direct naar inhoud van Regels
Plan: Correctieve herziening van het inpassingsplan Windpark Fryslân
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0000.EZip15wpfryslan-4001

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan:

deze correctieve herziening van het inpassingsplan Windpark Fryslân met identificatienummer NL.IMRO.0000.EZip15wpfryslan-4001 van de minister van Economische Zaken en de minister van Infrastructuur en Milieu die het inpassingsplan corrigeert.

1.2 inpassingsplan:

het inpassingsplan Windpark Fryslân met identificatienummer NL.IMRO.0000.EZip15wpfryslan-3000 van de minister van Economische Zaken en de minister van Infrastructuur en Milieu.

1.3 natuurvoorziening:

een rust- en foerageergebied voor vogels in de vorm van een eiland met een vooroever en een luwe ondiepte, zoals bedoeld in Mitigatieplan bij deze regels. De natuurvoorziening heeft geen recreatieve (mede)functie.

1.4 vismigratierivier:

artikel 1.26 van het inpassingsplan wordt als volgt gewijzigd:

het geheel aan onderdelen, bestaande uit:

  • een opening in de Afsluitdijk waar trekvissen doorheen kunnen zwemmen om vanuit de Waddenzee het IJsselmeer te bereiken en andersom en de daarbij behorende aangrenzende gronden tot uitdrukking komend in het geheel van landschappelijke en natuurlijke waarden van het gebied, bestaande uit water, eilanden, zandplaten, slikken, getijdengebied en kwelders;
  • voorzieningen ten behoeve van de ontwikkeling en het behoud van de natuurlijke waarden;
  • voorzieningen ten behoeve van de ontwikkeling en het behoud van de landschappelijke waarden tot uitdrukking komend in de openheid van het landschap;
  • nutsvoorzieningen;
  • ondergrondse datakabels en bijbehorende voorzieningen;
  • een kunstobject;
  • voorzieningen ten behoeve van onderzoek en monitoring van (de biotische en abiotische factoren van) trekvissen;
  • een gebouw ten behoeve van dagrecreatief en educatief medegebruik en onderzoek en monitoring van (de biotische en abiotische factoren van) trekvissen;
  • een wandelpad ten behoeve van dagrecreatief en educatief medegebruik;
  • een aanlegvoorziening voor de verbinding met Kornwerderzand;

met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder palenrijen en bruggen.

Voor het overige zijn de begrippen van het inpassingsplan van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2 Wijze van meten

Op dit plan is de wijze van meten van het inpassingsplan van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf - Nutsvoorziening

Op dit plan is artikel 3 van het inpassingsplan van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4 Verkeer

Op dit plan is artikel 4 van het inpassingsplan van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Water

Op dit plan is artikel 5 van het inpassingsplan van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Bedrijf - Windturbinepark Voorlopig

Op dit plan is artikel 6 van het inpassingsplan van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat artikel 6.3 in het geheel wordt vervangen door de volgende regel:

Na verloop van de termijn in artikel 6.2 geldt voor de gronden waarop de bestemming "Bedrijf - Windturbinepark Voorlopig" lag, de bestemming 'Water' als bedoeld in artikel 5, met uitzondering van lid 5.3.2, onder a en lid 5.3.3 voor wat betreft de zinsnede “en de betreffende werken en/of werkzaamheden niet strijdig zijn met de belangen van Windpark Fryslân".

Artikel 7 Natuur - Werkeiland Voorlopig

7.1 Voorlopige bestemming
7.1.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur - Werkeiland Voorlopig' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de aanleg en instandhouding van het werkeiland;
  • b. bedrijvigheid ten behoeve van de aanleg van het Windpark Fryslân;
  • c. een mobiele betoncentrale;
  • d. ontwikkeling, behoud en herstel van natuurlijke, ecologische en landschappelijke waarden;
  • e. waterkering, water en waterstaatkundige voorzieningen;
  • f. de aanleg en de instandhouding van de vismigratierivier;
  • g. de aanleg en de instandhouding van de natuurvoorziening;

met daaraan ondergeschikt:

  • h. groenvoorzieningen;
  • i. nutsvoorzieningen;
  • j. maximum drie aanmeerplaatsen voor schepen.

Geluidzoneringsplichtige inrichtingen zijn niet toegestaan.

7.1.2 Bouwregels

Op de gronden met de bestemming 'Natuur - Werkeiland Voorlopig' mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de in lid 7.1.1 bedoelde bestemming met in achtneming van de volgende bepalingen:

  • a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
    • 1. de maximum bouwhoogte van een gebouw bedraagt 14 m;
    • 2. de maximum oppervlakte van het totaal aan gebouwen bedraagt 250 m2;
    • 3. in afwijking van het bepaalde onder 1 bedraagt voor het gebouw ten behoeve van dagrecreatief medegebruik en onderzoek en monitoring van (de biotische en abiotische factoren) van trekvissen ten behoeve van de vismigratierivier de maximum bouwhoogte 2 m en de maximum oppervlakte 50 m2 met dien verstande dat de maximum oppervlakte als bedoeld onder 2 niet mag worden overschreden;
    • 4. gebouwen ten behoeve van de vismigratierivier met een recreatieve (mede)functie dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd.
  • b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
    • 1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een recreatieve (mede)functie dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
    • 2. het maximum aantal bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 3 met dien verstande dat bouwwerken ten behoeve van de vismigratierivier niet onder dit maximum aantal worden begrepen;
    • 3. de maximum oppervlakte per bouwwerk bedraagt 30 m2;
    • 4. in afwijking van het bepaalde onder 2 geldt voor ondergrondse betonnen goten ten behoeve van de vismigratierivier de daar opgenomen beperking niet;
    • 5. de maximum hoogte van een bouwwerk, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de vismigratierivier bedraagt 2 m en van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3 m.
7.1.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 7.1.2 onder a onder 4 voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de vismigratierivier met een recreatieve (mede)functie buiten het bouwvlak, mits geen strijdigheid ontstaat met de aanleg en instandhouding van de natuurvoorziening conform de begripsbepaling.

7.1.4 Specifieke gebruiksregels

De aanleg en de instandhouding van de vismigratierivier mogen niet in strijd zijn met de aanleg en de instandhouding van de natuurvoorziening conform de begripsbepaling.

7.2 Geldigheidstermijn van de voorlopige bestemming

De voorlopige bestemming als bedoeld in artikel 7.1 geldt tot het moment van plaatsing van de eerste rotor, met een maximum geldigheidsduur van vijf jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van het plan.

7.3 Definitieve bestemming
7.3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur - Werkeiland Voorlopig' aangewezen gronden dienen, na het verstrijken van de geldigheidstermijn als bedoeld in lid 7.2, worden aangemerkt als 'Natuur - natuurvoorziening en vismigratierivier', en zijn bestemd voor:

  • a. de aanleg en instandhouding van de vismigratierivier;
  • b. de aanleg en instandhouding van de natuurvoorziening;
  • c. de ontwikkeling en het behoud van de landschappelijke waarden van de gronden tot uitdrukking komend in de openheid van het landschap;
  • d. ontwikkeling, behoud en herstel van natuurlijke, ecologische en landschappelijke waarden;
  • e. waterkering, water en waterstaatkundige doeleinden.

7.3.2 Bouwregels

Op de gronden met de bestemming 'Natuur - Werkeiland Voorlopig' mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de in lid 7.3.1 bedoelde bestemming met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
    • 1. de maximum bouwhoogte van een gebouw bedraagt 2 m;
    • 2. de maximum oppervlakte van het totaal aan gebouwen bedraagt 50 m2;
    • 3. gebouwen ten behoeve van de vismigratierivier met een recreatieve (mede)functie dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd.
  • b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
    • 1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een recreatieve (mede)functie dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
    • 2. het maximum aantal bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 3, met dien verstande dat bouwwerken ten behoeve van de vismigratierivier niet onder dit maximum aantal worden begrepen;
    • 3. de maximum oppervlakte per bouwwerk bedraagt 30 m2;
    • 4. in afwijking van het bepaalde onder 2 geldt voor ondergrondse betonnen goten ten behoeve van de vismigratierivier de daar opgenomen beperking niet;
    • 5. de maximum hoogte van een bouwwerk, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de vismigratierivier bedraagt 2 m en van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3 m.
    • 6. in afwijking van het bepaalde onder 4 bedraagt de bouwhoogte van een kunstobject ten behoeve van de vismigratierivier maximaal 2,5 meter.
7.3.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 7.3.2 onder a en b voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de vismigratierivier met een recreatieve (mede)functie buiten het bouwvlak, mits geen strijdigheid ontstaat met de aanleg en instandhouding van de natuurvoorziening conform de begripsbepaling.

7.3.4 Specifieke gebruiksregels

De aanleg en instandhouding van de vismigratierivier mogen niet in strijd zijn met de aanleg en de instandhouding van de natuurvoorziening conform de begripsbepaling.

7.3.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden werken aan te leggen of werkzaamheden uit te voeren.
  • b. In afwijking van het bepaalde onder a kan een omgevingsvergunning worden verleend voor de volgende werken en werkzaamheden:
    • 1. het afgraven, ophogen en egaliseren van de bodem, anders dan in het kader van natuurontwikkeling;
    • 2. het graven, dempen, vergroten en/of herprofileren van sloten en kleine oppervlaktewateren, anders dan in het kader van natuurontwikkeling;
    • 3. aanbrengen van bomen en beplanting, anders dan in het kader van natuurontwikkeling;
    • 4. het verwijderen van houtgewas, houtwallen en bosjes anders dan in het kader van het normale beheer en onderhoud;
    • 5. het aanbrengen van ondergrondse kabels en leidingen en daarmee verband houdende constructies;
    • 6. het aanleggen van boomgaarden;
    • 7. het aanbrengen van verhardingen van meer dan 50 m²;
    • 8. het aanbrengen van oeverbeschoeiingen.
  • c. Het in sub b bedoelde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
    • 1. die het normale onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
    • 2. waarvoor ten tijde van het in werking treden van het plan een omgevingsvergunning is verleend;
    • 3. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van inwerkingtreding van het plan en in overeenstemming zijn met de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving dan wel mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
    • 4. die verband houden met de aanleg van de vismigratierivier.
  • d. De in sub b bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien:
    • 1. de werken of werkzaamheden ten behoeve van de in lid 7.3.1 bedoelde functies worden uitgevoerd;
    • 2. de werken of werkzaamheden niet in strijd zijn met de aanleg en de instandhouding van de natuurvoorziening conform de begripsbepaling;
    • 3. als gevolg van deze werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de natuur- en landschapswaarden niet onevenredig worden aangetast;
    • 4. vooraf de waterbeheerder gedurende drie weken in de gelegenheid is gesteld schriftelijk advies uit te brengen dan wel zoveel eerder als het advies is uitgebracht.

Artikel 8 Leiding - Hoogspanning

Op dit plan is artikel 8 van het inpassingsplan van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9 Leiding - Parkbekabeling

Op dit plan is artikel 9 van het inpassingsplan van overeenkomstige toepassing.

Artikel 10 Waarde - Archeologie

Op dit plan is artikel 10 van het inpassingsplan van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 11 Antidubbeltelregel

Op dit plan is artikel 11 van het inpassingsplan van overeenkomstige toepassing.

Artikel 12 Algemene aanduidingsregels

12.1 Vrijwaringszone - kern- en beschermingszone waterkering
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - kern- en beschermingszone waterkering' zijn geen bouwwerken toegestaan.
  • b. Het onder a bedoelde verbod geldt niet voor bouwwerken behorende bij het Windpark Fryslân en voor bouwwerken behorende bij de vismigratierivier welke geen recreatieve (mede)functie hebben.
  • c. Met een omgevingsvergunning kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het verbod in sub a indien:
    • 1. de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen, en
    • 2. het belang van de waterkering niet onevenredig wordt geschaad en voorafgaand aan vergunningverlening schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende waterkeringbeheerder.
12.2 Overige zone - archeologie

Op dit plan is artikel 12.2 van het inpassingsplan van overeenkomstige toepassing.

Artikel 13 Overige regels

Op dit plan is artikel 13 van het inpassingsplan van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 14 Overgangsrecht

Op dit plan is artikel 14 van het inpassingsplan van overeenkomstige toepassing.

Artikel 15 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het inpassingsplan 'Correctieve herziening van het inpassingsplan Windpark Fryslân'.