direct naar inhoud van 5.3 Beheer en onderhoud
Plan: Rijksinpassingsplan Waterberging Volkerak-Zoommeer
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0000.IMip12BERGINGVZM-3000

5.3 Beheer en onderhoud

Het beheer en onderhoud van de nieuwe situatie komt in handen van de huidige beheerders: de Waterschappen en Rijkswaterstaat. Ten behoeve van de inzet van de maatregel Waterberging Volkerak-Zoommeer is een Inzetprotocol opgesteld.

In het Inzetprotocol wordt onder andere vastgelegd:

  • wanneer de waterberging op het Volkerak-Zoommeer wordt ingezet;
  • op basis waarvan dat wordt besloten en door wie.

Doel inzetprotocol

Het inzetprotocol beschrijft wat de maatregel waterberging Volkerak-Zoommeer inhoudt en wat de effecten hiervan kunnen zijn op het omliggende gebied. Voor alle betrokken overheden worden de taken en verantwoordelijkheden benoemd die nodig zijn om de maatregel succesvol te laten verlopen, de veiligheid voor de gebruikers en bewoners van het meer en het omliggende gebied te garanderen en de (water)overlast tot een minimum te beperken.

Protocol in zes fasen

Ten aanzien van de inzet van de maatregel worden zes fasen onderscheiden. De stand by fase (1) beschrijft alle handelingen voor het operationeel houden van het inzetprotocol en alle daarvoor benodigde middelen in tijden van 'rust'. De feitelijke inzet verloopt in drie (sub)fasen : (a) de waarschuwing dat de maatregel in de komende dagen mogelijk wordt ingezet (2), (b) de voorbereiding op de mogelijke inzet (3), en (c) de waterberging (4). Tijdens de voorbereidingsfase bereiden alle betrokken overheden zich voor op hun taken en wordt het waterpeil van het Volkerak-Zoommeer alvast zoveel mogelijk verlaagd. Als na uitvoering van de waterberging de stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg weer wordt geopend, wordt in de afbouwfase (5) het waterpeil weer verlaagd door water op de Ooster- en Westerschelde te spuien en via de Volkeraksluizen weer terug naar het Hollands Diep te laten stromen. In de nazorgfase (6) wordt eventuele schade geïnventariseerd en hersteld, en wordt het functioneren van de waterberging geëvalueerd.

Maatregelen waarborging veiligheid

Het inzetprotocol waterberging Volkerak-Zoommeer wordt eind 2015 van kracht. Dan zullen alle primaire waterkeringen en de kunstwerken van het Rijk rond het Volkerak-Zoommeer op orde zijn om het omliggende gebied tegen hoogwater te beschermen. In Noord-Brabant zal de aanpassing van de secundaire waterkeringen door het waterschap Brabantsche Delta dan nog niet zijn voltooid. Daardoor zal op een aantal plaatsen de kans op een overstroming gedurende enkele jaren vanaf 2016 hoger zijn dan de norm die hiervoor in het Nationaal Bestuursakkoord Water is vastgesteld. Het effect van de waterberging op de overschrijding van deze overstromingsnorm is klein (enkele procenten). In overleg met het waterschap en de betreffende gemeenten zullen afspraken worden gemaakt om de hoger dan beoogde overstromingskans in deze periode met aanvullende maatregelen te compenseren.

Maatregelen beperken (water)overlast en schade

De maatregelen van alle betrokken overheden worden beschreven in het inzetprotocol en verankerd in de eigen protocollen, draaiboeken en calamiteiten(bestrijdings)plannen van deze overheden. Rijkswaterstaat heeft de eindverantwoordelijkheid voor de inzet van de waterberging, neemt het besluit hiertoe en zorgt dat de kunstwerken van het rijk rond het Volkerak-Zoommeer operationeel zijn. De belangrijkste maatregelen van de gemeenten zijn het afsluiten van riolen en het plaatsen van pompen in het stedelijk gebied (onder meer om het rioolwater door te kunnen pompen). De belangrijkste maatregelen van de waterschappen zijn het plaatsen van pompen in het landelijke gebied (vooral bij gemalen) en het bedienen van sluizen. De veiligheidsregio's coördineren de informatievoorziening.

Rijkswaterstaat en de waterschappen kunnen besluiten de scheepvaart op respectievelijk de Schelde-Rijn-verbinding (inclusief het Volkerak-Zoommeer) en de regionale wateren stil te leggen. Door beheerders van jachthavens te waarschuwen volgens het inzetprotocol, kunnen zij aan schepen meer ruimte op de touwen geven. Het volledig voorkomen van schade zal niet mogelijk zijn. Gezien de zeer beperkte kans op schade en de hoge kosten, zullen de steigers niet aangepast worden, bijvoorbeeld door hen beweegbaar te maken.

Informatievoorziening

De informatievoorziening, op basis waarvan de overheden hun taken uitvoeren, wordt in het protocol beschreven:

  • Rijkswaterstaat berekent de verwachte waterstanden en informeert de veiligheidsregio's, de waterschappen, de beheerders van buitendijkse gebieden, de scheepvaart op het hoofdwatersysteem en Vlaanderen.
  • De veiligheidsregio's informeren de gemeenten.
  • De gemeenten informeren hun bewoners en de bedrijven, agrariërs en recreatieondernemers in (ten opzichte van de regionale waterkeringen) buitendijkse gebieden.
  • De waterschappen informeren de scheepvaart op de regionale vaarwegen en de pachters van de dijken.