direct naar inhoud van 3.4 Water, bodem en riolering
Plan: Bestemmingsplan Oosterpoort
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP480Oosterpoort-vg02

3.4 Water, bodem en riolering

Het beleid ten aanzien van water is vastgelegd in Waterwerk, verbreed Groninger Rioleringsplan van de gemeente Groningen (planperiode 2009-2013). Daarnaast wordt gewerkt volgens de stedelijk wateropgave van het waterschap Noorderzijlvest en van het waterschap Hunze en Aa's.


De natuurlijke relatie van water met zijn omgeving ligt in steeds sterkere mate (mede) ten grondslag aan de ruimtelijke ontwikkeling. Het water als medeordenend principe. Water legt verbindingen tussen bodem, natuurlijke ontwikkeling en de gesteldheid en beleving van de woon- en werkomgeving.


Bij de planvorming wordt in een vroegtijdig stadium overleg met waterbeheerders gezocht (watertoets). In het kader van de watertoets zal nadere uitwerking van de principes van afwatering en ontwatering in relatie tot de waterkwaliteit en de waterkwantiteit plaats moeten vinden in overleg met de waterbeheerder. De locatie valt binnen het beheergebied van waterschap Hunze en Aa`s. Het waterschap vervult een adviserende en toetsende rol.


Bij nieuwbouw en eventuele inbreiding van het plangebied moet rekening gehouden worden met de gevolgen van een toename van verhard en bebouwd oppervlak. Door deze verdere verstedelijking komt regenwater sneller tot afstroming. Voor het bestaande watersysteem betekent deze toename een extra belasting en moet meer water worden geborgen. Hiervoor wordt door de waterschappen een compensatie in de vorm van oppervlaktewater vereist is. Als vuistregel wordt een compensatie van 10% van de toename van het verhard en/of bebouwd oppervlak in de vorm van oppervlaktewater geƫist. Binnen het plan is dit niet aan de orde, aangezien het plan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt.

Kaden

Het Verbindingskanaal (als onderdeel van de Diepenring) en het Oude Winschoterdiep zijn onderdeel van het boezemsysteem van het waterschap Hunze en Aa's. Direct langs deze boezemwateren ligt een strook met de functie boezemkade. Langs deze boezemkaden gelden beschermingszones in het kader van de waterschapskeur met ruimtelijke beperkingen. Vanwege het belang van deze kaden voor de bescherming van het achterliggende gebied tegen overstroming is de medebestemming kaden binnen de bestemming Verkeer expliciet opgenomen in de bestemmingsomschrijving.


Bodem

De drooglegging is de afstand van de grondwaterstand tot aan de bovenzijde van het maaiveld. Bij wegen en bomen moet dit minimaal 1.00 meter zijn en bij gebouwen moet dit minimaal 0.20 meter beneden de bodemafsluiting van de kruipruimte zijn. De drooglegging bij winterpeil t.o.v. het laagste relevante maaiveld bedraagt in de Oosterpoort 1.45 meter (bron stedelijke wateropgave Groningen). De drooglegging in het gebied voldoet hiermee aan de uitgangspunten.


Riolering

In de Oosterpoort is overwegend een gemengd rioolstelsel aanwezig. In het Winschoterdiep westzijde is een extra regenwaterriool aangelegd voor het afvoeren van water dat afstroomt van schoon afvoerend oppervlak. De wijk wordt in fases voorzien van nieuwe riolering. Fase 1 en 2 zijn reeds uitgevoerd. Hierbij is de bestaande gemengde riolering vervangen door een nieuw gemengd stelsel. De keuze voor een gemengd stelsel ten opzichte van een gescheiden stelsel is gemaakt op basis van de benodigde kosten die nodig zijn voor een gescheiden stelsel door de grote afstand naar oppervlaktewater. Voor de laatste fase (realisatie 2010/2011) wordt eveneens uitgegaan van de aanleg van een gemengd stelsel. Bij de realisatie van eventuele nieuwbouw wordt aangesloten op een gemengd stelsel. Wel moet ter plaatse van de erfgrens het huishoudelijk afvalwater gescheiden aangeboden worden van het regenwater. Zodoende kan op termijn mogelijk het hemelwater gescheiden worden van de afvoer naar de rioolwaterzuivering. Ook eventuele drainagesystemen moeten indien mogelijk rechtstreeks afwateren richting het oppervlaktewater.


Bouwmaterialen

Bij de bouw van de gebouwen mogen geen materialen gebruikt worden die milieuverontreinigend zijn zoals lood, zink en koper. Ook bepaalde bitumen en behandeld hout logen milieugevaarlijke stoffen uit welke via het regenwater in het oppervlaktewater terecht kunnen komen. In het algemeen geldt dat het toepassen van vegetatiedaken/groene daken een prima middel is om regenwater vast te houden en vertraagd af te voeren. De vegetatie neemt vocht op, bergt water en gebruikt op die manier water. Tevens verdampt het water door zon en wind. Bij hevige neerslag zal het water minder snel tot afstroming komen. Ook dit kan een bijdrage leveren in de compensatie van de toename van het verhard en bebouwd oppervlak. Daarnaast isoleren de groene daken in de zomer. Door het verdampingsproces in de grondlaag wordt voorkomen dat het dak te veel opwarmt. Op deze wijze kan bespaard worden op energieslurpende voorzieningen zoals airco's e.d.