direct naar inhoud van 6.2 Alternatievenonderzoek m.e.r.
Plan: Golfbaan Cromvoirt
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0865.bgBPgolfbaan-VG01

6.2 Alternatievenonderzoek m.e.r.

In het kader van de m.e.r. zijn de alternatieven OGA, MMA en VKA onderzocht. Deze worden hierna kort toegelicht.

6.2.1 Optimaal golf alternatief (OGA)

Ontwerp
Dit model wordt primair gekenmerkt door een optimale routing van de holes, gelijkmatig gespreid over het gehele plangebied. Het ontwerp is gebaseerd op de Engelse landschapsstijl (zie afbeelding 6.1).

Het programma van de golfbaan omvat naast 18 holes (Par 72 met een lengte van ruim 6.000 m) een driving range en oefenbanen. Het clubhuis met parkeerterrein is temidden van de holes gesitueerd, waardoor er een intensief contact is met de spelers. Driving range en oefenbanen liggen op korte afstand van het clubhuis.
Er is een drietal vijvers gepland met diepten tot 5 m beneden maaiveld en een gezamenlijke oppervlakte van 1,4 ha. De vijvers hebben geen specifieke natuurfunctie. De golfbaan krijgt een royale reliëfvorming tussen de holes met hoogten tot 3 à 3,5 m boven maaiveld. Binnen de holes vindt ook terreinmodellering plaats met hoogteverschillen van 1,5 à 2 m. Een en ander leidt tot een grondverzet van ca. 200.000 m³. De bosschages en struwelen zullen deels met een natuurlijk sortiment worden ingevuld, maar gedeeltelijk ook in de meer parkachtige stijl die kenmerkend is voor de Engelse Landschapsstijl.

Golfkarakteristieken
In het OGA ligt het clubhuis geclusterd in een zone met de bebouwing van de huidige boerderij en het nieuwe parkeerterrein, waardoor de afslagen van de eerste en tiende hole in de nabijheid zijn, evenals de greens van hole 9 en 18. Deze routing komt overeen met de algemeen gewenste routing van twee afzonderlijke circuits van 9 holes.
Vanaf het terras is er een fraai uitzicht op de vijver en de baan en kan het einde van een wedstrijdronde op de green van de 18de gevolgd worden. Er is ruimte aanwezig voor een 9 holes Par 3 oefenbaan en een chip hole. De driving range bevindt zich op een ruime kavel en er wordt geslagen in oostelijke richting met de beschutting van de afslaghut tegen de westenwind.

De Par van het OGA is 72 en de lengte bedraagt ca. 6.000 m (gemeten vanaf de back tees). In het plan is een groot aantal afzonderlijke back tees gerealiseerd. Dit is een van de aantrekkelijke gegevens voor een volwaardige wedstrijd baan. De verdeling van de verschillende holes over het terrein is goed. Er is veel uitdaging in de lengte van de holes en de opeenvolgende holes zijn afwisselend qua moeilijkheidsgraad. De golfholes zijn breed opgezet, er is in ruime mate semi-rough aanwezig en voor het overige zal het terrein het karakter hebben van een Engels landschapspark. De hindernissen zullen over het algemeen bestaan uit strak vormgegeven bunkers. De waterpartijen spelen een strategische rol in het golfspel.

Veiligheid en verlichting
In het OGA is de driving range aan drie zijden (noord, oost en zuid) voorzien van een 16-20 m hoog hekwerk met netten. Verlichting vindt plaats rondom driving range, oefenholes, parkeervoorzieningen en clubhuis. Er is in dit model uitgegaan van een optimale zichtbaarheid voor de golfers in de vorm van vier lichtmasten van ca 12 m hoogte en niet van ‘bodemlicht’ en/of specifieke aangepaste armaturen.

6.2.2 Meest milieuvriendelijk alternatief (MMA)

Ontwerp
In dit alternatief (zie afbeelding 6.2) zijn de oude cultuurhistorische patronen als kaders gehanteerd. Ze vormen de kamers, waarbinnen de holes gelegen zijn. Met het oog op het zoveel mogelijk concentreren van de ‘restruimte’ tot grotere eenheden die kunnen ingezet ten behoeve van dassencompensatie en nieuwe natuur, is een layout van de baan gehanteerd waarbij de holes zoveel mogelijk geclusterd zijn. De richting van de holes is deels noord-zuid. Door deze keuze wordt het cultuurhistorisch/landschappelijk element versterkt. Markant cultuurhistorisch element in het MMA is dat de oude veldwegen deels geaccentueerd zijn door zware houtsingels en deels als lange open zichtlijnen.

De reliëfvorming binnen dit alternatief is beperkt. Binnen de holes vindt terreinmodellering plaats met hoogteverschillen tot 1 m (0,5 m ± maaiveld) resulterend in een grondverzet van ongeveer 75.000 m³. In de zone met natuurbouw worden waterpartijen gegraven tot diepten van gemiddeld enkele m beneden maaiveld. Het resultaat is dat weliswaar de ingreep in het landschap minder diepgaand is, maar er ontstaat een vanuit golfoverwegingen slecht exploiteerbare vlakke en saaie golfbaan.

Op de grenzen van de kamers zijn houtwallen, singels en hagen als scheiding gehanteerd. Langs de gehele zuidrand van het plangebied is een zone ingericht met struwelen.

In dit model is het, ten opzichte van het OGA in omvang beperkte, clubhuis gevestigd op het bestaande boerenerf. Ten opzichte van de baan ligt deze plek er geïsoleerd bij, er is alleen uitzicht op de 18de green. De afslag van hole 1 is relatief ver weg en de 9de green en tee 10 zijn ver in het terrein terug te vinden, het is een routing volgens z.g. oude Schotse model, 9 holes out en 9 holes in. Naast de putting green en de driving range, zijn er verder geen andere oefenfaciliteiten aanwezig. De driving range is in westelijke richting gericht en er wordt dus tegen de heersende westelijke wind afgeslagen, waardoor de afwijkingen van de geslagen ballen versterkt worden en er geen beschutting in de afslaghut is.

De Par is 71 en de lengte ongeveer 5.500 m. De richting en de lengte van de golfholes wordt voor een belangrijk deel bepaald door de oude landschapstructuur. Met name met de noord- zuid gerichte holes 12, 13, 14, 16 en 17 hebben een vergelijkbare, relatief korte lengte en bovendien lopen ze vrijwel parallel. Dit is een onaantrekkelijk gegeven voor de golfsport. Er zijn in dit model daarom onvoldoende mogelijkheden om een optimale richting en afwisseling van de golfholes te realiseren. Zo zijn drie Par 3 holes in dezelfde richting geplaatst. Ook de loopafstanden tussen tee en green zijn in dit model op verschillende plekken relatief groot. Dit is voor de spelbeleving een nadeel.

De fairways van deze baan liggen in ruime natuurterreinen met dras grasland, schraal grasland en heide. De fairways worden ook regelmatig onderbroken door stukken ruigte, lastig voor het spel, doch gunstig voor de verbindingen tussen de verschillende natuurzones. De ruim aanwezige natuur naast en door de fairways kan een beperkende factor voor het golfspel betekenen i.v.m. de verhoogde kans op verlies van de bal en ongelijke liggingen. De waterpartijen dienen vooral natuurdoeleinden en spelen een beperkte rol in het golfspel en het landschapsbeeld. Het aantal tees en de gemiddelde oppervlakte ervan is aan de lage kant, ten gunste van de oppervlakte natuur.

Veiligheid en verlichting
In het MMA is de driving range aan drie zijden (noord, oost en zuid) voorzien van een houtwal + beplanting met aan oost- en zuidzijde aan de binnenzijde van de houtwallen een maximaal 6 m hoog hekwerk met netten. De verlichting in het MMA bestaat uit een beperkte verlichting van de driving range en oefenholes (bodemverlichting) met aangepaste armaturen (souffleursverlichting), zodat de uitstraling naar de omgeving minimaal is.

6.2.3 Voorkeursalternatief (VKA)

Het VKA is weergegeven op los bijgevoegde kaart 2). Het voorkeursalternatief vormt een synthese van de gunstige condities voor het golfen in het OGA en de gunstige voorwaarden voor de ontwikkeling van natuur- en landschap in het MMA. In het VKA ontstaat een nieuw landschap dat optimale mogelijkheden biedt voor de golfsport, maar ook inspeelt op de kenmerken van het gebied. De inrichting van de zuidrand aan de zijde van het dorp is geïnspireerd op het kleinschalige cultuurhistorische landschap van het oude Cromvoirt. Ten westen van de Zandleij vormt deze zuidrand tevens nieuw leefgebied voor de dassen. De nieuwe natuur is geconcentreerd in brede zones langs de noord- en de zuidzijde van de golfbaan. Er wordt ruim voldaan aan de eis van de nieuwe natuur.

De holes liggen gebundeld in het centrale gedeelte van de golfbaan. De par van de golfbaan bedraagt 71 en de lengte 6.300 m. De reliëfvorming neemt de vorm aan van een zacht glooiend landschap. De initiatiefnemers zijn van mening dat met het VKA sprake is van een exploitatietechnisch verantwoorde golfbaan, een aantrekkelijke wedstrijdbaan met een N.G.F. A-status.
Het clubhuis ligt t.o.v. het OGA minder ver verwijderd vanaf de Deutersestraat (200 m) en heeft goede zichtlijnen over de golfbaan. Op de huidige boerderij komen de bedrijfswoning en de beheersgebouwen voor beheer en onderhoud. Een belangrijk onderscheid met het OGA is dat de driving range op een andere – optimalere – locatie ligt en dat de grote waterpartijen uit het OGA zijn komen te vervallen (deze bleken niet nodig voor beregeningsdoeleinden.

Ontwerp
Het plan is gebaseerd op een 18 holes golfbaan naar een schetsontwerp van Golfbaanarchitect Kyle Phillips. Hij heeft zich bij zijn ontwerpstudies laten inspireren door fameuze (Schotse) golfbanen. De gegeven locatie biedt de mogelijkheid om een verbinding met het dorp Cromvoirt te creëren. Om een koppeling met het dorp Cromvoirt te leggen wordt de bebouwing in de vorm van een clubhuis en het parkeren direct ten noorden van het dorp langs de Deutersestraat gesitueerd. Tezamen met de aanwezige gebouwen ontstaat zo een bebouwingscluster.

De 18 holes golfbaan wordt – zoveel mogelijk gebaseerd op de aanwezige ruimtelijke structuur en landschappelijk vormgegeven als een zwak golvend dekzandlandschap. Deze toegevoegde – maar gebiedseigen – elementen vormen enerzijds een visuele verrijking van het gebied en zijn anderzijds de basis voor de ontwikkeling van een hoogwaardige en speltechnisch aantrekkelijke golfbaan.

In verband met de gewenste lengte is de overheersende structuur van de golfholes noordoost – zuidwest gericht, zodat optimaal gebruik gemaakt kan worden van de beschikbare lengte. Deze structuur doorsnijdt de landschapsstructuur, die vooral noord- zuid gericht is. De landschapsstructuur is het meest aanwezig aan de zuidzijde van de golfbaan. Op het centrale gedeelte van de baan versterken bomen op markante plekken deze noord-zuid structuren. In het golfspel vormen deze doorsnijdingen een interessante uitdaging en in de beleving worden deze groenstructuur elementen ervaren als relicten uit een oud cultuurlandschap.

Er wordt een zo groot mogelijke variatie gemaakt in lengte en situering t.o.v. van hindernissen (bunkers, doglegs). Het is de bedoeling dat de spelers zo gevarieerd mogelijk hun slagen kunnen maken met steeds wisselende clubs. De afslagplaatsen (tees) van de holes 1 en 10 zijn nabij het clubhuis gelegen, evenals de greens van 9 en 18. In de eerste ronde wordt vooral aan de westzijde van de Zandleij gespeeld, in de tweede ronde geheel aan de oostzijde. In het ontwerp zijn geen grote waterpartijen opgenomen, mede omdat dit niet past binnen het (historische) landschap.

De landschappelijke hoofdstructuur van het terrein wordt gevormd door drie compartimenten, ieder met een eigen karakteristiek (zie afbeelding 8.1), zowel qua golf als qua nieuwe natuur. De compartimenten worden gescheiden door de robuuste groenstructuren van het Drongelens kanaal, de Cromvoirtse dijk en de begroeide wal langs de Zandleij. De reliëfvorming over de gehele golfbaan is geringer dan in het OGA en bevindt zich tussen +1,5 en –1,5 m t.o.v. het maaiveld en varieert, naar gelang de specifieke situatie ter plekke en de randvoorwaarden ten aanzien van waterberging:

Veiligheid en verlichting
In het VKA is de driving range aan drie zijden (noord, west en zuid) voorzien van een houtwal + beplanting. De masten met netten aan de oost- en zuidzijde aan de binnenzijde van de houtwallen zijn maximaal 20 m hoog. De verlichting van de driving range bestaat deels uit verstralers op het afslaggebouw en deels uit grondverlichting (souffleursverlichting). De rest van de golfbaan is niet verlicht en niet voorzien van hekwerk.

6.2.4 Milieueffecten alternatieven

afbeelding "i_NL.IMRO.0865.bgBPgolfbaan-VG01_0023.jpg"

Ter nadere informatie van de afweging van de alternatieven is bovenstaand de tabel Totaaloordeel van de alternatieven uit het MER opgenomen. Het totaal is het saldo van de plussen en minnen.

De beoordeling illustreert dat het VKA een synthese is van “the best of two worlds”.

De waarderingen zijn ten opzichte van de bestaande situatie met autonome ontwikkeling (AO), en betekenen:

++ veel beter
+ beter
o neutraal
- minder
-- veel minder

6.2.5 Golftechnische effecten alternatieven

afbeelding "i_NL.IMRO.0865.bgBPgolfbaan-VG01_0024.jpg"

In bovenstaande tabel zijn de golftechnische effecten voor de drie alternatieven samengevat. De essentie is dat het OGA (uiteraard) uitstekend voldoet, het MMA geen goed te exploiteren golfbaan biedt, en het VKA een goede golfbaan oplevert.

Het onderscheid is nog te karakteriseren met de volgende steekwoorden.

OGA   MMA   VKA  
par 72   par 71   par 71  
lengte 6.000   lengte 5.500   lengte 6.300  
Engelse landschapsstijl   landschap op cultuurhistorische grondslag   landschappelijke zonering:
- zuidrand cultuurhistorisch
- noordrand natuurlijke potenties
- middenzone neutraal  
ruime spreiding holes   holes gedwongen in historisch patroon   holes gebundeld in midden zone  
weinig variatie natuur   rijke variatie natuur over geheel gebied   natuurvariatie in noord- en zuidrand  
clubhuis op baan   clubhuis naast baan   clubhuis nabij bestaande boerderij  
beheer gericht op golfspel   beheer gericht op natuur   beheer gericht op natuur en golfen  
goede all-round exploitatie mogelijk   geen rendabele exploitatie mogelijk   goede clubgolfbaan