direct naar inhoud van 5.3 Artikelgewijze toelichting
Plan: It Joo Oudega
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1900.2011middBPitjoo-onhe

5.3 Artikelgewijze toelichting

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS

In hoofdstuk 1 worden enkele in de planregels gehanteerde begrippen nader verklaard, zodat interpretatieproblemen zoveel mogelijk worden voorkomen. Daarnaast wordt aangegeven op welke wijze bepaalde grootheden dienen te worden gemeten.

Artikel 1: Begripsbepaling

In dit artikel worden de begrippen gedefinieerd, die in de regels worden gehanteerd. De begripsbepalingen in artikel 1 zijn noodzakelijk bij de interpretatie van de regels. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan wordt uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis. Voor zover geen begrippen zijn gedefinieerd wordt aangesloten bij het normaal spraakgebruik.

Behalve de eerste twee begrippen zijn deze omschrijvingen alfabetisch gerangschikt. Zij zijn zoveel mogelijk gebaseerd op vaste jurisprudentie. In de loop der tijd hebben de meeste begrippen zich ontwikkeld tot een standaard, waarvan ook in dit bestemmingsplan gebruik is gemaakt.

Artikel 2: Wijze van meten

De bepalingen over de wijze van meten zijn in artikel 2 opgenomen. Dit artikel geeft aan hoe de hoogte- en andere maten die bij het bouwen in acht genomen dienen te worden, gemeten moeten worden.

HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS

In hoofdstuk 2 worden de op de kaart aangegeven bestemmingen omschreven. De bestemmingsregels zijn opgenomen in artikel 3 tot en met 5. De bestemmingsomschrijving betreft de centrale bepaling van elke bestemming. Het betreft een omschrijving waarin limitatief de functies worden genoemd, die binnen de bestemming zijn toegestaan.

De bouwregels zijn direct gerelateerd aan de bestemmingsomschrijving. Ook het gebruik van gronden en bebouwing is gekoppeld aan de bestemmingsomschrijving. In de bouwregels staan uitsluitend bepalingen die betrekking hebben op het bouwen. Bouwregels zijn dan ook alleen van toepassing bij de toetsing van aanvragen om bouwvergunning.

De afwijkingsmogelijkheden geven burgemeester en wethouders de bevoegdheid om onder voorwaarden ontheffing te verlenen van een specifieke bouw- of gebruiksregel. De specifieke gebruiksregels vormen een nadere concretisering van het toegestane gebruik.

Artikel 3: Bedrijventerrein

Binnen deze bestemming zijn in hoofdzaak bedrijven uit milieucategorie 1 en 2 toegestaan. Dit zijn bedrijven die weinig tot geen milieubelastende activiteiten ontplooien. Tevens zijn bij recht twee bedrijven uit milieucategorie 3 toegestaan. Ten behoeve van de hiervoor genoemde doeleinden zijn andere bouwwerken, bijgebouwen, groenvoorzieningen, openbare nutsvoorzieningen, verkeer- en verblijfsvoorzieningen (wegen, paden en parkeervoorzieningen), en water. Gebouwen mogen alleen binnen het bouwvlak worden opgericht. De situering van de bouwvlakken is afstemd op de ligging van bestaande (bedrijfs)woningen in de omgeving (op basis van de minimale afstanden behorende bij de betreffende milieucategorieën). In de bouwregels zijn bepalingen opgenomen ten aanzien van de maatvoering van hoofd- en bijgebouwen.

Daarnaast is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om vestiging van bedrijven mogelijk te maken in de categorie 3. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen het noordelijk en zuidelijk deel van het plangebied. Milieucategorie 3.2 (grootste afstand tot woonbebouwing van 100 m) is mogelijk in het zuidelijke gedeelte van het plangebied en milieucategorie 3.1 (grootste afstand van 50 meter) in het noordelijke gedeelte. De wijzigingsbevoegdheid kan worden toegepast onder voorwaarde dat de aard en schaal van de bedrijven passen bij de aard en schaal van Oudega en geen inbreuk wordt gedaan op de kernenstructuur zoals opgenomen in het Streekplan Fryslân. Ook mag geen afbreuk worden gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

Bij afwijking kunnen specifieke vormen van detailhandel en bedrijfswoningen mogelijk worden gemaakt. Ook is het mogelijk om toestemming te verlenen voor de vestiging van bedrijven die naar aard en omvang overeenkomen met de bedrijven die zijn opgenomen in de staat van bedrijven.

De inrichting van het terrein zal in principe plaatsvinden volgens de stedenbouwkundige uitgangspunten zoals beschreven in hoofdstuk 3 en het beeldkwaliteitsplan, daarbij rekening houdend met de milieuaspecten zoals beschreven in hoofdstuk 4. In de regels is een bepaling opgenomen waarin is geregeld dat het gebruik als bedrijventerrein slechts is toegestaan in samenhang met de realisatie en de instandhouding van de landschappelijke inpassing. De situering van de bouwvlakken is afgestemd op de gewenste zichtlijnen naar het open landschap. Bij het realiseren van bedrijfspanden dient hiervoor een zone in acht te worden genomen die is afgestemd op de eis van het Wetterskip (de beheerszone van 5 meter tot de teen van de dijk vrijhouden van bebouwing).

Om negatieve effecten op de aanwezige natuurwaarden in het buitengebied (weidevogels en ganzen) en de verkeersveiligheid te voorkomen is er voor gekozen om de ontsluiting van het bedrijventerrein plaats te laten vinden vanaf de Joodyk. Dit is als zodanig aangegeven op de verbeelding. Alleen eventuele bedrijfswoningen in het noorden van het bedrijventerrein (maximaal twee) worden via bruggetjes ontsloten op de Rigedyk.

Artikel 4 Groen - Water

De bestemming Groen - Water is opgenomen ten westen, zuiden en oosten van de bestemming Bedrijventerrein om voorzieningen ten behoeve van landschappelijke inpassing mogelijk te maken en hier specifiek ruimte voor te reserveren. De inpassing bestaande uit (deels lage) beplanting (west- en oostzijde) en een waterzone (zuidzijde) is afgestemd op de specifieke ecologische en cultuurhistorische situatie rond Oudega (zie de genoemde uitgangspunten in hoofdstuk 3.3 en 4.4).

Binnen de bestemming kunnen naast groenvoorzieningen de benodigde waterhuishoudkundige voorzieningen (sloten, waterzone) worden aangelegd en is de aanleg van fiets- en voetpaden toegestaan. De aanleg van een fietspad is gepland in de westelijke groenzone. Binnen de bestemming is het oprichten van gebouwen niet toegestaan.

De groenstroken zullen in eigendom komen van de aanliggende bedrijven. Bij de uitgifte van het bedrijventerrein wordt contractueel vastgelegd dat de eigenaren op het bedrijventerrein gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de aanleg en het onderhoud van de groenvoorzieningen. Vooral de zuidelijke en oostelijke water- en groenzones dienen vanuit een landschappelijk oogpunt zorgvuldig te worden beheerd.

HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS

In hoofdstuk 3 van de regels is een aantal standaardbepalingen opgenomen die gelden voor alle bestemmingen van het plan, namelijk de antidubbeltelbepaling, algemene gebruiksregels, algemene afwijkingsregels en algemene aanduidingsregels.

Artikel 5: Anti-dubbeltelregel

De anti-dubbeltelbepaling is opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde gebouwen en bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.

Artikel 6: Algemene gebruiksregels

In deze bepaling wordt het houden van evenementen toegestaan voor zover daarvoor op basis van de gemeentelijke Algemene Plaatselijke Verordening een evenementenvergunning kan worden verleend dan wel kan worden volstaan met een kennisgeving.

Artikel 7: Algemene afwijkingsregels

In dit artikel is aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid gegeven om met een omgevingsvergunning af te wijken van bepaalde specifiek genoemde onderwerpen. Met deze bepalingen wordt meer flexibiliteit aan het plan gegeven. Dit voorkomt dat bij kleine ondergeschikte afwijkingen van het bestemmingsplan een nieuw bestemmingsplan noodzakelijk is.

Artikel 8: Algemene aanduidingsregels

In dit artikel wordt de wijze waarop het bedrijventerrein ontsloten wordt geregeld door middel van de aanduiding 'as van de weg'.

HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS

In hoofdstuk 4 zijn twee artikelen opgenomen, het overgangsrecht ten aanzien van gebruik en bebouwing en de slotregel waarin de citeertitel van het bestemmingsplan wordt aangehaald.

Artikel 9: Overgangsrecht

In deze bepaling is vorm en inhoud gegeven aan het overgangsrecht.

Artikel 10: Slotregel

Als laatste is de slotregel opgenomen. Deze bepaling omschrijft de titel van het plan.