direct naar inhoud van 2.4 Locatiekeuze
Plan: Windenergie in de Zuidlob
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0000.EZip09windzuidzeew-0000

2.4 Locatiekeuze

Locatiekeuze in historisch perspectief

De keuze voor de locatie van het windturbinepark in de Zuidlob is deels ingegeven door de geschiedenis van het initiatief en deels door de locatiekenmerken van de Zuidlob. Het initiatief is medio 2004 opgepakt. Er was toen sprake van opschaling van een lokaal initiatief binnen de gemeente Zeewolde. Het oorspronkelijke plan als geheel voldeed aan het toen geldende gemeentelijke en provinciaal beleid. De provincie heeft van het initiatief een pilotproject gemaakt. Vanuit de gedachte 'minder molens, meer energie' hebben de initiatiefnemers het huidige plan samen met gemeente en provincie ontworpen. Daarmee is bereikt dat alle bewoners van de Zuidlob mee kunnen doen in het windpark en dat de bestaande kleine windturbines gesaneerd kunnen worden. Er worden hierdoor niet alleen meer MW's geplaatst, maar door de gunstige lijnopstelling zal de energieopbrengst per MW ook groter zijn. Overigens moet worden opgemerkt dat niet alle bewoners van het gebied participeren in het project. De lijnopstelling zoals deze nu in het inpassingsplan mogelijk wordt gemaakt is zorgvuldig gekozen. Oorspronkelijk zijn 14 alternatieve opstellingen binnen de Zuidlob onderzocht. Deze alternatieve opstellingen zijn eveneens in het planMER (2009) opgenomen. Op basis van milieueffecten, openheid, realiseerbaarheid, rendement en de gevoeligheid van het gebied, is gekozen voor de huidige lijnopstellingen. Verwezen wordt naar figuur 2.1.

afbeelding "i_NL.IMRO.0000.EZip09windzuidzeew-0000_0001.png"

Figuur 2.1 Drie lijnopstellingen (rood) en het onderstation (150/20kVstation). De groene lijn is de bestaande windturbineopstelling nabij de Eemmeerdijk

Binnen de gemeente Zeewolde is de Zuidlob de meest geschikte locatie voor een windturbinepark van deze schaalgrootte gelet op het optimale windaanbod op de locatie, de beperkte hinder voor omwonenden en de mogelijkheid het windturbinepark landschappelijk in te passen. Ook zijn er geen negatieve effecten te verwachten op Natura 2000-gebieden (zie ook hoofdstuk 4). Het initiatief past binnen het windmolenbeleid van de gemeente. Aangezien het initiatief op gemeentelijke schaal is opgestart, passend binnen provinciaal- en rijksbeleid, heeft destijds geen gemeentegrens overschrijdende afweging voor de locatie plaatsgevonden. De locatie was al afgewogen in het kader van de streekplanherziening en er waren geen reële alternatieve locaties voor dit plan. De locaties die op grond van het destijds geldende Flevolandse beleid mogelijk waren, zijn allemaal benut.

Locatiekeuze huidig perspectief

Op grond van het nieuwe windenergiebeleid zijn windturbines overal in Flevoland toegestaan, mits wordt voldaan aan de wettelijke eisen betreffende natuur, milieu etcetera. Hierbij moet tegelijkertijd een fors aantal bestaande windturbines worden gesaneerd. Dat betekent dat nu alsnog alternatieve locaties in Flevoland denkbaar zijn, te weten:

  • langs de IJsselmeerdijk (tweede lijn in het water);
  • ten oosten van de Larsserringweg in Lelystad (in het gebied dat in de streekplanherziening op grond van landschappelijke overwegingen was uitgesloten);
  • in het IJssel- en Markermeer;
  • langs de Markerwaarddijk;
  • langs de Hoge Vaart;
  • het gebied Arkenheem-Eemland.

In het planMER dat voor het onderhavige inpassingsplan is opgesteld (zie paragraaf 4.2), wordt nader ingegaan op deze alternatieve locaties voor het realiseren van een windturbinepark met een omvang van circa 108 MW in de omgeving van de Zuidlob. Uit de afweging van de betreffende 6 alternatieve locaties (zie planMER) komt naar voren dat er geen reële alternatieve locatie voor het initiatief aanwezig is: de omvang van de locaties is te gering (teveel ruimtelijke beperkingen), het rendement onder het huidige subsidieregime is te gering, er is sprake van parkverlies, het is onzeker of voldaan kan worden aan de radarnorm en/of de realisatie van windturbines ter plaatse is in strijd met bestaand beleid en regelgeving (Nota Ruimte, beleid omtrent Nationale Landschappen, Natura 2000).

Door inwerkingtreding van een wijziging van de Elektriciteitswet 1998 is de bevoegdheid voor het nemen van een ruimtelijk besluit voor realisatie van het windturbinepark recent verschoven naar rijksniveau. De ministers van EZ en van VROM ondersteunen het in het verleden genomen initiatief, de gemaakte locatiekeuze - ook op basis van de huidige inzichten met betrekking tot onder andere het gewijzigde windenergiebeleid binnen de provincie Flevoland - en de ruimtelijke uitwerking daarvan.