direct naar inhoud van Regels
Plan: 1e herziening bestemmingsplan 'Uitbreiding Buitenhof De Leistert'
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1640.BP15RoBuitenhof-VG01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 Plan

Het bestemmingsplan 1e herziening bestemmingsplan 'Uitbreiding Buitenhof De Leistert' met identificatienummer NL.IMRO.1640.BP15RoBuitenhof-VG01 van de gemeente Leudal.

1.2 Bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.

1.3 Aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 Aanduidingsgrens

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 Bestemmingsgrens

De grens van een bestemmingsvlak.

1.6 Bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.7 CROW-normen

De parkeernormen van het CROW, zoals vastgelegd in publicatie 317 'Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie'.

Artikel 2 Algemene bepaling

2.1 Algemeen

Op het onderhavige bestemmingsplan 1e herziening bestemmingsplan 'Uitbreiding Buitenhof De Leistert', als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1640.BP15RoBuitenhof-VG01, is het juridisch-planologische regime van het bestemmingsplan 'Uitbreiding Buitenhof De Leistert' van de gemeente Leudal, zoals vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 22 mei 2012 en vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1640.BP12RoBuitenhof-VG01, van overeenkomstige toepassing, zulks met dien verstande dat:

  • a. Artikel 4.1 sub g komt te luiden: wegen, voet- en fietspaden en parkeervoorziening, met dien verstande dat op eigen terrein dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid conform de kencijfers parkeren en verkeersgeneratie van het CROW;
  • b. Artikel 4.2.1 a als volgt komt te luiden: aantal recreatiewoningen mag niet meer bedragen dan 100;
  • c. Artikel 4.2.1 b als volgt komt te luiden: de onderlinge afstand tussen de recreatiewoningen bedraagt minimaal 5 meter.
  • d. Artikel 4.2.1 c als volgt komt te luiden: de bebouwde oppervlakte per recreatiewoning, inclusief bijbehorende bouwwerken en overkappingen, mag niet meer bedragen dan hieronder is aangegeven, waarbij de volgende differentiatie geldt:
    • 1. Het aantal recreatiewoningen met een maximale bebouwde oppervlakte van ten hoogste 90 m² zal ten hoogste 100 bedragen;
    • 2. Het aantal recreatiewoningen met een maximale bebouwde oppervlakte van ten hoogste 105 m² zal ten hoogste 60 bedragen;
    • 3. Het aantal recreatiewoningen met een maximale bebouwde oppervlakte van ten hoogste 115 m² zal ten hoogste 30 bedragen;
    • 4. Het aantal recreatiewoningen met een maximale bebouwde oppervlakte van ten hoogste 125 m² zal ten hoogste 20 bedragen;
    • 5. Het aantal recreatiewoningen met een maximale bebouwde oppervlakte van ten hoogste 200 m² zal ten hoogste 5 bedragen.

Hoofdstuk 2 Algemene regels

Artikel 3 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 4 Overgangsrecht

4.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  • c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
4.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
4.3 Hardheidsclausule

Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan kan het bevoegd gezag ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht afwijken.

Artikel 5 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 1e herziening bestemmingsplan 'Uitbreiding Buitenhof De Leistert'.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 13 oktober 2015.  
         
 
         
         
  De voorzitter,  
 
De griffier,    
  ……….     ………