direct naar inhoud van 2.2 Ontstaansgeschiedenis van het Engelse Werk
Plan: Ruiterlaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0193.BP09003-0004

2.2 Ontstaansgeschiedenis van het Engelse Werk

Voorgeschiedenis (de middeleeuwen).

Hoewel Zwolle in tegenstelling tot de andere IJsselsteden niet direct aan de IJssel was gelegen, was het belang van de rivier voor de stad natuurlijk groot. Al in de middeleeuwen streefde Zwolle naar een directe vaarverbinding met de rivier, maar dit werd door de concurrenten Deventer en Kampen met succes verhinderd. Het zou tot in het begin van de 19e eeuw duren voordat de Willemsvaart werd gegraven. Wezenlijk van betekenis voor de stad was ongetwijfeld het veer over de IJssel, het Katerveer, genoemd naar het op de linkeroever van de rivier gelegen nu verdwenen buurtschap Katen of Koten. Dit buurtschap is mogelijk verdwenen door een overstroming van de IJssel, die voor de aanleg van de Sallandsedijk in de loop van de 13e eeuw regelmatig zijn bedding verlegde. Door de aanleg van de dijk werd de rivier enigszins beteugeld.

Het veer vormde een deel van de landroute tussen het Nedersticht (Utrecht) en het Oversticht (Overijssel en Drenthe, stad Groningen) en werd in 1443 voor de helft eigendom van de stad Zwolle. De andere helft was in bezit van de heer van Bukhorst, het aan de overzijde van de rivier gelegen kasteel.

Dat het Katerveer politiek belangrijk was, blijkt uit het gegeven dat op de zogenoemde Spoolderberg - halverwege het Katerveer en de stad Zwolle - de inhuldiging van de Utrechtse bisschop als landsheer plaatsvond. Ook werden hier de landdagen gehouden.

De Spoolderberg, een rivierduin dat voor een deel nog steeds bestaat, was gelegen in het buurtschap Spoolde en ligt nu aan de rand van het Spoolderbos. De oudste berichten over bijeenkomsten van de landsheer op de Spoolderberg treffen we in het dijkrecht van 1308 aan, maar het is niet onmogelijk dat een dergelijke ceremonie hier al langer plaats had.

De ceremoniële functie van de Spoolderberg ging in het midden van de 16e eeuw verloren. In 1549 had de toekomstige landsheer Philips II zich laten inhuldigen in de stad Deventer, in plaats van zoals tot die tijd gebruikelijk op de Spoolderberg. Na protesten van de andere steden en de Ridderschappen werd overeengekomen dat de landdagen in het vervolg afwisselend in de drie IJsselsteden plaats zouden vinden. Hiermee had de Spoolderberg zijn functie verloren en was een gewone heuvel geworden.

De verdedigingslinie van Zwolle (ca. 1580 tot 1809).

De geschiedenis van de linie gaat terug tot in de late 16e eeuw, toen het krijgstoneel van de Opstand tegen het Spaanse gezag vooral in Oost-Nederland lag. Nadat in 1580 stadhouder Rennenberg zich verzoende met koning Philips II (bekend als het verraad van Rennenberg), waren Overijssel, Groningen en Friesland weer in Spaanse handen geraakt. Niet alleen Overijssel maar ook de rest van Noordoost-Nederland werd oorlogsterrein. De IJsselsteden werden in de loop van de jaren ’80 van de zestiende eeuw versterkt in opdracht van de Staten Generaal. De vestingbouwkundige Adriaan Anthoniszoon maakte in 1586 een aanvang met de modernisering van de vestingwerken van de stad Zwolle.

Om de vijand te beletten via Zwolle en Zwartsluis naar het Noorden op te trekken werd er tussen de rivier de IJssel en de stad in een vrijwel rechte lijn een linie opgeworpen bestaande uit een brede wal en een brede sloot. Op de punten waar deze linie enkele hoge stroomruggen passeerde werden versterkingen aangebracht met halverwege, op de Spoolderberg die immers toch geen functie meer had, een gebastionneerde schans, de Bergschans genaamd. Aan de rivier werd ter bescherming van het veer een tweede gebastionneerde schans aangelegd, die de naam Katerschans kreeg.

De IJssellinie wordt afgedankt (1809-1828).

In en na de Franse tijd had de stad Zwolle te maken met forse schulden. De kosten van inkwartiering en levensonderhoud werden meestal op particulieren en plaatselijke organisaties afgewenteld. Ook de centrale overheid had schulden en begrotingstekorten. Daarom werden terreinen, die niet meer in militair gebruik waren, zoveel mogelijk verkocht. De terreinen die vrij moesten blijven voor een onbelemmerd schootsveld werden verhuurd, onder beding dat alleen houtbouw was toegestaan, die na eerste sommatie binnen acht dagen moest worden afgebroken.

De IJssellinie vertoonde onherstelbare gebreken en aangezien er nog geen vooruitzicht was op meer financiële middelen, werd de IJssellinie opgeheven en kon de stad Zwolle eindelijk de langgewenste vaarverbinding tussen de stad en de IJssel aanleggen. Het Zwolse stadsbestuur kon het nieuwe kanaal inpassen in de linie tussen de stad en het Katerveer. Zo werden moeizame onderhandelingen over grondaankopen tot een minimum beperkt.

De aanleg van een wandelplaats op het Nieuwe Werk (1828).

In het jaar 1828 is men begonnen de vesting te transformeren naar 'een openbare wandelplaats'. Niet alleen werden de stadswallen veranderd in wandelingen, ook werd er een stadspark aangelegd op het grondgebied van een toenmalige buurgemeente Zwollerkerspel.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP09003-0004_0004.jpg"

Figuur 2.2. Het park in 1860

De ontwikkelingen na de Tweede Wereldoorlog (vanaf 1945).

De belangrijkste wijziging in het gebied is de komst van het waterwingebied aan de rand van het Engelse Werk. Voor de Tweede Wereldoorlog werd water gewonnen aan de overkant van de IJssel. Door oorlogsgeweld werden de aanvoerleidingen echter onbruikbaar en werd er een tijdelijk noodpompstation op de dijk van de IJssel gebouwd. In 1952 werd het pompstation Engelse Werk in gebruik genomen.

Vanaf omstreeks 1979 is gewerkt aan de planvorming van het Spoolderbos dat een verbinding vormt tussen het Engelse Werk en de binnenstad van Zwolle. Het gebied van ongeveer 20 hectare vormt samen met het Engelse Werk een van de 'groene vingers' die de groenstructuur van Zwolle bepaalt.

De WMO wilde met het laten aanleggen van het bos laten zien dat waterwinning en natuur samen kunnen gaan. De bosaanleg paste in het structuurplan voor Zwolle en werd mede gerealiseerd ter gelegenheid van het 750-jarig bestaan van de stad Zwolle.

Het beheer van het Engelse Werk en het Spoolderbos is de laatste jaren in belangrijke mate gericht op natuurontwikkeling, waarbij door een aangepast beheer getracht is de flora en fauna te bevorderen.