de Kastanjelaan, die gedeeltelijk moet worden gesloopt in verband met de verbreding van het kruispunt. Deze flat is gedeeltelijk wegbestemd. Het te handhaven deel van het gebouw heeft, conform het thans geldende plan, opnieuw een woonbestemming gekregen. Verwezen wordt verder naar de artikelsgewijze toelichting in paragraaf 5.3. Verder heeft de aanlanding van de tram in het Stationsgebied de nodige consequenties voor de inrichting van dit gebied. De bebouwing op de Glaudélocatie verdwijnt. Dit was overigens al eerder voorzien; het geldende bestemmingsplan 'Station e.o.' maakt herontwikkeling van de locatie al mogelijk. Tevens betekent de aanleg van de tramlijnen een verschuiving in de parkeerfuncties achter de bestaande kantoorbebouwing. De nieuwe bestemmingsregeling maakt een en ander mogelijk. Daarnaast voorzag het oorspronkelijk ontwerp in een tramlus. In dit model maakt de tram gebruik van een van de bestaande onderdoorgangen van het Hunzehuys (UWV-gebouw), die daarvoor zou moeten worden verhoogd. Zoals in subparagraaf 3.4.5 is uiteengezet, is intussen gekozen voor een alternatief model, dat uitgaat van kopspoor. Daarvoor is (aanpassing van) de onderdoorgang niet nodig. Om voor de toekomst echter geen opties uit te sluiten, is de mogelijkheid van het gebruik van de onderdoorgang in het bestemmingsplan gehandhaafd. Ten slotte is het Noorderstation in het voorliggende plan opnieuw bestemd. Aan het einde van de Noorderstationstraat gaat de tramlijn onder het spoorwegviaduct en de daarop gelegen spoorweghalte door. Ook hiermee dient derhalve rekening te worden gehouden in de bestemmingsregeling. Verwezen wordt verder naar paragraaf 5.3.

Ten behoeve van de Regiotram zal op Zernike Sciencepark een tramremise worden gebouwd. Hiervoor is het oog gevallen op een terrein nabij de hoek van de Zernikelaan en het Zernikepark. De tramremise is niet in dit bestemmingsplan opgenomen. De reden hiervan is dat het thans geldende bestemmingsplan deze mogelijkheid al biedt. De beoogde locatie heeft volgens het bestemmingsplan 'Zernike 2006' de bestemming 'Bedrijventerrein'. Ingevolge artikel 7, lid 7.1, van de bijbehorende planregels is op de gronden met deze bestemming naast de in dit lid genoemde bedrijven onder andere een tramremise, met of zonder bijbehorende werkplaats, toegestaan (met uitzondering van de gronden aan de Professor Uilkensweg of aangeduid als 'Archeologisch waardevol gebied'). De bouw van de remise op genoemd perceel is met inachtneming van de ter plaatse geldende bouwregels (maximale bouwhoogte: 14 meter; maximum-bebouwingspercentage: 50; minimale afstand tot zijdelingse en achterste perceelsgrens: 2,50 meter) mogelijk.

Het onderhavige bestemmingsplan is gebaseerd op artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Het is een eindplan; het bestemmingsplan levert een planologische titel op voor het verlenen van een omgevingsvergunning. Het bestemmingsplan bestaat uit een kaart, bestaande uit drie kaartbladen, waarop de bestemming van de in het plan begrepen gronden is aangegeven, en regels en gaat vergezeld van een toelichting. De in het plan voorkomende bestemmingen zijn: 'Dienstverlening, 'Verkeer', '' Verkeer - Railverkeer', 'Verkeer - Verblijf', 'Water', 'Wonen', 'Leiding - Gas', 'Leiding - Hoogspanningsverbinding', 'Waarde - Archeologie 1' en 'Waarde - Acheologie 2'. Een toelichting op de bijbehorende bestemmingsregels is gegeven in paragraaf 5.3.

Dit bestemmingsplan is opgesteld volgens SVBP 2008 (Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008) en het standaard-bestemmingsplan van de gemeente Groningen. De papieren plankaart bestaat uit drie kaartbladen met schaal 1 : 2000. De kaart is getekend conform SVBP 2008. De plankaart geeft in samenhang met de regels de bouw- en gebruiksmogelijkheden van de gronden binnen het plangebied aan. Het bestemmingsplan is digitaal gemaakt. De digitale kaart is variabel in schaal doordat kan worden in- en uitgezoomd en bezit een meetfunctie. Het digitale plan is raadpleegbaar via RO-online (www.ruimtelijkeplannen.nl) en de gemeentelijke website bestemmingsplannen.groningen.nl.