Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Buitengebied, derde herziening
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0214.BUIBP20120000-va01

2.7 Windenergie

Algemeen
De Europese Unie heeft zich als doel gesteld dat in 2020 20% van het totale energieverbruik in Europa duurzaam moet worden opgewekt. Windenergie zou hiervan 12 tot 14% moeten uitmaken. In de Europese Duurzame Energie Richtlijn staat voor Nederland de doelstelling van 14% duurzaam opgewekte energie in 2020. De rijksoverheid heeft besloten tot een verdubbeling van het windenergievermogen op land (6.000 MW in 2020). 
 
Streekplan Gelderland 2005
In de Ruimtelijke Verordening Gelderland komt het onderwerp 'windenergie' niet aan de orde. Echter, omdat het Streekplan 2005 als structuurvisie wordt gebruikt, dient inzake windenergie het streekplan geraadpleegd te worden.
 
Bij de derde partiële herziening (20 juni 2001) van het streekplan 1996 heeft de provincie via de aanduiding van kansrijke gebieden voor windenergie de zoekruimte geboden voor de plaatsing van windturbines. Hoewel tot begin 2005 enige projecten in procedure zijn gebracht, biedt het betreffende beleidskader onvoldoende waarborgen om de doelstelling van minimaal 100 megawatt geïnstalleerd vermogen in 2010 te realiseren. Wel is de regionale samenwerking rond de ontwikkeling van windenergie verbeterd. Om het visuele effect op het landschap zo beperkt mogelijk te houden en per locatie een aansprekende energieopbrengst te bereiken, is concentratie van windturbines in een beperkt aantal windturbineparken per regio gewenst. Een betere onderbouwing van windparken om reden van energieopbrengst kan ook bijdragen aan een groter maatschappelijk draagvlak voor de bestemming van een locatie. Daarom verlaat de provincie de lijn van het toestaan van solitaire opstellingen op bedrijventerreinen. Voor tijdige planologische regeling van voldoende locaties is een eenduidiger planologisch kader en meer sturing vereist. De provincie streeft naar ruimtelijke facilitering van middelgrote windturbineparken van 4 á 8 windturbines per locatie. Op deze wijze moet in de provincie een totaal geplaatst vermogen van minimaal 100 megawatt worden gerealiseerd. Initiatieven voor windturbine-opstellingen van minder dan 4 windturbines zullen niet door het ruimtelijk beleid worden ondersteund, tenzij kan worden aangetoond dat de energie-opbrengst bij plaatsing van drie windturbines groter is dan bij optimale benutting van de locatie met 4 windturbines van elk 2 megawatt geïnstalleerd vermogen. Ter voorkoming van visuele interferentie kunnen slechts locaties worden ontwikkeld voor windturbineparken, zijnde ruimtelijk samenhangende opstellingen, die op ten minste 4 km afstand zijn gelegen van windenergielocaties waarvoor finale planologische regeling heeft plaatsgevonden. Aan deze generieke uitgangspunten kunnen regiospecifieke uitgangspunten, zoals die in of in het kader van de regionale structuurvisies door de regio zijn geaccordeerd, worden toegevoegd.
 
Op de beleidskaart ruimtelijke ontwikkeling staan de zoekzones voor windenergie in Gelderland weergegeven (de donkerrode gebieden). Een uitsnede van de beleidskaart is hierna opgenomen. 
 
Zoekzones windenergie   
      
De zoekzones voor windenergie zijn gedefinieerd als die gebieden buiten:
  • de EHS (inclusief bedrijventerreinen, havens, snel-, spoor- en vaarwegen gelegen in de EHS),
  • Vogel- en Habitatrichtlijn gebieden, wetlands,NB-wetgebieden,
  • stiltegebieden,
  • de laagvliegroute “noord-zuid”,
  • weidevogel- en ganzengebieden van provinciaal belang,
  • waardevolle open gebieden en
  • bebouwd gebied,
waar - rekening houdend met (milieu)technische belemmeringen voor windenergie - ruimte gevonden kan worden voor minimaal 4 windturbines.