direct naar inhoud van Artikel 7 Detailhandel
Plan: Bedrijventerrein Loven, Bosscheweg e.o. 2008
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2008015-e001

Artikel 7 Detailhandel

7.1 Bestemmingsomschrijving
7.1.1 Functies

De voor ´Detailhandel´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, met uitzondering van supermarkten;
  • b. woningen voorzover bestaand en gelegen op de bovenverdiepingen;
  • c. bouwwerken van algemeen nut.
7.1.2 Aanduidingen
  • a. Ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van 'detailhandel-beddenspeciaalzaak' zijn de voor Detailhandel aangewezen gronden mede bestemd voor de verkoop van bedden en matrassen en aanverwante producten;
  • b. Ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van 'detailhandel-automaterialen' zijn de voor Detailhandel aangewezen gronden mede bestemd voor de verkoop van automaterialen.
7.1.3 Bijbehorende voorzieningen

De voor ´Detailhandel´ aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor:

  • a. kantines en restauratieve voorzieningen;
  • b. parkeer-, stallings- en verkeersvoorzieningen;
  • c. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
  • d. tuinen en erven;
  • e. objecten voor beeldende kunst;
  • f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

voor zover deze behoren bij en ondergeschikt zijn aan de onder 7.1.1 genoemde functies.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen

Bestaande bebouwing welke krachtens een bouwvergunning is opgericht en in overeenstemming is met de bestemming volgens dit plan, maar afwijkend van één of meer bebouwingsregels, wordt geacht aan het plan te voldoen. Hieronder wordt tevens vergunde bebouwing verstaan, die nog moet worden opgericht.

7.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen ondergeschikte delen van een bouwwerk, voor zover gelegen binnen het bestemmingsvlak, het bouwvlak overschrijden;
  • c. het bebouwingspercentage mag 100 bedragen per bouwperceel, tenzij anders met een maatvoeringsaanduiding is aangegeven;
  • d. de maximale bouw- en/of goothoogte binnen het bouwvlak bedraagt 10 meter tenzij anders met een maatvoeringsaanduiding is aangegeven;
  • e. het bouwen van ondergrondse bouwwerken is toegestaan.
7.2.3 Bouwwerken van algemeen nut

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken van algemeen nut mogen binnen het gehele bestemmingsvlak worden opgericht met uitzondering van de gronden gelegen voor de (verlengde) voorgevelrooilijn;
  • b. de maximale hoogte van bouwwerken van algemeen nut bedraagt 3,5 m;
  • c. de maximale oppervlakte van bouwwerken van algemeen nut bedraagt 50 m².
7.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen op het onbebouwd erf niet meer dan 1 m mag bedragen;
  • b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag in het bouwvlak en op het erf niet meer dan 3 m en in het onbebouwd erf niet meer dan 1 m bedragen;
  • c. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding-luifel' mag uitsluitend een luifel worden gebouwd met een hoogte van maximaal 4 meter.
7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van de procedureregels in artikel 32.1 nadere eisen te stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en afmeting van gebouwen, bouwwerken van algemeen nut en bouwwerken geen gebouw zijnde ten behoeve van:
    • 1. een samenhangende straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. de brandveiligheid;
    • 5. de milieusituatie;
    • 6. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
  • b. werken ten behoeve van nutsvoorzieningen (waaronder kabels en leidingen), verkeers- en vervoersvoorzieningen en groenvoorzieningen;
7.4 Ontheffing van de bouwregels
7.4.1 Ontheffingsmogelijkheden m.b.t. bouwvlak

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met inachtneming van de procedureregels in artikel 32.1 en de ontheffingsvoorwaarden in 7.4.3 ontheffing te verlenen van:

  • a. het bepaalde in 7.2.2 onder a voor bouwen buiten het bouwvlak ten behoeve van entrees, overstekende daken, draagconstructies van de gebouwen, luifels, (draagconstructies van) reclame en hieraan gelijk te stellen voorzieningen;
  • b. het bepaalde in 7.2.2 onder c met betrekking tot het bebouwingspercentage tot een maximum van 100;
  • c. bepaalde in 7.2.2 onder d met betrekking tot een maximale goot- en bouwhoogte van maximum 30 m;
  • d. het bepaalde in 7.2.4 onder a voor de hoogte en situering van erfafscheidingen in het onbebouwd erf tot een hoogte van maximaal 3 m;
  • e. het bepaalde in 7.2.4 onder b voor de hoogte en situering van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, tot een hoogte van maximaal 10 m.
7.4.2 Ontheffing t.b.v. bouwen in het onbebouwd erf

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van de procedureregels in artikel 32.1 en met de ontheffingsvoorwaarden in 7.4.3, voor het bouwen in het onbebouwd erf ontheffing te verlenen van:

  • a. het bepaalde in artikel 7.2.4 onder b, voor de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, die naar hun aard en bestemming op een onbebouwd erf toelaatbaar zijn, met een maximum van 10 m;
  • b. het bepaalde in artikel 7.2.2 onder a, voor balkons van maximaal 1,5 m diepte;
  • c. het bepaalde in artikel 7.2.2 onder a, voor trappenhuizen, buitentrappen en liftschachten en hijsinrichtingen;
  • d. het bepaalde in artikel 7.2.2 onder a, voor reclametoestellen en draagconstructies voor reclames;
7.4.3 Ontheffingsvoorwaarden

De in artikel 7.4.2 genoemde ontheffingen kunnen slechts worden verleend, mits:

  • a. dit vanuit het oogpunt van de bedrijfsvoering, de bedrijfspresentatie, de constructie of verschijning van het gebouw of de aard van het bedrijf noodzakelijk is;
  • b. de bebouwingskarakteristiek van de straat niet onevenredig wordt geschaad;
  • c. gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden beperkt;
  • d. de brandveiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
  • e. de milieusituatie niet onevenredig wordt aangetast;
  • f. de sociale veiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
  • g. de verkeersveiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
  • h. de ruimtelijke inpasbaarheid is aangetoond;
7.5 Specifieke gebruiksregels
7.5.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik van gronden en bouwwerken strijdig met de bestemming ´Detailhandel´, wordt in elk geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijvigheid;
  • b. het storten van puin en afvalstoffen, tenzij dit ter realisering en/of handhaving van de bestemming is;
  • c. opslag van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten bouwmaterialen, werktuigen, machines en onderdelen hiervan, tenzij dit ter realisering en/of handhaving van de bestemming is;
  • d. opslag van gebruiksklare of onklare voer- en vaartuigen of onderdelen daarvan;
  • e. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens.
7.5.2 Ontheffing voor meest doelmatig gebruik

Burgemeester en wethouders verlenen met inachtneming van de procedureregels in artikel 32.1onder a, ontheffing van het bepaalde in artikel 7.5.1 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.