direct naar inhoud van 6.9 Natuur
Plan: Hoek van Holland-Bedrijventerreinen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1053HvHBedrvter-oh01

6.9 Natuur

De Europese Unie heeft richtlijnen opgesteld om de biodiversiteit te behouden. Nederland heeft hieraan uitwerking gegeven in de Natuurbeschermingswet, die vooral gericht is op het beschermen van gebieden en de Flora- en faunawet die vooral gericht is op de bescherming van soorten.
De Natuurbeschermingswet beschermt specifieke gebieden (Natura 2000) op basis van Europese richtlijnen: Vogelrichtlijn, Habitatrichtlijn, Wetlands en Beschermde Natuurmonumenten. Voor deze juridisch beschermde gebieden gelden per gebied specifieke instandhoudingsdoelen voor de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna. Daarnaast kan hier ook het beschermen van soorten op basis van de Flora- en faunawet van toepassing zijn.
De Flora- en faunawet regelt de soortbescherming en geldt voor heel Nederland. Voor alle in het wild levende planten en dieren geldt een algemene zorgplicht. Tevens is een lijst van kracht met beschermde soorten. De bescherming van deze soorten is nader uitgewerkt in verbodsbepalingen.

Bij het opstellen van een bestemmingsplan dient rekening te worden gehouden met de gevolgen van het plan voor de natuur. Gekeken dient te worden of ten gevolge van het plan, of bij de uitvoering van het plan geen blijvende schadelijke effecten zullen optreden aan gebieden en soorten. Dit moet 'op voorhand in redelijkheid' worden ingeschat via een deskundigenrapport (zgn. natuurtoets, of ecologische toets).
Als er mogelijk effecten zijn, moet aannemelijk worden gemaakt dat daarvoor een ontheffing Flora- en faunawet kan worden verkregen en/of dat met zorgvuldig handelen schade kan worden voorkomen. Op grond van de Natuurbeschermingswet geldt een vergunningplicht. Als een vergunning nodig is, dan moet, om de uitvoerbaarheid voor het bestemmingsplan aan te tonen, aannemelijk worden gemaakt dat een vergunning kan worden verleend, zo nodig met mitigerende maatregelen, of door middel van compensatie.

Zorgplicht
Naast verbodsbepalingen geldt de zorgplicht ten aanzien van alle in het wild levende dieren en planten en hun leefomgeving. Artikel 2 van de Flora- en faunawet formuleert de algemene zorgplicht als volgt:

  • Een ieder neemt voldoende zorg in acht voor de in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe leefomgeving;
  • Deze zorg houdt in ieder geval in dat een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor flora of fauna kunnen worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten voor zover zulks in redelijkheid kan worden gevergd, dan wel alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde die gevolgen te voorkomen of, voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken;
  • De zorgplicht is altijd, voor iedereen en in alle gevallen van toepassing.
6.9.1 Plangebied

In het grootste deel van het plangebied is sprake van een overwegend verharde situatie, beperkt groene elementen en intensieve bedrijvigheid. Ecologisch gezien zijn vooral de dijk- en spoorzone bij de spoorweg waardevol, gezien de relatief hoge floristische rijkdom.

Gebiedsbescherming
Het bestemmingsplangebied is niet gelegen binnen een Natura 2000 gebied. Het dichtstbijzijnde, onder natuurbeschermingswet beschermde, gebied betreft het Roomse Duin wat deel uitmaakt van het Natura 2000 gebied Solleveld- en Kapittelduinen. De afstand tot dit gebied is ongeveer 100 meter. Het bestemmingsplan heeft echter overwegend een conserverend van karakter. Daarbij vinden er geen ontwikkelingen BINNEN de begrenzing van het Natura 2000 gebied plaats. De kans op enig effect met het vaststellen van dit bestemmingsplan is dan ook nihil.

Op basis van het meest recente kaartmateriaal van Provincie Zuid Holland (verordening ruimte, 2011) is te concluderen dat delen van het bestemmingsplangebied gelegen zijn op gronden met een PEHS status (natuur en/of verbindingzone). In bijlage 1, kaart 1 van de verordening ruimte zijn de PEHS gebieden weergegeven in de directe omgeving. In het (concept)natuurbeheerplan 2012 wordt de spoorzone genoemd als beheertype 'kruidenrijk en faunarijk grasland'. Zie bijlage 1, kaart 2 van de verordening ruimte. Hiervoor zou, in potentie, de mogelijkheid bestaan om subsidie te verkrijgen indien deze zone als zodanig beheerd wordt. Echter heeft het natuurbeheerplan geen planologische planologische consequenties voor het bestemmingsplannen. Er is dus geen 'verplichting' om de gebieden genoemd in natuurbeheerplan ook als zodanig te beheren. Uiteraard wordt wel sterk aanbevolen om dit te doen, aangezien o.a. de spoorzone een kansrijke plek is om biodiversiteitverhoging na te streven en om als groene route te fungeren. Het is echter onzeker of dit gerealiseerd zal worden.

Soortbescherming

Op soortniveau is slechts een indicatie te geven van potentiële (beschermde) natuurwaarden. Hierbij is gebruik gemaakt van de database Natuur op GISWEB, waarin alle waarnemingen flora en fauna opgenomen binnen gemeente Rotterdam van de afgelopen jaren (2005-2011). Uit de database blijkt er voor wat betreft het Bedrijventerrein Hoek van Holland slechts een enkele waarneming beschikbaar is. De waarneming heeft betrekking op de buizerd (Buteo Buteo) die is gezien in de spoorzone ten zuiden van bedrijventerrein De Zekken. Voor zover bekend gaat het hier om een losse waarneming en is niet eerder gericht onderzoek gedaan in het kader van natuurwetgeving.

Er zijn daardoor geen gegevens bekend van andere (beschermde) flora en fauna dan bovengenoemd binnen het bestemmingsplangebied. Op basis van biotoop, waarnemingen uit directe omgeving, luchtfoto's en panaroma's is echter wel een goede inschatting te maken inzake de potentiële natuurwaarden van het gebied. Op het bedrijventerrein, vooral in oudere bebouwing, zijn soorten als gierzwaluw verwachten. Huismus is, op plekken bij het bedrijventerrein of directe omgeving met nog enig groen in de vorm van hagen, plantsoenen en/of ander kleinschalig siergroen eveneens niet uit te sluiten De bedrijventerrein lijken voor andere (strikt) beschermde soorten, gezien de verharding, beperkt groen/dekking en intensieve bedrijvigheid, van weinig waarde. Meest waardevol zullen de groene zones rondom de bedrijventerreinen zijn, met specifiek de spoordijk. In eerste plaats zal het hier gaan om vogels, meer richting het woongebied mogelijk ook vleermuizen. Uit overige soortgroepen, te weten amfibieën, reptielen, vissen, libellen en vlinders worden hier op voorhand geen (strikt) beschermde soorten verwacht. Wel zijn mogelijk rode lijst soorten binnen het gebied aanwezig, o.a. uit groepen flora en vlinders. Hiervoor geldt echter geen juridisch kader en alleen beleidsmatige bescherming indien binnen een als PEHS aangewezen gebied.

Aanbevelingen vanuit wetgevend en beleidskader

Ondanks dat er sprake is van een conserverende situatie betekent dit niet dat er helemaal geen ruimtelijke activiteiten binnen het gebied plaats zullen (gaan) vinden. De term 'conserverend' heeft betrekking op de bestemming van een gebouw en/of locatie die ook bij een nieuwe ontwikkeling dezelfde bestemming blijft houden (bv. wonen blijft wonen, bedrijf blijft bedrijf etc.). De sloop van gebouwen om vervolgens nieuwbouw te realiseren of het bebouwing van braak terrein kan echter wel degelijk leiden tot effecten op beschermde natuurwaarden. Voorafgaand aan de daadwerkelijke uitvoering dient dan ook altijd aandacht te worden besteedt aan de mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten. Het betreft dan de soorten die eerder genoemd zijn: vogels met vaste rust- en verblijfplaatsen (waaronder roofvogels als buizerd en tevens gierzwaluw/huismus) alsmede soorten uit de soortgroep vleermuizen. Het is de verantwoordelijkheid van de initiatiefnemer om na te gaan in hoeverre nader onderzoek en/of een ontheffing noodzakelijk is bij (nieuwe) ruimtelijke ontwikkelingen. Dit dient voorafgaand aan de uitvoering de gebeuren, ongeacht of deze binnen het bestemmingsplan reeds mogelijk zijn. N.a.v. de voorgenomen ontwikkeling kunnen eisen gesteld aan de uitvoering en geldt eventueel een compensatieplicht. Het is aan te bevelen hier in een vroeg stadium rekening mee te houden. Daarnaast geldt bij werkzaamheden in het kader van ruimtelijke ontwikkeling altijd de zorgplicht.
Voor wat betreft de spoorzone wordt aanbevolen deze blijvend te beheren volgens de voorwaarden uit het beheerplan, als 'kruidenrijk en faunarijk grasland'. Dit levert de hoogste natuurwaarden en mogelijk kan er aanspraak worden gemaakt op subsidie.

6.9.2 Conclusie

Zoals aangegeven heeft het bestemmingsplan 'Hoek van Holland - Bedrijventerreinen' een conserverend karakter (er zijn geen specifieke ontwikkelingen gepland). Een gericht en uitgebreid onderzoek naar flora en fauna t.b.v. de actualisatie wordt dan ook niet noodzakelijk geacht. Aangezien binnen het gebied geen PEHS is gelegen zijn vanuit beleid geen voorwaarden van toepassing die consequenties kunnen hebben voor het bestemmingsplan.
Binnen het beheerplan is de spoorzone wel (deels) aangemerkt als een beheertype 'kruidenrijk en faunarijk grasland'. Hiervoor zou in potentie subsidie kunnen worden verkregen indien dit volgens de voorwaarden uit het natuurbeheerplan wordt beheerd. Planologische consequenties voor het bestemmingsplan heeft de vermelding in het natuurbeheerplan niet.
Concluderend kan worden gesteld dat ecologische aspecten zowel binnen als buiten het plangebied de vaststelling van dit bestemmingsplan niet in de weg staan mits rekening wordt gehouden met voorwaarden vanuit wet- en regelgeving.