direct naar inhoud van 5.1 Algemeen
Plan: Bedrijventerreinen Staphorst
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0180.6102011001-VS02

5.1 Algemeen

In dit hoofdstuk worden de bij het bestemmingsplan behorende regels van een nadere toelichting voorzien. De regels geven inhoud aan de op de verbeelding aangegeven bestemmingen. Ze geven aan waarvoor de gronden en opstallen al dan niet gebruikt mogen worden en wat en hoe er gebouwd mag worden. Bij de opzet van de regels is getracht het aantal regels zo beperkt mogelijk te houden en slechts datgene te regelen, dat werkelijk noodzakelijk is. Niettemin is de regeling, gezien het speciale karakter van het gebied, relatief uitvoerig.

Conform de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 zijn de bij dit plan behorende regels onderverdeeld in 4 hoofdstukken, te weten:

1. Inleidende regels.

2. Bestemmingsregels.

3. Algemene regels.

4. Overgangs- en slotregels.

In hoofdstuk 1 worden enkele in de regels gehanteerde begrippen nader verklaard, zodat interpretatieproblemen zoveel mogelijk worden voorkomen. Daarnaast wordt aangegeven op welke wijze dient te worden gemeten.

In hoofdstuk 2 worden specifieke regels gegeven voor de op de verbeelding aangegeven bestemmingen en aanduidingen. Conform de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 kan een bestemmingsregel de volgende onderdelen bevatten:

  • 1. bestemmingsomschrijving;
  • 2. bouwregels;
  • 3. nadere eisen;
  • 4. afwijken van de bouwregels;
  • 5. specifieke gebruiksregels;
  • 6. afwijken van de gebruiksregels.

Ad 1.

In beginsel is de bestemmingsomschrijving bepalend voor het gebruik (zowel in ruime als in enge zin) van de grond en bebouwing.

Ad 2.

De bouwregels zijn van belang voor het beoordelen van de toelaatbaarheid van een bouwplan. Van belang daarbij is dat steeds alleen mag worden gebouwd ten dienste van de bestemming. Bij de beoordeling van een bouwplan moet dus steeds worden gekeken naar de bestemmingsomschrijving. Naast de bouwregels die per bestemming gelden, kunnen er ook algemene bouwregels die in beginsel bij alle bestemmingen gelden (maar niet voor alle bestemmingen relevant zijn); deze staan dan in het hoofdstuk Algemene regels.

Ad 3.

Bij een bestemming kunnen nadere eisen zijn opgenomen. Met deze nadere eisen kan de gemeente de situering van gebouwen toetsen aan de omgeving. Ten behoeve van bepaalde, met name genoemde belangen, kan de gemeente eisen stellen aan de plaats of afmeting van de bebouwing.

Ad 4.

Een afwijking van de bouwregels is aan de orde, als de gewenste bebouwing pas is toe te laten als daar een afweging heeft plaatsgevonden tussen het belang van de bebouwing en andere belangen. Als andere belangen worden doorgaans genoemd de waarden, die het plan beoogt te beschermen, de belangen van gebruikers/eigenaren van aanliggende gronden en de landschappelijke inpasbaarheid. Vanzelfsprekend hangt het van de afwijking van de bouwregels af hoe uitgebreid de belangenafweging moet zijn.

Ad 5.

Specifieke gebruiksregels zijn opgenomen om duidelijkheid te scheppen. Ze mogen niet contrair worden uitgelegd ("er staat niet in de specifieke gebruiksregels dat het niet is toegestaan, dus het is toegestaan"). De specifieke gebruiksregels moeten altijd worden gelezen in samenhang met de bestemmingsomschrijving. Die bevat immers de basisgebruiksregels. Daarnaast zijn er algemene gebruiksregels opgenomen in de algemene regels. Die gelden in beginsel voor alle bestemmingen. In dit bestemmingslan komen geen specifieke gebruiksregels voor.

Ad 6.

Bij een afwijking van de gebruiksregels worden nuances in het gebruik mogelijk gemaakt. Van belang daarbij is dat de aan de grond toegekende bestemming gehandhaafd blijft; het feitelijke gebruik mag dus niet leiden tot een gebruik dat een andere bestemming zou rechtvaardigen. Het toestaan van een afwijking is een bevoegdheid, geen verplichting, en het mag dan ook geen automatisme zijn. Er dient steeds een afweging plaats te vinden. Naarmate het afwegingskader ruimer is geformuleerd, heeft het gemeentebestuur ruimere mogelijkheden om toch een afwijking toe te staan.

Hoofdstuk 3 bevat regels die van toepassing zijn op meerdere bestemmingen, zodat het uit praktische overwegingen de voorkeur verdient deze in een afzonderlijke hoofdstuk onder te brengen.

Hoofdstuk 4 bevat de overgangsregels en de slotregel.

Hiernavolgend worden, voor zover nodig geacht, enige regels van een nadere toelichting voorzien.