direct naar inhoud van Bijlage 4 Inventarisatie bodemkwaliteit
Plan: Bestemmingsplan Pop Dijkemaweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP468PopDijkemaweg-vg01

Bijlage 4 Inventarisatie bodemkwaliteit

Inleiding

Voor de actualisatie van het bestemmingsplan Pop Dijkemaweg is een inventarisatie uitgevoerd naar de aanwezigheid van gegevens over de bodemkwaliteit in het plangebied. Daarvoor zijn de volgende aspecten beoordeeld:

  • de locaties die verdacht zijn van (ernstige) bodemverontreiniging;
  • de aanwezigheid van (ernstige) bodemverontreinigingen;
  • de locaties waar na sanering een zorgmaatregel van kracht is en mogelijke gebruiksbeperkingen liggen;
  • de diffuse bodemkwaliteit, zoals vastgesteld in de gemeentelijke bodemkwaliteitskaart.

Dit bestemmingsplan is een zogenaamd actualisatieplan.

De bodeminventarisatie is uitgevoerd op 23 januari 2012. De inventarisatie is gebaseerd op de op dat moment bij de Milieudienst beschikbare gegevens over (potentiële) ernstige verontreinigingen. Dagelijks worden gegevens aangeleverd en bijgewerkt. Voor een actuele situatie of voor informatie over individuele locaties wordt daarom verwezen naar www.eloket.groningen.nl. Verder bestaat de mogelijkheid om op afspraak rapporten in te zien bij de Milieudienst.

Inventarisatie bodemkwaliteitsgegevens

De uitgevoerde inventarisatie

Voor de inventarisatie van de bodemkwaliteitsgegevens is gebruik gemaakt van de informatie, zoals opgeslagen in het informatiesysteem Squit van de gemeente Groningen. In het systeem Squit zijn in ieder geval die locaties opgenomen:

  • die verdacht zijn van een geval van (ernstige) bodemverontreiniging;
  • waar sprake is van een geval van (ernstige) bodemverontreiniging:
    - historisch geval: ontstaan voor 1987;
    - nieuwe bodemverontreiniging: ontstaan na 1987;
  • waar een bodemsanering is uitgevoerd en waar eventuele nazorgmaatregelen of gebruiks- beperkingen van kracht zijn.

Bijgaand is een lijst opgenomen met de in Squit opgenomen locaties die binnen of in de nabijheid van het betreffende plangebied liggen. Op basis van deze inventarisatie is de beoordeling uitgevoerd.

Het verrichten van bodemonderzoeken en het uitvoeren van eventuele saneringswerkzaamheden is een verantwoordelijkheid van de veroorzaker, de eigenaar en/of een belanghebbende. Voor de locaties die verdacht zijn van een geval van (ernstige) bodemverontreiniging is een bodemonderzoek in ieder geval bij de aanvraag van een Wabo-vergunning noodzakelijk. De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de gemeentelijke bouwverordening regelen in welke gevallen de aanvraag van een Wabo-vergunning vergezeld dient te gaan van een bodemonderzoek.

Daarnaast geldt voor nieuwe bodemverontreiniging, ontstaan na 1987, een ander regiem. Voor deze gevallen is de zorgplicht van toepassing. Dit betekent dat nieuwe bodemverontreiniging altijd zoveel mogelijk ongedaan gemaakt moet worden, ongeacht hoe ernstig de bodemverontreiniging is.

Verdachte locaties

Uit de bijgaande Squit-lijst blijkt dat binnen het plangebied meerdere locaties aanwezig zijn, die verdacht zijn van (ernstige) bodemverontreiniging. De verdachtmaking kan het gevolg zijn van bodembedreigende activiteiten, die in het verleden hebben plaatsgevonden. Het kan ook zijn, dat in een eerder bodemonderzoek is vastgesteld dat er bodemverontreiniging aanwezig is, waarvan het vermoeden bestaat dat bij nader onderzoek vastgesteld wordt, dat het om een geval van ernstige bodemverontreiniging gaat.

De verdachtmakingen binnen het plangebied betreffen grotendeels huidige en voormalige bedrijfsterreinen. Uit de lijst blijkt, dat op 6 locaties nog aanvullend (bodem)onderzoek moet worden uitgevoerd voordat tot een verdere uitspraak over ernst kan worden gedaan. Deze 6 locaties zijn als 'potentieel ernstig verontreinigd' beoordeeld. Voor deze locaties is in ieder geval een bodemonderzoek bij de aanvraag van een Wabo-vergunning noodzakelijk.

Ernstige bodemverontreiniging en sanering

Bij een geval van ernstige bodemverontreiniging zijn de functionele eigenschappen die de bodem voor mens, plant of dier heeft ernstig verminderd. Een bodemsanering is dan nodig om de locatie weer geschikt te maken voor het beoogde gebruik.

Binnen het plangebied bevinden zich geen locaties waar een geval van ernstige bodemverontreiniging is vastgesteld.

Zoals aangegeven is het verrichten van bodemonderzoeken en het uitvoeren van eventuele saneringswerkzaamheden een verantwoordelijkheid van de veroorzaker, de eigenaar en/of een belanghebbende. De gemeente ziet er daarbij op toe, dat de sanering op de juiste manier wordt uitgevoerd.

Diffuse bodemverontreiniging

In de loop van de tijd zijn op allerlei manieren puinhoudend materiaal, kooldeeltjes en ander afval in de bodem terechtgekomen. Bewoning, bedrijvigheid en ook neerslag van luchtverontreiniging heeft op vele plaatsen de bodem belast. Dit heeft geleid tot diffuse, niet tot een bron ter herleiden bodemverontreiniging.

Bodemkwaliteitskaart

De gemeente Groningen heeft beleid voor de toepassing van grond en baggerspecie op opgesteld (Nota Bodembeheer: Beleidsregels voor de toepassing van grond en baggerspecie op landbodem, raadsbesluit 6i van 16 december 2009). Onderdeel van het beleid is een bodemkwaliteitskaart die inzicht geeft in de diffuse bodemkwaliteit.

Uit de bodemkwaliteitskaart blijkt dat de verwachte gemiddelde kwaliteit binnen het plangebied lager is dan de betreffende 'Achtergrondwaarde', met uitzondering van de parameter PAK. Voor deze parameter ligt de gemiddelde waarde tussen de 'Achtergrondwaarde' en de 'Maximale Waarde Wonen'.

Toepassen grond of baggerspecie

De Nota Bodembeheer stelt regels voor het toepassen van grond of baggerspecie. Eventueel toepassen of afvoer van grond dient gemeld te worden bij een centraal meldpunt
(https://meldpuntbodemkwaliteit.agentschap.nl ). De beoordeling van de melding en het toezicht ligt bij de gemeente Groningen.

Voor meer informatie wordt verwezen naar de site milieu.groningen.nl , waar onder andere de Nota Bodembeheer kan worden ingezien.

Conclusie

In het bestemmingsplan Pop Dijkemaweg wordt de bestaande situatie vastgelegd. Er zijn geen ontwikkellocaties benoemd.

Het gebied is volgens de bodemfunctiekaart voornamelijk bestemd voor de functies: ander groen, bebouwing, infrastructuur en industrie. De bodemkwaliteit voldoet over het algemeen aan de normen die gekoppeld zijn aan het gebruik of de huidige functie.

Bodemverontreiniging kan bestaan uit bronverontreiniging of diffuse verontreiniging. Een bronverontreiniging is een verontreiniging die kan worden gekoppeld aan een bron of oorzaak. Dit in tegenstelling tot een diffuse verontreiniging die ontstaan is door jarenlang gebruik van de bodem en waarbij de verontreiniging niet tot een specifieke bron is te herleiden.

Bronverontreinigingen

Binnen het plangebied zijn er zes locaties bekend, die verdacht zijn van een ernstige bodem- verontreiniging. De verdachtmakingen kunnen het gevolg zijn van bodembedreigende activiteiten, dempingen of een eerder bodemonderzoek.

Bij de aanpak van de bodemverontreiniging moet aangesloten worden bij de geplande ontwik- kelingen. De verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van een bodemonderzoek en voor een sanering ligt bij de veroorzaker, de eigenaar en/of de belanghebbende. Het uitgangspunt is dat de locatie geschikt wordt gemaakt voor het beoogde gebruik.

Voordat met de sanering kan worden begonnen, moet de gemeente Groningen als bevoegd gezag op grond van de Wet bodembescherming instemmen met de voorgestelde sanering. De gemeente ziet toe op de juiste uitvoering van de sanering en van grondverzet in het algemeen.

Voor de locaties die verdacht zijn van (ernstige) bodemverontreiniging is een bodemonderzoek bij de aanvraag van een Wabo-vergunning in ieder geval noodzakelijk.

Diffuse verontreinigingen

Eventuele diffuse bodemverontreiniging ontstaat door jarenlang gebruik en de verontreiniging is niet tot een specifieke bron te herleiden. Uit de bodemkwaliteitskaart van de gemeente Groningen blijkt dat in het plangebied een diffuse bodemverontreiniging voorkomt ten aanzien van PAK's, waarbij de te verwachten gemiddelde bodemkwaliteit onder de zogenaamde 'Maximale Waarde Wonen' blijft.

Bij het toepassen en hergebruik van grond dient de 'Nota Bodembeheer: Beleidsregels voor de toepassing van grond en baggerspecie op landbodem' in acht genomen te worden.

Inventarisatielijst Squit

Locatiecode   Locatienaam   Vervolgtaak   Lopende fase   NA 1987   Hoofdcategorie  
AA001400556   Pop Dijkemaweg 33-35   uitvoeren NO   Potentieel ernstig   N   Bedrijfsterrein (Huidig)  
AA001400652   Pop Dijkemaweg 35a   uitvoeren NO   Potentieel ernstig   N   Bedrijfsterrein (Huidig)  
AA001400755   Pop Dijkemaweg 37   voldoende onderzocht   Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd   N   Bedrijfsterrein (Voormalig)  
AA001400944   Pop Dijkemaweg 31c   uitvoeren historisch onderzoek   Potentieel ernstig   N   Bedrijfsterrein (Huidig)  
AA001400955   Rijksweg, trace   Uitvoeren aanvullend OO   Potentieel ernstig   N   Overig  
AA001401083   Oostersluisweg, vml. ligplaats woonschepen SSH   voldoende onderzocht   Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd   N   Tanks  
AA001401475   Pop Dijkemaweg 31   uitvoeren NO   Potentieel ernstig   N   Bedrijfsterrein (Huidig)  
AA001402848   Pop Dijkemaweg, trace   voldoende onderzocht   Niet ernstig, plaatselijk sterk
verontreinigd  
N   Overig  
AA001403104   Oostersluisweg 9   voldoende onderzocht   Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd   N   Bedrijfsterrein (Huidig)  
AA001403293   Pop Dijkemaweg, vml. nr. 19   voldoende onderzocht   Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd   N   Bedrijfsterrein (Voormalig)  
AA001403309   Pop Dijkemaweg 31a   voldoende onderzocht   Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd   N   Bedrijfsterrein (Huidig)  
AA001403654   Pop Dijkemaweg, Oostersluis   voldoende onderzocht   Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd   N   Overig  
AA001403738   Oostersluisweg, VSTI   voldoende onderzocht   Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd   N   Overig  
AA001404199   Pop Dijkemaweg 31b   uitvoeren NO   Potentieel ernstig   N   Bedrijfsterrein (Voormalig)  

Voldoende onderzocht: Voldoende onderzocht voor het beoogde doel van het onderzoek.

Onderzoek is niet vanzelfsprekend geschikt voor alle doeleinden.

OO (fase) (fase) oriënterend bodemonderzoek

NO (fase) (fase) nader bodemonderzoek

HO historisch onderzoek

SP saneringsplan

BIO bijzonder inventariserend onderzoek