direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Hoogwatergeul Veessen-Wapenveld
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0000.IMip12hoogwgeulvw-3000

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het Rijksinpassingsplan "Hoogwatergeul Veessen-Wapenveld".

1.2 Rijksinpassingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0000.IMip12hoogwgeulvw-3000 met de bijbehorende regels.

1.3 verbeelding
  • a. de digitale verbeelding van het Rijksinpassingsplan "Hoogwatergeul Veessen-Wapenveld";
  • b. de verbeelding op papier van het Rijksinpassingsplan "Hoogwatergeul Veessen-Wapenveld", bestaande uit vier kaartbladen.
1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de verbeelding de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6 achtererfgebied

erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw.

1.7 agrarisch bedrijf

een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, niet zijnde: een glastuinbouwbedrijf, een champignonkwekerij, een boomkwekerij, sierteelt, een houtteeltbedrijf, een fruitteeltbedrijf, een gebruiksgerichte paardenhouderij of een vis- of wormenkwekerij.

1.8 agrarisch beheer

het weiden van vee, het beheren van graslanden dan wel het telen van akkerbouwgewassen, niet in een volkstuin.

1.9 archeologische waarde

de waarde, die een gebied ontleent aan het voorkomen van overblijfselen uit oude tijden of van belang is voor de kennis van de beschavingsgeschiedenis.

1.10 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.11 bed & breakfast

het bieden van de, ten opzichte van het hoofdgebruik ondergeschikte, mogelijkheid tot recreatief nachtverblijf en ontbijt aan personen die hun hoofdverblijf elders hebben.

1.12 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de binding met het bedrijfsgebouw of het bedrijfsperceel noodzakelijk is.

1.13 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.14 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.15 bijbehorend bouwwerk

een uitbreiding van een hoofdgebouw, dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak. Voor zover het bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning betreft, wordt voor de toepassing van dit begrip in afwijking van het begrip hoofdgebouw de bedrijfswoning aangemerkt als hoofdgebouw.

1.16 binnentalud

het hellend vlak van het dijklichaam aan de binnendijkse zijde van de dijk.

1.17 buitentalud

het hellend vlak van het dijklichaam aan de buitendijkse zijde van de dijk.

1.18 boomkwekerij

een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van beplantingsgewassen zoals bos- en haagplantsoen, laan- en parkbomen, vruchtbomen, rozenstruiken, sierconiferen en overige sierheesters, een en ander in de vorm van vollegrondteelt dan wel containerteelt.

1.19 bouwen

plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten.

1.20 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.21 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.22 dagrecreatie

verblijf buiten de woning voor recreatieve doeleinden.

1.23 debietregulerend kunstwerk

een bouwwerk dat zodanig is ontworpen dat het in werking treedt en daardoor water door laat gaan als een bepaalde waterstand wordt bereikt.

1.24 dijk

waterkerend grondlichaam.

1.25 essentiële woonvoorziening

1. douche of bad, 2. wc en 3 keuken(blok).

1.26 extensief recreatief medegebruik

recreatief medegebruik -zonder geluidsoverlast- dat in hoofdzaak is gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, fietsen en kanovaren.

1.27 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.28 gebruiksgerichte paardenhouderij

een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het opfokken, beleren en trainen van paarden.

1.29 grondgebonden agrarisch bedrijf

een agrarisch bedrijf dat gericht is op het ontwikkelen van activiteiten, waarbij de productie geheel of nagenoeg geheel afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van de grond (als productiemiddel) waar het bedrijf over kan beschikken.

1.30 hoofdgebouw

gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.31 hoogwatergeul

bedijkt gebied met een aansluiting op de rivier de IJssel om bij hoge waterstanden een deel van het oppervlaktewater, ijs en sediment af te voeren.

1.32 houtteelt

de bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend de functie houtproductie op gronden die in principe hiervoor tijdelijk worden gebruikt en waarvoor daartoe vrijstelling is verleend van de melding- en herplantplicht ex artikel 2 en 3 van de Boswet.

1.33 huishouden

een verzameling van één of meer personen die een woonruimte bewoont en daar zichzelf voorziet, of door derden wordt voorzien, in dagelijkse levensbehoeften.

1.34 inwoning

het bewonen van één woning door meerdere huishoudens.

1.35 kade

een waterkering, niet zijnde een primaire waterkering.

1.36 kas

agrarische bedrijfsbebouwing waarvan de wanden en het dak voornamelijk bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van vruchten, bloemen of planten.

1.37 kwetsbaar object

een kwetsbaar object als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

1.38 landschappelijke waarde

de aan een gebied toegekende waarde, in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied.

1.39 lawaaisporten

een sportactiviteit waarbij motorisch of mechanisch geluid wordt geproduceerd dat zodanig is dat het achtergrondniveau wordt overschreden, waaronder in ieder geval begrepen de rallysport, motorsport en (model)vliegsport; de jachtsport wordt hieronder niet begrepen.

1.40 mantelzorg

langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgevng, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.

1.41 Minister

Minister van Infrastructuur & Milieu.

1.42 natuur

alle levende organismen, hun habitats, de ecosystemen waarvan zij deel uitmaken en de daarmee verbonden uit zichzelf functionerende ecologische processen.

1.43 natuurwaarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen, voorkomend in dat gebied.

1.44 nevenactiviteit

een activiteit die uitsluitend naast een feitelijk aanwezige hoofdfunctie en uitsluitend door de bewoner en/of ondernemer van die hoofdfunctie uitgeoefend kan worden en wat betreft (vloer)oppervlakte ondergeschikt is aan die hoofdfunctie.

1.45 normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden

werkzaamheden die regelmatig nodig zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming.

1.46 nutsvoorziening

een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut.

1.47 omgevingsvergunning

omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 1.1 lid 1 van de Wabo;

1.48 paardenbak

een niet-overdekte piste, voorzien van een bewerkte/aangepaste bodem, waar naast training en africhting van het paard eveneens toetsing van prestaties van de combinatie paard en ruiter in diverse disciplines kan plaatsvinden.

1.49 peil
  • a. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  • b. voor bouwwerken op een terp, een kade of een dijk: de bovenkant van de terp, de kade respectievelijk de dijk;
  • c. voor bouwwerken in water: de waterbodem, tenzij in de regels een maat is opgenomen ten opzichte van NAP, in welk geval peil het Normaal Amsterdams Peil is;
  • d. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitend afgewerkte terrein dat het bouwwerk omgeeft (maaiveld), tenzij in de regels:
    • 1. een maat is opgenomen ten opzichte van NAP, in welk geval peil het Normaal Amsterdams Peil is;
    • 2. een maat is opgenomen ten opzichte van een aangeaarde hoogte, in welk geval peil de aangeaarde hoogte is.
1.50 primaire waterkering

een primaire waterkering als bedoeld in artikel 1.1 lid 1 van de Waterwet.

1.51 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten ten behoeve van een andere persoon tegen vergoeding.

1.52 recreatief medegebruik

een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan.

1.53 recreatieve voorzieningen

voorzieningen bedoeld voor dagrecreatief gebruik.

1.54 reëel agrarisch bedrijf

een agrarisch bedrijf dat nu of op redelijke termijn voldoende werk en inkomen kan opleveren voor één arbeidskracht die duurzaam aan het bedrijf verbonden is.

1.55 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijk gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde dan wel onderkomen, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al of niet in combinatie met elkaar.

1.56 talud

schuine vlak tussen het maaiveld en de bovenkant van de dijk, de kade dan wel de terp inclusief eventuele tussenliggende horizontale vlakken.

1.57 taludhelling

de aanwezige verhouding tussen het talud en het horizontale vlak, uitgedrukt in 1:2, 1:3, 2:3 etc, waarbij het eerste cijfer de verticale maat aangeeft en het tweede cijfer de horizontale maat.

1.58 teeltondersteunende kassen

kassen in, op of boven de grond die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten worden gebruikt om de volgende doelen na te streven:

  • verbetering van de productie, onder meer door teeltvervroeging en -verlating;
  • verbetering van de arbeidsomstandigheden, onder meer door gewassen verhoogd te telen of
  • het voorkomen van schade door vorst.
1.59 teeltondersteunende voorzieningen

voorzieningen in, op of boven de grond die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten worden gebruikt om de volgende doelen na te streven:

  • verbetering van de productie, onder meer door teeltvervroeging en-verlating, terugdringing van onkruidgroei en beperking van vraatschade;
  • verbetering van de arbeidsomstandigheden, onder meer door gewassen verhoogd te telen; of
  • het bereiken van positieve effecten op milieu en water (bodembescherming, terugdringing onkruidbestrijding, effectief omgaan met water);
  • het voorkomen van schade door vorst.
1.60 terp

een verhoogd aangelegd grondlichaam, niet zijnde een kade.

1.61 volkstuin

een perceel grond dat zich niet in de onmiddellijke nabijheid van de woning van de gebruiker bevindt, waarop de gebruiker gewassen teelt voor eigen gebruik.

1.62 voorgevel

de naar de weg toegekeerde gevel van een gebouw, of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel.

1.63 waterbeheerder

de beheerder als bedoeld in artikel 1.1 lid 1 van de Waterwet.

1.64 waterhuishoudkundige voorzieningen

werken en/of bouwwerken ten dienste van de waterhuishouding (inclusief de waterkerende functie), zoals grondlichamen, beschoeiingen, drainage, (afsluitbare/ regelbare) duikers, stuwen, sluizen en pompen.

1.65 wegen

alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen.

1.66 werk

een werk, geen bouwwerk zijnde.

1.67 woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.