direct naar inhoud van 2.2 Gebiedsvisie
Plan: Dorp-West 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0638.BP00001-VAS2

2.2 Gebiedsvisie

Het plangebied Dorp-West beslaat het noordelijk en westelijk gedeelte van Zoeterwoude-Dorp en een gedeelte van het lint. Het gebied is ontwikkeld op basis van de onderliggende landschappelijke kavelstructuur die de Miening-Noordbuurtseweg-Watertje-Zuidbuurtseweg als ontwikkelingsas heeft. De bebouwde gebieden bestaan uit woongebied met verspreid hierin een aantal voorzieningen en in het noordelijke deel bedrijven op bedrijventerrein de Keerweer, aan de Miening en aan de Europaweg. Gegeven de ligging van het plangebied en de hier aanwezige ruimtelijke kwaliteiten en kenmerken, is het ruimtelijk beleid gericht op behoud en versterking van de bestaande kwaliteiten: de ruimtelijke structuur, het woon- en leefklimaat en versterking van de recreatieve functie van het buitengebied.

Ruimtelijke structuur

De ruimtelijke structuur bestaat uit de lijnen die worden gevormd door wegen en water, begeleid door groen en de tussen deze lijnen gelegen velden met ieder hun eigen bebouwingsstructuur en karakteristiek. De belangrijkste structuurdragers (lijnen) zijn de Miening-Noordbuurtseweg-Watertje-Zuidbuurtseweg, de Westeindseweg, de Dr. Kortmannstraat en de Burg. Detmersweg. De velden worden gevormd door de woonwijken Westwout, Vogelweide en Bloemenweide.

Enkele bijzondere delen van het plangebied, de zogenaamde beeldbepalende elementen, dienen extra te worden beschermd. Het karakter van deze beeldbepalende elementen dient hierbij zoveel mogelijk behouden en zo mogelijk versterkt te worden. Hierbij is een belangrijke functie weggelegd voor het welstandstoezicht. Een van deze elementen is het lint van de Miening, de Noordbuurtseweg, het Watertje en de Zuidbuurtseweg, de ontwikkelingsas van Zoeterwoude-Dorp. Hierlangs bevinden zich veel karakteristieke gebouwen (en een monument) en doorzichten naar het weidelandschap van de Grote Polder. Deze doorzichten dienen zoveel mogelijk te blijven.

Woon- en leefklimaat

Het plangebied heeft primair een woonfunctie. Het beleid is vooral gericht op consolidatie; in eerste instantie van de woonfunctie, maar het is gewenst dat ook de andere functies in het gebied blijven bestaan.