direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Westgaag 18
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1842.wp19BG01-va01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Het kadastrale perceel 224 achter Westgaag 18 in Maasland is op dit moment in gebruik als grasland. De kassen die voorheen op het perceel stonden zijn gesaneerd. De gemeente Midden-Delfland wil doormiddel van de wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan de aanduiding glastuinbouw en bijbehorend bouwvlak wijzigen in Agrarisch met waarden, zonder bouwvlak.

1.2 Ligging en begrenzing plangebied

Het plangebied betreft het kadastrale perceel 224. Dit perceel ligt in het buitengebied van de gemeente Midden-Delfland ten noorden van de Westgaag 18 en ten Noorden van de kern Maasland. Het perceel wordt omringd door agrarische percelen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1842.wp19BG01-va01_0001.png"

Figuur 1.1. - Ligging plangebied (bron: Google Earth)

1.3 Vigerend bestemmingsplan

Op het kadastrale perceel 224 geldt het bestemmingsplan 'Buitengebied Gras' (vastgesteld 25 juni 2013) en de '1e herziening Buitengebied Gras' (vastgesteld 26 maart 2019). In het bestemmingsplan 'Buitengebied Gras' zijn de gronden voorzien van de enkelbestemming 'Agrarisch met waarden' met een bouwvlak. Daarnaast is de dubbelbestemming 'Waarde- Archeologie 2' van toepassing op de locatie. In figuur 1.2 is een uitsnede opgenomen van het bestemmingplan 'Buitengebied Gras' ter plaatse van het plangebied. In figuur 1.3 is een uitsnede opgenomen van het bestemmingplan '1e Herziening Buitengebied Gras' ter plaatse van het plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.1842.wp19BG01-va01_0002.png"

Figuur 1.2 - Uitsnede vigerend bestemmingsplan 'Buitengebied Gras'. (bron: www.ruimtelijkeplannen.nl)

afbeelding "i_NL.IMRO.1842.wp19BG01-va01_0003.png"

Figuur 1.3 - Uitsnede vigerend bestemmingsplan '1e herziening Buitengebied Gras'. (bron: www.ruimtelijkeplannen.nl)

1.4 Leeswijzer

Het wijzigingsplan bestaat uit een toelichting, een verbeelding en regels. De plantoelichting bevat achtereenvolgens de volgende hoofdstukken:

  • Hoofdstuk 2 vat de relevante beleidsstukken samen;
  • Hoofdstuk 3 geeft uitleg bij de regels die bij dit plan behoren;
  • Hoofdstuk 4 gaat in op de milieutechnische, maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid.

Hoofdstuk 2 Beleidskader

2.1 Rijksbeleid

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (2012) & Barro (2011)

Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar & veilig. Daar streeft het Rijk naar met een aanpak die ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop zet, investeringen scherp prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt. De structuurvisie Infrastructuur en Ruimte geeft een integraal kader voor het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau.

In de structuurvisie Infrastructuur en Ruimte formuleert het Rijk drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar & veilig te houden voor de middellange termijn (2028):

  • het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland;
  • het verbeteren, in stand houden en ruimtelijk zeker stellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat;
  • het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn.

Nationale belangen

De structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is tot nu toe gedeeltelijk vertaald in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Het Barro omvat alle ruimtelijke rijksbelangen die juridisch doorwerken op het niveau van bestemmingsplannen. Het gaat om kaders voor onder meer het bundelen van verstedelijking, de bufferzones, nationale landschappen, de Ecologische Hoofdstructuur, de kust, grote rivieren, militaire terreinen, mainportontwikkeling van Rotterdam en de Waddenzee. Met het Barro maakt het Rijk proactief duidelijk waar provinciale verordeningen en gemeentelijke bestemmingsplannen aan moeten voldoen.

Het Rijk heeft geen ruimtelijk beleid dat is toegespitst op het voorliggende relatief kleinschalige initiatief. Dit dient dan ook getoetst te worden aan de toepasselijke wet- en regelgeving die de verantwoordelijkheid is van provincie Zuid-Holland en gemeente Midden-Delfland. In de volgende paragrafen wordt het beleid van deze overheden beschreven.

2.2 Provinciaalbeleid

2.2.1 Omgevingsvisie Zuid-Holland

De provincie stuurt op (boven)regionaal niveau op de inrichting van de ruimte in Zuid-Holland. De provincie wil met haar Omgevingsvisie (vastgesteld op 20 februari 2019) een uitnodigend perspectief bieden, zonder een beoogde eindsituatie te schetsen. Daarom omvat de Omgevingsvisie geen eindbeeld voor 2030 of 2050, maar wel ambities die voortkomen uit actuele maatschappelijke opgaven.

De provincie onderscheidt zes richtinggevende ambities in de fysieke leefomgeving:

  • Naar een klimaatbestendige delta;
  • Naar een nieuwe economie: the next level;
  • Naar een levendige meerkernige metropool;
  • Energievernieuwing;
  • Best bereikbare provincie;
  • Gezonde en aantrekkelijke leefomgeving.

Ruimtelijk kwaliteitsbeleid

Het kwaliteitsbeleid van Zuid-Holland is ingestoken als 'ja, mits-beleid': ruimtelijke ontwikkelingen zijn mogelijk met behoud of versterking van de ruimtelijke kwaliteit. Het ruimtelijk kwaliteitsbeleid bestaat uit een viertal kwaliteitskaarten met richtpunten en de gebiedsprofielen. De gebiedsprofielen zijn in samenhang met de decentrale overheden opgesteld.

Conclusie

De ontwikkeling aan de Westgaag 18 - de sanering van de glastuinbouw en verwijderen van het bouwvlak - valt onder de noemer 'inpassen'. De aard en schaal van de ontwikkeling zijn zodanig dat van aantasting van de gebiedsidentiteit geen sprake is. De ontwikkeling draagt bij aan het behoud of verbetering van de ruimtelijke kwaliteit en past binnen de ambities van de omgevingsvisie.

2.2.2 Omgevingsverordening Zuid-Holland

In samenhang met de Omgevingsvisie is de Omgevingsverordening opgesteld. De regels in deze verordening zijn bindend en werken door in gemeentelijke bestemmingsplannen. Een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling moet voldoen aan de voorwaarden die gelden voor inpassen, aanpassen of transformeren. Wanneer er een beschermingscategorie geldt, gelden aanvullende voorwaarden. Hierboven, bij de toetsing aan het beleid, is onderbouwd dat er sprake is van een inpassing, omdat de ontwikkeling past binnen de bestaande structuur en gebiedsidentiteit. Er rust geen beschermingscategorie op het plangebied, waardoor er geen aanvullende voorwaarden gelden. Hieruit blijkt dat de ontwikkeling aan de Westgaag past binnen de randvoorwaarden die in de Verordening ruimte worden gesteld.

Conclusie

De ontwikkeling aan de Westgaag 18 - de sanering van de glastuinbouw en verwijderen van het bouwvlak - past binnen de randvoorwaarden van de omgevingsverordening.

2.3 Gemeentelijk beleid

Bestemmingsplan Buitengebied Gras

In artikel 3.8.3 van het vigerende bestemmingplan 'Buitengebied Gras' is een wijzigingsmogelijkheid opgenomen voor het verwijderen van de aanduiding 'glastuinbouw' en het bijbehorende bouwvlak en de bestemming te wijzigen in Agrarisch met waarden, zonder bouwvlak. In de wijzigingsbevoegdheid is de voorwaarde opgenomen dat burgemeester en wethouders alleen bevoegd zijn als er sprake is van een algehele bedrijfsbeëindiging van het glastuinbouwbedrijf en de sanering van het glas op enigerlei wijze is gecompenseerd.

Ten behoeve van deze compensatie heeft de gemeente privaatrechtelijke afspraken gemaakt met de eigenaar van het glastuinbouwbedrijf.

Hoofdstuk 3 Juridische planbeschrijving

In dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe het beleid en de planuitgangspunten zijn verwoord in de planregels. Zo wordt een toelichting gegeven op het juridische systeem en op alle afzonderlijke bestemmingen.

3.1 Planopzet

Om de aanduiding 'glastuinbouw' en het bouwvlak te verwijderen wordt gebruik gemaakt van de in het moederplan opgenomen wijzigingsbevoegdheid. In lijn met de voorwaarden van de wijzigingsbevoegdheid wordt een wijzigingsplan opgesteld welke bestaat uit een toelichting, planregels en een verbeelding. De nieuwe situatie zonder het bouwvlak en de aanduiding 'glastuinbouw' is zichtbaar op de verbeelding. Wanneer dit wijzigingsplan rechtskracht heeft verkregen, zal het wijzigingsplan integraal deel uitmaken van het bestemmingsplan 'Buitengebied Gras' uit 2013 en de '1e Herziening Buitengebied Gras' uit 2019.

Voorliggend wijzigingsplan is opgesteld conform de systematiek van het moederplan, met inachtneming van de bepalingen die zijn opgenomen in de Regeling standaarden ruimtelijke ordening (Rsro), zoals de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP2012) en het coderingssysteem Informatiemodel Ruimtelijke Ordening (IMRO2012). In de volgende paragraaf wordt ingegaan op de wijze waarop de regels en verbeelding van voorliggend plan zijn opgebouwd.

3.2 Artikelsgewijze toelichting

Dit wijzigingsplan maakt, na inwerkingtreding, onderdeel uit van het bestemmingsplan 'Buitengebied Gras' van de gemeente Midden-Delfland. Dit wijzigingsplan wijzigt het vigerende bestemmingsplan door het plangebied aan de Westgaag 18 te voorzien van een nieuwe verbeelding met daarbij behorende regels.

Inleidende regels

In artikel 1 zijn de regels van het vigerende bestemmingsplan '1e Herziening Buitengebied Gras' overgenomen, waarbij het begrip wijzigingsplan is toegevoegd.

Bestemmingen

Het voorliggende plan kent aan het bestemmingsplan de bestemmingen 'Agrarisch met waarde' en 'Waarde - Archeologie 2' toe. De regels van het vigerende plan blijven van toepassing en zijn in dit plan opgenomen.

Overgangs- en slotregels

De overgangsregel van het vigerende plan blijft van toepassing. Dit is reeds geregeld met artikel 1. In de slotregel in artikel 5 is de officiële naam van het plan bepaald. Onder deze naam kan het wijzigingsplan worden aangehaald.

Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid

4.1 Milieutechnische uitvoerbaarheid

Dit wijzigingsplan maakt het verwijderen van de aanduiding 'glastuinbouw' en het verwijderen van het bouwvlak mogelijk. De kassen op het perceel zijn in het verleden al gesaneerd. Het wijzigingsplan ontneemt de ontwikkelingsmogelijkheden op dit perceel. Daarnaast worden er geen andere functies mogelijk gemaakt. Het gebruik van de gronden blijft 'Agrarisch met waarden'. Dit wijzigingsplan maakt op het betreffende perceel niet meer mogelijk dan het bestemmingsplan 'Buitengebied Gras'.

De conclusies voor de verschillende milieuaspecten, waaronder de gevolgen voor de waterhuishouding, blijven ongewijzigd.

Specifiek voor de waterhuishouding geldt het volgende:

  • Het perceel mag op basis van het bestemmingsplan 'Buitengebied Gras' reeds volledig verhard worden. Verder voorziet het wijzigingsplan niet in aanpassingen van watergangen. Het wijzigingsplan leidt daarmee niet tot een achteruitgang/aantasting van het huidige (oppervlakte)watersysteem.
  • Met betrekking tot de waterveiligheid maakt het wijzigingsplan geen functie mogelijk met een hoger beschermingsniveau dan glastuinbouw en leidt daarmee niet tot een negatief effect.
  • Met betrekking tot waterkwaliteit is in het bestemmingsplan 'Buitengebied Gras' reeds het uitoefenen van agrarische activiteiten toegestaan. Het wijzigingsplan maakt geen andere (vervuilende) functies/activiteiten mogelijk en leidt daarmee niet tot een negatief effect.
  • Met betrekking tot het grondwater maakt het wijzigingsplan geen ondergrondse ingrepen mogelijk die de grondwaterhuishouding kunnen verstoren en leidt daarmee niet tot een negatief effect.

De planologische wijzigingen die met dit wijzigingsplan worden verwerkt ontnemen bestaande bouwrechten binnen het bouwvlak. Er is daarom geen sprake van milieueffecten anders dan al beschreven en onderzocht in het bestemmingsplan 'Buitengebied Gras'.

4.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Vooroverleg

Het wijzigingsplan Westgaag 18 wordt in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit op de ruimtelijke ordening aan diverse instanties toegezonden. Van het Hoogheemraadschap van Delfland is een reactie ontvangen, die vervolgens in het plan is verwerkt.

Zienswijzen

In het kader van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (zienswijzenprocedure) is het ontwerpwijzigingsplan gedurende zes weken ter inzage gelegd. Er zijn binnen de zienswijzentermijn geen zienswijzen ontvangen tegen het wijzigingsplan.

4.3 Economische uitvoerbaarheid

Kostenverhaal en financiële uitvoerbaarheid

Indien sprake is van een bouwplan en voor de goedkeuring van dit bouwplan een wijziging of afwijking van het geldende bestemmingsplan noodzakelijk is, is een gemeente verplicht om haar kosten op de initiatiefnemer en/of grondeigenaar te verhalen. Er moet een exploitatieplan worden vastgesteld ter verzekering van het verhaal van kosten. In artikel 6.2.1. van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) zijn categorieën aangewezen waarbij deze verplichting van toepassing is. Van het vaststellen van een exploitatieplan kan op basis van artikel 6.12 lid 2 onder a Wet ruimtelijke ordening worden afgezien als er op een andere wijze is voorzien in het verhaal van kosten.

In artikel 3.1.6. van het Bro is bepaald dat in de toelichting van het bestemmingsplan inzicht moet worden gegeven in de uitvoerbaarheid. Hieronder wordt mede de financiële uitvoerbaarheid verstaan.

Het wijzigingsplan Westgaag 18 maakt geen bouwplan mogelijk. Hierdoor is het verhaal van kosten en het opstellen van een exploitatieplan niet noodzakelijk. De uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan is financieel haalbaar, op basis van de gesloten overeenkomst tussen gemeente en glastuinbouwbedrijf.