direct naar inhoud van Toelichting
Plan: 1e herziening bestemmingsplan 'Uitbreiding Buitenhof De Leistert'
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1640.BP15RoBuitenhof-VG01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Aanleiding en plangebied

1.1 Aanleiding

De Leistert is een groot recreatiepark gevestigd aan de Heldensedijk in Roggel. Ten behoeve van de uitbreiding hiervan, is op 22 mei 2012 het bestemmingsplan 'Uitbreiding Buitenhof De Leistert' vastgesteld door de gemeenteraad van Leudal. Om beter in te kunnen spelen op de sterk gewijzigde marksituatie met betrekking tot recreatiewoningen, is de initiatiefnemer voornemens om een ander product, met een eigentijdse architectuur in de markt te zetten, dan ten tijde van het opstellen van het vigerende bestemmingsplan 'Uitbreiding Buitenhof De Leistert' was voorzien. Het aantal recreatiewoningen zal hierbij worden verhoogd van 75 naar maximaal 100 eenheden.

Omdat het beoogde aantal recreatiewoningen niet past binnen de kaders van het vigerende bestemmingsplan 'Uitbreiding Buitenhof De Leistert', is de voorliggende 1e herziening bestemmingsplan 'Uitbreiding Buitenhof De Leistert' opgesteld.

1.2 Ligging en grens van het plangebied

De uitbreiding van Buitenhof de Leistert is gelegen tussen de bestaande camping de Leistert en de in de laatste jaren gerealiseerde Buitenhof de Leistert. Concreet betreft het hier het gebied van de voormalige manege de Leistert. Het totale plangebied van de uitbreiding is ca. 12 ha groot (zie onderstaande afbeeldingen).

afbeelding "i_NL.IMRO.1640.BP15RoBuitenhof-VG01_0001.jpg"  
Afbeelding 1. Topografische kaart met globale ligging plangebied.  

afbeelding "i_NL.IMRO.1640.BP15RoBuitenhof-VG01_0002.jpg"  
Afbeelding 2. Luchtfoto met globale begrenzing plangebied.  

1.3 Vigerend bestemmingsplan

Voor het plangebied geldt het bestemmingsplan 'Uitbreiding Buitenhof de Leistert', zoals dit op 22 mei 2012 door de gemeenteraad van Leudal is vastgesteld. Binnen dit bestemmingsplan zijn de hoofdbestemmingen 'Groen', 'Recreatie - Verblijfsrecreatie', 'Verkeer' en 'Water' opgenomen. Daarnaast is de dubbelbestemming 'Waterstaat 'Beschermingszone watergang' opgenomen.

Aangezien in de voorliggende 1e herziening bestemmingsplan 'Uitbreiding Buitenhof De Leistert' uitsluitend enkele wijzigingen in de regels worden doorgevoerd, blijft de verbeelding, zoals onderstaand weergegeven, feitelijk ongewijzigd.

afbeelding "i_NL.IMRO.1640.BP15RoBuitenhof-VG01_0003.png"  
Afbeelding 3. Verbeelding vigerend bestemmingsplan 'Uitbreiding Buitenhof De Leistert'.  

1.4 Leeswijzer

Deze toelichting is als volgt opgebouwd:

De hoofdlijnen van beleid zijn beschreven in hoofdstuk 2. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de aard van de voorgenomen ontwikkeling. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de milieuaspecten die van invloed zijn op het plangebied. Het juridisch kader komt naar voren in hoofdstuk 5. In hoofdstuk 6 wordt ingegaan op de haalbaarheid van het plan. In hoofdstuk 7 is aangegeven hoe wordt gehandhaafd op dit plan. Tot slot volgt in hoofdstuk 8 een beschrijving van de gevoerde communicatie.

Hoofdstuk 2 Beschrijving ontwikkeling

2.1 Planaanpassing

Achtergrond

In de laatste jaren is de marktsituatie van de recreatiewoningen in Nederland sterk gewijzigd. Door de crisis zijn investeerders terughoudend geworden in het investeren in (recreatief) vastgoed of zijn daar simpelweg niet meer toe in staat.

Tevens is het aanbod van recreatiewoningen in Nederland is de laatste jaren groter geworden, waardoor de concurrentie groter is geworden. De verkoopprijzen van kwalitatief hoogwaardige recreatiewoningen zijn hierdoor onder druk komen te staan. Om deze concurrentiestrijd aan te gaan en om de slagingskans van de daadwerkelijke realisatie van de beoogde uitbreiding te vergroten, is het van groot belang dat er zo goed mogelijk op deze gewijzigde marktsituatie wordt ingespeeld. "Meer van hetzelfde" zal in de huidige marktsituatie niet werken. Vandaar dat er een ander product (met een meer eigentijdse architectuur) in de markt gezet dient te worden tegen zeer concurrerende prijzen. In het vigerende bestemmingsplan is namelijk aangegeven dat in dezelfde Beeldkwaliteit/Limburgse boerderijstijl als in Buitenhof de Leistert zou worden gebouwd.

Aanpassing plan uitbreiding 'Buitenhof De Leistert'

Voor de uitbreiding van 'Buitenhof De Leistert' betekent dit dat het aantal recreatiewoningen hiertoe wordt verhoogd van 75 naar maximaal 100 eenheden. Het totale uitgeefbare gebied blijft ongewijzigd. Ook het openbare gebied met de bijbehorende aan te leggen groenzones, blijft ongewijzigd. Op de onderstaande afbeelding is de nieuwe concept inrichtingstekening c.q. het verkavelingsplan weergegeven. Hieruit blijkt dat de verhoging naar 100 recreatiewoningen geen afbreuk doet aan de stedenbouwkundige kwaliteit. Er vindt enkel een herverkaveling plaats. De reeds vigerende bestemmingen ('Groen', 'Recreatie - Verblijfsrecreatie', 'Water' en 'Verkeer') blijven ongewijzigd. De gemiddelde kaveloppervlaktes blijven eveneens circa 500 m², waardoor de kwaliteit op kavelniveau in stand blijft. De recreatiewoningen zullen in fases worden gerealiseerd.

afbeelding "i_NL.IMRO.1640.BP15RoBuitenhof-VG01_0004.png"  
Afbeelding 4. Verkavelingsplan toekomstige situatie.  

Ruimtelijke effecten / stedenbouwkundige inpassing

Het is van belang dat de kwaliteit en uitstraling van de recreatiewoningen van de uitbreiding kwalitatief hoogwaardig blijven. Tevens zal er voldoende diversiteit in de grootte van de woningen moeten zijn, alsmede een variatie in luxe (afwerkingniveau). Het is dan ook de bedoeling dat er voor het grootste gedeelte een mix van 4, 6 en 8 persoonswoningen komt in eigentijdse architectuur met verschillende uitstralingen en afwerkingniveaus (zie onderstaande afbeeldingen). Langs de entreeweg van Buitenhof de Leistert is een mix van 6, 11, 13 en 18 persoonswoningen (totaal 15 recreatiewoningen) gepland in de reeds bestaande Limburgse boerderijstijl. Hierdoor is bebouwingsarchitectuur aan weerszijden van de entreeweg van de Buitenhof gelijk. Achter deze recreatiewoningen in Limburgse boerderijstijl zullen de recreatiewoningen in de eigentijdse architectuur worden gerealiseerd. De overgang tussen de twee gebieden is daardoor goed ingepast in het geheel. De eigentijdse architectuur, in combinatie met de hoogwaardige kwaliteit en diverse groottes, geeft een goede overgang naar het bestaande recreatiepark de Leistert.

afbeelding "i_NL.IMRO.1640.BP15RoBuitenhof-VG01_0005.png"   afbeelding "i_NL.IMRO.1640.BP15RoBuitenhof-VG01_0006.png"  
Afbeeldingen 5 en 6. Nieuw te realiseringen recreatiewoningen met eigentijdse architectuur.  

Het maximaal te bebouwen oppervlakte van alle recreatiewoningen zal in totaal minder worden dan het vigerende bestemmingsplan. Één en ander zoals onderstaand is opgenomen, te weten;

  • a. Het aantal recreatiewoningen met een maximale bebouwde oppervlakte van ten hoogste 90 m² zal ten hoogste 100 bedragen;
  • b. Het aantal recreatiewoningen met een maximale bebouwde oppervlakte van ten hoogste 105m² zal ten hoogste 60 bedragen;
  • c. Het aantal recreatiewoningen met een maximale bebouwde oppervlakte van ten hoogste 115m² zal ten hoogste 30 bedragen;
  • d. Het aantal recreatiewoningen met een maximale bebouwde oppervlakte van ten hoogste 125m² zal ten hoogste 20 bedragen;
  • e. Het aantal recreatiewoningen met een maximale bebouwde oppervlakte van ten hoogste 200m² zal ten hoogste 5 bedragen;

Verder zal de onderlinge afstand tussen de recreatiewoningen worden aangepast van 6 naar 5 meter.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

In dit hoofdstuk zal aandacht worden besteed aan het beleidskader, voor zover dit gewijzigd is ten opzichte van het beleid zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Uitbreiding Buitenhof De Leistert'. Voor zover het beleid ongewijzigd is gebleven, wordt verwezen naar de toelichting van het bestemmingsplan 'Uitbreiding Buitenhof De Leistert', welke als Bijlage 1 aan deze toelichting is toegevoegd.

3.1 Rijksbeleid

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte vastgesteld. In deze structuurvisie staan de (rijks)plannen voor ruimte en mobiliteit. Overheden, burgers en bedrijven krijgen de ruimte om zelf oplossingen te creëren. Het rijk richt zich met name op het versterken van de internationale positie van Nederland en het behartigen van de nationale belangen.

Het Rijk zet zich voor wat betreft het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid in voor een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig Nederland. In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte worden drie hoofddoelen genoemd om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028):

  • het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland;
  • het verbeteren, in stand houden en ruimtelijk zeker stellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat;
  • het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn.

Voor de drie rijksdoelen zijn 13 onderwerpen van nationaal belang benoemd, waarmee het Rijk aangeeft waarvoor het verantwoordelijk is en waarop het resultaten wil boeken. Bij de realisatie van het voorliggende initiatief is sprake van enkele wijzigingen aan een reeds bestaand ontwikkelingsplan. Hierbij zijn geen nationale belangen uit de structuurvisie in het geding.

Ladder voor duurzame verstedelijking

Op 1 oktober 2012 is het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) gewijzigd, en is 'de ladder voor duurzame verstedelijking' daaraan toegevoegd. De ladder ondersteunt gemeenten en provincies in vraaggerichte programmering van hun grondgebied, het voorkomen van overprogrammering en de keuzes die daaruit volgen.

Doel van de ladder voor duurzame verstedelijking is een goede ruimtelijke ordening door een optimale benutting van de ruimte in stedelijke gebieden. De ladder beoogt een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten.

Overheden dienen nieuwe stedelijke ontwikkeling te motiveren met de drie opeenvolgende stappen. De stappen bewerkstelligen dat de wens om een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk te maken, nadrukkelijk wordt gemotiveerd en afgewogen met oog voor (1) de ruimtevraag, (2) de beschikbare ruimte en (3) de ontwikkeling van de omgeving waarin het gebied ligt.

In het voorliggende geval is sprake van een herziening van een reeds bestaand initiatief, waarvoor reeds een ruimtelijke procedure is doorlopen. Aangezien het plangebied ten opzichte van het geldende bestemmingsplan ongewijzigd blijft en ook de maximaal toegestane totale bebouwingsoppervlakte niet toeneemt, is er (ook overeenkomstig jurisprudentie) geen sprake van een 'nieuwe stedelijke ontwikkeling' als bedoeld in het Besluit ruimtelijke ordening. Daarnaast zijn de voorgenomen wijzigingen in het programma met name bedoeld om meer aan te sluiten bij de huidige marktvraag, hetgeen in lijn ligt met het gedachtengoed van de ladder voor duurzame verstedelijking.

AMvB Ruimte

De AMvB Ruimte wordt in juridische termen aangeduid als Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Het besluit is op 30 december 2011 in werking getreden en op 1 oktober 2012 zijn enkele wijzigingen in werking getreden.

In de AMvB zijn de nationale belangen die juridische borging vereisen opgenomen. De AMvB Ruimte is gericht op doorwerking van de nationale belangen in bestemmingsplannen. De onderwerpen in het Barro betreffen: Rijksvaarwegen, Project Mainportontwikkeling Rotterdam, Kustfundament, Grote Rivieren, Waddenzee en waddengebied, Defensie, Ecologische Hoofdstructuur (EHS), erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde, hoofdwegen en hoofdspoorwegen, elektriciteitsvoorziening, buisleidingen van nationaal belang voor vervoer van gevaarlijke stoffen, primaire waterkeringen buiten het kustfundament en het IJsselmeergebied.

Het Barro geeft voor het plangebied geen nationale belangen aan.

3.2 Provinciaal beleid

Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2014

Op 12 december 2014 hebben Provinciale Staten (PS) van de provincie Limburg het Provinciaal Omgevingsplan 2014 (POL2014) vastgesteld. In het POL2014 is onderscheid gemaakt in acht soorten gebieden, elk met eigen herkenbare kernkwaliteiten (zie navolgende tabel). Voor de verschillende zones liggen er heel verschillende opgaven en ontwikkelingsmogelijkheden.

afbeelding "i_NL.IMRO.1640.BP15RoBuitenhof-VG01_0007.png"  
Tabel gebiedsindeling POL 2014.  

Volgens de kaart POL 2014 'Zonering Limburg' ligt het besluitgebied in het landelijk gebied en meer specifiek, in de zone 'Buitengebied'. De zone 'Buitengebied' betreft alle 'andere' gronden in het landelijk gebied, vaak met een agrarisch karakter, waarbinnen ruimte is voor doorontwikkeling van agrarische bedrijven. De accenten in het POL2014 voor het buitengebied liggen op de ontwikkelingsmogelijkheden voor nieuwe bedrijfslocaties landbouw, het terugdringen milieubelasting vanuit landbouw en de kwaliteit en het functioneren van de ondergrond.

afbeelding "i_NL.IMRO.1640.BP15RoBuitenhof-VG01_0008.png"  
Afbeelding 7. Uitsnede POL-kaart 'Zonering Limburg'.  


In het POL2014 worden de ambities, opgaven en aanpak voor de thema's benoemd waarop de provincie een rol heeft of wil vervullen. Voor gronden in het buitengebied geldt dat deze de meeste ruimte bieden voor land- en tuinbouw en vrijetijdseconomie, waaronder ook verblijfsrecreatieve terreinen.
In het POL2014 wordt aangegeven dat de verblijfsrecreatieve sector in zijn algemeenheid een forse kwaliteitsslag dient te maken om in te spelen op de veranderingen in de vraag en om terreinen beter te profileren. In het voorliggende geval is bij uitstek sprake van het inspelen op deze veranderende vraag in de markt, waarmee wordt gezorgd voor een beter profilering. Het initiatief past kortom binnen de beleidsregels zoals geschetst in het ontwerp POL2014.

Daarnaast dient te worden aangetekend dat de afweging ten aanzien van de uitbreiding van Buitenhof De Leistert en de bijbehorende toetsing aan het provinciale beleid, reeds in het kader van het 22 mei 2012 door de gemeenteraad van Leudal vastgestelde bestemmingsplan 'Uitbreiding Buitenhof de Leistert' heeft plaatsgevonden. Voor meer informatie hierover wordt verwezen naar de als Bijlage 1 aan deze toelichting toegevoegde toelichting van het bestemmingsplan 'Uitbreiding Buitenhof De Leistert'.

Omgevingsverordening Limburg 2014

Op 12 december 2014 is ook de 'Omgevingsverordening Limburg 2014' vastgesteld. Hierin staan de regels die nodig zijn om het omgevingsbeleid van POL2014 juridische binding te geven. De Omgevingsverordening is een samenvoeging van de Provinciale milieuverordening, de Wegenverordening, de Waterverordening en de Ontgrondingenverordening. De Omgevingsverordening is uitgebreid met een nieuw hoofdstuk Ruimte. Dat hoofdstuk Ruimte bevat een aantal instrumenten die gericht zijn op de doorwerking van het ruimtelijke beleid van het POL2014.

Uit de kaarten behorende bij de Omgevingsverordening Limburg 2014 blijkt dat het plangebied niet ligt binnen beschermingszones ten behoeve van natuur en landschap. Tevens is het besluitgebied niet gelegen binnen een waterwingebied of een (freatisch) grondwaterbeschermingsgebied. Wel ligt het besluitgebied binnen de boringsvrije zone Roerdalslenkzone III. Aangezien er geen diepe grondboringen plaatsvinden, vormt dit geen belemmering. Vanuit de omgevingsverordening bestaan er kortom geen belemmeringen voor het initiatief.

3.3 Gemeentelijk beleid

Voor wat betreft het gemeentelijk beleid wordt verwezen naar de toelichting van het bestemmingsplan 'Uitbreiding Buitenhof De Leistert', welke als Bijlage 1 aan deze toelichting is toegevoegd.

Hoofdstuk 4 Onderzoeksaspecten

Voor wat betreft de milieuaspecten wordt verwezen naar de toelichting van het bestemmingsplan 'Uitbreiding Buitenhof De Leistert', welke als Bijlage 1 aan deze toelichting is toegevoegd. Voor zover sprake is van wijzigingen ten opzichte van de toelichting van het bestemmingsplan 'Uitbreiding Buitenhof De Leistert', zijn deze onderstaand opgenomen.

4.1 Bodem

In navolging op de eerder uitgevoerde bodemonderzoeken, waarbij op een deel van het terrein een verontreiniging met zware metalen is aangetroffen, is door Econsultancy een bodemsanering uitgevoerd (Econsultancy, Evaluatie bodemsanering de Leistert te Roggel in de gemeente Leudal, rapportnummer 12111983, 18 november 2014). De bodemsanering is uitgevoerd in het kader van de Wet bodembescherming, alsmede de voorgenomen ontwikkeling van de locatie. Ter voorbereiding op de werkzaamheden is door Econsultancy een saneringsplan opgesteld (projectnummer 12021102 LEU.GEM.SAN d.d. 22 juni 2012). Het bevoegd gezag heeft ingestemd met de uitvoering van een functionele sanering zoals beschreven in het saneringsplan (kenmerk besluit: Li164000053).

Op de saneringslocatie zijn een 3-tal vakken ontgraven. De ontgraven grond is herschikt binnen de
saneringslocatie. Tevens is een wal binnen de saneringslocatie herschikt. In totaal is er circa 1.400 m³ verontreinigde grond herschikt binnen de saneringslocatie. Er is geen verontreinigde grond afgevoerd van de saneringslocatie.

De saneringslocatie is voorzien van een leeflaag van minimaal 1 m. Deze leeflaag is gerealiseerd door het ‘verhogen’ van het maaiveld en plaatselijk door het verlagen van het maaiveld waarna grond is aangebracht van kwaliteit 'Bodemfunctieklasse Wonen' of beter. Ten behoeve van het aanbrengen van een leeflaag is 13.528 m³ grond aangevoerd. De saneringsdoelstelling is hiermee behaald, waarmee geconcludeerd kan worden dat de grond geschikt is voor het beoogde gebruik.

Voor meer informatie wordt verwezen naar het evaluatierapport van de sanering, dat als Bijlage 2 bij deze toelichting is opgenomen.

4.2 Luchtkwaliteit

De in de toelichting van het bestemmingsplan 'Uitbreiding Buitenhof De Leistert' opgenomen paragraaf (4.2.1) ten aanzien van de m.e.r. beoordeling, blijft onverkort van toepassing, met dien verstande dat het aantal recreatiewoningen toeneemt. Ook bij een aantal van 100 recreatiewoningen zal het aantal verkeersbewegingen ruimschoots beneden de grens voor de realisatie van bijvoorbeeld 1.500 woningen blijven. Het project draagt dan ook 'niet in betekenende mate' (NIBM) bij aan de luchtverontreiniging.

4.3 Water

De exacte wijze waarop met hemelwater wordt omgegaan, wordt uitgewerkt in een civieltechnisch plan waarbij de voorwaarden gelden zoals deze zijn opgenomen in paragraaf 4.9 'Waterhuishoudkundige aspecten' van de als Bijlage 1 aan deze toelichting toegevoegde toelichting van het bestemmingsplan 'Uitbreiding Buitenhof De Leistert'.

Van belang hierbij is te vermelden dat de maximaal te bebouwen oppervlakte van alle recreatiewoningen in z'n totaliteit minder zal bedragen dan op basis van het vigerende bestemmingsplan voorzien was. Het aantal woningen neemt weliswaar toe, maar de maximale oppervlakte van te realiseren woningen wordt middels de voorliggende herziening van het bestemmingsplan verkleind.

4.4 Wet geluidhinder

Aanvullend op hetgeen is beschreven in paragraaf 4.2.3 van de toelichting van het bestemmingsplan 'Uitbreiding Buitenhof De Leistert', kan gesteld worden dat als gevolg van de toename van het aantal recreatiewoningen van 75 naar 100, ook sprake zal zijn van een geringe toename van het aantal verkeersbewegingen. Aangezien in het destijds uitgevoerde akoestisch onderzoek is gebleken dat de geluidstoename bij de bestaande woningen als gevolg van de realisatie van 75 woningen, maximaal 0,99 dB zou bedragen, kan ervan uit worden gegaan dat ook bij een realisatie van 100 woningen de grenswaarde van 2 dB toename niet zal worden overschreden. Een toename van minder dan 2 dB aan de gevel van een geluidgevoelig object (in dit geval bestaande woningen) wordt volgens de Wet geluidhinder toelaatbaar geacht bij een ontwikkeling. De bestaande woningen ondervinden kortom geen onaanvaardbare toename van het wegverkeerslawaai.

4.5 Verkeerskundige aspecten

In het kader van de toename van het aantal recreatiewoningen van 75 naar 100 is met behulp van de 'rekentool verkeersgeneratie & parkeren' van het CROW een berekening gemaakt van de toename van het aantal verkeersbewegingen en het aantal benodigde parkeerplaatsen voor de woningen. De resultaten zijn onderstaand opgenomen.

Verkeersgeneratie

afbeelding "i_NL.IMRO.1640.BP15RoBuitenhof-VG01_0009.png"  
Afbeelding 8. Berekening verkeersgeneratie en parkeren voor 75 recreatiewoningen.
 
afbeelding "i_NL.IMRO.1640.BP15RoBuitenhof-VG01_0010.png"  
Afbeelding 9. Berekening verkeersgeneratie en parkeren voor 100 recreatiewoningen.  

Op basis van de bovenstaande berekeningen blijkt de toename van het aantal motorvoeruigbewegingen per etmaal als gevolg van de wijziging van 75 naar 100 recreatiewoningen, circa 95 (380 - 285) te bedragen op een maatgevende openingsdag in een maatgevende maand. Op een gemiddelde weekdag, gemiddelde openingsdag of een maatgevende openingsdag in een gemiddelde maand, bedraagt de toename circa 55 (221 - 166) motorvoeruigbewegingen per etmaal. De capaciteit van de aangrenzende ontsluitingswegen is ruim voldoende om deze toename zonder problemen te verwerken.

Voor het overige blijven de uitgangspunten ten aanzien van de wijze van ontsluiten gelijk ten opzichte van de situatie waarin 75 recreatiewoningen voorzien waren.

Parkeren

Op basis van de parkeerberekeningen die met de rekentool van het CROW zijn gemaakt, blijkt het aantal parkeerplaatsen bij de realisatie van 75 recreatiewoningen minimaal 133 tot 149 te moeten bedragen. Bij de realisatie van 100 recreatiewoningen dient het aantal parkeerplaatsen minimaal 177 tot 199 te bedragen. Dit betekent derhalve dat er als gevolg van de uitbreiding voorzien moet kunnen worden in minimaal 44 (177 - 133) extra parkeerplaatsen om te (blijven) voldoen aan de CROW-normen. Op het terrein is voldoende ruimte voorzien om hieraan te kunnen voldoen, hetgeen ook blijkt uit het onderstaande voorgenomen programma en het bijbehorende aantal plaatsen.

         
         
recreatiewoning   aantal   parkeerplaats   totaal    
  woningen   per woning   parkeerplaatsen    
         
4 persoons   44   1   44    
         
6 persoons   25   2   50    
         
8 persoons   20   2   40    
         
11 persoons   3   3   9    
         
13 persoons   3   3   9    
         
18 persoons   4   4   16    
         
centrale voorzieningen   -   -   20    
         
vrije parkeerplaatsen in park   -   -   11    
         
Totaal :   99     199    
    CROW-norm:   177    
         

Afbeelding 10. Overzicht aantal parkeerplaatsen

4.6 M.e.r.-beoordeling

De in de toelichting van het bestemmingsplan 'Uitbreiding Buitenhof De Leistert' opgenomen paragraaf (4.2.1) ten aanzien van de m.e.r. beoordeling, blijft onverkort van toepassing, met dien verstande dat het aantal recreatiewoningen toeneemt. Ook met de voorgenomen toename van 25 woningen (van 75 naar 100), geldt dat uit toetsing blijkt dat het plan niet m.e.r.-plichtig is.

Toetsing

Op de D-lijst zijn de activiteiten, plannen of besluiten opgenomen waarvoor het opstellen van een m.e.r.-beoordeling noodzakelijk is. Bij D.10 onder c is de aanleg, wijziging of uitbreiding van vakantieparken en hotelcomplexen buiten stedelijke zones met bijbehorende voorzieningen m.e.r.-beoordelingsplichtig gesteld, indien:

  • a. de ontwikkeling een oppervlakte heeft van 25 ha of meer;
  • b. er meer dan 250.000 bezoekers per jaar worden verwacht;
  • c. er 100 ligplaatsen voor schepen worden gerealiseerd;
  • d. de ontwikkeling een oppervlakte heeft van 10 ha of meer in een gevoelig gebied.

Aan de hand van de vormvrije m.e.r.-beoordeling blijkt dat het plan niet m.e.r.-plichtig is. Er bestaat geen aanleiding het m.e.r.-traject te vervolgen middels het uitvoeren van een m.e.r.-beoordeling of het opstellen van een m.e.r.:

Ad a. De oppervlakte van de ontwikkeling bedraagt 12 ha. Dit is minder dan de helft van de in de D-lijst opgenomen minimale m.e.r.-plichtige oppervlakte;

Ad. b. De toename van het aantal recreatiewoningen, zal niet leiden tot een aantal bezoekers van meer dan 250.000. Het minimale m.e.r.-plichtige aantal in de D-lijst wordt kortom niet overschreden;

Ad. c. Er worden geen ligplaatsen voor schepen gerealiseerd. Het recreatiepark ligt niet aan het water;

Ad. d. Het plangebied bevindt zich niet in een gevoelig gebied. Het plangebied is niet aangemerkt als Natura 2000-gebied, EHS of POG.

Hoofdstuk 5 Juridische aspecten

5.1 Planonderdelen

Het bestemmingsplan 1e herziening bestemmingsplan 'Uitbreiding Buitenhof De Leistert' is vervat in planregels, een verbeelding en een toelichting en is opgesteld conform de SVBP2012.

De regels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden, bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing, regelingen betreffende het gebruik van aanwezige en / of op te richten bouwwerken.

De verbeelding heeft een ondersteunende rol voor toepassing van de regels alsmede de functie van visualisering van de bestemmingen. Op de verbeelding worden de bestemmingen weergegeven, met daarbij de harde randvoorwaarden. De verbeelding vormt samen met de regels het voor de burgers bindende deel van het bestemmingsplan.

De toelichting heeft géén bindende werking; de toelichting maakt juridisch ook geen onderdeel uit van het bestemmingsplan, maar heeft wel een belangrijke functie bij de weergave en onderbouwing van het plan en ook bij de uitleg van bepaalde bestemmingen en regels.

5.2 Opzet planregels

Bij het opstellen van de regels werd uitgegaan van de regels van het vigerende bestemmingsplan 'Uitbreiding Buitenhof De Leistert', waarbij de regels van dit bestemmingsplan één op één van toepassing zijn verklaard, met dien verstande dat artikel 4.2.1 a, b en c als volgt zijn gewijzigd:

  • a. Artikel 4.2.1 a komt te luiden: aantal recreatiewoningen mag niet meer bedragen dan 100;
  • b. Artikel 4.2.1 b komt te luiden: de onderlinge afstand tussen de recreatiewoningen bedraagt minimaal 5 meter.
  • c. Artikel 4.2.1 c komt te luiden: de bebouwde oppervlakte per recreatiewoning, inclusief bijbehorende bouwwerken en overkappingen, mag niet meer bedragen dan hieronder is aangegeven, waarbij de volgende differentiatie geldt:
    • 1. Het aantal recreatiewoningen met een maximale bebouwde oppervlakte van ten hoogste 90 m² zal ten hoogste 100 bedragen;
    • 2. Het aantal recreatiewoningen met een maximale bebouwde oppervlakte van ten hoogste 105 m² zal ten hoogste 60 bedragen;
    • 3. Het aantal recreatiewoningen met een maximale bebouwde oppervlakte van ten hoogste 115 m² zal ten hoogste 30 bedragen;
    • 4. Het aantal recreatiewoningen met een maximale bebouwde oppervlakte van ten hoogste 125 m² zal ten hoogste 20 bedragen;
    • 5. Het aantal recreatiewoningen met een maximale bebouwde oppervlakte van ten hoogste 200 m² zal ten hoogste 5 bedragen;

Daarnaast zijn enkele begrippen gewijzigd, overeenkomstig de SVBP2012.

Hoofdstuk 6 Haalbaarheid

6.1 Financiële uitvoerbaarheid

Op 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. In de Wro is bepaald dat de gemeente verplicht is bij het vaststellen van een bestemmingsplan welke nieuwe bouwmogelijkheden schept, maatregelen dient te hebben genomen die verzekeren dat de kosten die gepaard gaan met de ontwikkeling van de locatie worden verhaald op de initiatiefnemers van het plan. Voor de ontwikkeling van de locatie is er sprake van een commercieel initiatief, waarbij de mogelijkheid wordt gecreëerd om vakantieboerderijen en centrale voorzieningen te bouwen. De gemeente Leudal zal met de initiatiefnemers van het plan een (aanvullende) anterieure overeenkomst op basis van de Wro sluiten. In deze overeenkomst zal worden verankerd dat de initiatiefnemer alle kosten en risico’s met betrekking tot de grondexploitatie voor zich neemt. Hiermee is het verplichte kostenverhaal anderzins verzekerd.

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Gezien de aard en omvang van het initiatief, wordt geen inspraakprocedure doorlopen. Wel is het concept ontwerp bestemmingsplan in het kader van het vooroverleg conform artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening toegestuurd aan de belanghebbende instanties.

Binnen de daartoe afgesproken termijnen is geen reactie ontvangen van de Provincie Limburg en het Waterschap Peel en Maasvallei, op basis waarvan ervan wordt uitgegaan dat beide instanties geen opmerkingen hebben ten aanzien van de planstukken.

Het ontwerp bestemmingsplan zal gedurende 6 weken ter inzage worden gelegd, waarbij publicatie via de geijkte kanalen zal plaatsvinden (de Staatscourant, het Leudal Nieuws, de website van de gemeente Leudal).

6.3 Procedure

De Wet ruimtelijke ordening (Wro) is in werking getreden met ingang van 1 juli 2008. De wettelijke procedure start met het moment van ter inzage legging van het ontwerp bestemmingsplan.

De procedure ziet er als volgt uit:

  • Openbare kennisgeving van het ontwerp bestemmingsplan;
  • Terinzagelegging van het ontwerp en bijbehorende stukken gedurende 6 weken en toezending aan gedeputeerde staten en de betrokken rijksdiensten, waterschappen en gemeenten;
  • Gedurende de termijn van terinzagelegging kunnen door een ieder schriftelijk of mondeling zienswijzen worden ingebracht;
  • Vaststelling van het bestemmingsplan door de gemeenteraad binnen 12 weken indien zienswijzen zijn ingediend;
  • Algemene bekendmaking van het vastgestelde bestemmingsplan door terinzagelegging met voorafgaande kennisgeving en toezending aan gedeputeerde staten en betrokken rijksdiensten, waterschappen en gemeenten: binnen 2 weken dan wel, indien gedeputeerde staten of de inspecteur zienswijzen hebben ingebracht of het bestemmingsplan gewijzigd is vastgesteld, zijnde 6 weken na vaststelling;
  • Mogelijkheid tot beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen 6 weken na bekendmaking voor belanghebbenden;
  • Inwerkingtreding op de dag na afloop van de beroepstermijn, zijnde 6 weken na de bekendmaking, tenzij binnen deze termijn een verzoek om een voorlopige voorziening is ingediend bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Hoofdstuk 7 Handhaving

Een bestemmingsplan is voor de gemeente een belangrijk instrument om haar ruimtelijk beleid vorm te geven. Door middel van een combinatie van positieve bestemmingen en het uitsluiten van bepaalde activiteiten en functies kan een sturing plaatsvinden van gewenste en ongewenste ontwikkelingen. Een belangrijk aspect hierbij is de handhaving en het toezicht op de naleving van het bestemmingsplan. Deze handhaving is van cruciaal belang om de in het plan opgenomen ruimtelijke kwaliteiten ook op langere termijn daadwerkelijk te kunnen vasthouden. Daarnaast is de handhaving van belang uit een oogpunt van rechtszekerheid: alle bewoners en gebruikers dienen door de gemeente op een zelfde wijze daadwerkelijk aan het plan worden gehouden.

In dit bestemmingsplan is daarom allereerst gestreefd naar een zo groot mogelijke eenvoud van in het bijzonder de planregels. Hoe groter de eenvoud (en daarmee de toegankelijkheid en leesbaarheid), hoe groter in de praktijk de mogelijkheden om toe te zien op de naleving van het plan. Bewust zijn in het plan geen detailbepalingen opgenomen die – hoewel misschien op zichzelf niet onwenselijk – in de praktijk niet kunnen worden gehandhaafd. In het verlengde daarvan is zoveel mogelijk afgezien van bepalingen die door de bewoners en andere gebruikers als een onnodige beperking van hun vrijheid kunnen worden gevoeld. Hoe minder knellend de planregels zijn, hoe kleiner de kans dat het met de regels wat minder nauw wordt genomen. In de praktijk worden op den lange duur immers ook alleen die regels gerespecteerd waarvan door de betrokkenen de noodzaak en de redelijkheid wordt ingezien.

In de bouwregels zijn maten opgenomen die van toepassing zijn op gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Te realiseren gebouwen en andere bouwwerken moeten voldoen aan deze maatvoering, zo niet, dan kan het college van burgemeester en wethouders geen omgevingsvergunning voor het bouwen verlenen.

Gebruiksregels zijn opgenomen om gewenste ontwikkelingen mogelijk te maken en ongewenste ontwikkelingen uit te sluiten. Toetsing aan de gebruiksregels is aan de orde bij functiewisseling of nieuwvestiging.

Het gemeentebestuur draagt de verantwoordelijkheid om toe te zien op de naleving van de opgenomen regels in het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 8 Communicatie

De communicatie met betrekking tot het ontwerp en vastgestelde bestemmingsplan vindt via de geijkte kanalen plaats. Publicatie vindt plaats op de gemeentelijke website, www.ruimtelijkeplannen.nl en via het plaatselijke weekblad “Leudal Nieuws” (voorheen genaamd “de Streekbode”).