| Plan: | Bedrijventerreinen Staphorst |
|---|---|
| Status: | vastgesteld |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0180.6102011001-VS02 |
Grootte bouwpercelen
De in het plan opgenomen bedrijventerreinen zijn verschillend qua maat en schaal. De grootte van de bouwpercelen is in het plan vastgelegd en hieronder in een tabel weergegeven.
|
Bedrijven- terrein |
Minimale grootte bouw- perceel |
Maximale grootte bouw- perceel |
Maximale grootte bouw- perceel na binnen- planse afwijking |
Minimale bebouwi- ngsopper- vlakte | Maximale bebouwingsoppervlakte | Max. beb. oppervlakte na afwijking |
| De Esch | 1.500 m2 | 10.000 m2 | 15.000 m2 | 500 m2 | - | 60% bouw- perceel |
| De Baarge | 1.500 m2 | 2.500 m2 | 10.000 m2 | - | - | 70% bouw- perceel |
| Oosterparallelweg | 1.000 m2 | 2.500 m2 | 5.000 m2 | - | 60% bouw- perceel | 70% bouw- perceel |
Staat van bedrijfsactiviteiten / milieuzonering
In deze bestemming zijn bestaande bedrijven toegestaan en bedrijven die zijn vermeld in de Staat van Bedrijfsactiviteiten, die deel uitmaakt van de regels. Door middel van aanduidingen is bepaald welke categorie bedrijven waar is toegestaan. In de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn bij de diverse bedrijven voor de diverse milieufactoren, zoals geur, stof en geluid, afstandsmaten aangegeven. Het gaat daarbij om richtafstanden van bedrijven tot milieugevoelige bebouwing als woningen die zijn gelegen in een "rustige woonwijk" (of uiterlijk op de rand daarvan).
De bij een bepaald bedrijf aangegeven richtafstand is in beginsel bepalend voor de in categorie-indeling:
| richtafstand | categorie |
| 10 m | 1 |
| 30 m | 2 |
| 50 m | 3.1 |
| 100 m | 3.2 |
| 200 m | 4.1 |
Als er zich een bedrijf voor vestiging aandient dat in de Staat van Bedrijfsactiviteiten in een hogere categorie valt dan ter plaatse is toegestaan, bijvoorbeeld in categorie 4.1, waar categorie 3.2 is toegestaan, dan kan dat bedrijf mogelijk toch worden ingepast. Via een afwijkings/wijzigingsbevoegdheid kan dat bedrijf worden toegestaan, mits het - gezien de gevolgen daarvan voor de omgeving - redelijkerwijs kan worden gelijkgesteld met de wel toegestane bedrijvigheid. In de daartoe te volgen procedure kan worden bezien of eventuele maatregelen mogelijk en toereikend zijn.
Bestaande bedrijven zijn expliciet bestemd. Hierdoor worden de bestaande rechten van bedrijven die op dit moment op het bedrijventerrein zijn gevestigd, maar bijvoorbeeld door een bestaande milieuvergunning in een hogere milieu categorie vallen of waar detailhandel plaatsvindt, niet aangetast. Bij vertrek van een dergelijk bedrijf is het toegestaan een zelfde soort bedrijvigheid opnieuw ter plaatse te vestigen. Nieuwe bedrijven met een andere bedrijvigheid (van dezelfde hogere milieucategorie) zijn niet bij recht toegestaan. Eventueel kunnen deze worden toegestaan door middel van de afwijkingsbevoegdheid.
De vestiging van de zogenaamde Wgh- en Bevi-inrichtingen is - vanwege de te verwachten milieubelasting op de omgeving - uitgesloten.
In bepaalde gevallen gelden voor bedrijfspercelen minimale en maximale afmetingen. De in geldende plannen opgenomen (minimale-maximale) maatvoering is in voorkomende gevallen aangeduid. Met gebiedsaanduidingen (wro-ontheffingsgebied) zijn ook gebieden aangegeven waar van de maximale oppervlakte kan worden afgeweken.
Bouwregels
Aan het bouwen van gebouwen op het bedrijfsterrein zijn alleen die eisen betreffende situering, oppervlakte en andere maatvoering gesteld, die nodig zijn om een ruimtelijk en planologisch verantwoorde invulling van het gebied te verkrijgen.
In dat kader dienen gebouwen binnen bouwvlakken te worden gebouwd, op een bepaalde afstand tot wegen en tot een van de zijdelingse perceelsgrenzen.
De bestaande rechten, uit voorgaande bestemmingsplannen of door verleende bouwvergunningen zijn in dit bestemmingsplan gehandhaafd.
Als een bestaande bouwhoogte hoger is dan nu geregeld in dit bestemmingsplan, dan mag deze bouwhoogte worden gehandhaafd en in de toekomst worden teruggebouwd.
Parkeren
In de regels is opgenomen dat bij een aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen, aangetoond moet worden dat voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd. Bij de regels is een bijlage opgenomen met relevante parkeernormen. In principe moet geparkeerd worden op het eigen terrein. Als hier niet aan kan worden voldaan dient aangetoond te worden dat via meervoudig gebruik van parkeerplaatsen bij omliggende bedrijven voldaan kan worden aan voldoende parkeergelegenheid. Parkeren op de openbare weg is niet toegestaan.
Bedrijfswoningen
Op De Esch zijn bedrijfswoningen niet toegestaan.
Voor het gebied tussen het spoor en woongebied De Slagen geldt dat de bestaande bedrijfswoningen gehandhaafd mogen worden. De bouwregels voor bestaande bedrijfswoningen gelden voor de in dit gebied voorkomende bedrijfswoningen. Er zijn voor dit gebied geen mogelijkheden opgenomen voor nieuwe bedrijfswoningen, behoudens bestaande rechten. Onder bestaande rechten wordt begrepen de in het vorige plan aanwezige mogelijkheid om met een binnenplanse omgevingsvergunning een bedrijfswoning te bouwen. Het betreft het gedeelte met de aanduiding 'wro-zone ontheffingsgebied 5'.
Op een deel van het bedrijventerrein Oosterparallelweg zijn bedrijfswoningen toegestaan, vanwege de lichte categorie van toegestane bedrijvigheid en de gewenste beeldkwaliteit. Door middel van de aanduiding 'bedrijfswoning' is aangegeven waar nieuwe bedrijfswoningen mogen worden gerealiseerd. In de bouwregels is aangegeven waar deze woningen aan moeten voldoen.
Detailhandel
De detailhandel bij de bestaande bedrijvigheid mag worden voortgezet. Nieuwe detailhandel is toegestaan, met een afwijking, voor productiegebonden detailhandel en voor de handel in auto's, boten, caravans en grove bouwmaterialen. Deze afwjkingsbevoegdheid geldt voor alle terreinen. Op het bedrijventerrein de Esch is daarnaast een extra mogelijkheid voor detailhandel in grootschalige detailhandel in woninginrichting, keukens, badkamers en sanitair en bouwmarkten. Op de verbeelding is hiervoor de aanduiding 'detailhandel' opgenomen. Deze regeling is in overeenstemming met het detailhandelsbeleid van de gemeente.
De structurerende en afschermende groenvoorzieningen in het plangebied, met name langs de randen van wegen en watergangen, zijn bestemd als "Groen". De waardevolle(re) natuurelementen zijn aangeduid met 'natuur".
De wegen die de hoofdontsluiting van het plangebied vormen zijn bestemd als "Verkeer". De spoorweg is geregeld in de bestemming "Verkeer - Railverkeer".
Ingevolge het Bro (Besluit ruimtelijke ordening) dient deze bepaling met deze formulering in de regels van een bestemmingsplan te worden opgenomen.
In de algemene gebruiksregel is het gebruik ten behoeve van seksinrichtingen expliciet als strijdig gebruik aangemerkt. In het kader van het gemeentelijk beleid betreffende dergelijke inrichtingen wordt vestiging daarvan in het onderhavige gebied niet wenselijk geacht en daarom ook niet toegestaan.
Ook het afsplitsen van een bedrijfswoning van het bedrijf en het bewonen van een bedrijfswoning als burgerwoning is niet toegestaan.
Van de in dit artikel genoemde, relatief ondergeschikte punten kan bij een omgevingsvergunning worden afgeweken van de bepalingen van het plan. Het gaat daarbij onder andere om ondergeschikte afwijkingen van diverse in het plan getrokken grenzen.
Voor een aantal nader aangegeven gebieden is met het oog op een mogelijke herinrichting een wijzigingsbevoegdheid opgenomen.
In de wet ruimtelijke ordening is opgenomen (artikel 3.6 onder 4) dat belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld hun zienswijzen omtrent een voorgenomen nadere eis naar voren te brengen. Om deze reden is een procedureregel opgenomen die regelt hoe en wanneer een belanghebbende een zienswijze kan indienen.
Ingevolge het Bro (Besluit ruimtelijke ordening) dienen de overgangsregels met deze formulering in de regels van een bestemmingsplan te worden opgenomen.