direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Buitengebied Gras - reparatie nav Raad van State besluit
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1842.bp15BG01-va01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Het bestemmingsplan Buitengebied Gras van de gemeente Midden-Delfland als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1842.bp11BG04-VA01 (hierna: moederplan) is door de gemeenteraad op 26 juni 2013 vastgesteld. Op 26 november 2014 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan. De uitspraak, met zaaknummer 201308263/1/R4, is als bijlage 1 bij de voorliggende toelichting gevoegd. Deze uitspraak is verwerkt en vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1842.bp11BG04-GU01. 

In de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechstpraak wordt het vaststellingsbesluit van de gemeenteraad op een aantal punten vernietigd. Voor twee onderdelen heeft de Afdeling de gemeenteraad opgedragen om binnen 26 weken na verzending van de uitspraak - met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen - een nieuw besluit te nemen. Hiertoe wordt dit bestemmingsplan opgesteld. Dit bestemmingsplan heeft, gezien de uitspraak, betrekking op de percelen Foppenpolder 18 te Maasland en Herenwerf 53 te Maasland. Omdat het besluit van de Raad van State voor wat betreft het plandeel ter plaatse van het perceel H713 te Schipluiden (Pastoor Verburghlaan 11) eenvoudig te repareren is, wordt dit onderdeel eveneens meegenomen in dit bestemmingsplan.

De planonderdelen die naar aanleiding van de uitspraak van De Raad van State gerepareerd worden zullen in onderhavige toelichting per onderdeel nader worden toegelicht. Op de verbeelding zijn slechts de percelen opgenomen, die deel uitmaken van dit bestemmingsplan. Omdat het besluit van de Raad van State geen betrekking heeft op regels die van toepassing zijn voor het gehele plangebied worden de regels behorende bij dit bestemmingsplan  afgestemd op de 3 opgenomen planonderdelen.

1.2 Vigerend bestemmingsplan

Voorliggend bestemmingsplan 'Buitengebied Gras - Reparatie nav Raad van State Uitspraak' betreft een reparatie van het bestemmingsplan Buitengebied Gras zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Midden-Delfland op 23 juni 2013.

1.3 Ligging plangebied

Dit bestemmingsplan heeft betrekking op 3 percelen die verspreid in het buitengebied van de gemeente Midden-Delfland liggen. Het gaat om de percelen Foppenpolder 18 en Herenwerf 53 in Maasland en Pastoor Verburghlaan 11 in Schipluiden. In figuur 1.1 is de ligging van het plangebied weergegeven. 

afbeelding "i_NL.IMRO.1842.bp15BG01-va01_0001.jpg"

Figuur 1.1. Ligging plangebied

Legenda:

1: Foppenpolder 18 te Maasland

2: Herenwerf 53 te Maasland

3: Pastoor Verburghlaan 11 te schipluiden

Rode lijn: plangrens moederplan.

1.4 Leeswijzer

Hoofdstuk 2 gaat nader in op de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State en de aanpassingen die op basis daarvan noodzakelijk zijn. Hoofdstuk 3 omvat de juridische plantoelichting. Tot slot komt in komt het aspect uitvoerbaarheid aan de orde.

Hoofdstuk 2 Beschrijving planonderdelen

2.1 Inleiding

Voorliggend bestemmingsplan betreft een reparatie van het bestemmingsplan Buitengebied Gras zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Midden-Delfland op 23 juni 2013. Dit bestemmingsplan bestaat uit aanpassingen van het bestemmingsplan Buitengebied waarbij de beleidsmatige afweging, de toets aan relevant beleid en de sectorale onderzoeken gotendeels al bij het opstellen van het moederplan hebben plaatsgevonden. Hiervoor wordt dan ook verwezen naar de toelichting van het moederplan. Op enkele onderdelen is het moederplan onvoldoende ingegaan op de sectorale aspecten of het actuele beleid. In dat geval wordt hier in onderstaande paragrafen aanvullend aandacht aan die aspecten besteed.

2.2 Foppenpolder 18 te Maasland

Inleiding

Met deze bestemming geeft de gemeente Midden-Delfland uitwerking aan de opdracht van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State om een nieuw besluit te nemen voor de locatie Foppenpolder 18 met in achtneming van de overwegingen van de Afdeling. Uit de uitspraak volgt dat het destijds illegaal aangevangen gebruik van het voormalige bedrijfsgebouw voor bewoning al werd beschermd door het overgangsrecht van het voorgaande bestemmingsplan. Omdat er geen gerechtvaardigde verwachtingen zijn dat het gebruik gedurende de planperiode van het nieuwe bestemmingsplan wordt beëindigd, is het opnieuw onder overgangsrecht brengen van dit gebruik niet mogelijk. De gemeente heeft echter overwegende planologische redenen om niet aan een positieve bestemming mee te werken:

  • 1. Landschapontwikkelingsperspectief (LOP) Midden-Delfland® 2025

Leidend voor het ruimtelijk beleid voor het buitengebied is de koers en de ambitie voor het Midden-Delflandgebied die worden beschreven in het LOP: “In 2025 is Midden-Delfland een open, agrarisch cultuurlandschap met bijzondere landschappelijke kwaliteiten waar dorpen naadloos op de groene ruimte aansluiten”. Dit beleidsuitgangspunt is in het bestemmingsplan vertaald. Ten aanzien van nieuwe woningen betekent dit dat nieuwe woningen uitsluitend zijn toegestaan in het kader van ruimte-voor ruimte projecten. De gemeente Midden-Delfland is terughoudend bij het toepassen van de ruimte-voor-ruimte regeling. Zij geeft de voorkeur aan het verwijderen van verspreid liggend glas door glassanering die wordt bekostigd met publieke gelden. Op deze wijze wordt er optimaal bijgedragen aan het verwijderen van verouderde en leegstaande kassen en bedrijfsgebouwen en het creëren van openheid.

In het LOP is de ruimtelijke visie voor het buitengebied op polderniveau uitgewerkt. Per polder zijn de ruimtelijke kwaliteiten beschreven en is aangegeven welke ontwikkelingsrichting wordt beoogd. De locatie Foppenpolder 18 is gelegen in de Foppenpolder. Deze polder wordt gekenmerkt door een overheersende veehouderij met ruimte voor weidevogels. Rondom de polder vindt extensieve recreatie plaats. Intensieve recreatie vindt plaats rond de Foppenplas. Ten aanzien van nieuwe bebouwing geldt dat er geen nieuwe woningbouw in de polder wordt toegestaan. Zowel op basis van het beleid voor het gehele buitengebied van Midden-Delfland als voor de Foppenpolder specifiek is het toevoegen van nieuwe burgerwoningen niet toegestaan.

  • 2. Woonvisie Midden-Delfland 2010-2025 'Sturen op Diversiteit'

De woonvisie is opgesteld voor de periode 2010-2025 en bevat een toekomstvisie en beleidsambities voor de lange(re) termijn en een concreet uitvoeringsprogramma voor de korte termijn. In de woonvisie ligt de nadruk op het wonen in de dorpen, de woonvisie bevat geen gerichte doelstellingen en uitwerking voor het buitengebied. De gewenste ruimtelijke ontwikkeling voor het buitengebied is uitgewerkt in het Landschapontwikkelingsperspectief (LOP) Midden-Delfland® 2025 (zie vorig punt).

  • 3. Provinciale verordening 2010 (vigerend ten tijden dat het bestemmingsplan Buitengebied gras werd opgesteld en vastgesteld)

Bebouwing ten behoeve van stedelijke functies buiten bebouwingscontouren is niet toegestaan, uitzonderingen hierop zijn onder andere: 

  • ruimte voor ruimte; nieuwbouw van woningen na sloop gebouwen of kassen; 
  • nieuwe landgoederen; 
  • niet-agrarische functies in vrijkomende agrarische bebouwing; 
  • woningen in bebouwingslinten na sloop bestaande bebouwing.

Ten aanzien van vrijkomende agrarische bebouwing merken wij op dat het gebouw oorspronkelijk deel uitmaakte van een glastuinbouwbedrijf dat is gesaneerd. In dergelijke gevallen wordt de voormalige tuinderwoning bestemd als burgerwoning onder de voorwaarde dat de omvang van de voormalige bedrijfsgebouwen die worden gebruikt ten dienste van de burgerwoning door sloop wordt terug gebracht tot de maximale omvang die het bestemmingsplan toestaat. In dit geval is er geen sprake van een voormalige agrarische bedrijfswoning, maar van een voormalig bedrijfsgebouw. Evenmin is er sprake van een karakteristiek gebouw dat omwille van een cultuurhistorische of beeldbepalende waarde zou moeten worden behouden door herbestemming.

  • 4. Bestemmingsplan Buitengebied Gras

Het geldende beleid is vertaald naar het bestemmingsplan. Het buitengebied wordt gekenmerkt door openheid waarbij het behoud en de ontwikkeling van de agrarische functie in relatie tot het landschap centraal staat. De gemeente is terughoudend als het gaat om de toename van bebouwing. Zeker als het gaat om bebouwing die geen relatie heeft met de agrarische functie. Alleen aan bestaande legale burgerwoningen met bijbehorende erven wordt een bestemming Wonen toegekend. Binnen dit bestemmingsplan wordt de nieuwbouw van burgerwoningen in het buitengebied niet mogelijk gemaakt. De gemeente maakt in een enkel geval een uitzondering van ruimte-voor ruimte woningen. In het kader van het uitvoeren van een Ruimte-voor-Ruimteproject kunnen bij sloop van vrijgekomen agrarische bedrijfsgebouwen wel extra woningen gerealiseerd worden. Dit heeft echter niet de voorkeur van de gemeent Midden-Delfland. Ten aanzien van verspreid liggende glastuinbouwbedrijven kiest de gemeente voor sanering op grond van het principe “gras voor glas”.  Na de sanering blijft alleen de voormalige tuinderwoning en een enkel bijgebouw gehandhaafd. De omvang van de woonbestemming en de bijbehorende tuinbestemming is beperkt. Soms wordt een deel van de grond die in eigendom blijft van de voormalige tuinder bestemd als Groen – Landschappelijke Overgangszone. Op die grond mag de voormalige tuinder hobbymatig agrarische activiteiten uitvoeren.

Op basis van de verschillende beleidsdocumenten kan geconcludeerd worden dat de gemeente Midden-Delfland nieuwe woningen uitsluitend toe staat in het kader van ruimte-voor-ruimte projecten en dat de gemeente deze regeling zeer terughoudend toepast.

Dit blijkt onder andere uit verschillende lopende en inmiddels afgeronde projecten, zoals:

  • Zijdekade Schipluiden: In het najaar van 2013 is de voormalige kas en bedrijfsruimte aan de Zijdekade gesloopt. In ruil daar voor is met toepassing van de ruimte-voor ruimte regeling een nieuwe woning gebouwd. Als gevolg van deze ontwikkeling wordt het open landschap versterkt.
  • De uitvoering van het project 'van glas naar Gras; voor de locaties in het bestemmingsplan van Glas naar Gras NL.IMRO.1842.bp11BG02-vs01 uit 2011 dat door het bestemmingsplan Buitengebied Gras weer is vervangen.

Voor de locatie Foppenpolder 18 betekent dit dat een woonbestemming niet passend is. Gelet op de uitspraak van de Afdeling kiest de gemeente voor een uitsterfregeling. Deze komt erop neer dat het huidige woongebruik mag worden voortgezet, maar bij beëindiging hiervan niet mag worden hervat. Deze regeling is opgenomen in de bestemming Groen – Landschappelijke overgangszone -2. Deze bestemming maakt verder groenvoorzieningen, niet beroepsmatig agrarisch gebruik en de inrichting van natuurvriendelijke oevers mogelijk.

Omdat het desbetreffende bedrijfsgebouw destijds legaal is gebouwd, is dit gebouw positief bestemd. Na beëindiging van het gebruik als woning kan dit gebouw worden gebruikt voor hobbymatige agrarische activiteiten.
Met deze bestemming wordt tevens geborgd dat de woonfunctie niet wordt vergroot, omdat geen gebruik kan worden gemaakt van de mogelijkheden voor vergunningvrij bouwen op het achtererfgebied op grond van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht. De gronden kwalificeren door de bestemmingslegging immers niet als erf (en dus ook niet als achtererf) in de zin van deze landelijke regeling.

Ook is het bedrijfsgebouw geen hoofdgebouw in de zin van de genoemde regeling in het Besluit omgevingsrecht en het bestemmingsplan.

Opgemerkt wordt dat deze keuze om het gebruik voor bewoning niet positief te bestemmen, past in de beleids- en gedragslijn van de gemeente Midden-Delfland en de voormalige gemeente Maasland  in dit handhavingsdossier. Het gebruik van het bedrijfsgebouw voor bewoning is in strijd met de geldende bestemming. De gemeente heeft in het verleden zowel tegen het strijdig gebruik als tegen verbouwingen ten behoeve van dit strijdig gebruik opgetreden. De uitkomst van de juridische procedures is samengevat dat tegen het strijdig gebruik niet meer handhavend kan worden opgetreden. Tegen het verbouwen ten behoeve van het woongebruik is wel succesvol opgetreden. Met de uitsterfregeling in dit bestemmingsplan treft de gemeente een regeling die de door de rechter vastgestelde gebruiksrechten overneemt, maar ook niet meer dan dat. De planologische bezwaren van de gemeente ten opzichte van een burgerwoning op deze locatie zijn immers niet verdwenen door de genoemde uitspraak.

Op het perceel bevinden zich 3 gebouwen, te weten het voormalige bedrijfsgebouw en twee schuren. Voor de twee schuren is op 13 juli 1998 een bouwvergunning verleend voor de bouw van een stal en een hooiopslag. Inmiddels zijn beide schuren ook afgebouwd. De gemeente heeft deze beide schuren in de regeling positief bestemd. Zij kunnen worden gebruikt voor niet beroepsmatig agrarisch gebruik.

Sectorale aspecten

De wijziging op het perceel Foppenpolder 18 betreft het opnemen van een reeds bestaande situatie. Er wordt geen nieuwe bebouwing/verharding gerealiseerd. Onderzoek naar de aspecten water, ecologie, archeologie, bodem etc zijn derhalve niet aan de orde. Planologisch gezien wijzigt de functie van de bebouwing , feitelijk vinden er geen wijzigingen plaats. Alleen hobbymatige agrarische activiteiten maken deel uit van het feitelijk gebruik. Van agrarisch gebruik dat een meer bedrijfsmatig karakter heeft is geen sprake. Om deze reden zijn de aspecten bedrijven en milieuhinder, externe veiligheid, luchtkwaliteit en wegverkeerslawaai beoordeeld. Gezien de afstand tot de weg en de nabijheid van bestaande woningen kan geconcludeerd worden dat de betreffende aspecten de ontwikkeling niet in de weg staat.

Wijze van bestemmen

Ter plaatse van de locatie Foppenpolder 18 wordt de bestemming Groen - Landschappelijke overgangszone 2 opgenomen. De bestemming Tuin zoals opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied Gras komt te vervallen. Omdat de bestemming Groen - Landschappelijke overgangszone 2 niet in het bestemmingsplan Buitengebied Gras voorkomt wordt er een geheel nieuw artikel in de regels toegevoegd. In dit artikel wordt geregeld dat ter plaatse van deze bestemming en de aanduiding wonen gewoond mag worden. In de specifieke gebruiksregels is de uitsterfregeling opgenomen.

Het gebouw waar gewoond wordt alsmede de twee half afgebouwde schuren worden voorzien van een bouwvlak en de aanduiding ' specifieke vorm van agrarisch - agrarische hobbyschuur. In de regels worden aan deze aanduiding de bouwregels (maten afgestemd op de bestaande situatie) gekoppeld.  

2.3 Herenwerf 53 te Maasland

Inleiding

Het perceel Herenwerf 53 is in het bestemmingsplan Buitengebied Gras voorzien van de bestemming Bedrijf en de functieaanduiding 'hovenier'. Sinds eind jaren tachtig is ter plaatse een hoveniers- en grondverzetbedrijf  gevestigd waarvoor in 1997 een milieuvergunning is verleend. De grondverzetactiviteiten vallen niet onder het begrip 'hovenier' zoals opgenomen in artikel 1, lid 1.44, van het moederplan. De grondverzetactiviteiten worden evenmin ten dienste van een hoveniersbedrijf uitgeoefend. Ondanks dat de bedrijfsactiviteiten vanaf het begin hoofdzakelijk gericht zijn op grondverzetactiviteiten zijn deze activiteiten in het moederplan ten onrechte niet als zodanig bestemd. In haar uitspraak heeft de Afdeling geoordeeld dat het moederplan voor wat betreft de aan het perceel toegekende bestemming niet met de bij het voorbereiden van een besluit te betrachten zorgvuldigheid is vastgesteld. Dit wordt in dit bestemmingsplan hersteld.

Sectorale aspecten

In het bestemmingsplan Buitengebied Gras is het perceel voorzien van de bestemming Bedrijf met de aanduiding 'hovenier'. Het toegestane hoveniersbedrijf behoort tot categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Het grondverzetbedrijf valt eveneens in categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Milieutechnisch gezien levert de wijziging derhalve geen problemen op. Omdat de overige gebruiksregels en de bouwregels niet wijzigen staat deze wijziging de uitvoerbaarheid niet in de weg.

Wijze van bestemmen

Ter plaatse van de locatie Herenwerf 53 worden de bestemmingen en aanduidingen inclusief bijbehorende regels uit het moederplan overgenomen. Dit omvat het volgende:

  • Bestemming Bedrijf;
  • Dubbelbestemming Waarde-Archeologie-3
  • Dubbelbestemming Waarde-Archeologie-4
  • maatvoering 'maximaal aantal wooneenheden = 0
  • bouwvlak
  • functieaanduiding hovenier.

Naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State wordt op de verbeelding wordt ter plaatse van het perceel Herenwerf 53 de aanduiding ' specifieke vorm van bedrijf - grondverzetbedrijf' opgenomen. De aanduiding wordt eveneens in de regels van het bestemmingsplan opgenomen.

2.4 Pastoor Verburghlaan 11

Inleiding

Op het perceel H713 (Pastoor Verburghlaan 11) is in het moederplan de bestemming Wonen opgenomen. Het betreft hier een nieuwe stedelijke functie buiten de bebouwingscontouren. Om deze nieuwe woning mogelijk te maken en te voldoen aan het gemeentelijke en provinciale beleid heeft de gemeente een eerder voorziene mogelijkheid voor de bouw van een tweede woning aan de Gaagweg 4-6 niet als zodanig bestemd. De vergunning voor de bouw van de tweede woning op het perceel Gaagweg 4-6 was op het moment van vaststelling van het moederplan niet ingetrokken. Echter met het niet als zodanig bestemmen van die woning, zonder de omgevingsvergunning voor de bouw van de woning voorafgaand aan de vaststelling van het plan in te trekken, is niet gewaarborgd dat deze woning niet kan worden gebouwd. Op basis hiervan heeft de Afdeling geoordeeld dat het toekennen van de bestemming "Wonen" aan het perceel H713 in strijd met artikel 3, eerste lid, van de verordening. Deze omissie wordt hersteld in dit bestemmingsplan.

Uitvoerbaarheid

Ten aanzien van de uitvoerbaarheid is voor deze ontwikkeling een ruimtelijke onderbouwing opgesteld. In deze ruimtelijke onderbouwing is de uitvoerbaarheid van de ontwikkeling aangetoond. Omdat reparatie slechts een juridische wijziging inhoudt, is de ruimtelijke onderbouwing in principe niet aangepast. Alleen het onderdeel Bedrijven en Milieuhinder (paragraaf 4.6) is geactualiseerd. De gewijzigde paragraaf luidt nu als volgt:

4.6 Bedrijven en milieuhinder

Beleid en Normstelling

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van milieugevoelige functies zoals woningen:

    • 1. ter plaatse van de woningen een goed woon- en leefmilieu kan worden gegarandeerd;
    • 2. rekening wordt gehouden met de bedrijfsvoering en milieuruimte van de betreffende bedrijven.

Om in de bestemmingsregeling de belangenafweging tussen bedrijvigheid en nieuwe woningen in voldoende mate mee te nemen, wordt in dit plan gebruikgemaakt van de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (editie 2009).

Onderzoek en conclusies

De beoogde burgerwoningen binnen het projectgebied zijn milieugevoelige functies. In de directe omgeving van het projectgebied vindt glastuinbouw plaats. Kassen zijn milieuhinderlijke functies. Voor kassen met gasverwarming geldt op basis van de VNG-uitgave Bedrijven en milieuzonering een richtafstand van 30 m ten opzichte van een rustige woonwijk en 10 m in gemengd gebied in verband met het aspect geluid.

Gebieden met een matige tot sterke functiemenging kunnen worden aangewezen als gemengd gebied. Het gaat hierbij onder andere om lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid. Door de ligging van het projectgebied direct aansluitend aan agrarische bedrijvigheid (kassen) en agrarische gronden kan het gebied gecategoriseerd worden als gemengd gebied, waardoor de verkorte afstand van 10 m geldt.

De bestaande woning ligt op circa 25 m afstand van de omliggende kassen. De nieuw te bouwen woning wordt op circa 13 m afstand van de kassen gerealiseerd. Daarnaast is de verwarmingsinstallatie, het hinder veroorzakende onderdeel van het glastuinbouwbedrijf, op meer dan 100 m van de woningen gelegen. Er wordt dus voldaan aan de richtafstand uit de VNG-publicatie.

Het glastuinbouwbedrijf aan de Pastoor Verburghlaan 9 beschikt daarnaast over twee WKK's (warmtekracht koppelingsinstallaties). Op basis van beleid van de gemeente Westland, de gemeente waarin de kassen zijn gelegen, dient een WKK op minimaal 65 m afstand van een woning te staan. Het projectgebied ligt op ruim 100 m afstand van de WKK's. De aanwezigheid van de WKK's vormt dan ook geen belemmering voor de beoogde ontwikkelingen.

Er is ter plaatse van de woningen sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Het aspect milieuhinder staat de beoogde ontwikkeling niet in de weg.

Om beter te kunnen voldoen aan de eisen ten aanzien van de aan te houden afstanden tot kassen is het bouwvlak ten opzichte van het gewenste en voorgestelde bouwvlak in de ruimtelijke onderbouwing (en het bestemmingsplan Buitengebied Gras) aangepast. De overige omgevingsaspecten zijn gecontroleerd en actueel bevonden.

Ten aanzien van het beleidskader heeft er tussen vaststelling van het bestemmingsplan buitengebied Gras en dit bestemmingsplan wel een wijziging plaats gevonden. In juli 2014 heeft de provincie nieuw provinciaal beleid vastgesteld. In dit nieuwe beleid is het beleid inzake het toestaan van nieuwe bebouwing c.q. nieuwe woningen in het buitengebied gewijzigd. Uitgaande van het feit dat het in onderhavige situatie gaat om de verplaatsing van een bestaand bouwrecht en er per saldo geen nieuwe woningen aan het buitengebied toegevoegd worden, staat het nieuwe provinciale beleid de ontwikkeling niet in de weg. Omdat de aanpassing ten opzichte van het moederplan geen inhoudelijke maar enkel een juridische aanpassing betreft is de ruimtelijke onderbouwing op dit onderdeel niet aangepast.

Wijze van bestemmen

Ter plaatse van het perceel H713 worden de bestemmingen en aanduidingen inclusief bijbehorende regels uit het moederplan overgenomen. Dit omvat het volgende:

  • Bestemming Wonen;
  • Bestemming Tuin;
  • Dubbelbestemming Waarde-Archeologie-5
  • Gebiedsaanduiding veiligheidszone - leiding
  • bouwvlak

Aanvullend wordt het bestemmingsvlak c.q. bouwvlak op onderdelen aangepast en wordt er in de bouwregels van de bestemming Wonen een voorwaardelijke verplichting opgenomen. Deze voorwaardelijke verplichting regelt dat de woning op het perceel H713 alleen gebouwd mag worden indien de vergunning voor de bouw van twee woningen op het perceel Gaagweg 4-6 ingetrokken is.

Hoofdstuk 3 Juridische planbeschrijving

3.1 Algemeen

Een bestemmingsplan bestaat uit de juridisch bindende regels en verbeelding en gaat vergezeld van een toelichting.

De regels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden, bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing, regelingen betreffende het gebruik van aanwezige en/of op te richten bouwwerken.

De verbeelding heeft een ondersteunende rol voor toepassing van de regels alsmede de functie van visualisering van de bestemmingen. Op de verbeelding worden de bestemmingen weergegeven, met daarbij de harde randvoorwaarden. De verbeelding vormt samen met de regels het voor de burgers bindende deel van het bestemmingsplan.

De toelichting heeft geen bindende werking; de toelichting maakt juridisch ook geen onderdeel uit van het bestemmingsplan, maar heeft wel een belangrijke functie bij de weergave en onderbouwing van het plan en ook bij de uitleg van bepaalde bestemmingen en regels.

3.2 Opzet bestemmingsplan

Verbeelding

De regels van het moederplan behoeven na aanleiding van de uitspraak van de Raad van State niet intergraal te worden worden herzien. Om deze reden is het niet noodzakelijk het gehele plangebied van het moederplan onderdeel van dit bestemmingsplan uit te laten maken. Het plangebied bestaat uit percelen die naar aanleiding van de uitspraak gerepareerd moeten worden. Het gaat in dit geval om 3 percelen. 

Regels

Een groot gedeelte van de regels uit het moederplan is niet van toepassing op deze 3 percelen. Deze regels worden dan ook niet opgenomen in dit bestemmingsplan. Uitsluitend de bestemmingen en de bijbehorende regels die van toepassing zijn op het plangebied van dit bestemmingsplan worden opgenomen. Voor de opgenomen regels worden de regels van het moederplan wel als basis gebruikt. In dit bestemmingsplan worden zijn de volgende bestemmingen opgenomen:

  • Bedrijf;
  • Groen - Landschappelijke Overgangszone 2;
  • Tuin;
  • Wonen;
  • Archeologie 3 t/m 5;
  • Waterstaat - Waterkering.

Ten opzichte van het moederplan zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd:

  • De bestemming Groen - Landschappelijke overgangszone 2 is toegevoegd en afgestemd op de situatie Foppenpolder 18. Het bewoonde gebouw alsmede de 2 met vergunning gebouwde agrarische bedrijfsgebouwen worden voorzien van een bouwvlak en de aanduiding ' specifieke vorm van agrarisch - agrarische hobbyschuur'. De bouwregels zijn afgestemd op de bestaande maten. Het bewoonde bedrijfsgebouw krijgt eveneens de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - uitsterfregeling'. Doormiddel van deze aanduiding wordt het bewonen van het bestaande gebouw door middel van een overgangsregeling mogelijk gemaakt.
  • In het artikel Bedrijf is de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - grondverzetbedrijf' opgenomen.
  • In het artikel Wonen is een voorwaardelijke verplichting opgenomen. De bouw van een woning op het perceel H713 is pas toegestaan nadat de vergunning voor de bouw van de tweede woning op het perceel Gaagweg 4-6 ingetrokken is.

Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid

4.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Onderhavig bestemmingsplan betreft een bestemmingsplan waarin onderdelen zijn opgenomen die naar aanleiding van de uitspraak van de raad van State verwerkt dienen te worden. De Afdeling heeft aangegeven dat het besluit niet overeenkomstig afdeling 3.4 van de Awb voorbereid hoeft te worden. Dit betekent dat dit bestemmingsplan direct wordt vastgesteld door de raad. Er zal derhalve geen voorontwerp- of ontwerpversie ter inzage gelegd worden. Na vaststelling geldt verder de gebruikelijke wettelijke procedure voor bestemmingsplannen. Dit betekent dat het vastgestelde bestemmingsplan de beroepsprocedure doorloopt.

4.2 Economische uitvoerbaarheid

De inhoud van dit bestemmingsplan noodzaakt niet tot onderzoek inzake de economische uitvoerbaarheid of het opstellen van een exploitatieplan.