direct naar inhoud van Artikel 4: Gemengd
Plan: Havengebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0010.18BP-OH01

Artikel 4: Gemengd

4.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. bedrijven met een verzorgende functie voor de recreatievaart en beroepsvisserij;
    • 2. bedrijven met een nautische functie voor de beroepsscheepvaart;

voorzover deze bedrijven zijn genoemd in Bijlage 1, onder de categorieën 1, 2 en 3.1, ter plaatse van de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 3.1";

voorzover deze bedrijven zijn genoemd in Bijlage 1, onder de categorieën 1, 2, 3.1 en 3.2 , ter plaatse van de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 3.2";

met uitzondering van:

      • a. voor de Waddenzee risicovolle bedrijven, zoals genoemd in Bijlage 2;
      • b. kerncentrales;
      • c. bedrijven voor de opslag van middel- en hoog radio-actief afval;
      • d. risicovolle inrichtingen;
    • 1. detailhandel in watersportartikelen, ter plaatse van de aanduiding "detailhandel";
    • 2. niet-publieksgerichte dienstverlening;
    • 3. horecabedrijven van categorie 1, ter plaatse van de aanduiding "horeca van categorie 1";
    • 4. een evenementenhal, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van cultuur en ontspanning - evenementenhal";
    • 5. een praktijkruimte voor technisch of nautisch onderwijs, ter plaatse van de aanduiding "praktijkruimte";

met uitzondering van kwetsbare objecten;

  • b. terreinen en water ten behoeve van aanleggelegenheid;
  • c. wegen;

met de daarbijbehorende:

  • d. spoorlijnen in de vorm van raccordementen;
  • e. kaden en taluds;
  • f. havens;
  • g. waterlopen en andere wateren;
  • h. waterstaatkundige voorzieningen;
  • i. voorzieningen voor dagrecreatief medegebruik;
  • j. erven en terreinen;
  • k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder steigers.
4.2. Bouwregels
4.2.1. Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen zullen binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen zal ten hoogste 7,00 m bedragen, tenzij de gronden zijn voorzien van de aanduiding “maximale bouwhoogte (m)”, in welk geval de bouwhoogte van een gebouw ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding "maximale bouwhoogte (m)" aangegeven bouwhoogte zal bedragen;
  • c. gebouwen met een mechanische ventilatie zullen niet worden gebouwd, tenzij binnen dat gebouw, op een centraal toegankelijke plaats een schakelaar is aangebracht waarmee uitsluitend de mechanische ventilatie kan worden uitgeschakeld.
4.2.2. Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van reclame-masten zal ten hoogste 6,00 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 15,00 m bedragen.
4.3. Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de milieusituatie;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de zeedefensie;
  • d. een goede landschappelijke inpassing; en
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
4.4. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. ter plaatse van de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 3.1" het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 1 onder de categorieën 1, 2 en 3.1;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 3.2" het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 1 onder de categorieën 1, 2, 3.1 en 3.2;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven genoemd in Bijlage 2;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor bewoning;
  • e. het gebruik van gronden en bouwwerken voor de opslag van middel- en hoog radio-actief afval.

4.5. Afwijken van de gebruiksregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de zeedefensie, de landschappelijke inpassing en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 4.4 onder a in die zin dat ter plaatse van de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 3.1" tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijven genoemd in Bijlage 1 onder de categorie 1, 2 of 3.1, mits:
    • 1. het geen voor de Waddenzee risicovolle bedrijven betreft die zijn genoemd in Bijlage 2;
    • 2. het geen kerncentrales betreft;
    • 3. het geen bedrijven voor de opslag van middel- en hoog radio-actief afval betreft;
    • 4. het geen risicovolle inrichtingen betreft;
    • 5. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke waarden van de Waddenzee;
  • b. het bepaalde in lid 4.4 onder b in die zin dat ter plaatse van de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 3.2" tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijven genoemd in Bijlage 1 onder de categorie 1, 2, 3.1 of 3.2, mits:
    • 1. het geen voor de Waddenzee risicovolle bedrijven betreft die zijn genoemd in Bijlage 2;
    • 2. het geen kerncentrales betreft;
    • 3. het geen bedrijven voor de opslag van middel- en hoog radio-actief afval betreft;
    • 4. het geen risicovolle inrichtingen betreft;
    • 5. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke waarden van de Waddenzee;
  • c. het bepaalde in lid 4.4 onder c in die zin dat tevens bedrijven, genoemd in Bijlage 2 worden gevestigd, mits:
    • 1. het geen kerncentrales betreft;
    • 2. het geen bedrijven voor de opslag van middel- en hoog radio-actief afval betreft;
    • 3. het risicovolle inrichtingen betreft;
    • 4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke waarden van de Waddenzee.
4.6. Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat:

  • a. de lijst van voor de Waddenzee risicovolle bedrijven, genoemd in Bijlage 2, wordt gewijzigd, indien nieuwe of gewijzigde inzichten met betrekking tot de risico's van de vestiging van bedrijven voor de natuurlijke waarden van de Waddenzee daartoe aanleiding geven, mits:
    • 1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke waarden van de Waddenzee;
    • 2. het geen kerncentrales betreft;
    • 3. het geen bedrijven voor de opslag van middel- en hoog radio-actief afval betreft;
  • b. de aanduiding “specifieke vorm van cultuur en ontspanning - evenementenhal” wordt verwijderd, mits:
    • 1. de betreffende functie ter plaatse is beëindigd.