Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Buitengebied, derde herziening
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0214.BUIBP20120000-va01

Artikel 29 Leiding - Hoogspanning

29.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Leiding - Hoogspanning" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor :
  1. hoogspanningsleidingen;
  2. zend- en ontvangstinstallaties ten behoeve van radio- en telefoonverkeer.
29.2 Bouwregels
29.2.1 Algemeen
Op de gronden met de dubbelbestemming "Leiding - Hoogspanningverbinding" mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de dubbelbestemming "Leiding - Hoogspanningverbinding" worden gebouwd.
29.2.1.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Bij de bouw van de in artikel 29 lid 2.1 bedoelde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
  1. de hoogte van bouwwerken ten behoeve van een 50 kV hoogspanningsleiding mag niet meer bedragen dan 30 m;
  2. de bouwwerken ten behoeve van zend- en ontvangstinstallaties ten behoeve van radio- en telefoonverkeer mogen slechts worden gebouwd indien en voorzover zij deel uitmaken van een bouwwerk ten behoeve van een hoogspanningsleiding en mag de hoogte als genoemd in artikel 29 lid 2.1.1 sub a  met niet meer dan 5 m overschrijden.
29.3 Afwijken van de bouwregels
29.3.1 Afwijken t.b.v. enkelbestemmingen
Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 29 lid 2, voor de bouw van bouwwerken, indien en voor zover deze zijn toegestaan voor de in artikel 29 lid 1 bedoelde, eveneens op de verbeelding voor deze gronden aangegeven, overige bestemmingen onder voorwaarde dat:
  1. de functies en waarden die in het plan aan de desbetreffende en aan de omliggende gronden zijn toegekend, niet blijvend onevenredig worden geschaad;
  2. gehoord de betrokken leidingbeheerder, is gebleken dat hierdoor de belangen van de bescherming van de desbetreffende leidingen, of de veiligheid van mensen, dieren en goederen, niet blijvend onevenredig worden geschaad.
29.3.2 Afwijken t.b.v. de hoogte
Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 29 lid 2, voor de bouw van bouwwerken tot meer dan de toegestane hoogte, indien en voorzover deze noodzakelijk zijn in verband met locale omstandigheden, waaronder begrepen kruisingen met andere hoogspanningslijnen, overspanningen die groter zijn dan voor de desbetreffende hoogspanningslijn overigens wordt toegepast en de aanwezigheid in het terrein van hoogteverschillen, bebouwing en beplanting.