Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Poelzone
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1783.obp00000014-vast

Artikel 8 Wonen

8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor “Wonen” (W) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. het wonen in een woning;
  2. bijbehorende erven, terreinen en voorzieningen, zoals ontsluitingswegen ten behoeve van de bereikbaarheid van de woning en groen;
  3. (hoofd-)watergangen, waterpartijen en (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen;
  4. ontsluitingswegen ten behoeve van de bereikbaarheid van glastuinbouwbedrijven en voet- en fietspaden;
alsmede voor:
  1. ter plaatse van de functieaanduiding "(sw-kw)", een kaswoning;
met dien verstande dat is toegestaan:
  1. ter plaatse van de functieaanduiding "(sw-wb)", uitsluitend een woonboot.
8.2 Bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
  1. hoofdgebouwen met de bijbehorende bouwwerken;
  2. bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  3. ter plaatse van de functieaanduiding "(sw-kw)", een kaswoning;
  4. ter plaatse van de functieaanduiding “(sw-wb)”, een woonboot;
en gelden tevens de volgende bouwregels ten aanzien van:
8.2.1 Woningen
Voor het bouwen van woningen gelden de algemene regels als genoemd in Artikel 32, alsmede dat:
  1. per bestemmingsvlak is één woning toegestaan, tenzij ter plaatse van de aanduiding “aantal woningen” een ander maximum aantal woningen is aangegeven;
  2. de maatvoering van woningen bedraagt:
 
maximale goothoogte
maximale bouwhoogte
maximale oppervlakte
maximale inhoud
specifieke regeling
woning    1,5x de oppervlakte van het bestemmingsvlak met een max. van 1.000 m3 
- hoofdgebouw 10 m   
vrijstaand
7 m    
aaneengebouwd
6 m    
- aan, uitbouw en bijgebouw   50% van het zij- en achtererf, mits niet groter dan de oppervlakte van het hoofdgebouw (footprint) 
300 m3*
 * de inhoud telt mee in de max. inhoud voor een woning
aan-, uitbouw en aangebouwd bijgebouw
3 m, of
0,30 m boven de eerste verdieping (bovenkant vloer) van het hoofdgebouw met een max van 4 m 
3 m,
of 2/3e van de bouwhoogte van het hoofdgebouw met een max van 5 m
  
bij aaneengebouwde hoofgebouwen bedraagt de diepte vanaf de achtergevel max. 3 m 
vrijstaand bijgebouw
3 m 5 m   
erker
 3 m, of
0,30 m boven de eerste verdieping (bovenkant vloer)van het hoofdgebouw met een max van 4 m
max. 2/3e van de breedte van het hoofdgebouw en 1,50 m diep (zowel voor- als zijgevel)**
 
 
** bij aaneengebouwde hoofdgebouwen bedraagt de afstand tot de aaneengebouwde zijde min. 1 m, tenzij erkers aaneengebouwd worden 
- ondergronds bouwwerk  binnen de gevels van het hoofdgebouw, aan-, uitbouw en aangebouwd bijgebouw*** 
 *** de inhoud telt voor 50% mee in de max. inhoud voor een woning
  1. indien de bestaande vergunde maten ten dienste van de bestemming (m.u.v. voormalige bedrijfsgebouwen en -bouwwerken) meer bedragen dan de maten als genoemd onder b., dan mag maximaal tot en met de bestaande maten worden teruggebouwd;
  2. de afstand van het hoofdgebouw tot aan de bestemmingsgrens bedraagt minimaal 3 meter, met uitzondering van aaneengebouwde woningen aan de zijde waar hoofdgebouwen aaneengebouwd worden;
  3. de afstand van het hoofdgebouw plus aan- en uitbouw tot de bestemmingsgrens bedraagt, voor zover deze grenst aan gronden die op grond van het daarvoor geldende bestemmingsplan de bestemming "Agrarisch - Glastuinbouw" hebben, minimaal 12,50 meter;
  4. de afstand van het hoofdgebouw plus aan- en uitbouw tot een wkk-installatie en/of (natte) koeltoren bedraagt minimaal 65 meter;
  5. de afstand van het hoofdgebouw plus aan- en uitbouw tot een windturbine van een derde bedraagt minimaal 4x de as-hoogte;
  6. de afstand van een aan-, uitbouw en bijgebouw tot de bestemmingsgrens bedraagt minimaal 1 meter, tenzij in de bestemmingsgrens wordt gebouwd;
  7. een aan-, uitbouw en bijgebouw dient minimaal 2 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd, met uitzondering van een erker;
  8. een vrijstaand bijgebouw dient in zijn geheel maximaal 15 meter van het hoofdgebouw te worden gebouwd.
8.2.2 Kaswoningen
  1. ter plaatse van de functieaanduiding "(sw-kw)" is per bestemmingsvlak maximaal één kaswoning toegestaan;
  2. de maatvoering van kaswoningen bedraagt:
 
maximale goothoogte
maximale bouwhoogte
maximale oppervlakte
maximale inhoud
specifieke regeling
kas  10 m  2.000 m3*
* inclusief woning
woning    1.000 m3 
- hoofdgebouw7 m10 m   
- aan, uitbouw en bijgebouw   50% van het zij- en achtererf, mits niet groter dan de oppervlakte van het hoofdgebouw (footprint)
300 m3*
* de inhoud telt mee in de max. inhoud voor een woning
aan-, uitbouw en aangebouwd bijgebouw
3 m, of
0,30 m boven de eerste verdieping (bovenkant vloer) van het hoofdgebouw met een max van 4 m 
3 m,
of 2/3e van de bouwhoogte van het hoofdgebouw met een max van 5 m
  
bij aaneengebouwde hoofgebouwen bedraagt de diepte vanaf de achtergevel max. 3 m 
vrijstaand bijgebouw
3 m 5 m   
erker
 3 m, of
0,30 m boven de eerste verdieping (bovenkant vloer)van het hoofdgebouw met een max van 4 m
max. 2/3e van de breedte van het hoofdgebouw en 1,50 m diep (zowel voor- als zijgevel)**
 
** bij aaneengebouwde hoofdgebouwen bedraagt de afstand tot de aaneengebouwde zijde min. 1 m, tenzij erkers aaneengebouwd worden 
- ondergronds bouwwerk  binnen de gevels van het hoofdgebouw, aan-, uitbouw en aangebouwd bijgebouw*** 
 *** de inhoud telt voor 50% mee in de max. inhoud voor een woning
 
  1. de afstand van het hoofdgebouw van de woning tot aan de bestemmingsgrens bedraagt minimaal 3 meter;
  2. de afstand van een aan-, uitbouw, bijgebouw  en kas behorende bij de woning tot de bestemmingsgrens bedraagt minimaal 1 meter, tenzij in de bestemmingsgrens wordt gebouwd;
  3. een aan-, uitbouw, bijgebouw en kas dient minimaal 2 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd, met uitzondering van een erker.
8.2.3 Woonboten
  1. ter plaatse van de functieaanduiding "(sw-wb)" is per bestemmingsvlak maximaal één woonboot toegestaan;
  2. de maatvoering van woonboten bedraagt:
 
maximale goothoogte
maximale bouwhoogte
maximale oppervlakte
maximale inhoud
specifieke regeling
woonboot3 m3 m80 m2  
bijgebouw
(ten behoeve van sanitaire voorzieningen en/of huishoudelijke bergruimte)
  3 m  3 m  80 m2   
  1. indien de bestaande vergunde maten ten dienste van de bestemming meer bedraagt dan de maten als genoemd onder b., dan mag maximaal tot en met de bestaande maten worden teruggebouwd;
  2. de onderlinge afstand tussen woonboten bedraagt minimaal 5 meter.  
8.3 Afwijken van de bouwregels
8.3.1 Afwijken voor woningen
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2.1 voor:
  1. de goothoogte van aaneengebouwde hoofdgebouwen tot maximaal 7 meter, mits:
    • dit geen onevenredige hinder, gevaar en/of schade veroorzaakt in relatie tot de aangrenzende percelen;
    • dit niet op stedenbouwkundige bezwaren stuit.
  2. de goothoogte van het vrijstaand hoofdgebouw tot maximaal 10 meter, mits:
    • dit geen onevenredige hinder, gevaar en/of schade veroorzaakt in relatie tot de aangrenzende percelen;
    • dit niet op stedenbouwkundige bezwaren stuit.
  3. de afstand van het hoofdgebouw plus aan- en uitbouw dichterbij de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw” mits:
    • de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw of vergroting van een woning onmogelijk zou zijn;
    • de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het bestemmingsplan - niet wordt verkleind;
    • dit niet op stedenbouwkundige bezwaren stuit;
    • dit geen onevenredige hinder, gevaar en/of schade veroorzaakt in relatie tot de aangrenzende percelen.
  4. de afstand van het hoofdgebouw plus aan- en uitbouw dichterbij de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw”, mits op die gronden direct aansluitend een watergang, -berging of andere natuurlijke perceelscheiding is gelegen, waarvan voldoende vaststaat dat het om een blijvende situatie gaat, dit ter beoordeling van de glastuinbouwdeskundige.
  5. de afstand van het hoofdgebouw tot minimaal 3 meter van de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw”, bezien vanaf de zijkant van het hoofdgebouw, mits op die gronden een bedrijfswoning is gesitueerd of anderszins verzekerd is dat in de toekomst geen kas of ander bedrijfsonderdeel binnen een afstand van 12,50 meter van het te herbouwen hoofdgebouw, aan- of uitbouw wordt gebouwd, dit ter beoordeling van de glastuinbouwdeskundige.
  6. de afstand van een aan- of uitbouw tot minimaal 1 meter van de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw”, bezien vanaf de zijkant van het hoofdgebouw, mits op die gronden een bedrijfswoning is gesitueerd of anderszins verzekerd is dat in de toekomst geen kas of ander bedrijfsonderdeel binnen een afstand van 12,50 meter van het te herbouwen hoofdgebouw, aan- of uitbouw wordt gebouwd, dit ter beoordeling van de glastuinbouwdeskundige.
  7. de afstand van het hoofdgebouw plus aan- en uitbouw tot de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw”, indien woningen aaneengebouwd worden.
  8. de afstand van het hoofdgebouw plus aan- en uitbouw tot maximaal 12,50 meter van een wkk-installatie of (natte) koeltoren, mits uit onderzoek voldoende is gebleken dat door te nemen maatregelen deze afstand tot aan het hoofdgebouw, aan- of uitbouw niet tot milieu hygiënische bezwaren leidt.
  9. de afstand van het hoofdgebouw plus aan- en uitbouw dichterbij een wkk-installatie of (natte) koeltoren, mits:
    • de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw of vergroting van een woning onmogelijk zou zijn;
    • de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het bestemmingsplan - niet wordt verkleind;
    • dit niet op stedenbouwkundige bezwaren stuit.
  10. de afstand van een vrijstaand bijgebouw groter dan 15 meter van het hoofdgebouw, mits hierdoor de glastuinbouw nu en in de toekomst niet wordt belemmerd, dit ter beoordeling van de glastuinbouwdeskundige.
8.3.2 Afwijken voor bouwwerken, geen gebouw zijnde bij woningen
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2.2 voor:
  1. de afstand van een vrijstaande overkapping groter dan 15 meter van het hoofdgebouw, mits hierdoor de glastuinbouw nu en in de toekomst niet wordt belemmerd, dit ter beoordeling van de glastuinbouwdeskundige;
  2. de afstand van een windturbine dichterbij het hoofdgebouw plus aan- en uitbouw van een (bedrijfs-)woning van een derde, mits uit onderzoek gebleken is dat door te nemen maatregelen deze afstand tot een aan een woning of ander geluidsgevoelige bestemming niet tot milieu hygiënische bezwaren leidt.
8.4 Specifieke gebruiksregels
8.4.1 Aan-huis-gebonden-ondernemingen
Onder strijdig gebruik wordt niet verstaan het gebruik van gedeelten van een woning ten behoeve van een aan-huis-gebonden-onderneming, mits:
  1. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
  2. het netto vloeroppervlak in gebruik voor de aan-huis-gebonden-onderneming niet groter is dan 25% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw met een maximum van 50 m²;
  3. het gebruik niet leidt tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluiting en parkeersituatie ter plaatse;
  4. er geen gebruik wordt gemaakt van gevelreclame;
  5. de onderneming uitsluitend door één van de bewoners (zonder personeel) wordt gedreven;
  6. voor de activiteiten van de onderneming geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist en de inrichting valt onder het begrip type A van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer;
  7. er geen horeca- en/of detailhandelsactiviteiten plaats vinden;
  8. de activiteiten worden uitgevoerd in het hoofdgebouw plus aan-, uitbouw en aangebouwd bijgebouw.
8.4.2 Strijdig gebruik
Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend het gebruik voor:
  1. kamerbewoning;
  2. zelfstandige woonruimte van een bijgebouw;
  3. zelfstandige kantoorruimte;
  4. horeca;
  5. detailhandel.
8.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen:
8.5.1 Aantal woningen per bestemmingsvlak
Voor het vergroten van het aantal woningen per bestemmingsvlak met als doel een (bedrijfs-)woning met de bestemming "Agrarisch – Glastuinbouw" of een woning met de bestemming "Wonen" te verplaatsen uit het glastuinbouwgebied, waarbij vast dient te staan dat:
  • het bestemmingsvlak zodanig geprojecteerd is dat hierdoor de glastuinbouw nu en in de toekomst niet wordt belemmerd, dit ter beoordeling van de glastuinbouwdeskundige;
  • de (voormalige bedrijfs-)woning wordt gesloopt;
  • alle op de voormalige kavel bestaande bouwwerken zijn gesloopt;
  • dit niet op ecologische, landschappelijke, cultuurhistorische, stedenbouwkundige, waterstaatkundige, milieu hygiënische of akoestische bezwaren stuit;
  • voor de gronden van de bestaande burgerwoning die terugvallen aan de glastuinbouw, de bestemming “Wonen” gelijktijdig wordt gewijzigd naar “Agrarisch - Glastuinbouw”, middels toepassing van de wijzigingsbevoegdheid als genoemd in Artikel 12 van dit plan.
  • indien het nieuwe woonvlak is gelegen binnen de dubbelbestemming "Leiding - ...”, is schriftelijk advies van de betreffende leidingbeheerder vereist;
  • indien het nieuwe woonvlak is gelegen binnen 25 meter van de bestemming "Bedrijf" met de functieaanduidingen "(sb-gos)" of "(sb-mr)", is schriftelijk advies van de betreffende leidingbeheerder vereist.