direct naar inhoud van Artikel 10: Groen - Park
Plan: Leeuwarden - Vosseparkwijk
Status: Vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0080.03002BP00-VG01

Artikel 10: Groen - Park

10.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen - Park' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. plantsoenen;
  • c. waterlopen en waterpartijen;
  • d. paden;

en mede bestemd voor:

waarbij de landschappelijke waarden van het park zoveel mogelijk in stand worden gehouden;

voorzover gelegen binnen het beschermd stadsgezicht is het uitgangspunt het behoud van de in Bijlage 3 aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd stadsgezicht;

met daaraan ondergeschikt:

  • f. het recreatief medegebruik;
  • g. speelvoorzieningen;
  • h. nutsvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstobjecten en kunstwerken.
10.2. Bouwregels
10.2.1. Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

10.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 3,00 m bedragen.
10.3. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de in Bijlage 3 aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd stadsgezicht, voorzover gelegen binnen het beschermd stadsgezicht;
  • b. de verkeerssituatie;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
10.4. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.4.1. Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het afgraven, ophogen of egaliseren van gronden;
  • b. het aanleggen en/of verharden van paden met een oppervlakte van meer dan 100 m²;
  • c. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen met een oppervlakte van meer dan 100 m²;
  • d. het graven of dempen van waterlopen en/of waterpartijen.
10.4.2. Uitzondering

Het bepaalde in lid 10.4.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • c. noodzakelijk zijn voor het aansluiten van bouwwerken op het net van openbare nutsvoorzieningen.
10.4.3. Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarden van het park.