|
De Gemeenteraad heeft in oktober 2013 de Nota Varen vastgesteld. Daarin is beleid opgenomen om het beschikbare vaarwater zo optimaal mogelijk te benutten. In een aangenomen motie (d.d. 26 november 2014) is het college gevraagd te zorgen voor voldoende ligplaatsen voor passagiersvaartuigen, zodat het huidige tekort aan ligplaatsen kan worden opgelost. Daartoe heeft de Gemeenteraad op 2 juni 2016 een bestemmingsplan ligplaatsen passagiersvaartuigen vastgesteld welke inmiddels onherroepelijk is geworden. In navolging hiervan is een 2de tranche van ligplaatsen in jachthavens samengesteld die zijn opgenomen in het voorliggende bestemmingsplan.
Bij het eerste bestemmingsplan Ligplaatsen passagiersvaartuigen (2016) is voor 6 jachthavens een juridisch-planologische regeling vastgesteld. Voorliggend paraplubestemmingsplan heeft betrekking op 20 jachthavens in Amsterdam die hebben aangegeven ook een deel van de ligplaatsen te willen kunnen gebruiken als ligplaats voor passagiersvaartuigen. Het gaat hierbij om de volgende jachthavens:
Bij het bepalen van het aantal ligplaatsen dat per jachthaven zou kunnen worden aangewend voor passagiersvaartuigen is, los van de huidige beschikbaarheid, uitgegaan van een percentage van maximaal 25% van het aantal ligplaatsen. Hiermee kan enerzijds tegemoet worden gekomen aan de vraag naar ligplaatsen voor passagiersvaartuigen, anderzijds blijven de jachthavens door dit percentage in overwegende mate een haven voor pleziervaart. Alleen bij jachthaven Bovendiep wordt een percentage van 35% toegestaan, omdat dit als zodanig is vastgelegd in een verleende omgevingsvergunning.
Uitgaande van het aantal ligplaatsen van de 20 havens en de gehanteerde percentages per jachthaven wordt in dit paraplubestemmingsplan de mogelijkheid geboden om in totaal 410 ligplaatsen te realiseren. Samen met de al 70 vergunde ligplaatsen in jachthaven Bovendiep gaat het in totaal om 480 ligplaatsen. Kern daarbij is dat er geen nieuwe ligplaatsen worden gerealiseerd, maar dat de al bestaande ligplaatsen voor pleziervaartuigen ook gebruikt mogen gaan worden door passagiersvaartuigen.
De ligplaatsen dienen uitsluitend voor als stallingslocatie, er zal nadrukkelijk geen sprake zijn van (openbare) op- en afstapplaatsen. Overigens is de jachthaveneigenaar niet verplicht om plek te bieden aan passagiersvaartuigen, het paraplubestemmingsplan maakt deze vaartuigen uitsluitend mogelijk. In de onderstaande tabel is aangegeven hoeveel ligplaatsen per jachthaven mogelijk worden gemaakt.
Het Jachthavens heeft betrekking op 20 jachthavens in Amsterdam. Op de onderstaande afbeelding is de ligging van de jachthavens in Amsterdam weergegeven.
De begrenzing van het paraplubestemmingsplan is afgestemd op de huidige begrenzing van (het gedeelte van) de jachthavens waar de ligplaatsen kunnen worden gerealiseerd.
Het college heeft in maart 2017 besloten dat dit project en daarmee het (paraplu)bestemmingsplan) wordt aangemerkt als stedelijk project vanwege onder meer het stadsdeeloverstijgende karakter wat betekent dat de voorbereiding van dit (paraplu)bestemmingsplan stedelijk wordt voorbereid. De gemeenteraad is bevoegd om het bestemmingsplan vast te stellen.
De Crisis- en herstelwet beoogt een versnelling in de ontwikkeling en verwezenlijking van ruimtelijke projecten te bewerkstelligen, teneinde bij te dragen aan de bestrijding van de economische crisis. Hiertoe zijn tijdelijke wijzigingen in de ruimtelijke procedures (bijvoorbeeld het bestemmingsplan) van toepassing verklaard op verschillende soorten projecten. Zo zijn bijvoorbeeld de behandelingstermijnen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verkort en is het belanghebbende begrip aangepast. De projecten waarvoor dit geldt, zijn opgenomen in bijlage I en II van de Crisis- en herstelwet. Het realiseren van ligplaatsen voor passagiersvaartuigen in bestaande jachthavens ter plaatse van bestaande ligplaatsen voor pleziervaartuigen valt niet onder één van de genoemde categoriën, zodat de Crisis- en herstelwet niet van toepassing is voor dit paraplubestemmingsplan.
Doel van het paraplubestemmingsplan is het bieden van een juridisch planologisch kader voor het toestaan van circa 400 ligplaatsen voor passagiersvaartuigen in 20 bestaande jachthavens in Amsterdam. Het gaat hierbij niet om nieuwe fysieke ligplaatsen, maar om bestaande ligplaatsen voor pleziervaartuigen die na de vaststelling van dit paraplubestemmingsplan ook voor passagiersvaartuigen kunnen worden gebruikt. Het parpaplubestemmingsplan biedt het juiste juridisch planologisch kader waarbinnen de ondernemers een aanvraag kunnen indienen voor een benodigde ligplaatsvergunning in één van de zes jachthavens.
Het gaat hierbij om ligplaatsen voor passagiersvaartuigen waarbij geen sprake is van openbare op- en afstapplekken. Op grond van de Nota Varen 2.1 (zie ook paragraaf 3.3.3) wordt elders in de stad voorzien in de uitbreiding van het aantal openbare op- en afstapplekken. Deze op- en afstapplekken vallen echter buiten de scope van dit paraplubestemmingsplan.
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR)
Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte vastgesteld. In de structuurvisie is aangegeven dat het Rijk drie hoofddoelen heeft:
Uit deze drie hoofddoelen komen onderwerpen voort die van nationaal belang zijn. Structuurvisies hebben geen bindende werking voor andere overheden dan de overheid die de visie heeft vastgesteld. De nationale belangen uit de structuurvisie die juridische borging vragen, zijn daarom geborgd in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro).
Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)
Op 30 december 2011 is het Barro in werking getreden. Deze Amvb is gericht op doorwerking van nationale belangen in gemeentelijke bestemmingsplannen en zorgt voor sturing en helderheid van deze belangen vooraf. In het Barro zijn bepalingen opgenomen ten aanzien van onder andere Rijksvaarwegen, Waddenzee, hoofdspoorwegen, Ecologische Hoofdstructuur en defensie. Het voorliggende paraplubestemmingsplan heeft niet tot doel wijzigingen aan te brengen in gebieden of structuren die krachtens het Barro van nationaal belang zijn. Evenmin voorziet het bestemmingsplan in de uitbreiding van jachthavens. Het paraplubestemmingsplan is derhalve in overeenstemming met het Barro.
Per 1 oktober 2012 is het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) op enkele onderdelen gewijzigd. Zo is een aantal digitale eisen voor ruimtelijke plannen gewijzigd en verbeterd. Een andere wijziging is de toevoeging van een artikellid aan artikel 3.1.6 Bro. In artikel 3.1.6, lid 2 Bro is nu voorgeschreven dat indien bij een bestemmingsplan 'een nieuwe stedelijke ontwikkeling' mogelijk wordt gemaakt, in de toelichting van het bestemmingsplan een verantwoording daarvan moet plaatsvinden.
De voorgaande systematiek is niet nieuw en werd voorheen de SER-ladder genoemd. Het Rijk adviseerde dit afwegingskader al op enkele beleidsterreinen zoals bij bedrijventerreinen. De SER-ladder is ook in enkele beleidsregels overgenomen. Nu wordt deze systematiek algemeen voorgeschreven bij nieuwe stedelijke ontwikkelingen en deze wordt ook wel de 'ladder voor duurzame verstedelijking' genoemd.
Het voorliggende paraplubestemmingsplan heeft als doel om te regelen dat in bestaande jachthavens een deel van de ligplaatsen ook mag worden gebruikt voor passagiersvaartuigen. Aanleiding hiervoor is de grote vraag naar ligplaatsen voor passagiersvaartuigen in de stad. De regionale behoefte kan daarmee in voldoende mate worden aangetoond. Er is geen sprake van fysiek nieuwe ligplaatsen, de passagiersvaartuigen kunnen worden afgemeerd op plekken waar nu een pleziervaartuig ligt. Er is hierdoor geen sprake van een nieuwe stedelijke ontwikkeling waarbij de regionale behoefte aangetoond dient te worden.
Op 21 juni 2010 heeft provinciale staten de Provinciale Structuurvisie Noord-Holland
2040 de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (PRVS) vastgesteld. Op
3 november 2010 is de Provinciale Structuurvisie Noord-Holland 2040 in werking getreden.
In de Structuurvisie heeft de provincie haar ruimtelijke toekomstvisie vastgelegd
en aangegeven hoe zij deze visie denkt te realiseren.
Uitgangpunt is dat Noord-Holland aantrekkelijk moet blijven in wat het is: een diverse,
internationaal concurrerende regio, in contact met het water en uitgaande van de kracht
van het landschap. De provincie kiest daarbij voor hoogstedelijke milieus en beperkte
uitleg van bedrijventerreinen en houdt het landelijk gebied open en dichtbij. Verder
worden de waterkeringen versterkt en calamiteitenbergingen aangelegd om wateroverlast
te voorkomen. Door het landelijk gebied te ontwikkelen vanuit de kenmerken van Noord-
Hollandse landschappen en de bodemfysieke kwaliteiten blijft de provincie bijzonder
en aantrekkelijk om in te wonen, te werken en om te bezoeken.
In de structuurvisie worden drie hoofdbelangen en twaalf ondergeschikte belangen benoemd:
Het Jachthavens heeft betrekking op de realisatie van ligplaatsen voor passagiersvaartuigen in bestaande jachthavens in het stedelijke gebied. De beschikbare binnenstedelijke ruimte wordt daarmee zo optimaal mogelijk benut. Bestaande Noord-Hollandse cultuurlandschappen alsmede de groene ruimte rondom de stads blijven hiermee in tact. Het paraplubestemmingsplan is derhalve in overeenstemming met de Structuurvisie.
De geldende Provinciale Ruimtelijke Verordening is op 1 maart 2017 in werking getreden. Voor nieuwe stedelijke ontwikkelingen geldt dat deze slechts zijn toegestaan als deze passen binnen regionaal gemaakte afspraken. Voor de definirtie van een nieuwe stedelijke ontwikkeling wordt verwezen naar artikel 1.1.1, eerste lid onder i, van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). In het Bro is dit gedefinieerd als "ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen". Het verruimen van de gebruismogelijkheden van bestaande ligplaatsen in bestaande jachthavens waarbij naast pleziervaartuigen ook passagiersvaartuigen mogen aanmeren (geen op- en afstapplaatsen) is niet te beschouwen als een nieuwe stedelijke ontwikkeling en past binnen de kaders van de Provinciale ruimtelijke verordening.
De Structuurvisie is op 17 februari 2011 vastgesteld door de Gemeenteraad en daarmee het toekomstbeeld voor de stad. Eén van de centrale doelen en opgaven in de Structuurvisie is het aantrekkelijk maken van het groen en water in en rondom de stad en het investeren in de gebruiksmogelijkheden van het water en het groen.
In de Structuurvisie is aangegeven dat de gemeente Amsterdam in het kader van "Ontdek Amsterdam" de bereikbaarheid per passagiersvaartuig verbetert door een stadsbrede visie op het recreatief gebruik van het binnenwater op te stellen, die onder meer zal leiden tot de uitbreiding van het aantal steigers en ligplaatsen. Het voorliggende paraplubestemmingsplan voorziet in de realisatie van extra ligplaatsen voor passagiersvaartuigen , waarmee invulling wordt gegeven aan de ambities uit de Structuurvisie.
Het landdeel van de bestaande jachthavens aan de Buitenkerkerweg en Diemerzeedijk zijn in de Structuurvisie onderdeel van de Hoofdgroenstructuur en ingedeeld in de categorie "corridor". Deze zones dienen voornamelijk als ecologische verbindingszone en groene route voor wandelaars en fietsers. Het waterdeel van de jachthavens (waar de ligplaatsen worden gerealiseerd) vallen niet binnen de hoofdgroenstructuur. Het paraplubestemmingsplan voorziet uitsluitend in het toestaan van ligplaatsen voor passagiersvaartuigen ter plaatse van bestaande ligplaatsen voor pleziervaartuigen. Het ruimtebeslag op het water blijft ongewijzigd. Ook op het landdeel vinden geen ingrepen plaats. Het paraplubestemmingsplan is daarmee in overeenstemming met de Structuurvisie.
Op 16 oktober 2012 is de Watervisie fase 1 door het college van B&W vastgesteld als discussiestuk. Fase 1 geeft een ruimtelijk economisch perspectief op het gebruik en de beleving van het water en bevat een toekomstbeeld voor 2040.
De ambitie van de gemeente richt zich met name op het opvangen van de verwachte groei buiten de bekende routes en verdere professionalisering van het produkt. Het huidige vergunningensysteem staat geen verdere groei toe en is bovendien niet bevorderlijk voor innovatie. De gemeente streeft naar een vergroening van de boten (schonere motoren) en het verbeteren van de kwaliteit van op- en afstapplaatsen.
Het college B&W heeft op 19 november 2013 de beleidsnota Varen in Amsterdam 2.1 en de Regeling Passagiersvaart 2013 (RPA 2013, zie paragraaf 3.3.4) vastgesteld.
Ligplaatsen voor passagiersvaartuigen
In het beleid is bepaald dat voor passagiersvaartuigen in het centrum en verder daarbuiten nieuwe ligplaatsen voor passagiersvaartuigen worden aangewezen. Het voorliggende paraplubestemmingsplan geeft uitvoering hieraan door buiten het toeristische centrum van Amsterdam ligplaatsen voor passagiersvaartuigen te realiseren zodat de ligplaatsen voor passagiersvaartuigen beter over de stad worden gespreid. Uitgangspunt daarbij is dat daarvoor bestaande ligplaatsen in jachthavens worden benut die als gevolg van dit paraplubestemmingsplan zowel door pleziervaart als door passagiersvaartuigen kunnen worden gebruikt.
Op- en afstapplekken
De gemeente streeft naar het beschikbaar zijn van voldoende openbare op- en afstapplaatsen voor vergund passagiersvervoer door het realiseren van nieuwe op- en afstapplekken. Het college acht het van groot belang dat alle vergunninghouders in redelijk gelijke mate moeten kunnen profiteren van locaties waar veel toeristen en andere belangstellenden hun keuze maken voor een rond- of lijnvaart. Voor het centrum is in 2008 een zogenaamd steigerplan vastgesteld met nieuwe gewenste plekken voor openbare op- en afstapplekken. Door het gemeentelijk programmateam Varen Passagiersvaart wordt gewerkt aan een uitbreiding van het aantal openbare op en afstapplekken buiten het centrumgebied in het kader van spreiding in de stad. Uitgangspunt daarbij is dat er geen (openbare) op- en afstapplekken in één van de zes jachthavens wordt gerealiseerd waar dit paraplubestemmingsplan betrekking op heeft. Om die reden is in dit bestemmingsplan als uitgangspunt gehanteerd dat de ligplaatsen in de zes jachthavens uitsluitend ligplaatsen betreffen en geen openbare op- en afstapplekken.
Op 3 september 2013 heeft het college van Burgemeester en Wethouders de Regeling Passagiersvaart 2013 vastgesteld. Hierin zijn richtlijnen opgenomen voor het aanvragen van een vergunning voor passagiersvaartuigen. In de regeling is aangegeven dat er in Amsterdam een tekort aan ligplaatsen voor vergunde passagiersvaartuigen is, omdat die volgens de huidige bestemmingsplannen op de meeste locaties niet zonder meer zijn toegestaan. Wijziging van bestemmingsplannen vergt tijd. De door het college van Burgemeester en Wethouders aangestelde ligplaatsregisseur zal voorstellen doen voor substantiële uitbreiding van het aantal ligplaatsen. Het voorliggende paraplubestemmingsplan voorziet in het juridisch planologisch kader hiervoor.
Door het college van B&W is in november 2017 de Principenota Verdi vastgesteld. Daarin is aangegeven dat voor het zuidwestelijk deel van het gebied, waar de jachthavens bij het Amsterdamse bos in liggen, onderzoek wordt gedaan naar de mogelijkheden tot het beter toegankelijk en bereikbaar maken van het gebied. Dit wordt verder uitgewerkt in een projectbesluit. Aangezien op het moment van schrijven nog geen vastgesteld kader beschikbaar is, wor
Jachthaven Staverno Marnixkade ligt aan de Marnixkade, ter hoogte van huisnummer 93 in Amsterdam, stadsdeel Centrum.
Afbeelding: jachthaven Staverno Marnixkade
Ter plaatse geldt het bestemmingsplan Jordaan 1999. Op grond van de aanduiding "jachthaven toegestaan" is ter plaatse een jachthaven mogelijk. Voor het water waar de jachthaven in gelegen is, is een nieuw bestemmingsplan "Singelgrachtgarage Marnix" in voorbereiding. Een ontwerpbestemmingsplan daarvan is met ingang van 6 april 2017 ter visie gelegd. De omvang van de jachthaven is in dat bestemmingsplan gewijzigd ten opzichte van het bestemmingsplan Jordaan 1999. Om die reden is in dit paraplubestemmingsplan de nieuwe omvang aangehouden voor de aanduiding die regelt dat de ligplaatsen ook voor passagiersvaartuigen gebruikt mogen worden. Op de afbeelding is dit weergegeven.
Met het voorliggende paraplubestemmingsplan wordt aan het deel van het bestemmingsvlak waar de jachthaven is toegestaan een aanduiding "specifieke vorm van water - 1" toegevoegd, dat regelt dat maximaal 25% van het aantal ligplaatsen mag worden gebruikt als ligplaats voor passagiersvaartuigen. Voor dit maximum percentage van 25% is gekozen om enerzijds in voldoende mate aan de vraag naar ligplaatsen voor passagiersvaartuigen tegemoet te kunnen komen en anderzijds het karakter van de jachthaven voor pleziervaart in overwegende mate te behouden.
Met het voorliggende paraplubestemmingsplan wordt aan het deel van het bestemmingsvlak waar de jachthaven is toegestaan een aanduiding "specifieke vorm van water - 1" toegevoegd, dat regelt dat maximaal 25% van het aantal ligplaatsen mag worden gebruikt als ligplaats voor passagiersvaartuigen. Voor dit maximum percentage van 25% is gekozen om enerzijds in voldoende mate aan de vraag naar ligplaatsen voor passagiersvaartuigen tegemoet te kunnen komen en anderzijds het karakter van de jachthaven voor pleziervaart in overwegende mate te behouden.
In het bestemmingsplan "Jordaan 1999" was nog geen definitie van het begrip "passagiersvaartuig" opgenomen. Daarom is deze definitie als nieuw lid 38 aan artikel 1 toegevoegd.
Jachthaven Nauticadam Marina Westerdok ligt aan de Bickerswerf 2A in Amsterdam, stadsdeel Centrum.
Afbeelding: jachthaven (bron: www.nauticadam.nl)
Ter plaatse geldt het bestemmingsplan "Water". Op basis van dit bestemmingsplan is ter plaatse op grond van de functieaanduiding "jachthaven" een jachthaven en bijbehorende aanlegsteigers toegestaan. Op de onderstaande afbeelding is dit aangegeven (screenshot www.ruimtelijkeplannen.nl).
Met het voorliggende paraplubestemmingsplan wordt aan het deel van het bestemmingsvlak waar de jachthaven is toegestaan een aanduiding "specifieke vorm van water - 1" toegevoegd, dat regelt dat maximaal 25% van het aantal ligplaatsen mag worden gebruikt als ligplaats voor passagiersvaartuigen. Voor dit maximum percentage van 25% is gekozen om enerzijds in voldoende mate aan de vraag naar ligplaatsen voor passagiersvaartuigen tegemoet te kunnen komen en anderzijds het karakter van de jachthaven voor pleziervaart in overwegende mate te behouden.
Jachthaven Het Realeneiland ligt aan de Zandhoek 10A in Amsterdam, stadsdeel Centrum. Op de luchtfoto is de locatie weergegeven.
Afbeelding: Jachthaven Het Realeneiland (bron: www.google.nl)
Ter plaatse geldt het bestemmingsplan "Water". Op basis van dit bestemmingsplan is ter plaatse op grond van de functieaanduiding "specifieke vorm van water - jachthaven 1" een jachthaven en bijbehorende aanlegsteigers toegestaan. Op de onderstaande afbeelding is dit aangegeven (screenshot www.ruimtelijkeplannen.nl).
Met het voorliggende paraplubestemmingsplan wordt aan het deel van het bestemmingsvlak waar de jachthaven is toegestaan een aanduiding "specifieke vorm van water - 1" toegevoegd, dat regelt dat maximaal 25% van het aantal ligplaatsen mag worden gebruikt als ligplaats voor passagiersvaartuigen. Voor dit maximum percentage van 25% is gekozen om enerzijds in voldoende mate aan de vraag naar ligplaatsen voor passagiersvaartuigen tegemoet te kunnen komen en anderzijds het karakter van de jachthaven voor pleziervaart in overwegende mate te behouden.
Jachthaven Nauticadam Twellegea ligt aan de Nieuwendammerdijk 284 in Amsterdam, stadsdeel Noord.
Afbeelding: jachthaven Twellegea (bron: www.nauticadam.nl)
Ter plaatse geldt het bestemmingsplan "Nieuwendam Zuid II". Op basis van dit bestemmingsplan is ter plaatse op grond van de bestemming "Recreatie - 3" een jachthaven met inbegrip van bijbehorende voorzieningen als sanitair, ondersteunende horeca, kantoor, bergingen en andere nevenruimten, voorzieningen ten behoeve van de opslag van en onderhoud aan plezierboten en steigers en ligplaatsen voor een plezierboten toegestaan. De ligplaatsen voor de boten zijn geregeld in de aangrenzende bestemming "Water", daar waar de aanduiding "jachthaven" is opgenomen.
Met het voorliggende paraplubestemmingsplan worden uitsluitend de planregels van het bestemmingsplan Nieuwendam Zuid II aangepast. Aan de doeleindenomschrijving van de bestemming "Water" wordt toegevoegd dat ook "steigers en ligplaatsen voor passagiersboten" zijn toegestaan. Ook is bepaald dat hier maximaal 25% van het aantal ligplaatsen voor gebruikt mag worden. Voor dit maximum percentage van 25% is gekozen om enerzijds in voldoende mate aan de vraag naar ligplaatsen voor passagiersvaartuigen tegemoet te kunnen komen en anderzijds het karakter van de jachthaven voor pleziervaart in overwegende mate te behouden.
In het geldende bestemmingsplan was al een definitie van pasasgiersvaartuig opgenomen, maar de naamgeving wijkt iets van de standaard af: in het bestemmingsplan Nieuwendam Zuid II is de naam "passagiersboot" aangehouden. Om zo dicht mogelijk bij het vigerende bestemmingsplan te blijven qua regeling is de naamgeving niet veranderd en is de term "passasgiersboot" aangehouden.
Jachthaven Kadoelenwerf ligt aan de Landsmeerderdijk 120 in Amsterdam, stadsdeel Noord.
Afbeelding: jachthaven Kadoelenwerf (Bron: www.kadoelenwerf.nl)
Ter plaatse geldt het bestemmingsplan "Kadoelen - Oostzanerwerf III". De jachthaven
is bestemd als "Water" en voorzien van een functie-aanduiding "jachthaven". Op basis
van de planregels zijn daar tevens steigers en ligplaatsen voor plezierboten als onderdeel
van de aangrenzende jachthaven toegestaan. In 2013 is een omgevingsvergunning verleend
voor het vergroten van de jachthaven. De vergunde omvang van de jachthaven is in dit
paraplubestemmingsplan overgenomen.
Met het voorliggende paraplubestemmingsplan wordt een aanduiding op de verbeelding toegevoegd die luidt: "specifieke vorm van water - 1". In de planregels wordt bepaald dat ter plaatse van deze aanduiding tevens steigers en ligplaatsen voor passagiersvaartuigen als onderdeel van de aangrenzende jachthaven zijn toegestaan. Ook wordt bepaald dat hier maximaal 25% van het aantal ligplaatsen voor gebruikt mag worden. Voor dit maximum percentage van 25% is gekozen om enerzijds in voldoende mate aan de vraag naar ligplaatsen voor passagiersvaartuigen tegemoet te kunnen komen en anderzijds het karakter van de jachthaven voor pleziervaart in overwegende mate te behouden.
Jachthaven D'Anckerplaets ligt aan de M.S. van Riemsdijkweg 5 in Amsterdam, stadsdeel Noord
Afbeelding: Jachthaven D'Anckerplaets (bron: http://www.anckerplaets.nl)
Ter plaatse geldt het bestemmingsplan NDSM-werf Oost. De jachthaven is bestemd als "Water" en voorzien van een functie-aanduiding "jachthaven". Op de onderstaande afbeelding is dit aangegeven (screenshot www.ruimtelijkeplannen.nl). Op basis van de planregels is daar tevens een jachthaven toegestaan.
Met het voorliggende paraplubestemmingsplan wordt aan artikel 10.1 (bestemmingsomschrijving van de bestemming "Water") een nieuw sub h toegevoegd dat komt te luiden als volgt: "h. steigers en ligplaatsen voor passagiersvaartuigen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "jachthaven". Ook wordt bepaald dat hier maximaal 25% van het aantal ligplaatsen voor gebruikt mag worden. Voor dit maximum percentage van 25% is gekozen om enerzijds in voldoende mate aan de vraag naar ligplaatsen voor passagiersvaartuigen tegemoet te kunnen komen en anderzijds het karakter van de jachthaven voor pleziervaart in overwegende mate te behouden.
Jachthaven Pampus ligt aan de Buitenkerkerweg 7 in Amsterdam, stadsdeel Oost.
Afbeelding: jachthaven (bron: www.jachtwerfpampus.nl)
Ter plaatse geldt het bestemmingsplan "Het Nieuwe Diep 2012". De jachthaven (zowel het landdeel als het waterdeel) is bestemd als "Recreatie - Dagrecreatie 1". Op de onderstaande afbeelding is dit aangegeven (screenshot www.ruimtelijkeplannen.nl). Op basis van de planregels zijn daar onder andere watersportbedrijven en watersportverenigingen toegestaan. Op basis van de definities (artikel 1) zijn zowel watersportbedrijven als watersportverenigingen gericht op pleziervaartuigen en niet op passagiersvaartuigen.
Met het paraplubestemmingsplan ligplaatsen passagiersvaartuigen (vastgesteld op 2 juni 2016) is het bestemmingsplan "Het Nieuwe Diep" al op onderdelen gewijzigd. Zo is al een definitie van passagiersvaartuig opgenomen, dus dat hoeft met dit paraplubestemmingsplan niet te worden gedaan. Ook is de bestemming "Recreatie - Dagrecreatie 1" al gewijzigd, waarbij is geregeld dat ligplaatsen voor passagiersvaartuigen zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - 1". Daarom is bij deze jachthaven de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - 1" op de planverbeelding toegevoegd.
In de planregels was met het vorige paraplubestemmingsplan (2016) bepaald dat 35% van het aantal ligplaatsen tot een maximum van 56 gebruikt zou mogen worden voor passagiersvaartuigen. Die regeling was toegesneden op Jachthaven Peek (Diemerzeedijk 35). Nu er ook voor andere jachthavens in de bestemming "Recreatie - Dagrecreatie 1" ligplaatsen worden voorzien, is ook artikel 7.3.1 sub h gewijzigd en komt te luiden als volgt: "het maximum aantal ligplaatsen voor passagiersvaartuigen bedraagt:
In de planregels wordt bepaald dat maximaal 25% van het aantal ligplaatsen mag worden gebruikt als ligplaats voor passagiersvaartuigen. Voor dit maximum percentage van 25% is gekozen om enerzijds in voldoende mate aan de vraag naar ligplaatsen voor passagiersvaartuigen tegemoet te kunnen komen en anderzijds het karakter van de jachthaven voor pleziervaart in overwegende mate te behouden.
Jachthavenbedrijf Tineke Bakker ligt aan de Diemerzeedijk 4 in Amsterdam, stadsdeel Oost.
Afbeelding: jachthaven Tineke Bakker (bron: www.bakker-jachthaven.nl)
Ter plaatse geldt het bestemmingsplan "Het Nieuwe Diep 2012". De jachthaven (zowel het landdeel als het waterdeel) is bestemd als "Recreatie - Dagrecreatie 1". Op de onderstaande afbeelding is dit aangegeven (screenshot www.ruimtelijkeplannen.nl). Op basis van de planregels zijn daar onder andere watersportbedrijven en watersportverenigingen toegestaan. Op basis van de definities (artikel 1) zijn zowel watersportbedrijven als watersportverenigingen gericht op pleziervaartuigen en niet op passagiersvaartuigen.
Met het paraplubestemmingsplan ligplaatsen passagiersvaartuigen (vastgesteld op 2 juni 2016) is het bestemmingsplan "Het Nieuwe Diep" al op onderdelen gewijzigd. Zo is al een definitie van passagiersvaartuig opgenomen, dus dat hoeft met dit paraplubestemmingsplan niet te worden gedaan. Ook is de bestemming "Recreatie - Dagrecreatie 1" al gewijzigd, waarbij is geregeld dat ligplaatsen voor passagiersvaartuigen zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - 1". Daarom is bij deze jachthaven de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - 1" op de planverbeelding toegevoegd.
In de planregels was met het vorige paraplubestemmingsplan (2016) bepaald dat 35% van het aantal ligplaatsen tot een maximum van 56 gebruikt zou mogen worden voor passagiersvaartuigen. Die regeling was toegesneden op Jachthaven Peek (Diemerzeedijk 35). Nu er ook voor andere jachthavens in de bestemming "Recreatie - Dagrecreatie 1" ligplaatsen worden voorzien, is ook artikel 7.3.1 sub h gewijzigd en komt te luiden als volgt: "het maximum aantal ligplaatsen voor passagiersvaartuigen bedraagt:
In de planregels wordt bepaald dat maximaal 25% van het aantal ligplaatsen mag worden gebruikt als ligplaats voor passagiersvaartuigen. Voor dit maximum percentage van 25% is gekozen om enerzijds in voldoende mate aan de vraag naar ligplaatsen voor passagiersvaartuigen tegemoet te kunnen komen en anderzijds het karakter van de jachthaven voor pleziervaart in overwegende mate te behouden.
Jachthaven De Vioolsleutel ligt aan de Buitenkerkerweg 7A in Amsterdam, stadsdeel Oost.
Afbeelding: jachthaven de Vioolsleutel (bron: www.vioolsleutel.com)
Ter plaatse geldt het bestemmingsplan "Het Nieuwe Diep 2012". De jachthaven (zowel het landdeel als het waterdeel) is bestemd als "Recreatie - Dagrecreatie 1". Op de onderstaande afbeelding is dit aangegeven (screenshot www.ruimtelijkeplannen.nl). Op basis van de planregels zijn daar onder andere watersportbedrijven en watersportverenigingen toegestaan. Op basis van de definities (artikel 1) zijn zowel watersportbedrijven als watersportverenigingen gericht op pleziervaartuigen en niet op passagiersvaartuigen.
Met het paraplubestemmingsplan ligplaatsen passagiersvaartuigen (vastgesteld op 2 juni 2016) is het bestemmingsplan "Het Nieuwe Diep" al op onderdelen gewijzigd. Zo is al een definitie van passagiersvaartuig opgenomen, dus dat hoeft met dit paraplubestemmingsplan niet te worden gedaan. Ook is de bestemming "Recreatie - Dagrecreatie 1" al gewijzigd, waarbij is geregeld dat ligplaatsen voor passagiersvaartuigen zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - 1". Daarom is bij deze jachthaven de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - 1" op de planverbeelding toegevoegd.
In de planregels was met het vorige paraplubestemmingsplan (2016) bepaald dat 35% van het aantal ligplaatsen tot een maximum van 56 gebruikt zou mogen worden voor passagiersvaartuigen. Die regeling was toegesneden op Jachthaven Peek (Diemerzeedijk 35). Nu er ook voor andere jachthavens in de bestemming "Recreatie - Dagrecreatie 1" ligplaatsen worden voorzien, is ook artikel 7.3.1 sub h gewijzigd en komt te luiden als volgt: "het maximum aantal ligplaatsen voor passagiersvaartuigen bedraagt:
In de planregels wordt bepaald dat maximaal 25% van het aantal ligplaatsen mag worden gebruikt als ligplaats voor passagiersvaartuigen. Voor dit maximum percentage van 25% is gekozen om enerzijds in voldoende mate aan de vraag naar ligplaatsen voor passagiersvaartuigen tegemoet te kunnen komen en anderzijds het karakter van de jachthaven voor pleziervaart in overwegende mate te behouden.
Jachthaven Het Einde ligt aan de Buitenkerkerweg 7BA in Amsterdam, stadsdeel Oost. De jachthaven beschikt over 180 ligplaatsen.
Afbeelding: jachthaven Bovendiep (bron: www.jachthavenheteinde.nl)
Ter plaatse geldt het bestemmingsplan "Het Nieuwe Diep 2012". De jachthaven (zowel het landdeel als het waterdeel) is bestemd als "Recreatie - Dagrecreatie 1". Op de onderstaande afbeelding is dit aangegeven (screenshot www.ruimtelijkeplannen.nl). Op basis van de planregels zijn daar onder andere watersportbedrijven en watersportverenigingen toegestaan. Op basis van de definities (artikel 1) zijn zowel watersportbedrijven als watersportverenigingen gericht op pleziervaartuigen en niet op passagiersvaartuigen.
Met het paraplubestemmingsplan ligplaatsen passagiersvaartuigen (vastgesteld op 2 juni 2016) is het bestemmingsplan "Het Nieuwe Diep" al op onderdelen gewijzigd. Zo is al een definitie van passagiersvaartuig opgenomen, dus dat hoeft met dit paraplubestemmingsplan niet te worden gedaan. Ook is de bestemming "Recreatie - Dagrecreatie 1" al gewijzigd, waarbij is geregeld dat ligplaatsen voor passagiersvaartuigen zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - 1". Daarom is bij deze jachthaven de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - 1" op de planverbeelding toegevoegd.
In de planregels was met het vorige paraplubestemmingsplan (2016) bepaald dat 35% van het aantal ligplaatsen tot een maximum van 56 gebruikt zou mogen worden voor passagiersvaartuigen. Die regeling was toegesneden op Jachthaven Peek (Diemerzeedijk 35). Nu er ook voor andere jachthavens in de bestemming "Recreatie - Dagrecreatie 1" ligplaatsen worden voorzien, is ook artikel 7.3.1 sub h gewijzigd en komt te luiden als volgt: "het maximum aantal ligplaatsen voor passagiersvaartuigen bedraagt:
In de planregels wordt bepaald dat maximaal 25% van het aantal ligplaatsen mag worden gebruikt als ligplaats voor passagiersvaartuigen. Voor dit maximum percentage van 25% is gekozen om enerzijds in voldoende mate aan de vraag naar ligplaatsen voor passagiersvaartuigen tegemoet te kunnen komen en anderzijds het karakter van de jachthaven voor pleziervaart in overwegende mate te behouden.
Jachthaven Bovendiep ligt aan de Diemerzeedijk 6 in Amsterdam, stadsdeel Oost.
Afbeelding: jachthaven Bovendiep (bron: www.jachthaven-bovendiep.nl)
Ter plaatse geldt het bestemmingsplan "Het Nieuwe Diep 2012". De jachthaven (zowel het landdeel als het waterdeel) is bestemd als "Recreatie - Dagrecreatie 1".
Op 7 december 2016 is in afwijking van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen van het gebruik ten behoeve van passagiersvaartuigen, onder de voorweaarde dat het maximum aantal ligplaatsen voor passagiersvaartuigen 35% bedraagt van het aantal ligplaatsen in de jachthaven tot een maximum van 70. Op de onderstaande afbeelding is dit aangegeven (screenshot www.ruimtelijkeplannen.nl).
Uitgangspunt voor dit paraplubestemmingsplan is dat de vergunde situatie in dit paraplubestemmingsplan wordt opgenomen. In afwijking van andere jachthavens wordt voor jachthaven Bovendiep een percentage van 35% aangehouden van het aantal ligplaatsen dat door passagiersvaartuigen gebruikt mag worden.
Met het paraplubestemmingsplan ligplaatsen passagiersvaartuigen (vastgesteld op 2 juni 2016) is het bestemmingsplan "Het Nieuwe Diep" al op onderdelen gewijzigd. Zo is al een definitie van passagiersvaartuig opgenomen, dus dat hoeft met dit paraplubestemmingsplan niet te worden gedaan. Ook is de bestemming "Recreatie - Dagrecreatie 1" al gewijzigd, waarbij is geregeld dat ligplaatsen voor passagiersvaartuigen zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - 1". Daarom is bij deze jachthaven de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - 1" op de planverbeelding toegevoegd.
Jachthaven Staverno Nassaukade ligt aan de Nassaukade 63 in Amsterdam, stadsdeel West.
Afbeelding: jachthaven Staverno Nassaukade (bron: www.google.nl)
Ter plaatse geldt het bestemmingsplan Westerpark Zuid, dat op 18 november 2008 is vastgesteld door de stadsdeelraad van het toenmalige stadsdeel Westerpark. Het water waar de jachthaven is gerealiseerd is bestemd als "Water-1" en voorzien van de functie-aanduiding "jachthaven". Op de onderstaande afbeelding is dit aangegeven (screenshot www.ruimtelijkeplannen.nl).
Met het voorliggende paraplubestemmingsplan worden uitsluitend de planregels van het bestemmingsplan Westerpark Zuid aangepast. In de specifieke gebruiksregels van de bestemming "Water-1" (artikel 25.3) was al geregeld dat er maximaal 120 ligplaatsen zijn toegestaan in de jachthaven. Die specifieke gebruiksregel is aangevuld met de bepaling dat daarvan maximaal 25% mag worden gebruikt als ligplaats voor passagiersvaartuigen. Voor dit maximum percentage van 25% is gekozen om enerzijds in voldoende mate aan de vraag naar ligplaatsen voor passagiersvaartuigen tegemoet te kunnen komen en anderzijds het karakter van de jachthaven voor pleziervaart in overwegende mate te behouden.
In het geldende bestemmingsplan was al een definitie van pasasgiersvaartuig opgenomen, dus op dat punt is het bestemmingsplan ongewijzigd gebleven.
Jachthaven Apollolaan ligt naast het Apollo hotel aan de Apollolaan 2 in Amsterdam, stadsdeel Zuid.
Afbeelding: jachthaven Apollolaan (bron: www.nauticadam.nl/apollo-marina/)
Ter plaatse geldt het bestemmingsplan "Stadion- en Beethovenbuurt 2012", dat op 27 september 2012 door de stadsdeelraad van stadsdeel Zuid is vastgesteld. Het water waar de jachthaven is gerealiseerd is bestemd als "Water" en voorzien van de functie-aanduiding "specifieke vorm van water - jachthaven - 2". Op de onderstaande afbeelding is dit aangegeven (screenshot www.ruimtelijkeplannen.nl).
Op grond van de aanduiding "specifieke vorm van water - jachthaven - 2" is het volgende toegestaan: "een jachthaven ten behoeve van pleziervaartuigen in combinatie en op- en afstapplaatsen voor rondvaartboten".
Met het voorliggende paraplubestemmingsplan wordt op de planverbeelding de aanduiding "specifieke vorm van water - 1" toegevoegd. Aan artikel 16.1 (bestemmingsomschrijving van de bestemming "Water") een nieuw sub l toegevoegd dat komt te luiden als volgt: "l. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van water - 1" zijn ligplaatsen met bijbehorende toegangsvoorzieningen voor passagiersvaartuigen toegestaan, met dien verstande dat er geen openbare op- en afstapplekken zijn toegestaan". Ook wordt bepaald dat hier maximaal 25% van het aantal ligplaatsen als ligplaats voor passagiersvaartuigen gebruikt mag worden.
Op grond van het vigerende bestemmingsplan mogen de steigers worden gebruikt als op- en afstapplaats voor rondvaartboten. Dit betreft veelal boten voor gasten van het hotel, en geen reguliere openbare op- en afstapplek. De steigers zijn alleen vanuit het hotel bereikbaar. Om die reden is net als bij de andere jachthavens het uitsluitend toegestaan om passagiersvaartuigen af te meren en geen openbare op- en afstapplekken te realiseren.
Jachthaven Nauticadam Hilton ligt naast het Hilton Hotel aan de Apollolaan 138 in Amsterdam, stadsdeel Zuid.
Afbeelding: jachthaven Nauticadam Hilton (bron: www.nauticadam.nl)
Ter plaatse geldt het bestemmingsplan "Stadion- en Beethovenbuurt 2012", dat op 27 september 2012 door de stadsdeelraad van stadsdeel Zuid is vastgesteld. Het water waar de jachthaven is gerealiseerd is bestemd als "Water" en voorzien van de functie-aanduiding "specifieke vorm van water - jachthaven - 2". Op de onderstaande afbeelding is dit aangegeven (screenshot www.ruimtelijkeplannen.nl).
Op grond van de aanduiding "specifieke vorm van water - jachthaven - 2" is het volgende toegestaan: "een jachthaven ten behoeve van pleziervaartuigen in combinatie en op- en afstapplaatsen voor rondvaartboten".
Met het voorliggende paraplubestemmingsplan wordt op de planverbeelding de aanduiding "specifieke vorm van water - 1" toegevoegd. Aan artikel 16.1 (bestemmingsomschrijving van de bestemming "Water") een nieuw sub l toegevoegd dat komt te luiden als volgt: "l. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van water - 1" zijn ligplaatsen met bijbehorende toegangsvoorzieningen voor passagiersvaartuigen toegestaan, met dien verstande dat er geen openbare op- en afstapplekken zijn toegestaan". Ook wordt bepaald dat hier maximaal 25% van het aantal ligplaatsen als ligplaats voor passagiersvaartuigen gebruikt mag worden.
Op grond van het vigerende bestemmingsplan mogen de steigers worden gebruikt als op- en afstapplaats voor rondvaartboten. Dit betreft boten voor gasten van het hotel, en geen reguliere openbare op- en afstapplek. De steigers zijn alleen vanuit het hotel bereikbaar. Om die reden is net als bij de andere jachthavens het uitsluitend toegestaan om passagiersvaartuigen af te meren en geen openbare op- en afstapplekken te realiseren.
Jachthaven Olympia ligt aan het IJsbaanpad 90 in Amsterda, stadsdeel Zuid. Ter plaatse geldt het bestemmingsplan "Olympiakanaal-Zuid" (vastgesteld 19 februari 2014). De jachthaven is bestemd als "Water" waarbij de plek van de jachthaven is voorzien van de functieaanduiding "jachthaven". N.B. in de planregels is een aantal keer de naamgeving "specifieke vorm van water - jachthaven" aangehouden, de op de verbeelding aangegeven aanduiding heet "jachthaven". Hier is de naamgeving aangehouden zoals aangegeven op de planverbeelding: "jachthaven".
Op basis van de planregels is ter plaatse een jachthaven en bijbehorende (toegangs)voorzieningen
toegestaan. Ook is er één bedrijfsvaartuig ten behoeve van de jachthaven toegestaan.
Een jachthaven is gedefinieerd als: "Haven waarbij overwegend gelegenheid wordt gegeven
tot het aanleggen, afmeren of afgemeerd houden van pleziervaartuigen". In de planregels
is een maximum aantal pleziervaartuigen voor de jachthaven bepaald (60 vaartuigen).
Passagiersvaartuigen zijn gelet op deze formulering niet mogelijk.
Met het voorliggende paraplubestemmingsplan worden de planregels van de bestemming "Water" aangepast waarbij ter plaatse van de aanduiding "jachthaven" ook ligplaatsen voor passagiersvaartuigen zijn toegestaan. Maximaal 25% van het aantal ligplaatsen mag voor passagiersvaartuigen worden gebruikt. Gelet op het maximale aantal ligplaatsen in de jachthaven (60) gaat het hierbij om 15 ligplaatsen die naast pleziervaartuigen ook door passagiersvaartuigen gebruikt mogen worden.
Jachthaven Nexus ligt aan het Tjotterpad 24 in Amsterdam, stadsdeel Zuid.
Afbeeldingl jachthaven Nexus (bron: www.jachthavennexus.nl)
Ter plaatse geldt het bestemmingsplan "Herziening bestemmingsplan Jachthavengebied en Amsterdamse Bos". Het bestemmingsplan is op 17 juni 2008 door de stadsdeelraad van het toenmalige stadsdeel Zuideramstel van de gemeente Amsterdam vastgesteld. Op 27 januari 2009, kenmerk 2009-2638, heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland besloten over de goedkeuring van het vastgestelde bestemmingsplan.
Het landdeel van de jachthaven Nexus aan het Tjotterpad 24 is bestemd als "Recreatie-2", het waterdeel als "Water-2". Op de onderstaande afbeelding is dit weergegeven (uitsnede planverbeelding, van www.ruimtelijkeplannen.nl)
Op grond van de bestemmingsomschrijving van "Water-2" zijn naast vaarwater en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding tevens "aanlegsteigers en ligplaatsen" toegestaan. Daarbij is een ligplaats gedefinieerd als "een gedeelte van het water, bestemd of geschikt om door een (plezier)vaartuig te worden ingenomen."
Door het tussen haakjes plaatsen van het woord "plezier" is het in principe mogelijk de ligplaatsen ook voor andere vaartuigen te gebruiken dan pleziervaartuigen, waaronder passagiersvaartuigen. Ondanks dat is met dit paraplubestemmingsplan een sub "g" toegevoegd aan de planregels waarmee is bepaald dat ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van water - 1" ook ligplaatsen voor passagiersvaartuigen zijn toegestaan.
In de planregels is daarnaast een specifieke gebruiksregel toegevoegd waarin is bepaald dat maximaal 25% van het aantal ligplaatsen mag worden gebruikt voor passagiersvaartuigen. Voor dit maximum percentage van 25% is gekozen om enerzijds in voldoende mate aan de vraag naar ligplaatsen voor passagiersvaartuigen tegemoet te kunnen komen en anderzijds het karakter van de jachthaven voor pleziervaart in overwegende mate te behouden.
Omdat het begrip passagiersvaartuig nog niet is opgenomen in het geldende bestemmingsplan is met dit paraplubestemmingsplan een lid 44 toegevoegd aan artikel 1.
Jachthaven 't Scheepstimmerhuis ligt aan het Tjotterpad 13 in Amsterdam, stadsdeel Zuid.
Afbeelding: luchtfoto jachthaven (bron: www.google.nl)
Ter plaatse geldt het bestemmingsplan "Herziening bestemmingsplan Jachthavengebied en Amsterdamse Bos". Het bestemmingsplan is op 17 juni 2008 door de stadsdeelraad van het toenmalige stadsdeel Zuideramstel van de gemeente Amsterdam vastgesteld. Op 27 januari 2009, kenmerk 2009-2638, heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland besloten over de goedkeuring van het vastgestelde bestemmingsplan.
Het landdeel van de jachthaven 't Scheepstimmerhuis aan het Tjotterpad 13 is bestemd als "Recreatie-2", het waterdeel als "Water-2". Op de onderstaande afbeelding is dit weergegeven (uitsnede planverbeelding, van www.ruimtelijkeplannen.nl)
Op grond van de bestemmingsomschrijving van "Water-2" zijn naast vaarwater en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding tevens "aanlegsteigers en ligplaatsen" toegestaan. Daarbij is een ligplaats gedefinieerd als "een gedeelte van het water, bestemd of geschikt om door een (plezier)vaartuig te worden ingenomen."
Door het tussen haakjes plaatsen van het woord "plezier" is het in principe mogelijk de ligplaatsen ook voor andere vaartuigen te gebruiken dan pleziervaartuigen, waaronder passagiersvaartuigen. Ondanks dat is met dit paraplubestemmingsplan een sub "g" toegevoegd aan de planregels waarmee is bepaald dat ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van water - 1" ook ligplaatsen voor passagiersvaartuigen zijn toegestaan.
In de planregels is daarnaast een specifieke gebruiksregel toegevoegd waarin is bepaald dat maximaal 25% van het aantal ligplaatsen mag worden gebruikt voor passagiersvaartuigen. Voor dit maximum percentage van 25% is gekozen om enerzijds in voldoende mate aan de vraag naar ligplaatsen voor passagiersvaartuigen tegemoet te kunnen komen en anderzijds het karakter van de jachthaven voor pleziervaart in overwegende mate te behouden.
Omdat het begrip passagiersvaartuig nog niet is opgenomen in het geldende bestemmingsplan is met dit paraplubestemmingsplan een lid 44 toegevoegd aan artikel 1.
Jachthaven de Hoop ligt aan de Jachthavenweg 42 in Amsterdam, stadsdeel Zuid.
Afbeelding: jachthaven (bron: www.jachthavendehoop.nl)
Ter plaatse geldt het bestemmingsplan "Herziening bestemmingsplan Jachthavengebied en Amsterdamse Bos". Het bestemmingsplan is op 17 juni 2008 door de stadsdeelraad van het toenmalige stadsdeel Zuideramstel van de gemeente Amsterdam vastgesteld. Op 27 januari 2009, kenmerk 2009-2638, heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland besloten over de goedkeuring van het vastgestelde bestemmingsplan.
Het landdeel van de jachthaven De Hoop aan de Jachthavenweg 42 is bestemd als "Recreatie-1", het waterdeel als "Water-2". Op een deel van het water is een "schiphuis" (sh) toegestaan. Op de onderstaande afbeelding is dit weergegeven (uitsnede planverbeelding, van www.ruimtelijkeplannen.nl)
Op grond van de bestemmingsomschrijving van "Water-2" zijn naast vaarwater en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding tevens "aanlegsteigers en ligplaatsen" toegestaan. Daarbij is een ligplaats gedefinieerd als "een gedeelte van het water, bestemd of geschikt om door een (plezier)vaartuig te worden ingenomen."
Door het tussen haakjes plaatsen van het woord "plezier" is het in principe mogelijk de ligplaatsen ook voor andere vaartuigen te gebruiken dan pleziervaartuigen, waaronder passagiersvaartuigen. Ondanks dat is met dit paraplubestemmingsplan een sub "g" toegevoegd aan de planregels waarmee is bepaald dat ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van water - 1" ook ligplaatsen voor passagiersvaartuigen zijn toegestaan.
In de planregels is daarnaast een specifieke gebruiksregel toegevoegd waarin is bepaald dat maximaal 25% van het aantal ligplaatsen mag worden gebruikt voor passagiersvaartuigen. Voor dit maximum percentage van 25% is gekozen om enerzijds in voldoende mate aan de vraag naar ligplaatsen voor passagiersvaartuigen tegemoet te kunnen komen en anderzijds het karakter van de jachthaven voor pleziervaart in overwegende mate te behouden.
Omdat het begrip passagiersvaartuig nog niet is opgenomen in het geldende bestemmingsplan is met dit paraplubestemmingsplan een lid 44 toegevoegd aan artikel 1.
Jachthaven Waterlust ligt aan het Boeierspad 23 in Amsterdam, stadsdeel Zuid. Ter plaatse geldt het bestemmingsplan "Herziening bestemmingsplan Jachthavengebied en Amsterdamse Bos". Het bestemmingsplan is op 17 juni 2008 door de stadsdeelraad van het toenmalige stadsdeel Zuideramstel van de gemeente Amsterdam vastgesteld. Op 27 januari 2009, kenmerk 2009-2638, heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland besloten over de goedkeuring van het vastgestelde bestemmingsplan.
Het landdeel van de jachthaven Waterlust aan het Boeierspad 23 is bestemd als "Recreatie-1", het waterdeel als "Water-2". Op de onderstaande afbeelding is dit weergegeven (uitsnede planverbeelding, van www.ruimtelijkeplannen.nl)
Op grond van de bestemmingsomschrijving van "Water-2" zijn naast vaarwater en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding tevens "aanlegsteigers en ligplaatsen" toegestaan. Daarbij is een ligplaats gedefinieerd als "een gedeelte van het water, bestemd of geschikt om door een (plezier)vaartuig te worden ingenomen."
Door het tussen haakjes plaatsen van het woord "plezier" is het in principe mogelijk de ligplaatsen ook voor andere vaartuigen te gebruiken dan pleziervaartuigen, waaronder passagiersvaartuigen. Ondanks dat is met dit paraplubestemmingsplan een sub "g" toegevoegd aan de planregels waarmee is bepaald dat ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van water - 1" ook ligplaatsen voor passagiersvaartuigen zijn toegestaan.
In de planregels is daarnaast een specifieke gebruiksregel toegevoegd waarin is bepaald dat maximaal 25% van het aantal ligplaatsen mag worden gebruikt voor passagiersvaartuigen. Voor dit maximum percentage van 25% is gekozen om enerzijds in voldoende mate aan de vraag naar ligplaatsen voor passagiersvaartuigen tegemoet te kunnen komen en anderzijds het karakter van de jachthaven voor pleziervaart in overwegende mate te behouden.
Omdat het begrip passagiersvaartuig nog niet is opgenomen in het geldende bestemmingsplan is met dit paraplubestemmingsplan een lid 44 toegevoegd aan artikel 1.
Jachthaven 24 ligt aan het Boeierspad 24 in Amsterdam, stadsdeel Zuid.
Afbeelding: jachthaven 24 (bron: www.google.nl)
Ter plaatse geldt het bestemmingsplan "Herziening bestemmingsplan Jachthavengebied en Amsterdamse Bos". Het bestemmingsplan is op 17 juni 2008 door de stadsdeelraad van het toenmalige stadsdeel Zuideramstel van de gemeente Amsterdam vastgesteld. Op 27 januari 2009, kenmerk 2009-2638, heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland besloten over de goedkeuring van het vastgestelde bestemmingsplan.
Het landdeel van de jachthaven 24 aan het Boeierspad 24 is bestemd als "Recreatie-1", het waterdeel als "Water-2". Op de onderstaande afbeelding is dit weergegeven (uitsnede planverbeelding, van www.ruimtelijkeplannen.nl)
Op grond van de bestemmingsomschrijving van "Water-2" zijn naast vaarwater en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding tevens "aanlegsteigers en ligplaatsen" toegestaan. Daarbij is een ligplaats gedefinieerd als "een gedeelte van het water, bestemd of geschikt om door een (plezier)vaartuig te worden ingenomen."
Door het tussen haakjes plaatsen van het woord "plezier" is het in principe mogelijk de ligplaatsen ook voor andere vaartuigen te gebruiken dan pleziervaartuigen, waaronder passagiersvaartuigen. Ondanks dat is met dit paraplubestemmingsplan een sub "g" toegevoegd aan de planregels waarmee is bepaald dat ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van water - 1" ook ligplaatsen voor passagiersvaartuigen zijn toegestaan.
In de planregels is daarnaast een specifieke gebruiksregel toegevoegd waarin is bepaald dat maximaal 25% van het aantal ligplaatsen mag worden gebruikt voor passagiersvaartuigen. Voor dit maximum percentage van 25% is gekozen om enerzijds in voldoende mate aan de vraag naar ligplaatsen voor passagiersvaartuigen tegemoet te kunnen komen en anderzijds het karakter van de jachthaven voor pleziervaart in overwegende mate te behouden.
Omdat het begrip passagiersvaartuig nog niet is opgenomen in het geldende bestemmingsplan is met dit paraplubestemmingsplan een lid 44 toegevoegd aan artikel 1.
Uitgangspunt voor het bestemmingsplan is het toestaan van passagiersvaartuigen in bestaande jachthavens op bestaande ligplaatsen waar nu pleziervaartuigen liggen. In het kader van het bestemmingsplan worden geen fysieke maatregelen aan de jachthavens getroffen zoals het maken van nieuwe steigers of het verplaatsen van bestaande steigers. Aangezien de functie van de jachthaven ongewijzigd blijft is bodemonderzoek niet nodig.
Monumentenwet
De Monumentenwet 1988 biedt bescherming aan de bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten. Per 1 september 2007 is de wijziging van de Monumentenwet 1988 ten behoeve van de archeologische monumentenzorg (Wet op de archeologische monumentenzorg) in werking getreden. Daarin is bepaald dat de gemeenteraad bij de vaststelling van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening en bij de bestemming van de in het plan begrepen grond, rekening houdt met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten monumenten (art. 38a.1 van de Monumentenwet 1988). Met dit artikel heeft de wetgever het bestemmingsplan als het instrument bij uitstek aangewezen voor de bescherming van archeologische waarden. Dat betekent dat bij de vaststelling van een bestemmingsplan niet alleen rekening moet worden gehouden met bekende monumenten, maar ook met de omstandigheid dat in bepaalde terreinen nog archeologische resten in de bodem kunnen worden aangetroffen. Om zo tijdig mogelijk hierop te kunnen anticiperen is het nodig de archeologische verwachting van een gebied in kaart te brengen door middel van een archeologisch bureauonderzoek.
In het belang van de archeologische monumentenzorg kan in een bestemmingsplan voor het uitvoeren van bepaalde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden een omgevingsvergunning voor een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht verplicht worden gesteld. Ook kan in een bestemmingsplan in het belang van de archeologische monumentenzorg bepaald worden dat de aanvrager van zo een vergunning een rapport dient over te leggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van B&W in voldoende mate is vastgesteld.
Verder kan in het belang van de archeologische monumentenzorg worden bepaald dat de aanvrager van een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een rapport dient over te leggen als bedoeld in artikel 39, tweede lid en kan worden bepaald dat aan zo een vergunning voorschriften kunnen worden verbonden als bedoeld in artikel 39, derde lid, van de Monumentenwet 1988.
Archeologie Amsterdam
In aansluiting op het rijks- en provinciaal beleid besteedt de gemeente specifieke aandacht aan vroegtijdige inpassing van archeologie in de ruimtelijke ordeningsprocessen. Uitgangspunt hierbij is een kwalitatief adequaat beheer van het cultureel erfgoed met aandacht voor een efficiënte voortgang van bouwprocessen en kostenbeheersing.
Het archeologiebeleid is gebaseerd op het principe dat zowel bij vaststelling van een nieuw bestemmingsplan als bij bodemverstorende (bouw)activiteiten altijd een nadere waardestelling nodig is van de aanwezige archeologische verwachting in de vorm van een archeologisch bureauonderzoek. Dit bureauonderzoek behelst een specificatie van eventuele archeologische waarden binnen een specifiek plangebied en een advies met betrekking tot het daarbij behorende beleid. Bij de formulering van het beleid staat altijd de balans tussen het archeologische belang ten opzichte van de voortgang van het ruimtelijke ontwikkelingsproces centraal.
Uitgangspunt voor het bestemmingsplan is het toestaan van passagiersvaartuigen in bestaande jachthavens op bestaande ligplaatsen waar nu pleziervaartuigen liggen. In het kader van het bestemmingsplan worden geen fysieke maatregelen aan de jachthavens getroffen zoals het maken van nieuwe steigers of het verplaatsen van bestaande steigers. Er worden geen grondroerende werkzaamheden uitgevoerd die mogelijk aanwezige archeologische waarden aantasten.
De Natuurbeschermingswet 1998, Flora- en faunawet en Boswet zijn per 1 januari 2017 vervangen door de Wet natuurbescherming. De Wet natuurbescherming voorziet onder andere in een gewijzigd beschermingsregime van soorten. Provincies worden het bevoegde gezag voor de ontheffingverlening voor projecten en het vaststellen van vrijstellingsregelingen.
Uitgangspunt voor het bestemmingsplan is het toestaan van passagiersvaartuigen in bestaande jachthavens op bestaande ligplaatsen waar nu pleziervaartuigen liggen. In het kader van het bestemmingsplan worden geen fysieke maatregelen aan de jachthavens getroffen zoals het maken van nieuwe steigers, het verplaatsen van bestaande steigers of het aanpassen van oevers. Hierdoor is het niet nodig om in het kader van dit bestemmingsplan een ecologisch onderzoek uit te voeren.
Op 28 oktober 2004 is het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Bevi) van kracht geworden. In het besluit zijn richtlijnen opgenomen voor het bouwen en handhaven van gevoelige bestemmingen zoals woningen in de buurt van inrichtingen waar gevaarlijke stoffen worden geproduceerd en/of opgeslagen. In het besluit zijn normen opgenomen voor het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.
Kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen zijn aangemerkt als "kwetsbaar object". Een jachthaven valt niet onder deze noemer. Kampeerterreinen en andere terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden zijn aangemerkt als "beperkt kwetsbaar object". Het betreft terreinen waar regelmatig mensen verblijven. Een jachthaven is heeft weliswaar een recreatieve functie, maar is geen terrein waar mensen verblijven, er is dan ook geen sprake van een beperkt kwetsbaar object. Voor het toestaan van ligplaatsen voor passagiersvaartuigen in bestaande jachthavens ter plaatse van ligplaatsen voor pleziervaartuigen kan onderzoek achterwege blijven en is een toets aan het BEVI derhalve niet nodig.
Per 1 april 2015 is het Besluit externe veiligheid transportroutes in werking getreden. Op grond daarvan neemt het bevoegde gezag bij het vaststellen van een ruimtelijk plan dat betrekking heeft op gronden in de omgeving van een basisnetroute ten aanzien van nieuw toe te laten kwetsbare objecten de basisnetafstand in acht en houdt daarmee rekening ten aanzien van nieuw toe te laten beperkt kwetsbare objecten. In de Regeling basisnet zijn de hoofdtransportroutes voor gevaarlijke stoffen vastgelegd met de daarbij behorende afstanden die voor kwetsbare objecten moet worden aangehouden. Buiten een zone van 200 meter van een gevaarlijke stoffenroute hoeven geen beperkingen te worden gesteld aan de beoogde functie.
Kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen zijn aangemerkt als "kwetsbaar object". Een jachthaven valt niet onder deze noemer. Kampeerterreinen en andere terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden zijn aangemerkt als "beperkt kwetsbaar object". Het betreft terreinen waar regelmatig mensen verblijven. Een jachthaven is geen terrein waar mensen verblijven, er is dan ook geen sprake van een beperkt kwetsbaar object. Een jachthaven is heeft weliswaar een recreatieve functie, maar is geen terrein waar mensen verblijven, er is dan ook geen sprake van een beperkt kwetsbaar object. Voor het toestaan van ligplaatsen voor passagiersvaartuigen in bestaande jachthavens ter plaatse van ligplaatsen voor pleziervaartuigen kan onderzoek achterwege blijven en is een toets aan het Besluit externe veiligheid transportroutes derhalve niet nodig.
Voor hogedruk aardgasleidingen is het Besluit externe veiligheid buisleidingen van toepassing. In het besluit zijn richtlijnen opgenomen voor het bouwen en handhaven van gevoelige bestemmingen zoals woningen in de buurt van inrichtingen waar gevaarlijke stoffen worden geproduceerd en/of opgeslagen. In het besluit zijn normen opgenomen voor het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.
Kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen zijn aangemerkt als "kwetsbaar object". Een jachthaven valt niet onder deze noemer. Kampeerterreinen en andere terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden zijn aangemerkt als "beperkt kwetsbaar object". Het betreft terreinen waar regelmatig mensen verblijven. Een jachthaven is heeft weliswaar een recreatieve functie, maar is geen terrein waar mensen verblijven, er is dan ook geen sprake van een beperkt kwetsbaar object. Voor het toestaan van ligplaatsen voor passagiersvaartuigen in bestaande jachthavens ter plaatse van ligplaatsen voor pleziervaartuigen kan onderzoek achterwege blijven en is een toets aan het Besluit externe veiligheid buisleidingen derhalve niet nodig.
Het paraplubestemmingsplan gaat uit van de realisatie van ligplaatsen voor passagiersvaartuigen in een bestaande jachthavens. Er worden geen nieuwe geluidgevoelige bestemmingen gerealiseerd. Akoestisch onderzoek in het kader van de Wet geluidhinder is niet nodig.
Op 1 november 2002 heeft het kabinet zijn definitieve goedkeuring verleend aan nieuwe milieu-en veiligheidsregels voor Schiphol. De regels zijn vastgelegd in twee uitvoeringsbesluiten, behorend bij de in 2001 goedgekeurde Schipholwet: het luchthavenindelingbesluit (hierna: LIB) en luchthavenverkeersbesluit. Het luchthavenverkeersbesluit is gericht op de beheersing van de milieubelasting door het luchthavenluchtverkeer rondom Schiphol. In het besluit zijn regels opgenomen ten aanzien van luchtverkeerswegen, vlieghoogtes rondom de luchthaven, regels ten aanzien van uitstoot van stoffen, maximale risicogewicht van vliegtuigen, maximale geluidbelasting gedurende de nacht en etmaal.
Het LIB bevat (ruimtelijke) regels voor de omgeving ten behoeve van het functioneren van Schiphol. Voor ruimtelijke plannen is dus hoofdzakelijk het LIB van belang. Voor bepaalde gebieden rondom Schiphol is een “beperkingengebied” aangewezen. Binnen dat gebied gelden beperkingen ten aanzien van maximale bouwhoogten, vogelaantrekkende functies en toegestane functies (zoals woningen).
Het paraplubestemmingsplan gaat uit van de realisatie van ligplaatsen voor passagiersvaartuigen op bestaande ligplaatsen voor pleziervaartuigen. Er worden geen extra bouwwerken mogelijk gemaakt bovenop wat al van het daar geldende bestemmingsplan mag. Jachthavens zijn geen vogelaantrekkende functies. Er wordt voldaan aan de bepalingen van het Luchthavenindelingbesluit.
In de huidige situatie wordt de jachthaven bezocht door bezitters en gebruikers van
pleziervaartuigen. In de nieuwe situatie zal uitsluitend de kapitein van het passagiersvaartuig
de jachthaven bezoeken om de boot te halen en weer te brengen. De modal split (verdeling
auto- en fietsgebruik) zal niet veel anders
zijn dan bij de pleziervaartuigen. Omdat er geen openbare op- en afstapplekken worden
gemaakt, blijft het extra verkeer van en naar de passagiersvaartuigen beperkt. De
parkeervraag van de
passagiersvaartuigen zal vergelijkbaar zijn met de parkeervraag van de pleziervaartuigen.
Ook de
verkeersgeneratie van de nieuwe situatie zal gelet hierop vergelijkbaar zijn met de
huidige situatie op dit punt.
Een deel van de passagiersvaartuigen zal in de haven worden bevoorraad met eten en
drinken wat
tijdens de vaart gebruikt wordt. De bevoorrading zal met gemotoriseerd verkeer worden
gedaan. Omdat niet alle passagiersvaartuigen elke dag zullen worden gebruikt, wordt
er vanuit gegaan dat dagelijks ongeveer de helft van het aantal passagiersvaartuigen
wordt bevoorraad. De passagiersvaartuigen zullen bovendien niet allemaal tegelijk
uitvaren, zodat ook de bevoorrading gespreid op de dag zal plaatsvinden.
Voor de jachthavens waar dit bestemmingsplan betrekking op heeft, worden variërend 2 tot 30 ligplaatsen opengesteld voor passagiersvaartuigen, bij Jachthaven Piet Hein zijn dit 50 ligplaatsen. Het extra aantal verkeersbewegingen als gevolg van de bevoorrading ritten is beperkt, bij 30 ligplaatsen gaat het om 30 voertuigbewegingen per dag, zijnde 15x bevoorrading en 2 ritten per bevoorrading - heen en terug. Bovendien zal de bevoorrading gespreid over de dag plaatsvinden. Het toestaan van ligplaatsen voor passagiersvaartuigen op maximaal 25% van het aantal ligplaatsen is daarmee verkeerskundig inpasbaar.
De toepasselijke wet- en regelgeving op het gebied van luchtkwaliteit is vastgelegd in Titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen van de Wet milieubeheer die op 15 november 2007 in werking is getreden. Uitgangspunt is dat passagiersvaartuigen worden toegelaten op ligplaatsen waar nu pleziervaartuigen liggen. Er worden geen ligplaatsen toegevoegd of openbare op- en afstapplekken gerealiseerd, alleen de kapitein van het passagiersvaartuig zal de haven bezoeken. Het aantal verkeersbewegingen van en naar de jachthavens zal niet wezenlijk anders zijn dan de huidige situatie, waarbij de eigenaar van het pleziervaartuig van en naar de haven rijdt.
Het paraplubestemmingsplan leidt door het toestaan van passagiersvaartuigen hooguit tot extra bevoorradingsverkeer. Uitgangspunt is dat dagelijks de helft van het aantal passagiersvaartuigen moet worden bevoorraad. Dit leidt per bevoorradingsmoment tot 2 ritten, 1x heen en 1x terug. Gelet op de schaal van de passagiersvaartuigen en de ligging van de jachthavens in de stad zal de meeste bevoorrading met bestelbusjes worden gedaan. In de luchtkwaliteitberekening is uitgegaan van een (theoretisch) percentage van 70% vrachtverkeer, waarmee een worst-case scenario is berekend. In de tabel hieronder is de berekening weergegeven voor de jachthaven met het grootste aantal ligplaatsen, en daarmee het meeste bevoorradingsverkeer (Jachthaven Piet Hein - 50 voertuigbewegingen per dag ten behoeve van bevoorrading).
Uit de berekening blijkt dat het extra bevoorradingsverkeer kan worden beschouwd als "niet in betekenende mate". Dat is bij de andere jachthavens ook aan de orde, aangezien de hoeveelheid bevoorradingsverkeer minder is dan bij de berekende jachthaven. Op dit punt kan worden voldaan aan de Wet milieubeheer.
Het instrument milieueffectrapportage (m.e.r.) is ontwikkeld om het milieubelang een volwaardige plaats in bepaalde plan- en besluitvormingsprocessen te geven. Enerzijds maakt het opstellen van een milieueffectrapport (MER) de initiatiefnemer bewust van de milieugevolgen en anderzijds kan de overheid diverse milieugevolgen in samenhang met elkaar en op een voor de burger transparante wijze bij de besluitvorming betrekken.
De m.e.r.- procedure is vastgelegd in hoofdstuk 7 van de Wm. In paragraaf 7.2 van de Wm en het bijbehorend Besluit Milieueffectrapportage (Besluit m.e.r.) is vastgelegd wanneer het doorlopen van de m.e.r.-procedure verplicht is. In de bijlage, onderdeel C, staat per categorie aangegeven welke activiteiten in welke gevallen plan-m.e.r.-plichtig en/of Besluit-m.e.r.-plichtig zijn. In onderdeel D staat op dezelfde wijze aangegeven welke activiteiten en projecten m.e.r.-beoordelingsplichtig zijn. Indien en voor zover er geen sprake is van verplichting ingevolge de Wet Milieubeheer zal kunnen worden volstaan met een vormvrije m.e.r.-beoordeling.
Uitgangspunt is dat passagiersvaartuigen worden toegelaten op ligplaatsen waar nu pleziervaartuigen liggen. Er worden geen nieuwe jachthavens gerealiseerd, noch worden de bestaande jachthavens in omvang of aantal ligplaatsen uitgebreid. Uit de voorgaande paragrafen kan worden opgemaakt dat het toestaan van de passagiersvaartuigen geen belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu heeft. Er hoeft daarom geen m.e.r.-procedure te worden doorlopen.
Op grond van artikel 3.1.6 Bro dient in de toelichting op ruimtelijke plannen een waterparagraaf te worden opgenomen. In de waterparagraaf is de wijze waarop rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de huishoudkundige situatie opgenomen. Het doel van de watertoets is waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundige relevante ruimtelijke plannen en besluiten.
Uitgangspunt is dat passagiersvaartuigen worden toegelaten op ligplaatsen waar nu pleziervaartuigen liggen. Er worden geen nieuwe jachthavens gerealiseerd, noch worden de bestaande jachthavens in omvang of aantal ligplaatsen uitgebreid. Evenmin worden in het kader van dit bestemmingsplan fysieke ingrepen in het water voorgesteld waarvoor onderzoek naar de waterhuishoudkundige effecten nodig zou zijn.
Waar de overige paragrafen van deze bestemmingsplantoelichting de achtergronden van het bestemmingsplan belichten, geeft deze paragraaf een toelichting op de bestemmingsplanregels.
Het (juridisch deel van het) bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding en regels, vergezeld van een toelichting. De verbeelding heeft een functie van visualisering van de bestemmingen. De verbeelding vormt samen met de regels het bindende deel van het bestemmingsplan. De regels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden, bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing, regelingen betreffende het gebruik van aanwezige en/of op te richten bouwwerken. De regels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken. Per hoofdstuk zullen de diverse regels artikelsgewijs worden besproken.
De toelichting heeft geen bindende werking; de toelichting maakt juridisch ook geen onderdeel uit van het bestemmingsplan, maar heeft wel een belangrijke functie bij de weergave en onderbouwing van het plan en ook bij de uitleg van de bestemming en overige regels. In de toelichting wordt ook een relatie met het relevante beleid gelegd en een gebiedsbeschrijving gegeven. Op basis van het beleid en de gebiedsbeschrijving zijn vervolgens de uitgangspunten voor het bestemmingsplan geformuleerd.
Het voorliggende bestemmingsplan is een "paraplubestemmingsplan". Dit houdt in dat met dit bestemmingsplan meerdere bestemmingsplannen op onderdelen worden gewijzigd. In de planregels van dit paraplubestemmingsplan is aangegeven welke onderdelen van de verschillende bestemmingsplannen worden gewijzigd. Voor het overige blijven de betreffende bestemmingsplannen van kracht.
In de inleidende regels zijn enkele begrippen toegelicht die in de planregels of op de planverbeelding worden aangehaald.
Het paraplubestemmingsplan heeft als doel om ligplaatsen voor passagiersvaartuigen mogelijk te maken in 20 jachthavens. Om dat mogelijk te maken moeten 10 bestemmingsplannen op een onderdeel worden herzien. In de artikelen 2 en 3 is per bestemmingsplan aangegeven op welke onderdelen het betreffende bestemmingsplan wijzigt. Het betreffende bestemmingsplan blijft voor het overige onverminderd van kracht.
Uitgangspunt is dat per jachthaven maximaal 25% van het aantal ligplaatsen kan worden benut voor passagiersvaartuigen. Alleen bij jachthaven Bovendiep wordt een percentage van 35% toegestaan (tot een maximum van 70), omdat voor dit aantal ligplaatsen een omgevingsvergunning is verleend.
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
Dit betreft de algemene regels die krachtens het Besluit ruimtelijke ordening in een bestemmingsplan opgenomen dienen te worden.
Ingevolge artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), besluit de gemeenteraad of wordt afgezien van het opstellen van een exploitatieplan. In dit geval wordt afgezien van het opstellen van een exploitatieplan omdat de gemeente Amsterdam volledig eigenaar is van de grond waarop het bestemmingsplan van toepassing is op het moment dat het bestemmingsplan wordt vastgesteld. Het verhaal van de kosten van de grondexploitatie, zoals bedoeld in de Wro, is daarom anderszins verzekerd via het erfpachtstelsel.
Voorafgaand aan het opstellen van het voorontwerpbestemmingsplan is telefonisch of per mail contact gezocht met de betrokken jachthavens. Aan hen is toegelicht wat de aanleiding is voor dit paraplubestemmingsplan, hoe de regeling op hoofdlijnen zal zijn en wat stand van zaken in de bestemmingsplanprocedure is.
In het kader van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het concept ontwerpbestemmingsplan voor advies verzonden. Het voorontwerpbestemmingsplan is voor advies voorgelegd aan:
Er is alleen van adressant onder 8 een reactie ontvangen. Deze reactie is in de onderstaande tekst samengevat en beantwoord.
Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied
Opmerking 1
Het aanwijzen van vaarschool Nautiek in de IJhaven wordt afgeraden. De vaarschool heeft een drijvende steiger die plaats biedt aan 8 sloepen van derden. Het ontstaan van deze ligplaatsen is nautisch goedgekeurd in het licht van de buurthaven zodat bewoners van de IJ-haven hun vaartuig op legale wijze kunnen afmeren. Dit is wenselijk omdat er een afmeerverbod bestaat voor de overige kades in de IJ-haven voor pleziervaartuigen. In feite voldoet de buurthaven niet aan de kwalifictie "jachthaven" omdat de capaciteit te klein is. Bovendien zijn de ligplaatsen beperkt tot 7 meter lengte. Er is overleg geweest met de eigenaar van de vaarschool en de bestuurscommissie Oost. Gezien de beperkte ruimte die er momenteel beschikbaar is om de buurthaven te exploiteren welke in een behoefte voor de buurt voorziet, wordt afgeraden de buurthaven te bestempelen als jachthaven waarin 25% van het aantal ligplaatsen gebruikt zou mogen worden voor passagiersvaartuigen.
Antwoord
Naar aanleiding van de opmerking is de locatie van de zeilschool geschrapt als mogelijke plek voor ligplaatsen voor passagiersvaartuigen.
Conform de Verordening op de bestuurscommissies zijn bij de voorbereiding van dit grootstedelijke paraplubestemmingsplan de betrokken bestuurscommissies benaderd voor advies. In geval van dit paraplubestemmingsplan betreft het de volgende bestuurscommissies:
Van de 5 betrokken bestuurscommissies is een reactie ontvangen. In de navolgende tekst zijn de opmerkingen samengevat en voorzien van een antwoord.
Bestuurscommissie Centrum
Opmerking 1
De bestuurscommissie kan zich vinden in de uitgangspunten van het paraplubestemmingsplan. Vooral het maximum percentage van 25% alsmede het niet toestaan van openbare op- en afstapplekken kan op instemming rekenen.
Antwoord
De opmerking leidt niet tot aanpassing van het paraplubestemmingsplan.
Opmerking 2
Voorgesteld wordt een tekstdeel uit de toelichting te verwijderen over de Watervisie. Het tekstdeel klopt niet omdat het mogelijk maken van ligplaatsen in jachthavens juist mede is ingegeven vanuit een groeiende markt van vooral kleine passagiersvaartuigen die tot nu toe niet of moeilijk aan een ligplaats konden komen. De grotere boten die momenteel ligplaatsen innemen op de zogenaamde "A-locaties" in de binnenstad kunnen over het algemeen niet in jachthavens liggen omdat ze simpelweg te groot zijn. In het centrum mogen geen extra op- en afstapplekken bijkomen.
Antwoord
Naar aanleiding van de opmerking is het betreffende tekstdeel verwijderd.
Bestuurscommissie Noord
Opmerking 1
In de regels van het bestemmingsplan is op een aantal plekken nog niet expliciet aangegeven dat er geen openbare op- en afstapplekken zijn toegestaan. Verzoch is om de planregels op dit punt aan te vullen.
Antwoord
Naar aanleiding van de opmerking is dit gedaan.
Opmerking 2
Er zijn op enkele andere punten (technische) omissies geconstateerd. Deze zijn opgenomen in een bijlage bij de reactie. Verzocht is deze opmerkingen te verwerken in het paraplubestemmingsplan.
Antwoord
Naar aanleiding van de opmerking is dit gedaan.
Opmerking 3
In de toelichting van het bestemmingsplan is niet opgenomen dat er afstemming heeft plaatsgevonden met de jachthavens. Verzocht is om de toelichting op dit punt aan te vullen.
Antwoord
Naar aanleiding van de opmerking is dit gedaan.
Bestuurscommissie Oost
Opmerking 1
Het initiatief om ligplaatsen mogelijk te maken wordt onderschreven. Met de eerste parapluherziening zijn al veel ligplaatsen mogelijk gemaakt. In het bestemmingsplan mist een onderbouwing voor de verdere beoogde uitbreiding van het aantal ligplaatsen
Antwoord
Het eerste paraplubestemmingsplan is opgesteld om op korte termijn een groot aantal ligplaatsen juridisch planologisch te regelen (de zogenaamde "quick wins"). De vraag naar ligplaatsen is echter veel groter dan het aantal dat met het eerste paraplubestemmingsplan mogelijk is gemaakt. Daarom is dit tweede paraplubestemmingsplan nodig. Door in dit paraplubestemmingsplan voor een groot aantal jachthavens de mogelijkheid te bieden een deel van de ligplaatsen ook voor passagiersvaartuigen te gebruiken wordt voor de rederijen de mogelijkheid geboden om te kiezen tussen de verschillende jachthavens.
Opmerking 2
Het beleid in de toelichting is overgenomen uit het eerste paraplubestemmingsplan. Deze tekst is inmiddels verouderd.
Antwoord
Hetgeen de adressant stelt is niet juist. Het beschreven beleid zoals de Nota Varen 2.1 uit 2013 is nog steeds actueel en hier wordt met dit paraplubestemmingsplan uitvoering aan gegeven.
Opmerking 3
Door het mpgelijk maken van ligplaatsen voor passagiersvaartuigen in jachthavens waar nu pleziervaartuigen kunnen afmeren kunnen pleziervaartuigen worden verdrongen. Immers, er komen geen ligplaatsen bij. Dit kan tot gevolg hebben dat het voor particulieren moeilijker wordt om een ligplaats in Amsterdam te vinden.
Antwoord
Het paraplubestemmingsplan staat zowel ligplaatsen voor pleziervaartuigen als ligplaatsen voor passagiersvaartuigen toe in de jachthavens. Om enerzijds te voorzien in voldoende plek voor passagiersvaartuigen en anderzijds voldoende ruimte te bieden aan pleziervaartuigen is er gekozen voor een maximum percentage van 25% van het aantal ligplaatsen per jachthaven dat door de passagiersvaartuigen mag worden gebruikt. De jachthavens blijven daardoor in overwegende mate beschikbaar voor pleziervaart. Er is hierdoor geen sprake van een onevenredige verdringing van ligplaatsen voor pleziervaartuigen. Jachthavens zijn overigens niet verplicht om de ligplaatsen toe te wijzen aan passagiersvaartuigen, het voorliggende paraplubestemmingsplan staat het gebruik voor beide soorten vaartuigen toe.
Opmerking 4
Nautiek Vaaropleidingen in de hoek van de IJhaven is geen jachthaven maar een zeilschool. Het huidige bestemmingsplan staat ook geen jachthaven toe. Er is daarom geen aanleiding om hier passagiersvaartuigen mogelijk te maken. Daarnaast is het ongewenst om op deze plek passagiersvaartuigen toe te staan. De bestaande zeilschool is een wenselijke activiteit waar kinderen uit de buurt kennis kunnen maken met de watersport. Verdringing van de zeilschool dreigt als hier passagiersvaartuigen worden toegestaan.
Antwoord
Naar aanleiding van de opmerking is de locatie van de zeilschool geschrapt als mogelijke plek voor ligplaatsen voor passagiersvaartuigen.
Opmerking 5
Jachthaven Piet Hein is een jacthaven in het Spoorwegbassin en de locatie ligt midden in het stedelijke gebied. De bestuurscommissie voorziet overlast door laden en lossen. De indeling van de jachthaven maakt het niet mogelijk om passagiersvaartuigen van langer dan 7 meter aan te meren.
Antwoord
Naar aanleiding van de opmerking is de jachthaven Piet Hein geschrapt als mogelijke plek voor ligplaatsen voor passagiersvaartuigen.
Opmerking 6
Voor de 2 jachthavens in het Nieuwe Diep zijn eerder ligplaatsen mogelijk gemaakt. Voor de jachthavens die in dit paraplubestemmingsplan mogelijk worden gemaakt wordt een ander percentage en geen maximum aangehouden. Uit de plantoelichting blijkt niet waarom hier voor gekozen is.
Antwoord
In hoofdstuk 4 is aangegeven dat voor jachthaven Bovendiep een percentage van 35%
aangehouden conform een verleende omgevingsvergunning. Dit percentage geldt ook voor
jachthaven Peek, maar die jachthaven is meegenomen in het eerste paraplubestemmingsplan
en maakt dus geen onderdeel uit van het voorliggende paraplubestemmingsplan. In beide
gevallen betreft het dus een reeds planologisch toegestaan percentage dat in dit kader
niet meer ter discussie staat. Voor de overige jachthavens is het percentage van 25%
aangehouden.
Opmerking 7
Met het grotere percentage van 35% kan een deel van het aantal ligplaatsen van jachthaven Piet Hein en Nautiek vaaropleidingen worden gecompenseerd.
Antwoord
Het hanteren van een hoger percentage bij jachthaven Bovendiep volgt uit een verleende omgevingsvergunning en is niet bedoeld ter compensatie voor minder ligplaatsen elders.
Opmerking 8
De naamgeving van jachthaven Tine Bakker is nog niet overal goed geschreven. Het moet zijn "Tineke Bakker".
Antwoord
Naar aanleiding van de opmerking is dit gecontroleerd en waar nodig aangepast.
Bestuurscommissie Zuid
Opmerking 1
In het paraplubestemmingsplan worden ligplaatsen voor passagiersvaartuigen mogelijk gemaakt. Vijf van deze jachthavens liggen binnen de grenzen van het bestemmingsplan "1e herziening Jachthavengebied en Amsterdamse Bos". In dat bestemmingsplan is een ligplaats omschreven als "een gedeelte van het water, bestemd of geschikt om door een (plezier)vaartuig te worden ingenomen". Terecht volgt in de toelichting van het bestemmingsplan dat met het tussen haakjes plaatsen van het woord "plezier" ook andere vaartuigen toe te staan, waaronder passagiersvaartuigen. Er zijn geen nadere regels opgenomen zoals een maximum aantal of percentage ligplaatsen voor passagiersvaartuigen. Met deze parapluherziening wordt dit planologisch recht ingeperkt door het opnemen van een maximum percentage van 25%. Ook worden andere jachthavens en watersportverenigingen beperkt in hun mogelijkheden als voor de jachthavens in dit paraplubestemmingsplan expliciet wordt aangegeven dat ligplaatsen voor passagiersvaartuigen zijn toegestaan. Verzocht wordt daarom om de 5 jachthavens buiten het paraplubestemmingsplan te laten.
Antwoord
Naar aanleiding van de opmerking is contact gezocht met stadsdeel Zuid. Uit de plantoelichting volgt niet dat bedoeld is om in de jacthavens ook passagiersvaartuigen toe te staan. Zekerheidshalve blijven de jachthavens om die reden onderdeel uitmaken van dit paraplubestemmingsplan.
Opmerking 2
Er zijn meerdere jachthavens in Zuid waar momenteel nog geen plaats wordt geboden aan passagiersvaartuigen, maar waar het wel mogelijk zou kunnen zijn. Zo worden de in Zuid gelegen verenigingshavens niet genoemd terwijl deze wel gebaat zouden kunnen zijn bij de inkomsten van de verhuur aan ligplaatsen aan rederijen.
Antwoord
Verenigingshavens zijn benaderd in het kader van dit paraplubestemmingsplan. De verenigingen hebben aangegeven dat het bieden van ligplaatsen voor passagiersvaartuigen niet interessant is voor hen, de verenigingen richten zich volledig op de (particuliere) watersporter. Ook voor de rederijen is het niet interessant, omdat zij bij verenigingshavens lid moeten worden met alle bijbehorende verplichtingen.
Opmerking 3
Ook ontbreken enkele particuliere jachthavens zoals jachthaven Olympia en jachthaven Berlage. Geadviseerd wordt om ook deze particuliere jachthavens te betrekken in de zoektocht.
Antwoord
Naar aanleiding van de opmerking zijn beide havens benaderd. Jachthaven Berlage heeft geen interesse, dus deze jachthaven wordt niet meegenomen. Jachthaven Olympia wil wel graag meedoen en is om die reden toegevoegd in het voorliggende paraplubestemmingsplan. Jachthaven Olympia heeft circa ligboxen, op basis van de regels uit het vigerende bestemmingsplan zijn er 60 toegestaan. Daarvan mag 25% (dus 15 ligplaatsen) worden gebruikt voor passagiersvaartuigen. De planregels en verbeelding zijn hierop aangepast.
Bestuurscommissie West
Opmerking 1
Ingestemd kan worden met het paraplubestemmingsplan en de daarin opgenomen uitgangspunten. Bij jachthaven Staverno in West is een aantal ligplaatsen van 110 aangegeven. Het geldende bestemmingsplan maakt echter 120 plekken mogelijk. Uitgaande van het percentage van 25% zouden er 30 ligplaatsen voor passagiersvaartuigen gebruikt moeten gaan worden.
Antwoord
Naar aanleiding van de opmerking is de tabel in de toelichting aangepast.
Opmerking 2
Mogen qua maatvoering alle passagiersvaartuigen gebruik maken van de ligplaatsen? In geval van Staverno is de maat beperkt, grote boten passen niet gezien het doorvaartprofiel.
Antwoord
De ligplaatsen zijn bedoeld voor boten tot 14 meter. Grotere boten zijn in dit bestemmingsplan niet uitgesloten maar worden feitelijk begrensd door enerzijds het geldende bestemmingsplan en de daarin opgenomen begrenzing van de jachthaven en anderzijds door de feitelijke inrichting van de jachthaven voor pleziervaart waarin grote passagiersvaartuigen niet passen.
Vanaf 29 maart 2018 tot en met 9 mei 2018 heeft het ontwerpbestemmingsplan Jachthavens gedurende zes weken ter inzage gelegen. Tijdens deze termijn kon een ieder een zienswijze indienen. Er zijn twee zienswijzen ingediend. De zienswijzen hebben niet geleid tot gewijzigde vaststelling. Zie in dat kader de Nota van beantwoording zienswijzen.
Het bestemmingsplan Jachthavens met identificatienummer NL.IMRO.0363.GA1701PBPGST-VG01 van de gemeente Amsterdam.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Het bestemmingsplan "Het Nieuwe Diep 2012" ((NL.IMRO.0363.M1202BPSTD-OH01) wordt als volgt gewijzigd:
---------------------------------------------------------------
Toelichting: dit lid is van toepassing op:
---------------------------------------------------------------
Het bestemmingsplan "Water" (NL.IMRO.0363.A1103BPSTD-VG01) wordt als volgt gewijzigd:
---------------------------------------------------------------
Toelichting: dit lid is van toepassing op:
---------------------------------------------------------------
Het bestemmingsplan "Jordaan 1999" wordt als volgt gewijzigd:
---------------------------------------------------------------
Toelichting: dit lid is van toepassing op:
---------------------------------------------------------------
Het bestemmingsplan Nieuwendam Zuid II (NL.IMRO.0363.N0902BPSTD-VG01) wordt als volgt gewijzigd:
---------------------------------------------------------------
Toelichting: dit lid is van toepassing op:
---------------------------------------------------------------
Het bestemmingsplan Kadoelen-Oostzanerwerf III (NL.IMRO.0363.N1104BPSTD-VG01) wordt als volgt gewijzigd:
---------------------------------------------------------------
Toelichting: dit lid is van toepassing op:
---------------------------------------------------------------
Het bestemmingsplan NDSM-werf Oost (NL.IMRO.0363.N1010BPSTD-VG01) wordt als volgt gewijzigd:
---------------------------------------------------------------
Toelichting: dit lid is van toepassing op:
---------------------------------------------------------------
Het bestemmingsplan Stadion- en Beethovenbuurt 2012 (NL.IMRO.0363.K1202BPSTD-VG01) wordt als volgt gewijzigd:
---------------------------------------------------------------
Toelichting: dit lid is van toepassing op:
---------------------------------------------------------------
Het bestemmingsplan Herziening bestemmingsplan Jachthavengebied en Amsterdamse Bos wordt als volgt gewijzigd:
---------------------------------------------------------------
Toelichting: dit lid is van toepassing op:
---------------------------------------------------------------
Het bestemmingsplan Westerpark Zuid (NL.IMRO.0363.C0702BPSTD-OH01) wordt als volgt gewijzigd:
---------------------------------------------------------------
Toelichting: dit lid is van toepassing op:
---------------------------------------------------------------
Het bestemmingsplan Olympiakanaal-Zuid (NL.IMRO.0363.K1306BPSTD-VG01) wordt als volgt gewijzigd:
---------------------------------------------------------------
Toelichting: dit lid is van toepassing op:
---------------------------------------------------------------