direct naar inhoud van Artikel 4 Recreatie - Dagrecreatie
Plan: Sluiseiland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0513.2000BPSluiseiland-DF01

Artikel 4 Recreatie - Dagrecreatie

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van activiteiten gericht op dagrecreatie;
  • b. één kiosk;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. voet- en fietspaden;
  • e. vlonders ten behoeve van voet- en fietspaden;
  • f. paden en/of wegen ten behoeve van bestemmingsverkeer;
  • g. erven, groenvoorzieningen en water;
  • h. speelvoorzieningen, zoals een skatebaan en/of trapveldje;
  • i. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en/of waterkering;
  • j. voorzieningen ten behoeve van een reddingsbrigade;
  • k. aanlegvoorzieningen ten behoeve van de scheepvaart;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'speeltuin': een speeltuinvereniging met bijbehorende voorzieningen en ondergeschikte horeca;
  • m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - modelauto racebaan': een modelauto racebaan.
4.2 Bouwregels

Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat:

  • a. gebouwen uitsluitend mogen worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. de goot- en bouwhoogte en het maximale gezamenlijk oppervlak aan bebouwing niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage' is aangeduid;
  • c. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan 2 meter;
  • d. de hoogte van vlaggenmasten niet meer mag bedragen dan 6 meter;
  • e. de hoogte van andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 5 meter.
4.3 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik wordt niet verstaan het gebruik van de gronden ten behoeve van recreatieve festiviteiten, met dien verstande dat:

  • a. geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
  • b. geen onevenredige toename van de verkeersbelasting optreedt in de omgeving;
  • c. geen detailhandel plaatsvindt, behoudens beperkte kleinschalige verkoop in direct verband met de recreatieve festiviteiten.
4.4 Afwijken van de bouwregels

Bevoegd gezag is bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen af te wijken van het bepaalde in lid:

  • a. 4.2 onder a. ten behoeve van het bouwen van gebouwen buiten de bouwvlakken:
    • 1. tot een gezamenlijke grondoppervlakte van 100 m2;
    • 2. een maximale goothoogte van 3 meter en een maximale bouwhoogte van 5 meter;
    • 3. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het bebouwingsbeeld;
    • 4. de sociale veiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
    • 5. de verkeers- en parkeerdruk niet onevenredig toeneemt;
    • 6. de bebouwing zorgvuldig landschappelijk wordt ingepast.
  • b. 4.2 onder c. ten behoeve van het bouwen van erf- en terreinafscheidingen op de gronden vóór de voorgevelrooilijn tot 3 meter.
4.5 Wijzigingsbevoegdheid

Bevoegd gezag is, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen met dien verstande dat:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte aan gebouwen buiten het bouwvlak binnen de bestemming 'Recreatie – Dagrecreatie' maximaal 1.000 m2 mag bedragen;
  • b. de goothoogte van deze gebouwen maximaal 4,5 m mag bedragen;
  • c. de bouwhoogte van deze gebouwen maximaal 10 m mag bedragen;
  • d. de vestiging van maximaal één horecabedrijf, categorie 1 of 2 is toegestaan;
  • e. bevoegd gezag schriftelijk advies inwinnen bij gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland, alvorens omtrent de wijziging te besluiten;
  • f. onder 'oppervlakte aan gebouwen buiten het bouwvlak' zoals bedoeld onder a., wordt tevens begrepen de verharding die wordt aangelegd ten behoeve van parkeren en voor parkeren bestemd is, doch uitsluitend voorzover die verharding een zelfstandig beslag legt op de beschikbare ruimte en als een voortzetting van de bebouwing op peil kan worden beschouwd.