direct naar inhoud van 1.1 Aanleiding en doel
Plan: Bestemmingsplan Regiotram - tracédelen I en II
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP490Regiotram1en2-oh01

1.1 Aanleiding en doel

In het Nationaal Stedelijk Netwerk Groningen-Assen is de meeste werkgelegenheid en zijn de meeste voorzieningen geconcentreerd in de stad Groningen. Hierdoor komen elke dag veel mensen naar deze stad. Het is de verwachting dat dit de komende jaren nog zal groeien door een steeds sterkere concentratie van de werkgelegenheid en de voorzieningen in de stad. Een deel van deze mensen komt met de auto naar de stad en een deel komt met het openbaar vervoer.

De bereikbaarheid van de stad staat voor zowel het autoverkeer als voor het openbaar vervoer onder druk. Het verkeer loopt nu al op sommige plekken vast. Zo kan het hoofdstation in de spits al het busverkeer nauwelijks verwerken.

Groningen is een compacte stad. Dit compactestad-beleid heeft naast de vele voordelen ook een nadeel. De veelheid aan functies op een klein oppervlak kan niet alleen ontsloten worden per auto. Als oplossing voor de bereikbaarheid van de stad heeft de Regiovisie Groningen-Assen 2030 beleid aan twee kanten geformuleerd. Ten eerste het verbeteren van het ringwegenstelsel en de aanrijroutes naar de stad en daarnaast een hoogwaardig openbaarvervoers-systeem. De tram is onderdeel van dit hoogwaardige openbaar vervoerssysteem.

Het project Regiotram omvat (vooralsnog) twee lijnen: de verbinding Hoofdstation-Zernike en de verbinding Hoofdstation-Kardinge, oorspronkelijk aangeduid als Lijn 1 en Lijn 2.

Het tracé van de eerste tramlijn is in de afgelopen jaren onderwerp geweest van uitgebreide discussies. Verschillende alternatieven zijn onderzocht. Dit heeft uiteindelijk geleid voor een keuze voor een tracé, dat van het hoofdstation via de Oosterstraat, de Grote Markt en het Boterdiep naar Zernike loopt. Dit voorkeurstracé is op 17 juni 2009 na een inspraakprocedure door de gemeenteraad van Groningen vastgesteld. Vervolgens is het voorkeurstracé uitgewerkt tot een voorlopig ontwerp ('Voorlopig ontwerp tramtracé Lijn 1 op hoofdlijnen', februari 2010). De inspraak over dit VO, het voorkeurstracé van Lijn 2 en de zogenaamde Koppelingsvariant in de periode februari-april 2010 heeft geleid tot een aantal wijzigingen. De belangrijkste wijziging betreft de koppeling van Lijn 1 en Lijn 2 (de Koppelingsvariant). Hierbij zijn de routes omgedraaid. Lijn 1 loopt nu via het Gedempte Kattendiep, het Damsterdiep, de Oostersingel, de Bloemsingel en het CiBoGa-terrein naar het Boterdiep en volgt daarmee deels het tracé van Lijn 2. Lijn 2 voert langs de Oosterstraat, de Grote Markt, de Kreupelstraat en Kattenhage (het oorspronkelijke tracé van Lijn 1) en wordt dan via de W.A. Scholtenstraat en een overtaphalte aan de Bloemsingel gekoppeld aan Lijn 1.

De tracégedeelten van het Hoofdstation tot aan de Turfsingel en van het Boterdiep naar Zernike (tracédelen I en II) zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van het VO. Ze zijn vertaald in het voorliggend bestemmingsplan. De Koppelingsvariant moest eerst nog verder worden uitgewerkt. Dit is gebeurd door middel van het VO voor de resterende tracédelen Gedempte Kattendiep-Damsterdiep-Oostersingel-Bloemsingel (III) en Oosterhamriktracé-Kardinge (IV). Deze tracédelen worden geregeld door middel van een apart bestemmingsplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP490Regiotram1en2-oh01_0001.jpg" Afb. 1 Overzicht tracédelen I t/m IV