direct naar inhoud van 1.6 Instrument Rijksinpassingsplan
Plan: Rijksinpassingsplan Waterberging Volkerak-Zoommeer
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0000.IMip12BERGINGVZM-3000

1.6 Instrument Rijksinpassingsplan

Waarom een Rijksinpassingsplan

De waterberging op het Volkerak-Zoommeer is van nationaal belang en omvat het grondgebied van 7 gemeenten en 3 provincies. Daarom is het Rijksinpassingsplan het geëigende instrument voor dit project.

In de PKB Ruimte voor de Rivier is besloten voor het project Waterberging Volkerak-Zoommeer de rijksprojectenprocedure uit de WRO toe te passen, aangezien de waterberging een project van nationaal belang is met bovenlokale ruimtelijke effecten. Het doel van deze procedure is de besluitvorming te stroomlijnen, te coördineren en te versnellen.

Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) in juli 2008 is de rijksprojectenprocedure vervangen door de rijkscoördinatieregeling (artikel 3.35 van de Wro). Bij besluit van 1 oktober 2009 is bepaald dat voor waterberging op het Volkerak-Zoommeer een Rijksinpassingsplan als bedoeld in artikel 3.28 van de Wet ruimtelijke ordening wordt vastgesteld en de voorbereiding en bekendmaking van dit Rijksinpassingsplan gecoördineerd wordt met de voorbereiding van een aantal besluiten (Stcrt nr. 15167, 9 oktober 2009). De coördinerend projectminister is in het geval van het onderhavige project de Minister van Infrastructuur en Milieu. Deze is tevens bevoegd gezag voor vaststelling van het inpassingsplan.

Een groot deel van de geldende bestemmingsplannen van de 7 gemeenten voorziet niet in de inzet van de Waterberging Volkerak-Zoommeer, noch in de bijbehorende fysieke maatregelen. Het nationaal belang van de waterberging kan niet doelmatig en tijdig planologisch worden geregeld met bestemmingsplannen door de individuele gemeenten. Door het toepassen van een Rijksinpassingsplan wordt met één ruimtelijk plan op een eenduidige wijze voorzien in de benodigde regeling voor de Waterberging Volkerak-Zoommeer.

Beheermaatregel

De inzet van de waterberging is een beheermaatregel om de situatie in het Benedenrivierengebied bij het tegelijkertijd optreden van zware stormvloed op zee en zeer hoge rivierafvoeren beheersbaar te houden. Inzet heeft tot doel dat de maatgevende waterstanden aldaar niet worden overschreden. Indien daarbij de maatgevende hoogwaterstand op het Volkerak-Zoommeer (per 2010 is dit berekend op NAP +2,30 m, die wordt bereikt nadat inzet van de berging heeft plaatsgevonden bij een peil van NAP +2,60 bij het meetpunt Rak- Noord) wordt overschreden, bestaat de kans dat er een calamiteit op kan treden. In dat geval treedt 5.28 Waterwet e.v. (paragraaf 5. 'Gevaar voor waterstaatswerken') in werking.

In het vigerende Peilbesluit (d.d. 29-2-1996) voor het Volkerak-Zoommeer is met de inzet van deze waterberging als beheermaatregel geen rekening gehouden. Voor de inzet van de waterberging is derhalve een wijziging van het Peilbesluit noodzakelijk.

Water bergen op het Volkerak-Zoommeer is een voorziene en voorzienbare beheermaatregel. Voorzienbaar in de zin van dat het een maatregel is ter uitvoering van de PKB Ruimte voor de Rivier, die een van te voren berekend positief effect op de waterveiligheid zal hebben.

Voorzienbaar in de zin van dat de maatregel wellicht zeer zelden zal worden ingezet (kans 1/1430 per jaar), maar, dat aan de hand van meteorologische verwachtingen voor storm en de verwachte peilopzet op zee en de verwachte rivierafvoeren, met hydraulische modellen het moment van inzet van de maatregel enkele etmalen van te voren kan worden berekend.

Daarmee is het geen calamiteitenmaatregel maar, hoewel zeer zeldzaam en uitzonderlijk, een reguliere beheermaatregel. Er zal pas sprake van een dreigende calamiteit zijn als er toch waterstanden optreden, die het niveau van de Maatgevende Hoogwaterwaterstand overschrijden. Op dat moment hoeft geen sprake te zijn van overstroming of bezwijken van dijken, maar de situatie wordt dan wel dreigend.

Coördinatie van besluiten

Om de uitvoering van het plan mogelijk te maken zijn vergunningen en andere bestuursrechtelijke toestemmingen nodig, voordat daadwerkelijk 'de schop in de grond' kan.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat heeft op 1 oktober 2009 (Staatscourant 2009, nr. 15167), besloten de rijkscoördinatieregeling als bedoeld in artikel 3.35, eerste tot en met derde lid, van de Wro toe te passen. De voorbereiding en bekendmaking van benodigde besluiten voor de uitvoering van de maatregel Berging op het Volkerak-Zoommeer vinden daardoor gecoördineerd plaats.

De te coördineren besluiten zijn:

  • Rijksinpassingsplan;
  • besluit tot wijzigen van het Peilbesluit;
  • vergunningen Natuurbeschermingswet;
  • ontheffing Flora & faunawet;
  • omgevingsvergunningen voor bouwen.

De coördinatie vindt gefaseerd plaats. De besluitvorming over het laatst genoemde besluit (omgevingsvergunningen) zal in een volgende fase plaatsvinden.

Planvorm

Het Rijksinpassingsplan heeft dezelfde werking als een bestemmingsplan. Het Rijksinpassingsplan bevat een verbeelding met regels, voorzien van een toelichting.

Het doel van het Rijksinpassingsplan is tweeledig:

  • 1. het ruimtelijk regelen van het gebruik van het Volkerak-Zoommeer voor de berging van water;
  • 2. het ruimtelijk regelen van te treffen aanpassingen en voorzieningen voor waterberging.

Deze twee aspecten worden nader beschreven in hoofdstuk 6 van deze toelichting.

Geldende bestemmingsplannen

Het plangebied strekt zich uit over 7 gemeenten en een veelvoud daarvan aan bestemmingsplannen. In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van de geldende bestemmingsplannen in het plangebied. In paragraaf 6.3 is de verhouding beschreven van die bestemmingsplannen en daarin opgenomen bestemmingen met dit Rijksinpassingsplan.