direct naar inhoud van Artikel 3 Recreatie
Plan: Schafterdijk 9
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0858.BPschafterdijk9-VA01

Artikel 3 Recreatie

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijfsmatige exploitatie van verblijfsrecreatieve voorzieningen;
  • b. dagrecreatieve voorzieningen;
  • c. horeca;
  • d. ondersteunende detailhandel;
  • e. standplaatsen voor stacaravans en kampeermiddelen;
  • f. chalets;
  • g. groepsaccommodaties;
  • h. sanitaire voorzieningen;
  • i. een bedrijfswoning;
  • j. groenvoorzieningen;
  • k. geluidwerende voorzieningen;
  • l. sport- en speelvoorzieningen;
  • m. een materialenloods;
  • n. paden en andere verhardingen;
  • o. water, waterberging en (voorzieningen voor) waterinfiltratie;
  • p. container/afvalinzamelpunt;
  • q. parkeervoorzieningen;

één en ander met de daarbij behorende voorzieningen en overeenkomstig de in 3.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.

3.1.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 3.1.1:

a Voorzieningen

De collectieve voorzieningen binnen deze bestemming zoals een receptie, kantoor, kampwinkel, sportvoorzieningen, zwembad, recreatieruimte, wasserette, sanitaire voorzieningen en opslagruimte, zijn uitsluitend toegestaan ter ondersteuning van de ter plaatse toegestane verblijfs- en dagrecreatie.

b Horeca

Voor horeca geldt het volgende:

  • 1. in afwijking van het bepaalde in sub a geldt voor horeca dat zelfstandige horeca binnen deze bestemming is toegestaan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - collectieve voorzieningen';
  • 2. uitsluitend horecabedrijven uit categorie 1 t/m 4 zijn toegestaan, met dien verstande dat inrichtingen gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van logies (hotels, motels, pensions) niet zijn toegestaan.
c Bedrijfswoning

Een bedrijfswoning is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'.

d Ondersteunende detailhandel

Detailhandel is uitsluitend toegestaan in ondergeschikte vorm en ondersteunend aan de ter plaatse toegestane dag- en verblijfsrecreatie.

e Landschappelijke inpassing

Voor de landschappelijke inpassing geldt het volgende:

  • 1. de gronden ter plaatse van de aanduiding 'groen', 'specifieke vorm van groen – natuurvriendelijke oevers' en 'specifieke vorm van groen – houtsingel in gebiedseigen soorten' zijn uitsluitend bestemd voor groenvoorzieningen, al dan niet in combinatie met water ter waarborg van de landschappelijke inpassing van het terrein;
  • 2. de uitbreiding van het bestaande kampeerterrein mag uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van de recreatieve functie indien
    • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - houtsingel in gebiedseigen beplanting' een afschermende houtsingel in gebiedseigen beplanting wordt gerealiseerd en;
    • b. indien ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - natuurvriendelijke oevers' natuurvriendelijke oevers worden gerealiseerd conform de als bijlage opgenomen Ruimtelijke inrichtingsvisie, dwarsdoorsnede A-A, of een houtsingel in gebiedseigen beplanting.
f Parkeren

Voor het parkeren geldt dat bij de berekening van het aantal parkeerplaatsen voldaan dient te worden aan de parkeernormen zoals opgenomen in de als bijlage bij de regels gevoegde Parkeernormering gemeente Valkenswaard.

3.2 Bouwregels

Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan ten behoeve van de in artikel 3.1 omschreven bestemmingen, waarbij tevens wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

3.2.1 Collectieve voorzieningen

Voor het bouwen van collectieve voorzieningen, zoals kantines, dagwinkels, receptie, zwembad, ontvangst- en recreatieruimte en kantoren gelden de volgende regels:

  • a. de collectieve voorzieningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - collectieve voorzieningen';
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 4 m;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m;
  • d. het bebouwingspercentage ter plaatse van het aanduidingsvlak 'specifieke vorm van recreatie - collectieve voorzieningen' mag niet meer bedragen dan 70 %.
3.2.2 Sanitaire voorzieningen

Voor sanitairgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen ten behoeve van sanitaire voorzieningen mag niet meer bedragen dan 750 m²;
  • b. sanitairgebouwen zijn niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - chalets';
  • c. de goothoogte van een sanitairgebouw mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • d. de bouwhoogte van een sanitairgebouw mag niet meer bedragen dan 6 m.
3.2.3 Bedrijfswoningen

Voor de bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is maximaal één bedrijfswoning toegestaan;
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 5,5 m;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m;
  • d. de inhoud mag niet meer bedragen dan 750 m³;
  • e. de dakhelling mag niet meer bedragen dan 45º;
  • f. de bebouwde oppervlakte van bijgebouwen bij de bedrijfswoning mag niet meer dan 75 m² bedragen;
  • g. de goot- en bouwhoogte van bijgebouwen bij de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 3 m, respectievelijk 5,5 m.
3.2.4 Stacaravans

Voor stacaravans gelden de volgende regels:

  • a. de oppervlakte van een stacaravan mag niet meer bedragen dan 60 m²;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 m;
  • c. de afstand tussen stacaravans onderling mag niet minder dan 5 m bedragen;
  • d. bij een stacaravan is ten hoogste één bijgebouw toegestaan, met een oppervlakte van maximaal 6 m² en een bouwhoogte van maximaal 2,5 m.
3.2.5 Chalets

Voor chalets gelden de volgende regels:

  • a. chalets zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - chalets';
  • b. de oppervlakte van een chalet mag niet meer bedragen dan 70 m², mits de oppervlakte, inclusief het eventuele bijgebouw, niet meer dan 30 % van de standplaats beslaat;
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • e. kelders en souterrains zijn niet toegestaan;
  • f. bij een chalet is ten hoogste één bijgebouw toegestaan, met een oppervlakte van maximaal 6 m² en een bouwhoogte van maximaal 2,5 m;
  • g. de afstand tussen chalets onderling mag niet minder dan 5 m bedragen;
  • h. de afstand van chalets tot de afschermende groenvoorziening ter plaatse van de aanduiding 'groen' mag niet minder dan 3 m bedragen.
3.2.6 Groepsaccommodaties

Voor de groepsaccommodaties gelden de volgende regels:

  • a. groepsaccommodaties zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodaties';
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 4 m;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 8 m;
  • d. het bebouwingspercentage ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodaties' mag niet meer bedragen dan 70 %.
3.2.7 Materialenloods

Voor de materialenloods gelden de volgende regels:

  • a. binnen het bestemmingsvlak is maximaal één materialenloods toegestaan;
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 4,5 m;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m;
  • d. de bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan 300 m².
3.2.8 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m;
  • b. de bouwhoogte van speeltoestellen, licht- en vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • d. in afwijking van het voorgaande geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'groen' en 'specifieke vorm van groen - houtsingel in gebiedseigen soorten' het bouwen van hekwerken niet is toegestaan.
3.3 Specifieke gebruiksregels
3.3.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:

  • a. opslag-, stort- en/of lozingsplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken goederen, grond, stoffen en materialen, behoudens voorzover dat noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond en opstallen;
  • b. zelfstandige detailhandel;
  • c. permanente bewoning, met uitzondering van de bedrijfswoningen;
  • d. de huisvesting van seizoensarbeiders;
  • e. een seksinrichting.