direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal beleid
Plan: Lage Heide wonen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0858.BPlageheidewonen-VA01

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Structuurvisie Ruimtelijke Ordening

Op 1 oktober 2010 hebben de Provinciale Staten de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening (SVRO) voor de provincie Noord-Brabant vastgesteld. De SVRO bevat de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid tot 2025 (met een doorkijk naar 2040). De visie is bindend voor het ruimtelijk handelen van de provincie Noord-Brabant en vormt de basis voor de wijze waarop de provincie de instrumenten inzet die de Wet ruimtelijke ordening biedt. Eén van deze instrumenten is de provinciale verordening. In de Verordening Ruimte zijn de kaderstellende elementen uit de SVRO vertaald in concrete regels die van toepassing zijn op (gemeentelijke) bestemmingsplannen.

De SVRO gaat in op de ruimtelijke kwaliteiten van de provincie Noord-Brabant. Mens, markt en milieu zijn binnen de provincie in evenwicht. Daarom kiest de provincie in haar ruimtelijke beleid tot 2025 voor de verdere ontwikkeling van gevarieerde en aantrekkelijke woon-, werk- en leefmilieus en voor een kennisinnovatieve economie met als basis een klimaatbestendig en duurzaam Brabant. Het principe van behoud en ontwikkeling van het landschap is in de structuurvisie de 'rode' draad die de ruimtelijke ontwikkelingen stuurt. De provincie wil het contrastrijke Brabantse landschap herkenbaar houden en verder versterken. Daarom wordt ingezet op de ontwikkeling van robuuste landschappen, een beleefbaar landschap vanaf het hoofdwegennet en behoud en versterking van aanwezige landschapskwaliteiten.

Het plangebied 'Lage Heide wonen' is conform de Structurenkaart gelegen in het 'Gemengd landelijk gebied' met de aanduiding 'Zoekgebied verstedelijking'. Het gemengd landelijk gebied is een gebied waarbinnen een menging van functies aanwezig is: het gemengd landelijk gebied. De mate van menging varieert daarbij van de gebieden waarbinnen meerdere functies in evenwicht naast elkaar bestaan tot gebieden waar de land- en tuinbouw de dominante functie is. De aanduiding zoekgebied verstedelijking geeft aan dat het transformeren van buitengebied naar stedelijk gebied (wonen, werken, voorzieningen, stedelijk groen) afweegbaar is als dat nodig is om in de stedelijke ruimtebehoefte te voorzien. Later in dit hoofdstuk, in het regionaal en gemeentelijk beleid, wordt hier op ingegaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0858.BPlageheidewonen-VA01_0004.jpg"

Uitsnede Structurenkaart met globale ligging van het plangebied, Structuurvisie Ruimtelijke Ordening, (Bron: provincie Noord-Brabant, 2010)

3.2.2 Verordening Ruimte, 2010

In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is vastgelegd hoe de bevoegdheden op het gebied van ruimtelijke ordening zijn verdeeld tussen rijk, provincies en gemeenten. De provincie kan door middel van een planologische verordening regels formuleren waarmee gemeenten bij het opstellen van ruimtelijke plannen rekening moeten houden. De provincie Noord-Brabant heeft hiertoe de Verordening Ruimte opgesteld. De Verordening Ruimte is op 17 december 2010 vastgesteld en in werking getreden op 1 maart 2011.

De regels van de Verordening Ruimte zijn er, in lijn met het beleid van de SVRO, op gericht om het leeuwendeel van de stedelijke ontwikkelingen plaats te laten vinden in de stedelijke regio´s en in het bestaand stedelijk gebied. De begrenzingen van de stedelijke en landelijke regio´s is vastgelegd op de kaarten behorende bij de Verordening Ruimte. In de verordening zijn ook het bestaand stedelijk gebied, de zoekgebieden voor stedelijke ontwikkeling en de ecologische hoofdstructuur begrensd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0858.BPlageheidewonen-VA01_0005.png"

Kaartbeelden Verordening Ruimte: Natuur en landschap en Stedelijke ontwikkeling (bron: Provincie Noord-Brabant, 2010)

Het plangebied van voorliggend bestemmingsplan is op de kaarten behorende bij de Verordening Ruimte gelegen buiten het bestaand stedelijk gebied, maar wel aangeduid als 'zoekgebied verstedelijking' (stedelijk concentratie gebied).

Het plangebied is niet gelegen binnen de 'ecologische hoofdstructuur'. Het westelijk deel van het plangebied is wel gelegen binnen 'Attentiegebied EHS'. Hoe wordt omgegaan met de ligging van het plangebied binnen het 'Attentiegebied EHS' wordt beschreven in de paragraaf 'Water' (paragraaf 4.2.1).

Zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit (Artikel 2.1 Verordening Ruimte)

Omdat het plangebied gelegen is in een 'zoekgebied verstedelijking' dient een verantwoording opgenomen te worden hoe de ontwikkeling zorgt voor het behoud en de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit, in het bijzonder aan het principe van zorgvuldig ruimtegebruik. In hoofdstuk 5 (Planbeschrijving) wordt ingegaan op de ruimtelijke kwaliteit en in paragraaf 3.3 en 3.4 (Regionaal en gemeentelijk beleid) wordt ingegaan op zorgvuldig ruimtegebruik.

Kwaliteitsverbetering van het landschap (Artikel 2.2 Verordening Ruimte)

De Verordening Ruimte kent een compensatieplicht voor uitbreidingsplannen voor stedelijke ontwikkelingen. Voor alle uitbreidingsplannen moet inzichtelijk zijn hoe de realisering ervan gepaard gaat met kwaliteitsverbetering in het buitengebied. Er moet duidelijk worden gemaakt op welke wijze de realisering van de stedelijke ontwikkeling gepaard gaat met een wezenlijke en uitvoerbare verbetering van de kwaliteiten van natuur, water, landschap, cultuurhistorie of recreatieve mogelijkheden van de omgeving. Deze compensatie dient plaats te vinden buiten het bestaand stedelijk gebied. De investering in het landschap moet in principe fysiek gerealiseerd worden in de projectlocatie en/of de projectomgeving. Indien dat niet mogelijk is, is de vorming van een landschapsfonds een optie.

Voor de compensatieplicht uit de Verordening Ruimte is, in opdracht van de gemeente Valkenswaard, een inrichtingsplan voor natuurcompensatie opgesteld in maart 2010 door Bosgroep Zuid-Nederland. Dit plan is opgenomen als bijlage bij voorliggend bestemmingsplan. In het plan is onder andere opgenomen hoeveel gecompenseerd dient te worden en hoe het compensatiegebied ingericht gaat worden. Het compensatiegebied is gelegen in het te ontwikkelen natuur- en waterbergingsgebied Lage Heide. Voor de compensatie zijn percelen aangekocht door de gemeente. De verwachting is dat de natuurcompensatie in 2011 uitgevoerd wordt. In paragraaf 4.2.3.5 wordt hier nader op ingegaan.

Tevens wordt ter versterking van de EHS in het Dommeldal en het Keersopdal tussen beide beekdalen in het bestemmingsplan een ecologische verbindingszone voorzien. Hier wordt in paragraaf 4.2.3.4 nader op ingegaan.

3.2.3 Beleid omtrend de struweelvogel

Uit de uitspraak van de RvSt betreffende het bestemmingsplan 'Valkenswaard-Zuid' blijkt dat, in verband met het feit dat in het Streekplan 2002 een deel van het plangbied als 'leefgebied struweelvogels' is aangeduid, voor het door de provincie goedgekeurde deel van dit bestemmingsplan een streekplanherziening nodig is.

In 2009 heeft de gemeente Valkenswaard de provincie gevraagd naar de noodzaak van een streekplanherziening, vooruitlopend op nieuw provinciaal beleid. De provincie heeft hier in februari 2010 als volgt op gereageerd:

'Omdat het Streekplan 2002 niet meer van toepassing is, is de noodzaak van een streekplanherziening komen te vervallen. Voor wat betreft de bescherming van de aanwezige waarden binnen het plangebied dient aangesloten te worden op het geldende provinciale beleid, inclusief de (ontwerp) Verordening Ruimte en de daarbij behorende (instructie)regels van de Verordening.'

Hiermee is de noodzaak van een streekplanherziening vervallen. De gehele brief van de provincie is opgenomen als bijlage bij voorliggend bestemmingsplan.

3.2.4 Natuurbeheerplan, 2011

In het ontwerp Natuurbeheerplan van de Provincie Noord-Brabant worden de natuurdoeltypen aangegeven voor de EHS. De natuurbeheertypenkaart van het natuurbeheerplan geeft de bestaande natuur weer en op de ambitiekaart staan de te ontwikkelen natuurbeheertypen vermeld.

In het ontwerp Natuurbeheerplan is een klein deel van het plangebied (het driehoekig bosje aan de westzijde van het plangebied en de bomenrij langs de Monseigneur Smetsstraat) het natuurbeheertype 'droog bos met productie'. Deze gebieden zijn in voorliggend bestemmingsplan bestemd als 'Groen' met de dubbelbestemming 'Waarde - Ecologie'. De Provincie is echter voornemens bij het besluit tot vaststelling deze gebieden te verwijderen, zoals weergegeven in bijgaande afbeelding.

Tevens wordt ter versterking van de EHS in het Dommeldal en het Keersopdal tussen beide beekdalen aan de zuidkant van het plangebied een ecologische verbindingszone voorzien. Hier wordt in paragraaf 4.2.3.4 nader op ingegaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0858.BPlageheidewonen-VA01_0006.jpg"

Kaart Natuurbeheerplan: verschillen ontwerp Natuurbeheerplan 2010 en Besluit (bron: Provincie Noord-Brabant, 2010)