direct naar inhoud van 3.3 Rijksbeleid
Plan: Agrarische Enclave
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1073-vas2

3.3 Rijksbeleid

3.3.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte staan de plannen voor ruimte en mobiliteit. Zo beschrijft het kabinet in de Structuurvisie in welke infrastructuurprojecten zij de komende jaren wil investeren en op welke manier de bestaande infrastructuur beter kan worden benut. Provincies en gemeentes krijgen in de plannen meer bewegingsvrijheid op het gebied van ruimtelijke ordening.

Voor een aanpak die Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig maakt, moet het roer in het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid om. Er is nu te vaak sprake van bestuurlijke drukte, ingewikkelde regelgeving of een sectorale blik. Daarom brengt het Rijk de ruimtelijke ordening zo dicht mogelijk bij diegene die het aangaat (burgers en bedrijven) en laat het meer over aan gemeenten en provincies (‘decentraal, tenzij…’). Dit betekent minder nationale belangen en eenvoudigere regelgeving. Zo laat het Rijk de verantwoordelijkheid voor de afstemming tussen verstedelijking en groene ruimte op regionale schaal over aan provincies. Daarmee wordt bijvoorbeeld het aantal regimes in het landschaps- en natuurdomein fors ingeperkt.

Hoe de nationale structuurvisie doorwerkt naar de provinciale en gemeentelijke RO-instrumenten is vastgelegd in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) en de Regeling algemene regels ruimtelijke ordening (Rarro). Voor dit plan betekent dit vooral dat eisen worden gesteld aan de wijze waarop de defensieterreinen bestemd worden.

3.3.2 Nationaal Waterplan 2009-2015

Het Nationaal Waterplan is het rijksplan voor het waterbeleid in Nederland en heeft de status van een structuurvisie. Water krijgt een meer prominente rol bij de inrichting van Nederland. Het doel van het beleid is om te komen tot een duurzaam waterbeheer. Het Nationaal Waterplan bestaat uit verschillende aspecten. Het richt zich op bescherming tegen overstromingen, voldoende en schoon water en andere vormen van gebruik van water. Er is beleid in opgenomen voor het IJsselmeergebied, het Noordzeebeleid en de Stroomgebiedbeheerplannen op grond van de Europese Kaderrichtlijn Water. Daarnaast bevat het Nationaal Waterplan, naar aanleiding van het advies van de Deltacomissie in 2008, beleid over de maatregelen die genomen moeten worden voor de verwachte klimaatveranderingen.

3.3.3 Gevolgen nationaal beleid voor het bestemmingsplan
  • Het bestemmingsplan dient een verstedelijking van het platteland te voorkomen door in het buitengebied alleen functies toe te staan die hier aan gebonden zijn.
  • Het contrast in het plangebied van zeer open en besloten gebieden dient zoveel mogelijk te blijven bewaard dan wel te worden versterkt.
  • Voor het bestemmen van defensieterreinen gelden specifieke regels.
  • Het bestemmingsplan dient op gepaste wijze om te gaan met water.