§ 3 Gevolgen van de regels in het besluit die direct het bestemmingsplan en daarmee gelijk te stellen besluiten betreffen

De hoofdregel van de Wro, neergelegd in artikel link naar wetgeving 4.3, tweede lid, is dat de gemeenteraad binnen één jaar na inwerkingtreding van een op dat artikel gebaseerd besluit een bestemmingsplan of een beheersverordening vaststelt met inachtneming van bij of krachtens dat besluit gestelde regels, tenzij bij het besluit een andere termijn wordt gesteld.

Uit het genoemd artikel vloeit voort dat de regels, opgenomen in een besluit krachtens dat artikel, in beginsel niet alleen betrekking hebben op nieuwe besluiten, maar óók voor reeds geldende bestemmingsplannen of beheersverordeningen. Zijn daarin bestemmingen opgenomen of regels met het oog op bestemmingen of het bestaande gebruik gesteld, die in strijd zijn met de bij of krachtens het besluit gestelde regels, dan zullen de desbetreffende bestemmingsplannen moeten worden aangepast en in overeenstemming gebracht moeten worden met die regels, tenzij bij het besluit daaromtrent andere regels zijn gesteld.

Bij de opstelling van het besluit is erop gelet dat de bestuurlijke lasten ten gevolge van het besluit zo gering mogelijk zouden zijn.

Dat heeft geleid tot de volgende keuzes.

In vrijwel alle artikelen is aangegeven, dat de regel alleen van toepassing is wanneer een na inwerkingtreding van het Barro van kracht wordend bestemmingsplan voor het eerst een nieuwe ontwikkeling of nieuwe bebouwing mogelijk maakt, de zogenaamde nieuw-nieuwbepalingen.

Dit besluit treedt gefaseerd in werking. Dit houdt in dat deze regel in werking treedt op het moment waarop het betreffende Barro-artikel (onderdeel) in werking is getreden.

In een aantal gevallen is bepaald dat bepalingen van het bestemmingsplan bij de eerstvolgende herziening van het bestemmingsplan in overeenstemming met het Barro dienen te worden gebracht.

In uitzonderingsgevallen, waarbij de bepalingen in het Barro expliciet een aanpassing van ruimtelijke besluiten, zoals bestemmingsplannen, vergen (anders dan de algemene termijnen van herziening van de Wro) geldt de termijn van drie jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van desbetreffende bepalingen van het Barro (zie artikel 3.1).