direct naar inhoud van 5.2 Verkeer en parkeren
Plan: Randmeer
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0313.randmeer0800-0002

5.2 Verkeer en parkeren

5.2.1 Verkeersstudie Oostzijde Bunschoten

In opdracht van de gemeente heeft het ingenieursbureau Royal Haskoning een verkeersstudie uitgevoerd naar de toekomstige hoofdwegenstructuur aan de oostzijde van de gemeente. In het rapport 'Verkeersstudie oostzijde Bunschoten' (nr. 9R4537.A0, d.d. 6 oktober 2006) zijn de consequenties van de ruimtelijke ontwikkelingen voor het functioneren van de verkeersstructuur integraal afgewogen. In de studie is onder andere gekeken naar het ontsluiten van de Oostmaat, Spakenburg Centrum en de kuststrook.

afbeelding "i_NL.IMRO.0313.randmeer0800-0002_0022.jpg"

Afbeelding - uitsnede van de voorkeursvariant oostelijke verkeersontsluiting (variant 4b)

Op grond van de verrichte studie komt het ingenieursbureau tot een voorkeursvariant (variant 4b) waarbij de ontsluiting van het gebied wordt voorgesteld via een opgewaardeerde Zuidwenk (met voor fietsers een aparte route naar het centrum via Koenraadswetering) naar de Oostsingel en een 'inprikker' richting de Oostmaat en Kuststrook vanaf de Garnalenweg.

5.2.2 Verkeer

In opdracht van de gemeente zijn door het verkeerskundig adviesbureau BonoTraffics bv de verkeerskundige gevolgen in beeld gebracht. In het rapport 'Verkeerskundig advies gebied Oostmaat ' (nr. BT-BST-09-004, concept d.d. 7 mei 2010) is onder andere gekeken naar de huidige en toekomstige etmaalintensiteiten op diverse nabijgelegen kruispunten.

In het rapport worden de te verwachten verkeersstromen in het jaartal 2020 op de door de ontwikkeling beïnvloedde kruispunten berekend op basis van de huidige verkeersstromen, de extra door de ontwikkeling gegenereerde verkeersstromen en de te verwachten autonome groei. Op basis van de doorrekening van de te verwachten verkeersstromen blijkt uit het rapport dat de verkeersafwikkeling in 2020 op alle kruispunten ruim voldoet op basis van de huidige inrichting. Geconcludeerd wordt dat het nemen van infrastructurele maatregelen niet noodzakelijk is.

Ook in het kader van de plan-MER wordt geconcludeerd dat de meeste ontwikkelingen in de omgeving niet leiden tot extra hinder door cumulatie. Er is geen sprake van een permanente toename die leidt tot negatieve effecten op het verkeer.

5.2.3 Parkeerbalans

In opdracht van de gemeente is door het verkeerskundig adviesbureau BonoTraffics bv aandacht besteed aan parkeren.
In het rapport 'Verkeerskundig advies gebied Oostmaat' (nr. BT-BST-09-004, concept d.d. 7 mei 2010) wordt uitgegaan van een halfondergrondse parkeergarage met een capaciteit van 115 parkeerplaatsen. In de parkeergarage worden 85 parkeerplaatsen verkocht aan bewoners van het gebied Oostmaat. De overige 30 parkeerplaatsen worden te koop aangeboden aan bewoners of ondernemers uit het plangebied of uit de omgeving.
Voor de grondgebonden woningen in het binnenterrein wordt per woning één parkeerplaats gerealiseerd in het openbare gebied.

Buitendijks wordt uitgegaan van een parkeerterrein op maaiveldniveau met een parkeercapaciteit van 250 parkeerplaatsen. Deze 250 parkeerplaatsen worden in het zomerseizoen volledig gebruikt. In het winterseizoen is de parkeervraag op maaiveldniveau 110. Dit betekent dat de overige 140 parkeerplaatsen in de winter gebruikt kunnen worden voor botenopslag.

Op basis van het rapport mag worden geconcludeerd dat er sprake is van voldoende capaciteit aan parkeerplaatsen.
In het rapport wordt aangegeven dat in de toekomst zich de mogelijkheid voor kan doen dat met name de bezoekers van de grondgebonden woningen geen gebruik maken van het buitendijkse parkeerterrein. Dit zou de parkeerdruk in het nabijgelegen huidige woongebied negatief kunnen beïnvloeden. Om deze parkeervraag op te kunnen vangen, wordt in het rapport geadviseerd om te voorzien in extra parkeergelegenheid voor bezoekers in of nabij het binnengebied.
Door een strikte handhaving op foutparkeren eventueel in combinatie met het instellen van een parkeerregime in de omgeving, kan eventuele overlast in de omliggende woonstraten worden voorkomen.