direct naar inhoud van Artikel 11 Groen - 2
Plan: Centrum Ommen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0175.centrum201200001-va01

Artikel 11 Groen - 2

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': tevens voor een parkeerterrein;
  • c. water en waterretentievoorzieningen;
  • d. speelvoorzieningen
  • e. openbare nutsvoorzieningen;
  • f. fiets- en voetpaden;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • i. evenementen;

met bijbehorende bouwwerken, (parkeer)voorzieningen en (on)bebouwde gronden.

11.2 Bouwregels

Bouwen is toegestaan uitsluitend ten dienste van de in artikel 11.1 omschreven bestemming met inachtneming van de volgende regels:

  • a. uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, zijn toegestaan met een bouwhoogte van maximaal 3 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van lichtmasten ten hoogste 6 m bedraagt en de bouwhoogte van speelvoorzieningen ten hoogste 5 m bedraagt;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overbouwing' is tot een hoogte van 2 m geen bebouwing toegestaan.
11.2.1 Nutsvoorzieningen

Voor het bouwen van gebouwen voor openbare nutsvoorzieningen en verkeer en verblijf gelden de volgende regels:

  • a. de inhoud bedraagt per gebouw niet meer dan 30 m3;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3 m.

11.3 Nadere eisen
11.3.1 nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:

  • a. de bouwhoogte en/of de goothoogte van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde;
  • b. de situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
11.3.2 voorwaarden

De nadere eisen als bedoeld in dit artikel mogen slechts worden gesteld indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de directe omgeving;
  • c. de milieukwaliteit;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  • g. het woon- en leefklimaat.

11.4 Specifieke gebruiksregels

Ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' zijn de gronden tevens bedoeld voor de aanleg en instandhouding van een in het landschap ingepast parkeerterrein, met dien verstande dat:

  • a. de inritten naar het parkeerterrein mogen worden verhard door middel van een klinkerverharding of een halfopen verharding;
  • b. de rijlopers en de parkeervakken mogen worden verhard door middel van een halfopen verharding dan wel een halfverharding.

11.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming te wijzigen in de bestemmingen Wonen - 1 en Wonen - 2, Tuin, Verkeer - Verblijf - 1 en Verkeer - Verblijf - 2.