direct naar inhoud van 2.2 Provinciaal beleid
Plan: Bestemmingsplan Poelestraat-achterzijde
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP481Poelestrac-oh01

2.2 Provinciaal beleid

Provinciaal Omgevingsplan 2009-2013, provinciale omgevingsverordening

Op 17 juni 2009 hebben provinciale staten het Provinciaal Omgevingsplan 2009-2013 (POP) vastgesteld.In deze structuurvisie wordt het beleid uit het POP II in grote lijnen voortgezet. De provincie blijft zich inzetten voor versterking van de economie en de werkgelegenheid. Economische groei dient samen te gaan met een verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving. Met het oog hierop wordt gestreefd naar een concentratie van wonen en werken in de stedelijke centra. Een bijzondere positie neemt hierbij de stad Groningen in. De kracht van de stad ligt in de combinatie van een levendig stedelijk klimaat, de clustering van hoogwaardige kennis, compactheid en goede bereikbaarheid. De stad wordt gezien als een City of Talent, die een substantiƫle bijdrage levert aan de versterking van de concurrentiekracht van Noord-Nederland. De provincie wil met de gemeente Groningen samenwerken aan de verbetering van de bereikbaarheid, de woningbouwopgave, de concentratie van topvoorzieningen, duurzaamheid, revitalisering van bedrijventerrein en de ontwikkeling van het stedelijk netwerk Groningen-Assen.

Daarnaast wil de provincie de aantrekkelijkheid van Groningen als vestigingsplaats en als toeristische trekpleister versterken door een krachtige culturele profilering. In samenwerking met de gemeente Groningen, instellingen, organisatoren van evenementen en andere betrokkenen wordt ernaar gestreefd om de kwaliteit van het culturele aanbod te behouden en te versterken en om nieuwe culturele activiteiten mogelijk te maken.

In de eveneens op 17 juni 2009 vastgestelde Omgevingsverordening provincie Groningen 2009 worden algemene regels gesteld, die de gemeenten bij de vaststelling van bestemmingsplannen in acht moeten nemen. Deze regels hebben onder meer betrekking op ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid, woningbouw, winkelvoorzieningen, bedrijventerreinen, windenergie, agrarisch grondgebruik en natuur- en landschap.