direct naar inhoud van Artikel 19 Recreatie - Dagrecreatie
Plan: Buitengebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0784.BPbuitengebied-VG02

Artikel 19 Recreatie - Dagrecreatie

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin': een volkstuin;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - grh': een groepsaccommodatie ten behoeve van dagrecreatie met daaraan ondergeschikt horeca ten dienste van de bestemming;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - vtg': een volkstuin met daaraan ondergeschikt een groepsaccommodatie ten behoeve van de volkstuin;
  • d. bedrijfswoningen;
  • e. evenementen;
  • f. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en (ontsluitings)wegen;

met uitzondering van:

  • h. aan-huis-gebonden beroepen;

met dien verstande dat:

  • i. tevens het bepaalde in de artikelen 26 t/m 38 en 42 van toepassing is als de gronden zijn voorzien van een dubbelbestemming of een gebiedsaanduiding.

19.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- of terreinafscheidingen en kassen en bergingen ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin', mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals gereedschapskisten en platglaskassen met een bouwhoogte van ten hoogste 1,5 m toegestaan;
  • c. in afwijking op sub b geldt dat ten behoeve van volkstuinen met een minimale oppervlakte van 1.000 m² tevens bergingen en kassen binnen het bouwvlak mogen worden gebouwd;

met dien verstande dat:

  • d. algehele herbouw van de woning uitsluitend mag plaatsvinden op bestaande fundamenten;
  • e. overigens geldt het volgende:
  max. aantal per bouwvlak   max. oppervlak   max. in houd   max. goot hoogte   max. bouwhoog te   dak helling (min./max.)   min. afstand tot zijdelingse perceels grens  
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen)   1 tenzij anders op de verbeel ding is aangege ven     750 m³   5 m   11 m   20°/ 55°   5 m  
bijgebouwen en overkappingen behorende bij de bedrijfswoning     100 m²     3 m   5,5 m   20°/ 55°   5 m  
bergingen ter plaatse van volkstuinen > 1.000 m²
 
  20 m²   -   3 m   5 m     5 m  
kassen ter plaatse van volkstuinen > 1.000 m²   1   10 m²   -   3 m   5 m     5 m  
bijenhal   1   50 m²   -   -   1,5 m    
5 m  
bebouwing ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van recreatie - grh   1   zoals aangegeven op de verbeelding   -   4,5 m   10 m   20°/ 55°   5 m  
bebouwing ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van recreatie - vtg   1   zoals aangegeven op de verbeelding   -   -   -   20°/ 55°   5 m  
erf- of terreinafscheidingen   -   -   -   -   2 m     -  
antennes   -   -   -   -   12 m     -  
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   -   -   -   -   1,5 m     -  

19.3 Ontheffing bouwregels

Ten behoeve van de herbouw van woningen buiten bestaande fundamenten

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 19.2 sub d teneinde algehele herbouw van een burgerwoning buiten de bestaande funderingen toe te staan met in achtneming van het volgende:

  • a. de herbouw vindt plaats op het desbetreffende perceel;
  • b. de nieuwe situering van de woning leidt niet tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieuomgeving;
  • c. herbouw leidt tot een betere milieuhygiënische inpasbaarheid;
  • d. de herbouw buiten de bestaande funderingen is stedenbouwkundig aanvaardbaar;
  • e. door de herbouw wordt het landelijke karakter van het gebied niet onevenredig aangetast.

19.4 Ontheffing van de gebruiksregels

Ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 19.1 sub h ten behoeve van het toestaan van aan-huis-gebonden beroepen die ten hoogste vallen binnen de categorieën A en B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten en waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer geldt met inachtneming van het volgende:

  • a. het vloeroppervlak ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen mag niet meer dan 60 m² bedragen;
  • b. buitenopslag en buitenactiviteiten ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen zijn niet toegestaan;
  • c. in het kader van de aan-huis-gebonden beroepen is geen horeca en detailhandel toegestaan uitgezonderd horeca en detailhandel ondergeschikt en gelieerd aan het aan-huis-gebonden beroep;
  • d. aan-huis-gebonden beroepen zijn toegestaan indien er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
  • e. ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid binnen het bouwvlak;
  • f. het gebruik voor aan-huis-gebonden beroepen heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • g. één van de bewoners van het hoofdgebouw dient eigenaar/bedrijfsleider te zijn van het aan-huis-gebonden beroep.

19.5 Wijzigingsbevoegdheid

Ten behoeve van het maximaal te bebouwen oppervlak

Burgemeester en wethouders kunnen de maximumoppervlaktemaat ten behoeve van het bebouwd oppervlak ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van recreatie - ghr' en 'specifieke vorm van recreatie - vtg' wijzigen, met inachtneming van het volgende:

  • a. het bestaande bebouwde oppervlak mag met ten hoogste 15% worden vergroot;
  • b. de verkeersaantrekkende werking mag niet toenemen;
  • c. er mag geen sprake zijn van een vergroting van de milieubelasting op de omgeving;
  • d. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing binnen het bouwvlak, waarvoor het volgende geldt:
    • 1. de bestemming van de gronden die worden ingezet ten behoeve van de landschappelijke inpassing dienen te worden gewijzigd in de bestemming Groen zodat de groene inpassing planologisch wordt beschermd.