direct naar inhoud van 2.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP486Buitengebied-vg01

2.3 Gemeentelijk beleid

Structuurvisie Stad op Scherp (2009)

Eén van de kernkwaliteiten van Groningen die in het ruimtelijk beleid wordt benadrukt is de compacte en intense stad. Vanuit het streven naar een sterke en duurzame stad blijft het beleid erop gericht de natuurlijke omgeving te koesteren en respectvol om te gaan met de ommelanden. De stad breidt niet uit ten koste van het landschap, maar intensiveert en investeert juist in het landschap en de stadsranden. Dit resulteert in een actieve betrokkenheid van de stad bij de versterking van de economische, landschappelijke, recreatieve en ecologische kwaliteiten in het stadsrandgebied. In de structuurvisie is aangegeven dat de handhaving van de landbouw vaak een voorwaarde is voor het instandhouden van de specifieke gebiedskwaliteiten en het voorkomen van verrommeling.

Groenstructuurvisie voor Groningen, Groene pepers (2009)

In de Groenstructuurvisie is de duurzame ambitie op het gebied van groen en water geformuleerd, waarbij aansluiting is gezocht bij de structuurvisie Stad op Scherp. De stad blijft compact en de bestaande stadsranden worden zoveel mogelijk gerespecteerd. De kwaliteit van het landschap óm de stad kan hiervan profiteren.

In de Groenstructuurvisie is aan de hand van thema's aangegeven hoe deze ambities kunnen worden verwezenlijkt. Een aantal hiervan is relevant voor het buitengebied.

Ten eerste is afstemming met het Groninger Water- en Rioleringsplan van belang. De samenhang tussen groen- en waterstructuren kan worden versterkt door een juiste afstemming van doelen en middelen. Er wordt ingezet op het realiseren van een groenblauw netwerk, dat de belangrijke groengebieden met het buitengebied verbindt.

Ten tweede wordt de provinciale visie “Stadsrand Groninger Ommelanden” als uitgangspunt en beleidskader gebruikt voor het behoud van de verschillende landschapstypen rond de stad . Behoud van de specifieke kwaliteiten van het landschap en de cultuurhistorie speelt hierin een belangrijke rol.

Ten derde zet de stad zich ten aanzien van recreatie onder andere in voor het verhogen van de recreatieve en sociaal-economische waarde van de stadsranden. De realisering van een recreatieve ring rond de stad is daarbij de inzet, naast de versterking van de toegankelijkheid van het buitengebied.

In de uitvoeringsparagraaf van de Groenstructuurvisie zijn maatregelen gekoppeld aan aandachtsgebieden. De aandachtsgebieden Westrand, Koningslaagte en Kardinge-oost vallen in het plangebied van dit bestemmingsplan.

Voor de Westrand is een waterrijke ecologische verbindingszone langs het Aduarderdiep en de Zuidwending voorzien, waarvan ook de groene inrichting van Westpoort deel uitmaakt. De wierden van Dorkwerd en Leegkerk worden opgeknapt (is inmiddels gebeurd) en een versterking van de wandel- en fietspadenstructuur in het gebied is gewenst. Over het Aduarderdiep bij Leegkerk is een nieuwe fietsbrug gerealiseerd, die de recreatieve verbinding met het Zuidelijk Westerkwartier aanzienlijk verbetert.

Voor de Koningslaagte wordt de ecologische en landschappelijke kwaliteit versterkt door het aanpassen van de waterhuishouding, waarmee de meanderstructuur van de voormalige Hunze wordt benadrukt. Deze aanpak wordt uitgevoerd in het kader van de provinciale gebiedsvisie voor het Reitdiepdal.

De stadsrand in het noordoosten valt gedeeltelijk binnen de gebiedsvisie Woldstreek, die naast de verbetering van de recreatieve toegankelijkheid met name de versterking van de landbouwfunctie beoogt. In Kardinge-oost wordt daarnaast ingezet op de versterking van de landschapsecologische verbinding tussen Lewenborg en Meerstad, wellicht gecombineerd met een fietspad en een kanoroute.

Het bestemmingsplan

Een aantal van de aandachtsgebieden, waarin de ambities met de bijbehorende maatregelen verder worden uitgewerkt vallen in het buitengebied. Het bestemmingsplan is zodanig opgezet dat de eventuele aanpassingen aan groen en water kunnen worden uitgevoerd zonder dat een bestemmingsplanwijziging nodig is.