Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Buitengebied, derde herziening
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0214.BUIBP20120000-va01

Artikel 28 Leiding - Gas

28.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Leiding - Gas" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het transport van aardgas.
28.2 Bouwregels
Op de gronden met de dubbelbestemming "Leiding - Gas" mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de dubbelbestemming "Leiding - Gas" worden gebouwd.
28.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 28 lid 2, voor de bouw van bouwwerken, indien en voor zover deze zijn toegestaan voor de in artikel 28 lid 1 bedoelde, eveneens op de verbeelding voor deze gronden aangegeven, overige bestemmingen onder voorwaarde dat:
  1. de veiligheid met betrekking tot de gasleiding niet wordt geschaad en geen kwetsbare objecten worden toegelaten;
  2. alvorens te beslissen op een aanvraag zoals bedoeld in artikel 28 lid 3, wint het college van burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder. Het vermelde advies betreft de belangen in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding.
     
28.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
28.4.1 Uitvoeren van werkzaamheden
Het is verboden binnen de dubbelbestemming "Leiding - Gas" zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
  1. werken en werkzaamheden welke direct zijn gericht op het storten, deponeren of op andere wijze opslaan van, van elders aangevoerde, grond, puin of afvalmaterialen;
  2. het aanplanten van een houtopstand, waaronder begrepen een productieboomgaard, een zacht-fruitopstand, een (boom)kwekerij of een windsingel;
  3. het afgraven, ophogen of egaliseren van gronden;
  4. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  5. het indrijven van voorwerpen in de grond;
  6. buis- en kabelleidingen voor riolering, nutsbedrijven en overeenkomstige doeleinden;
  7. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  8. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  9. rooien of aanplanten van hoogopgaand en/of diepwortelende beplantingen en bomen.
28.4.2 Uitzonderingen
Het in artikel 28 lid 4.1 vervatte verbod geldt niet voor:
  1. werken en werkzaamheden binnen het kader van het normale onderhoud, beheer of herstel van de functies, die het plan aan de gronden toekent;
  2. werken en werkzaamheden binnen het kader van de normale agrarische bedrijfsvoering en bodemexploitatie;
  3. werken en werkzaamheden welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  4. graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet Informatie-uitwisseling ondergrondse netten;
  5. werken en werkzaamheden die mogen uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
  6. werken en werkzaamheden ten aanzien waarvan door Burgemeester en wethouders is medegedeeld dat deze werken of werkzaamheden, wat aard en omvang betreft, van zodanige ondergeschikte betekenis zijn, dat voor de uitvoering daarvan geen vergunning wordt vereist.
28.4.3 Advies
De werken en werkzaamheden als bedoeld in artikel 28 lid 4.1, zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden, gehoord de betrokken leidingbeheerder, is gebleken dat hierdoor de belangen van de bescherming van de desbetreffende leidingen, of de veiligheid van mensen, dieren en goederen, niet blijvend onevenredig worden geschaad.
28.5 Voorrangsbepaling
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van dit artikel voor de bepalingen die op grond van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn. Verder geldt voor zover de op de verbeelding weergegeven dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen, dat de dubbelbestemming “Leiding - Gas ” voorrang krijgt.