direct naar inhoud van Artikel 8 Gemengd -2
Plan: Bestemmingsplan Korrewegwijk-De Hoogte 2009
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP467Korrewegwijk-oh01

Artikel 8 Gemengd -2

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren tot een maximum van 500 m2 bruto vloeroppervlakte per perceel, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • b. maatschappelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • c. zakelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • d. produktiebedrijven, bedrijven in de bouwnijverheid en bedrijven ten behoeve van de verhuur van roerende goederen en dienstverlenende bedrijven met uitzondering van kantoren, met dien verstande dat:
    * deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond, en
    * deze bedrijven uitsluitend zijn toegestaan in de categorieën 1 en 2 als bedoeld in de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen, echter met uitzondering van geluidzoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen, en
    * maximaal 50% van het bruto vloeroppervlak van de bebouwing mag bestaan uit kantoorruimte ten dienste van het ter plaatse gevestigde bedrijf;
  • e. recreatie, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • f. sport, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • g. wonen, met dien verstande dat deze functie niet is toegestaan op de begane grond;
  • h. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • i. detailhandel, met dien verstande dat:
    - detailhandel uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
    - detailhandel in volumineuze goederen en detailhandel in motorbrandstoffen niet zijn toegestaan;
    - detailhandel in de vorm van een supermarkt niet is toegestaan;
  • j. parkeervoorzieningen;
  • k. additionele voorzieningen.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Algemene bouwregels

Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 8.1 genoemde doeleinden.

8.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte mag maximaal de op de kaart aangegeven bouwhoogte bedragen;
  • c. het bebouwingspercentage mag maximaal het op de kaart aangegeven aangegeven percentage bedragen.
8.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2,50 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal 6 meter bedragen.
8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

a. de woonsituatie:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening gehouden te worden met het instandhouden c.q. tot stand brengen van een redelijke lichttoetreding, alsmede de aanwezigheid van voldoende privacy;

b. het straat- en bebouwingsbeeld:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden gestreefd naar het instandhouden c.q. tot stand brengen van een, in stedenbouwkundig opzicht, samenhangend straat- en bebouwingsbeeld. In het algemeen zal bij bebouwing worden gestreefd naar:

  • een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte;
  • een goede hoogte-/breedteverhouding tussen de bebouwing onderling en een samenhang in bouwvorm/architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is;

c. de verkeersveiligheid:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met het instandhouden c.q. tot stand brengen van een verkeersveilige situatie;

d. de sociale veiligheid:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden voorkomen dat een ruimtelijke situatie ontstaat die onoverzichtelijk, onherkenbaar en niet sociaal controleerbaar is;

e. de milieusituatie:

Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de milieuaspecten, zoals hinder voor omwonenden en een verkeersaantrekkende werking;

f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden:

Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, indien deze daardoor kunnen worden beïnvloed.

8.4 Ontheffing van de bouwregels
8.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 8.2.2 onder a voor het overschrijden van het op de kaart aangegeven bouwvlak met maximaal 3,00 meter;
  • b. het bepaalde in lid 8.2.2 onder a voor het toestaan van gebouwen buiten het op de kaart aangegeven bouwvlak tot een maximum oppervlakte van 30 m² en een hoogte van maximaal 3 meter;
  • c. het bepaalde in lid 8.2.2 onder b voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte met maximaal 3,50 meter;
  • d. het bepaalde in lid 8.2.2 onder c voor het vergroten van het maximaal toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10.
8.4.2 Voorwaarden voor ontheffing

De in lid 8.4.1 genoemde ontheffingen kunnen slechts worden verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de milieusituatie;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Het gestelde in lid 8.3 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

8.5 Ontheffing van de gebruiksregels
8.5.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 8.1 onder d ten behoeve van de vestiging van bedrijven, die in de 'Lijst van bedrijfstypen' zijn opgenomen in een hogere dan de aldaar genoemde categorieën, maar naar hun aard en invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven, die voorkomen in de in lid 8.1 onder d genoemde categorieën, mits het geen geluidzoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen betreft;
  • b. het bepaalde in lid 8.1 onder d ten behoeve van de vestiging van bedrijven, die niet in de 'Lijst van bedrijfstypen' zijn opgenomen, maar naar hun aard en invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven, die voorkomen in de in lid 8.1 onder d genoemde categorieën, mits het geen geluidzoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen betreft;
  • c. het bepaalde in lid 8.1 onder g voor het toestaan van de functie wonen op de begane grond.
8.5.2 Voorwaarden voor ontheffing

De ontheffing bedoeld in lid 8.5.1 onder a en b wordt niet verleend dan nadat een advies van een onafhankelijke deskundige op het gebied van het milieu is ingewonnen.