|
De geometrie van de volgende locaties die deel uitmaken van de Omgevingsverordening Noord-Brabant worden gewijzigd zoals digitaal vastgelegd in deze wijziging.
Een deel van de begrenzing van 'Natuur Netwerk Brabant' wordt gewijzigd zoals digitaal vastgelegd in deze wijziging.
Een deel van de begrenzing van 'Landelijk gebied' wordt gewijzigd zoals digitaal vastgelegd in deze wijziging.
Een deel van de begrenzing van 'Stedelijk gebied' wordt gewijzigd zoals digitaal vastgelegd in deze wijziging.
Een deel van de begrenzing van 'Bebouwd gebied' wordt gewijzigd zoals digitaal vastgelegd in deze wijziging.
Een deel van de begrenzing van 'Groenblauwe waarden' wordt gewijzigd zoals digitaal vastgelegd in deze wijziging.
Een deel van de begrenzing van 'Natuur Netwerk Brabant - ecologische verbindingszone' wordt gewijzigd zoals digitaal vastgelegd in deze wijziging.
Een deel van de begrenzing van 'Beperkingen veehouderij' wordt gewijzigd zoals digitaal vastgelegd in deze wijziging.
ln verband met wijzigingen in Natuur Netwerk Brabant en Stedelijk gebied wordt een deel van de begrenzing van de 'Attentiezone waterhuishouding' gewijzigd zoals digitaal vastgelegd in deze wijziging.
Door wijzigingen in de grenzen van 'Attentiezone waterhuishouding' worden de grenzen van het gebied 'Geen attentiezone waterhuishouding' gewijzigd zoals digitaal vastgelegd in deze wijziging.
Een deel van de begrenzing van verschillende Normen wateroverlast wordt gewijzigd zoals digitaal vastgelegd in deze wijziging.
Een deel van de begrenzing van 'Natuur Netwerk Nederland' wordt gewijzigd zoals digitaal vastgelegd in deze wijziging.
Een deel van de begrenzing van 'Reservering waterberging' wordt gewijzigd zoals digitaal vastgelegd in deze wijziging.
De Omgevingsverordening Noord-Brabant (Ovr) stelt regels waaraan gemeentelijke omgevingsplannen en sommige vergunningen die daarvan afwijken moeten voldoen. Bijvoorbeeld over woningbouwontwikkelingen buiten de locatie 'Stedelijk gebied' en ontwikkelingen binnen de locatie 'Natuur Netwerk Brabant'. Onder andere vanwege dit soort ontwikkelingen vinden wijzigingen van de locaties in de Ovr plaats. Ook vanwege andere redenen vinden wijzigingen plaats. Deze worden hier kort toegelicht.
Het kan voorkomen dat een locatie in de Ovr gewijzigd dient te worden voordat een gemeentelijk plan in overeenstemming is met de daarbij behorende regels. Bijvoorbeeld door Bebouwd gebied op een locatie te leggen, waardoor meer ontwikkelingen in het Landelijk gebied mogelijk zijn. Onder de Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant, die gold voor 1-1-2024, moesten de kaarten aangepast worden voordat een gemeentelijk plan vastgesteld kon worden. Meer informatie over deze cateogrie is te vinden in Hoofdstuk 2.
Actualisaties en correcties komen gedurende het jaar naar voren. Bijvoorbeeld bij de behandeling van gemeentelijke plannen of vanwege vaststelling van andere besluiten, zoals een waterplan, of nieuwe gegevens. Bijvoorbeeld actuele gegevens van een waterschap over gerealiseerde ecologische verbindingszones. Meer informatie over deze categorie wijzigingen is te vinden in Hoofdstuk 3.
Een wijziging van een locatie heeft vaak ook gevolgen voor andere locaties zoals opgenomen in de Omgevingsverordening. Als bijvoorbeeld Stedelijk gebied aan de rand van een kern groter wordt, 'verdwijnt' de locatie Landelijk gebied ter plaatse van die uitbreiding. Deze 'bijkomende' wijzigingen worden beschreven in Hoofdstuk 4.
Onder de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant (IOV), die gold tot en met 31 december 2023, vonden herbegrenzingen plaats vóór de vaststelling van gemeentelijke plannen. In de nu geldende Omgevingsverordening Noord-Brabant is achteraf herbegrenzen het uitgangspunt. In dit hoofdstuk wordt dit kort toegelicht.
Aan het einde van 2023 zijn veel ontwerpbestemmingsplannen ter inzage gelegd. Onder de IOV kon een bestemmingsplan dat bijvoorbeeld een woonwijk in Landelijk gebied mogelijk maakte niet worden vastgesteld voordat de kaart van de IOV was aangepast.
Bij de vorige kaartwijzigingen (TAM-omgevingsverordening Noord-Brabant - kaartaanpassingen 2024) was sprake van een overgangssituatie. Er zijn veel wijzigingsverzoeken van gemeenten meegenomen waarvan het ontwerp voor 1 januari 2024 ter inzage heeft gelegen. Daarbij werd zoveel mogelijk aangesloten op de procedure onder de IOV, zodat gemeenten de optie hadden om te wachten met de vaststelling van het plan tot na de inwerkingtreding van de wijziging van de Ovr.
Ook in de voorliggende verordening zijn nog een paar wijzigingen opgenomen die samenhangen met ontwerpbestemmingsplannen die voor 1 januari 2024 in ontwerp ter inzage hebben gelegen. Deze bestemmingsplannen zijn inmiddels allemaal door de gemeente vastgesteld.
Buitengebied, Millseweg 13 Beers, gemeente Land van Cuijk
De wijzigingen van de Omgevingsverordening die samenhingen met het bestemmingsplan Buitengebied, Millseweg 13 Beers zijn niet opgenomen in het ontwerp van deze wijzigingsverordening. De wijzigingen zijn wel opgenomen in het ontwerp van TAM-omgevingsverordening Noord-Brabant, kaartaanpassingen 2024. Omdat er door ons beroep was ingediend bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (RvS) tegen dit plan zijn deze wijzigingen echter niet meegenomen bij de vaststelling van de wijzigingsverordening in september 2024. De wijzigingen die samenhingen met een kaartfout zijn toen wel meegenomen. De uitspraak van de RvS heeft plaatsgevonden en het bestemmingsplan is vernietigd.
Uit later overleg met de gemeente blijkt dat de gemeente het plan zodanig aanpast dat tegemoetgekomen wordt aan de Omgevingsverordening Noord-Brabant en het provinciale beleid. Vandaar dat de wijzigingen nu wel meegenomen worden bij de vaststelling van TAM-omgevingsverordening Noord-Brabant - kaartaanpassingen 2025-1.
Op basis van de vervanger van de IOV, de sinds 1 januari 2024 geldende Omgevingsverordening Noord-Brabant (Ovr), vindt in beginsel de herbegrenzing na inwerkingtreding van een gemeentelijk plan/ vergunning plaats. Zo is het mogelijk een plan in het NNB te ontwikkelen, mits aan alle voorwaarden in de Ovr wordt voldaan, zoals voldoende compensatie en een goede borging daarvan. Er hoeft dan niet gewacht te worden op de herbegrenzing, voordat vaststelling van het plan/verlening van de vergunning plaats kan vinden. Het NNB wordt achteraf, na vaststelling/inwerkingtreding van het gemeentelijke plan, aangepast. Deze wijzigingen zien we als actualisatie van van de kaart van de Omgevingsverordening en worden daarom, in algemene zin, toegelicht in Hoofdstuk 3.
In uitzonderingssituaties is het wel nodig om voor vaststelling van een gemeentelijk plan een wijziging op de kaart van de Omgevingsverordening door te voeren. Dat is het geval bij de wijziging van Bebouwd gebied. Dit is een aanduiding die extra functies en bouwwerken mogelijk maakt in het landelijk gebied. Zolang deze aanduiding er nog niet ligt, zijn omgevingsplannen die de extra functies en bouwwerken op basis van Bebouwd gebied mogelijk maken in strijd met de Omgevingsverordening.
In deze wijziging van de Omgevingsverordening zijn geen herbegrenzingen opgenomen waarbij een verzoek door een gemeente is ingediend en waarbij die aanpassing vóór vaststelling van een gemeentelijk plan doorgevoerd moet zijn (om strijd met de Omgevingsverordening te voorkomen). Wel heeft een kleine correctie van eerder aangevraagd bebouwd gebied plaatsgevonden, op basis van een ontwerpbestemmingsplan.
De actualisaties en correcties die opgenomen zijn in deze wijziging van de Omgevingsverordening komen voort uit verschillende processen, verzoeken en besluiten. In dit hoofdstuk worden deze kort toegelicht.
Er zijn veel wijzigingen in deze Omgevingsverordening doorgevoerd op basis van (recentelijk) vastgestelde/ in werking getreden gemeentelijke plannen.De meeste wijzigingen vinden plaats bij de locaties Stedelijk gebied en NNB.
Stedelijk gebied
Een actualisatie van Stedelijk gebied heeft vaak te maken met geldende bestemmingsplannen voor een woonwijk of bedrijventerrein die nog op de kaart gezet moeten worden. Dan kan de kaart van de Omgevingsverordening geactualiseerd worden naar 'Stedelijk gebied'.
Bij het aanpassen van deze grenzen in samenhang met geldende plannen kan ook het verwijderen
van meestal kleinere delen stedelijk gebied aan de orde zijn.
Soms kunnen er daarbij enige afwijkingen zijn ten opzichte van de grenzen van een
omgevingsplan. Vanuit provinciale optiek zijn namelijk niet de komgrenzen doorslaggevend
voor de vraag of een perceel tot stedelijk gebied behoort, maar de aanwezige ruimtelijke
kenmerken zoals bebouwingsstructuur, -dichtheid en type functies. In komplannen kunnen
bijvoorbeeld om praktische redenen ook percelen met een agrarische functie zijn opgenomen.
Deze worden over het algemeen niet meegenomen in het Stedelijk gebied in de Ovr. In
het geval er in of aan de rand van het buitengebied grote of diepe vlakken met een
functie Wonen zijn opgenomen op basis van de kadastrale eigendommen, is het vanuit
de verordening wenselijk om alleen de strook langs de weg met daarin erf, woning en
nabijgelegen bijgebouwen op te nemen. Ook wordt een strook met een groenfunctie vaak
meegenomen in Stedelijk gebied, omdat deze meestal behoort tot de stedelijke structuur.
Het komt echter soms ook voor dat een strook aan de rand van een ontwikkeling duidelijk
een inpassing is die onderdeel uitmaakt van het landelijk gebied. Dan wordt deze niet
opgenomen in het Stedelijk gebied.
Het komt ook voor dat het Stedelijk gebied juist groter in wordt getekend dan de grenzen van een omgevingsplan. Dat is het geval als bijvoorbeeld een bestaand woningcluster door de ontwikkeling vast komt te liggen aan een woonkern en onderdeel uit gaat maken van de stedelijke structuur.
Natuur Netwerk Brabant
Een aanpassing van het NNB hangt vaak samen met een ontwikkeling binnen het NNB, bijvoorbeeld de uitbreiding van een bedrijventerrein waarbij verwijdering en toevoeging (compensatie) plaatsvindt. Net als bij het Stedelijk gebied is het mogelijk dat er meer of minder NNB wordt toegevoegd en er niet uitsluitend wordt 'geknipt' met de grenzen van een omgevingsplanwijziging. Dat komt bijvoorbeeld voor als de grenzen van de wijziging zien op een ontwikkeling in het NNB waardoor een smal strookje overblijft dat op zichzelf te weinig natuurwaarden heeft om tot het NNB te blijven horen (en daarom ook gecompenseerd dient te worden).
Ecologische verbindingszone
Op de kaart van de Omgevingsverordening zijn ecologische verbindingszones opgenomen. Deze liggen op locaties waar vanuit ecologisch perspectief een verbinding tussen natuurgebieden nodig is. De ecologische verbindingszone (EVZ) blijft op de kaart staan als bufferzone tot aanleg plaats heeft gevonden. Als de aanleg is gerealiseerd komt de daadwerkelijke locatie als NNB op de kaart te staan.
Het komt voor dat een ontwikkeling binnen de EVZ komt te liggen, waardoor deze verlegd dient te worden. Dat is het geval bij het bestemmingsplan Zwarthoofd 5, uitbreiding DC Lidl. De EVZ is verwijderd op de oorspronkelijke locatie en verplaatst. In dit plan is opgenomen dat de EVZ op de nieuwe locatie wordt gerealiseerd en deze is daarom als NNB opgenomen.
Bij kaartfouten gaat het vaak om geconstateerde fouten in de begrenzing of om actualisaties (niet op basis van een recent in werking getreden omgevingsplan). De behoefte hieraan komt meestal naar voren bij een inventarisatie ten behoeve van nieuwe ontwikkelingen. Op dat moment blijkt soms dat de bestaande situatie en het geldende omgevingsplan nog niet juist zijn verwerkt.
Bijvoorbeeld bestaande legale woningen die al sinds de jaren 70 aanwezig zijn maar niet uit het NNB zijn 'geknipt', of overlap met de bestemming 'Verkeer' vanwege een weg.
Dennendreef 5-7 Boxtel
De gemeente Boxtel heeft verzocht om de grens van het NNB op het recreatiepark Dennenoord te wijzigen zodat deze komt te liggen op de bestemmingsgrens Verblijfsrecreatie zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Buitengebied 1994'. Door een omissie is de bestemmingsgrens in het bestemmingsplan 'Buitengebied 2006' verschoven naar het westen, waardoor de bestemming Recreatie-Verblijfsrecreatie onbewust is verkleind. Zeer waarschijnlijk is de grens naar het westen verschoven omdat het voor de eerste keer ging om een digitale kaart en daarbij is de digitale grens van het NNB aangehouden. Het NNB lag daar echter net niet op de juiste plek, wat te maken heeft met de eerdere globale aanduiding die vanwege de digitalisering van de omgevingsverordening zeer precies is geworden. Omdat de bestemmingsgrens in het bestemmingsplan 'Buitengebied 1994' niet digitaal en daarmee niet exact is, is ervoor gekozen om uit te gaan van de kadastrale perceelsgrenzen.
Op basis van nieuwe gegevens, inzichten en plannen heeft het Waterschap De Dommel gevraagd de locaties Regionale waterberging (Gestuurde waterberging) en Reservering waterberging (Natuurlijk overstromingsgebied) op een aantal locaties aan te passen.
Omdat het enkel opnemen van de veelal kleine verschillen geen goed leesbare kaart oplevert is er in de ontwerpfase voor gekozen om in deze gebieden de oude vlakken geheel te verwijderen en te vervangen door nieuwe vlakken. De locaties Reservering en Regionale waterberging zoals op 5 december 2023 vastgesteld zijn buiten de vervangen vlakken ongewijzigd en maken dus nog deel uit van de verordening.
De wijzigingen vinden plaats op de volgende locaties:
Voor meer informatie over de wijzigingen kunt u terecht in Bijlage 1.
Er vinden aanpassingen plaats in de aanduiding provinciale vaarweg. Dit is een technische aanpassing omdat op die locaties geen sprake is van een provinciale vaarweg. Rijkswaterstaat is daar waterbeheerder, niet het waterschap Brabantse Delta.
Het bestemmingsplan RvR Bornhemweg ong. naast nr. 129a, Oudenbosch is door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vernietigd. Het herbegrenzingsbesluit dat samenhing met dit bestemmingsplan is door de rechter buiten toepassing gelaten. Vandaar dat de wijzigingen in deze kaartaanpassingsronde worden teruggedraaid en het Stedelijk gebied daarmee wordt verwijderd.
In de wijziging van de Omgevingsverordening worden ook andere kaartwijzigingen meegenomen. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om besluiten van het Rijk (hogere regelgeving) of van Provinciale Staten. In deze wijziging vinden deze aanpassingen niet plaats.
Een actualisatie van een locatie (zoals NNB) kan indirect ook gevolgen hebben voor een andere locatie (zoals Landelijk gebied). Deze 'afgeleide' wijzigingen worden ook in deze wijzigingsverordening opgenomen.
Soms is er heel direct sprake van communicerende vaten: waar aan een legenda-eenheid iets wordt toegevoegd, moet datzelfde van een andere verwijderd worden. Zo leidt het verwijderen van 'Attentiezone waterhuishouding' tot een overeenkomstige toevoeging aan het gebied 'Geen attentiezone waterhuishouding'.
Vaak is deze samenhang in gebieden wat minder duidelijk en vloeit deze voort uit de technische opbouw van de verordening of omdat onderwerpen inhoudelijk samenhang met elkaar hebben. De 'afgeleide' wijzigingen zijn daarom hieronder nader toegelicht.
In de Omgevingsverordening Noord-Brabant sluiten het 'Stedelijk gebied', het 'Natuur Netwerk Brabant' en 'Landelijk gebied' op elkaar aan en overlappen niet.
Dit betekent dat een wijziging in één van deze legenda-eenheden ook gevolgen heeft
voor het aangrenzende locatie, dat soms ook op een andere kaart voor kan komen. Er
kan bijvoorbeeld niet volstaan worden met het toevoegen van het NNB, er moet op die
plek ook de tot dan toe geldende legendaeenheid uit het genoemde rijtje worden verwijderd.
Het toevoegen van 'Stedelijk gebied' betekent op zijn beurt dat daar meestal 'Landelijk
gebied' verwijderd moet worden.
Bij het verwijderen van het NNB wordt voor de nieuwe invulling gekeken naar de omringende locaties. De hoofdregels voor toekenning van een ander locatie aan de gronden waar NNB is verwijderd zijn als volgt:
Een aanpassing van 'Stedelijk gebied' kan ertoe leiden dat een aantal andere locaties mee wijzigt. Dat doet zich voor bij 'Beperking veehouderij'. Waar deze op de kaart aansluiten aan het 'Stedelijk gebied' schuift de grens van deze gebieden mee met de verplaatsing van de grens van het 'Stedelijk gebied' zodat ze daar op aan blijven sluiten. Ook de norm voor wateroverlast zal vaak meewijzigen. Zie hiervoor ook paragraaf 4.6 Bijkomende wijzigingen in de normen voor wateroverlast
Indien op de aan Stedelijk gebied toe te voegen gronden de locatie Groenblauwe waarden (GBW) van toepassing is, zal dit normaal gesproken gehandhaafd blijven: met deze waarden is als het goed is rekening gehouden bij het opstellen van het plan (voldoende ruimte voor groen, water en dergelijke) en dit moet ook naar de toekomst toe geborgd worden. In een enkel geval kan de opzet van een plan aanleiding geven om de overlap van GBW (deels) te verwijderen.
Groenblauwe waarden
Omdat de regels binnen Natuur Netwerk Brabant een strenger beschermingsregime bevatten dan de regels voor Groenblauwe waarden (GBW), heeft het handhaven van de locatie GBW geen zin op gronden waar NNB wordt toegevoegd. De locatie GBW wordt dan standaard verwijderd. Waar NNB wordt verwijderd wordt aangesloten bij de omringende percelen: zijn die onderdeel van Groenblauwe waarden, dan worden de gronden waar het NNB is verwijderd toegevoegd aan de locatie GBW.
Attentiezone waterhuishouding
Werkzaamheden zoals bijvoorbeeld grondwateronttrekking, het graven van sloten en aanleggen van drainage, kunnen invloed hebben op de waterhuishouding in een gebied. Dergelijke activiteiten kunnen zo nadelige gevolgen hebben voor verdrogingsgevoelige natuur in de nabijheid. Om dit type natuur te beschermen is in de Omgevingsverordening Noord-Brabant (Ovr) een 'Attentiezone waterhuishouding' opgenomen die mede is afgestemd op de grenzen van het NNB. Hier moet de gemeente regels in het omgevingsplan opnemen om verdroging te voorkomen, bijvoorbeeld een vergunningplicht voor werkzaamheden die verdrogend kunnen werken. De attentiezone ligt altijd op het Natuur Netwerk Brabant en de grens kan gelijk lopen met de grens van het NNB, of ruimer zijn.
De wijzigingen in de buitengrenzen van het NNB kunnen daardoor ook leiden tot aanpassing van de grens van 'Attentiezone waterhuishouding'. Verwijderen van percelen NNB aan de rand van een gebied waar de attentiezone op dezelfde grens ligt als het NNB zal ertoe leiden dat 'Attentiezone waterhuishouding' ook verwijderd wordt waar de NNB vervalt. Waar toevoegen van NNB aan de orde is wordt er bij de vaststelling 'Attentiezone waterhuishouding' opgenomen wanneer dat nog niet op de percelen ligt.
Beperkingen veehouderij
Daarnaast kent de Ovr ook een gebied 'Beperkingen veehouderij' dat als een beschermingszone op en rondom het NNB ligt. Toevoeging van percelen NNB op gronden waar nog geen 'Beperkingen veehouderij' ligt zorgt ervoor dat het perceel in kwestie bij deze wijzigingsverordening wordt toegevoegd aan 'Beperkingen veehouderij'.
Natuur Netwerk Nederland
Het Natuurnetwerk Nederland (NNN) ligt altijd binnen het NNB. Het grootste gedeelte van het NNB is ook NNN. De grens van het NNN schuift, als het erop ligt, mee met het NNB.
In de Omgevingsverordening Noord-Brabant zijn regels opgenomen die verbonden zijn aan het gebied waar de 'Attentiezone waterhuishouding' níet ligt.
Een toevoeging van percelen aan de 'Attentiezone waterhuishouding' zoals beschreven in de paragrafen hierboven betekent dus dat het gebied 'Geen attentiezone waterhuishouding' kleiner wordt. Andersom betekent een verwijdering van de attentiezone dat het gebied 'Geen attentiezone waterhuishouding' op de kaart groter wordt.
In hoofdstuk 2 van de Omgevingsverordening Noord-Brabant (Ovr) zijn normen voor wateroverlast
opgenomen waar de waterschappen rekening mee moet houden.
Deze normen hangen onlosmakelijk samen met de functie van de gronden en zijn bijvoorbeeld
soepel in natuurgebieden en het strengst in stedelijk gebied. Daarom hebben de wijzigingen
van het NNB, 'Stedelijk gebied', 'Regionale waterberging' en 'Reservering waterberging'
automatisch ook gevolgen voor de normen wateroverlast die horen bij de instructieregels
voor het waterschap. Wanneer gronden bijvoorbeeld niet langer deel uitmaken van het
Natuur Netwerk Brabant maar 'gewoon' landelijk gebied worden brengt met zich mee dat
de voor NNB geldende status 'Normvrij' verwijderd moet worden en op dezelfde plek
de 'Norm voor wateroverlast buiten stedelijk gebied' moet worden toegevoegd.
De hoofdregels voor de toekenning van de normen voor wateroverlast zijn als volgt:
Gedeputeerde Staten zijn bevoegd tot vaststelling of wijziging van de Omgevingsverordening in de gevallen die genoemd worden in het Delegatiebesluit Omgevingsverordening Noord-Brabant. Bijvoorbeeld als evidente fouten hersteld moeten worden. Specifiek wordt in het besluit aangegeven dat 'werkingsgebieden' gewijzigd kunnen worden als:
De wijzigingen in deze Omgevingsverordening passen binnen deze gevallen.
Gemeentelijke plannen
In de toelichting van het ontwerp van de gemeentelijke plannen is beschreven waarom deze passen binnen (afwijk)regels en/ of de uitgangspunten van de Omgevingsverordening Noord-Brabant. Het kan zo zijn dat het voor een passend plan nodig is een locatie te wijzigen, bijvoorbeeld door toevoeging van 'Bebouwd gebied'. De wijziging is dan nodig voor een doelmatige uitvoering van de Omgevingsverordening en draagt bij een het doel waarvoor het werkingsgebied is opgenomen.
Actualisaties en correcties
Het komt het vaak voor dat een ontwikkeling plaats kan vinden zonder wijziging van een werkingsgebied, maar later wel een wijziging nodig is om de juiste regels ter plaatse van de ontwikkeling te laten gelden. Bijvoorbeeld bij de uitbreiding van een kern in Landelijk gebied met een stedelijke ontwikkeling. Daar wordt Stedelijk gebied opgenomen en wordt bijvoorbeeld de Norm wateroverlast aangepast.
Ook komt het voor dat de wijzigingen nodig zijn voor een doelmatige uitvoering van de Omgevingsverordening en de wijziging bijdraagt aan het doel waarvoor het werkingsgebied is opgenomen. Zoals bij de wijziging van ecologische verbindingszones, waardoor ze op een ecologisch gezien betere plek komen te liggen. Of het wijzigingen van Regionale waterberging op basis van recente gegevens van een Waterschap.
De wijzigingen die vallen onder de categorie 'correcties' zijn kennelijke onjuistheden van begrenzingen of de begrenzing is niet langer in overeenstemming met een in werking getreden omgevingsplan. Bijvoorbeeld bij een puntje van een bouwvlak van een veehouderij waar zonder reden Beperkingen veehouderij overheen ligt.
Bij de wijziging van een grens van het Natuur Netwerk Brabant (NNB) geldt aanvullend dat GS bevoegd is als:
Er treedt in dit wijzigingsbesluit geen wijziging van de grens van een Natura 2000 - gebied op.
Bij de punten II en III gaat het om het NNB op de schaal van de provincie Noord-Brabant, dus op een hoger abstractieniveau dan bijvoorbeeld gronden waar het NNB wordt verwijderd in verband met een gemeentelijke planontwikkeling. In de Omgevingsverordening Noord-Brabant is geregeld dat op het hogere abstractieniveau aan punten II en III voldaan wordt, onder andere door het opnemen van een algemeen artikel tot behoud, herstel of duurzame ontwikkeling van ecologische waarden en kenmerken ter plaatse van NNB (art. 5.30 Ovr). Ook het onder voorwaarden toestaan van planontwikkelingen binnen het NNB, mogelijk gemaakt in de Ovr artikelen 5,34, 5,35, en 5,36 past binnen punten II en III van de GS bevoegdheid tot wijziging.
Gelet op de regels in het Besluit kwaliteit leefomgeving is het wenselijk om duidelijk in de Omgevingsverordening aan te geven welke gebieden deel uitmaken van het Natuurnetwerk Nederland en welke delen van het NNB daarbuiten liggen. Vandaar dat sinds de TAM Ogevingsverordening - regelwijziging 1 een aparte aanduiding in de Omgevingsverordening is opgenomen (NNN). Alle NNN ligt binnen het bestaande NNB, zoals dat al langer in de verordening is opgenomen.
Gekoppeld aan het opnemen van de aanduiding NNN is een kleine wijziging van de compensatieregels doorgevoerd. Als voorkeurslocatie worden gronden binnen het NNB aangewezen, onder de voorwaarde dat de oppervlakte van het Natuurnetwerk Nederland ten minste gelijk blijft, of binnen nog niet gerealiseerde ecologische verbindingszones. In het geval dat er geen voorkeurslocatie aanwezig is, kan in overleg met de provincie en onder voorwaarden een andere locatie worden ontwikkeld ten behoeve van fysieke compensatie. Ook is het mogelijk voor gemeenten om financieel te compenseren, waarbij het geld gestort wordt in het provinciale compensatiefonds.
In artikel 7.4 lid 3 van de Omgevingsverordening is opgenomen dat Gedeputeerde Staten (GS) zorgdragen voor het tijdig realiseren van fysieke compensatie als bedoeld in Artikel 5.38 in het geval toepassing is gegeven aan Artikel 5.39 (financiële compensatie).
In artikel 7.22 van de Omgevingsverordening wordt GS verplicht gesteld, gelet op artikel 5.39 (financiële compensatie), jaarlijks een rapportage vast te stellen waarin:
Het NNN neemt door dit wijzigingsbesluit toe.
De wijziging heeft alleen betrekking op de begrenzingen van een beperkt aantal gebieden in de Ovr. Daarom dient naast dit wijzigingsbesluit ook de Omgevingsverordening te worden geraadpleegd:
Onder de Ovr is achteraf herbegrenzen het uitgangspunt geworden. Zoals ook in Hoofdstuk 2 is toegelicht is het bij de meeste locaties zo geregeld dat de ontwikkeling plaats mag vinden als aan de afwijkregels in de Ovr voldaan is. Een voorbeeld is het Natuur Netwerk Brabant. Hierin mag via een ruimtelijke procedure een ontwikkeling mogelijk gemaakt worden die strijdig is met natuurwaarden, mits aan de voorwaarden in de Ovr voldaan wordt, waaronder een voldoende en goed geborgde compensatie. De wijziging van het omgevingsplan is daardoor op het moment van vaststellen niet strijdig met de Ovr, ondanks de ligging in het NNB. Na inwerkingtreding van de wijziging verwerken wij deze in de eerstmogelijke kaartaanpassingsronde (waarbij het NNB verwijderd wordt).
Deze kaartaanpassingsrondes vinden twee keer per jaar plaats. Het ontwerp van de eerste ronde ligt in mei/juni ter inzage en deze wijziging ligt in september voor aan GS ter vaststelling. Het ontwerp van de tweede ronde gaat in december ter inzage en vaststelling vindt plaats het volgende jaar aan het einde van het eerste kwartaal.
Tijdens de terinzagelegging van het ontwerp (6 weken) kan iedereen een zienswijze indienen. Er is één zienswijze ingediend. Deze is samengevat en beantwoord in de ota van zienswijzen en wijzigingen, te vinden in Bijlage 2. De zienswijze leidt niet tot wijzigingen ten opzichte van het ontwerp. Wel zijn een aantal ambtshalve wijzigingen doorgevoerd, die beschreven staan in de Nota van zienswijzen en wijzigingen.