direct naar inhoud van Artikel 7 Verkeer - Verblijf
Plan: Bestemmingsplan Regiotram - tracédelen I en II
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP490Regiotram1en2-oh01

Artikel 7 Verkeer - Verblijf

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemene bouwregels

Op de in lid 7.1 bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de in dit lid genoemde doeleinden.

7.2.2 Gebouwen

Als gebouwenzijn uitsluitend toegestaan::

  • a. wachthuisjes en onderstations, mits de oppervlakte niet meer dan 15 m2, respectievelijk 50 m2 en de bouwhoogte niet meer dan 3 meter, respectievelijk 3,50 meter bedraagt;
  • b. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen, mits de oppervlakte niet meer dan 25 m2 en de bouwhoogte niet meer dan 3 meter bedraagt.
7.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Als bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn uitsluitend toegestaan:

  • a. overkappingen ten behoeve van een tramhalte ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - 3', mits de bouwhoogte niet meer dan 7 meter bedraagt;
  • b. bouwwerken, geen gebouw zijnde, anders dan in onderdeel a bedoeld, mits de bouwhoogte niet meer dan 6 meter bedraagt.
7.3 Afwijken van de bouwregels
7.3.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. sublid 7.2.2, onder a, ten behoeve van een overschrijding van de toegestane oppervlakte en bouwhoogte van onderstations met ten hoogste 50 m2, respectievelijk 1,50 meter;
  • b. sublid 7.2.3, onder a, voor het bouwen van overkappingen ten behoeve van tramhaltes op andere gronden dan ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - 3';
  • c. sublid 7.2.3, onder a, ten behoeve van een overschrijding van de toegestane bouwhoogte van overkappingen met ten hoogste 3 meter.
7.3.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken van de regels met toepassing van sublid 7.3.1 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de milieusituatie;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.