direct naar inhoud van 2.1 Beleidskader
Plan: Bloemenveiling
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1783.abp00000004-vast

2.1 Beleidskader

2.1.1 Rijksbeleid

Realisatieparagraaf nationaal ruimtelijk beleid (2008)

In juni 2008 heeft het kabinet de Realisatieparagraaf Nationaal ruimtelijk beleid vastgesteld welke is toegevoegd aan de Nota Ruimte. Deze paragraaf geeft inzicht in welke nationale belangen het kabinet heeft gedefinieerd en op welke wijze het Rijk deze wil verwezenlijken. In het bijzonder welke belangen zullen worden gewaarborgd in de AMvB Ruimte.

Het Rijk wil verstedelijking zoveel mogelijk bundelen in nationale, stedelijke netwerken waar de gemeente Westland deel van uitmaakt. Volgens de realisatieparagraaf dienen steden en netwerken zich te richten op voldoende ruimte voor wonen, werken en mobiliteit en de daarbij behorende voorzieningen, groen, recreatie, sport en water. Voor nieuwbouw in uitleggebieden geldt dat gebruik wordt gemaakt van de ruimte rondom kernen en wordt aangesloten bij bestaande bebouwingspatronen en bij bebouwingsclusters en bebouwingslinten in het buitengebied.

De Nederlandse tuinbouwsector is een speler van wereldformaat. Bij dit nationale ruimtelijke belang hecht het Rijk eraan dat de tuinbouwfunctie in vijf zogenoemde Greenports, waar het Westland onderdeel van uitmaakt, behouden blijft en versterkt wordt.

De Nota Ruimte benoemt de mainports en Greenports als onderdeel van de nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur en legt het voortouw om het beleid op de Greenports en herstructurering van bestaande terreinen beleidsmatig uit te werken en ruimtelijk te verankeren bij de provincies.

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (ontwerp 2011) & AMvB ruimtelijke ordening (ontwerp 2011)

Nederland: concurrerend, bereikbaar, leefbaar & veilig. Daar streeft het Rijk naar met een aanpak die ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop zet, investeringen scherp prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt. Een actualisatie van het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid is daarvoor nodig. De verschillende beleidsnota's op het gebied van ruimte en mobiliteit zijn gedateerd door nieuwe politieke accenten en veranderende omstandigheden zoals de economische crisis, klimaatverandering en toenemende regionale verschillen onder andere omdat groei, stagnatie en krimp gelijktijdig plaatsvinden. De ontwerpstructuurvisie Infrastructuur en Ruimte geeft een nieuw, integraal kader voor het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau en is de 'kapstok' voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties.

Doelen

In de structuurvisie Infrastructuur en Ruimte formuleert het Rijk drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar & veilig te houden voor de middellange termijn (2028):

  • het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland (o.a. Mainports, Brainports en Greenports);
  • het verbeteren, instandhouden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat;
  • het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn.

Het Westland is op de kaart van de nationale ruimtelijke hoofdstructuur aangewezen als Greenport (zie afbeelding).

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.abp00000004-vast_0002.png"   afbeelding "i_NL.IMRO.1783.abp00000004-vast_0003.png"  

Uitsnede kaart nationale ruimtelijke hoofdstructuur

De Nederlandse open economie raakt steeds meer verweven met die van sterke concurrenten als Duitsland, China en India. De kansen in het internationale speelveld liggen vooral bij de zogenoemde topsectoren: logistiek, water, hightech, creatieve industrie, energie, chemie en voedsel en tuinbouw. Veel van die sectoren zijn geconcentreerd in de stedelijke regio's rond de Mainports, Brainport en Greenports. De ambitie is dat Nederland in 2040 behoort tot de top 10 concurrerende landen van de wereld door een goede ruimtelijk-economische structuur voor een excellent vestigingsklimaat voor bedrijven en kenniswerkers. Dit betekent onder andere een optimale internationale bereikbaarheid van stedelijke regio's in 2040 en uitstekende (logistieke) verbindingen van de Mainports Rotterdam en Schiphol, de Brainport Zuidoost Nederland en de Greenports met Europa en de rest van de wereld.

De meeste topsectoren concentreren zich in stedelijke regio's en dan vooral in de stedelijke regio's rond de Mainports, Brainport en Greenports. Vanwege deze concentratie en de nationale baten die daarmee gemoeid zijn, wil het Rijk in deze regio's extra inzetten op versterking van de concurrentiekracht. Hiervoor wordt een gebiedsgerichte, programmatische urgentieaanpak ingezet waarin afspraken over de versterking van de ruimtelijk-economische structuur in brede zin worden gemaakt met de decentrale overheden.

Nationale belangen

De structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is vertaald in de ontwerp AMvB ruimtelijke ordening. De AMvB omvat alle ruimtelijke rijksbelangen die juridisch doorwerken op het niveau van bestemmingsplannen. Het gaat om kaders voor onder meer het bundelen van verstedelijking, de bufferzones, nationale landschappen, de Ecologische Hoofdstructuur, de kust, grote rivieren, militaire terreinen, mainportontwikkeling van Rotterdam en de Waddenzee. Met de AMvB Ruimte maakt het Rijk proactief duidelijk waar provinciale verordeningen en gemeentelijke bestemmingsplannen aan moeten voldoen. Uit de regels en kaarten behorende bij de ontwerp AMvB kan worden afgeleid welke aspecten relevant zijn voor het ruimtelijke besluit. Voor het plangebied zijn de volgende bepalingen relevant:

  • 1. een excellent en internationaal bereikbaar vestigingsklimaat in de stedelijke regio's met een concentratie van topsectoren. In dit kader blijft het Rijk gebiedsgerichte afspraken maken met de stedelijke regio's (zoals Rotterdam) over de programmering van verstedelijking (woningbouw), zowel kwantitatief als kwalitatief;
  • 2. ruimte voor het hoofdnetwerk voor duurzame energievoorziening en de energietransitie;
  • 3. ruimte voor het hoofdnetwerk voor vervoer van (gevaarlijke) stoffen via buisleidingen.
2.1.2 Provinciaal beleid

Provinciale Structuurvisie Zuid-Holland (2010)

Een concurrerend, aantrekkelijk internationaal profiel, een duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie, divers en samenhangend stedelijk netwerk, stad en land verbonden en een vitaal, divers en aantrekkelijk landschap, dat zijn de vijf integrale ruimtelijke hoofdopgaven die de basis vormen voor de structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland'. Deze zijn door Gedeputeerde Staten vastgesteld in de nota 'Provinciaal Belang'. De structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland' vervangt het interim-beleid op basis van de huidige vier streekplannen in Zuid-Holland. Met de vaststelling van de provinciale structuurvisie en de provinciale Verordening Ruimte wordt aansluiting gezocht bij de instrumenten uit de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Het ontwerp is vastgesteld op 29 april 2009 en gewijzigd vastgesteld op 20 april 2010.

Op de functie- en kwaliteitskaarten, behorende bij de Structuurvisie, valt het plangebied binnen de contouren van de functie bedrijventerrein (zie uitsnede). Tevens wordt de Greenport aangeduid op de functiekaart als één van de kennisclusters binnen de provincie Zuid-Holland deel uitmakend van de Greenport Westland/Oostland. De provincie wil dat onderzoeksinstituten en kennisintensieve bedrijvigheid zich geclusterd kunnen vestigen op daartoe aangewezen bedrijventerreinen en kantoorlocaties. Dit is in het belang van de concurrentiepositie van de Zuidvleugel omdat kennis, innovatie en dienstverlening belangrijke aspecten zijn van het internationale karakter van Zuid-Holland. Een strikt toelatingsbeleid moet de ontwikkeling van deze locaties bevorderen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.abp00000004-vast_0004.png"   afbeelding "i_NL.IMRO.1783.abp00000004-vast_0005.png"  

Uitsnede functiekaart Provinciale Structuurvisie

Het provinciaal belang voor het aantrekken van bedrijvigheid en werkgelegenheid is benaderd vanuit de grote economische clusters van Zuid-Holland. Kennisontwikkeling krijgt daarin een steeds belangrijkere rol. De kennisclusters zijn vaak ruimtelijk geconcentreerd. De ontwikkeling van deze clusters staat niet op zichzelf en hangt samen met de economische ontwikkeling van de gehele provincie. Ze zijn afhankelijk van het vermogen van bedrijven en instellingen om te innoveren. Een gevarieerde economische structuur met sterk aan elkaar gerelateerde sectoren bevordert dan ook de concurrentiekracht van Zuid-Holland.

De Greenport Westland/Oostland is onderdeel van het stedelijk netwerk, ook economisch. Door herstructurering en intensivering van het bestaande areaal moet dit economische cluster zich verder ontwikkelen. Dit gebeurt met een goede ruimtelijke inpassing via een robuuste groen- en waterstructuur. Binnen de Greenport Westland/Oostland is er, behalve ruimte voor glasopstanden, ook ruimte voor direct aan de Greenport verbonden functies. Dit gaat bijvoorbeeld om toeleveringsbedrijven, handelscentra en kennisinstituten. Deze moeten zich primair op de in de regio aanwezige bedrijventerreinen vestigen. Daarnaast is bij stapeling met glastuinbouw ook de vestiging van deze bedrijven in het gebied Greenport Westland/Oostland mogelijk.

Verordening Ruimte (2010)

De Verordening Ruimte is een beleidsmatige vertaling van de Provinciale Structuurvisie naar verordening, waarin onder andere is vastgelegd dat er in principe geen verstedelijking buiten bebouwingscontouren (geen nieuwe vestiging of uitbreiding van stedelijke functies, intensieve recreatieve functies of bebouwing voor extensieve recreatieve functies) mag plaatsvinden. Alleen onder bepaalde voorwaarden kunnen bebouwingscontouren worden aangepast. Tevens mag er geen nieuwe detailhandel en niet meer dan 10% uitbreiding van bestaande detailhandel buiten centra gerealiseerd worden.

De Greenports gelegen in Zuid-Holland hebben een sterke handels- en kenniscomponent. Om het gehele agrobusinesscomplex van de Greenports te versterken, wordt binnen de Greenport Westland/Oostland ook andere Greenportgerelateerde bebouwing toegestaan dan kassen. Op kaart 6 is dit gebied aangeduid als 'bedrijventerrein'. In artikel 8 zijn de regels voor bedrijventerreinen verder uitgewerkt.

De verordening stelt in lid 2 dat bestemmingsplannen voor gronden die zijn gelegen op bedrijventerreinen geen bestemmingen aanwijzen die nieuwe (bedrijfs)woningen mogelijk maken. Dit is uitgezonderd bij woningen die behoren bij woonwerkeenheden op (delen van) bedrijventerreinen waar maximaal milieucategorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten is toegestaan en die niet binnen de invloedssfeer liggen van (delen van) bedrijventerreinen waar bedrijven in een hogere milieucategorie zijn toegestaan.

In lid 3 van het artikel wordt aangegeven dat bestemmingsplannen voor bedrijventerreinen, bedrijven uit de hoogst mogelijke milieucategorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten passend bij de omgeving van het bedrijventerrein mogelijk moeten maken, waarbij rekening wordt gehouden met toekomstige ontwikkelingen die mogelijk zijn op grond van een onherroepelijk bestemmingsplan of de provinciale structuurvisie. De toelichting van het bestemmingsplan moet hierover een verantwoording bevatten.

Tot slot is in lid 4 bepaald dat van lid 3 kan worden afgeweken indien in regionaal verband afspraken zijn gemaakt over het voorzien in voldoende ruimte voor bedrijven uit de hoogst mogelijke milieucategorie die mogelijk zou zijn op het betreffende bedrijventerrein. De toelichting van het bestemmingsplan moet hierover een verantwoording bevatten.

2.1.3 Regionaal beleid

Regionaal structuurplan Haaglanden 2020 (2008)

Het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden heeft in april 2008 het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 (RSP2020) vastgesteld. Het RSP2020 is een integraal plan voor de ruimtelijke ontwikkeling van Haaglanden en het kader voor het regionale beleid op het gebied van milieu, groen, mobiliteit, wonen en economie en voor lokale plannen, zoals de bestemmingsplannen. Het vastgestelde Regionaal Structuurplan Haaglanden kijkt naar 2020 (en soms 2030) en omvat de grote lijnen voor de ambities en ontwikkelingen op verschillende terreinen, zoals verkeer, wonen, werken, water, groen, etc.

De ambitie is dat het in heel Haaglanden voor iedereen goed wonen, werken en ontspannen is. De ruimtelijke structuur moet mensen stimuleren maatschappelijk actief te zijn en zich te ontwikkelen. Voldoende (ruimte voor) werkgelegenheid, een goed leefmilieu, een veilige leefomgeving, sociale cohesie en een herkenbare omgeving met identiteit, zijn hiervoor van belang. Ook moeten de gewenste voorzieningen voor onderwijs, zorg, cultuur en sport goed bereikbaar zijn. Het RSP2020 heeft voor deze onderwerpen vooral een faciliterende, stimulerende en attenderende rol.

Om het ontwikkelingsbeeld 2030 dichterbij te brengen, is voor de periode 2008-2012 een agenda opgesteld waarin noodzakelijke beleidsacties worden genoemd. Het gaat hier om drie gebiedsontwikkelingen en zeven dragende projecten voor een concurrerende Zuidvleugel waaronder een investeringsprioriteit voor de Greenport Westland/Oostland. Hiervoor dient de bereikbaarheid van de Greenport te verbeteren: (inter)nationaal met de A4-corridor (tussen Delft en Schiedam conform IODS) en op termijn een Nieuwe Waterwegverbinding en regionaal door een verbinding van de Veilingroute N222, N470 en N213.

2.1.4 Gemeentelijk beleid

Visie Greenport Westland 2020 (2005)

Met het samengaan van de vijf gemeenten De Lier, 's-Gravenzande, Monster, Naaldwijk en Wateringen op 1 januari 2004, is een gemeente van formaat ontstaan. Door de gemeente Westland is de Greenportvisie ontwikkeld. Met de Visie Greenport wil de gemeente Westland de toekomst tegemoet treden. De Visie Greenport Westland 2020 schetst het ruimtelijk kader voor toekomstige ontwikkelingen op hoofdlijnen in de gemeente en daarbuiten in woord en beeld. Naast de visie die gegeven wordt op hoe om te gaan met de glastuinbouwcluster, biedt de visie ook de onderlinge afstemming van de ambities op de gebieden water en groen, verkeer en vervoer, wonen, de glastuinbouwcluster en maatschappelijke en economische voorzieningen.

Binnen de gemeente Westland ligt een groot deel van het belangrijkste glastuinbouwcomplex ter wereld dat tevens wordt gezien als een belangrijke pijler voor de Nederlandse economie. Voor behoud van deze unieke positie kiest de gemeente voor versterking van het glastuinbouwcomplex. Het beleid van Greenport Westland is mede gericht op de verbetering van de infrastructuur en bedrijfsontwikkeling die gerelateerd is aan de tuinbouw, het doorzetten van het herstructureringsproces van de glastuinbouw en de realisering van groenblauwe netwerken.

De Greenportvisie gaat uit van verdere uitbreiding van het bedrijventerrein FloraHolland in zuidwestelijk en noordoostelijke richting (buiten het plangebied). Voor de uitbreiding in zuidwestelijke richting, het zogenoemde Trade Parc Westland Mars (buiten het plangebied), is inmiddels een bestemmingsplan vastgesteld.

Evaluatie Greenportvisie Westland 2020

De raad heeft op 14 december 2010 de evaluatie van de Greenportvisie Westland 2020 vastgesteld. Deze evaluatie verwoordt het raadsstandpunt over de (tussen)resultaten van de Greenportvisie over in het bijzonder de periode 1-1-2004 tot 1-1-2009 met voorstellen per onderdeel over hoe nu verder. Het doel van de evaluatie is om aan de hand van een analyse duidelijkheid te geven of de strategische keuzes uit 2005 nog steeds de juiste zijn en of aanpassing wenselijk is. Het is een evaluatie en geen nieuwe visie. De evaluatie bepaalt de koers voor de gemeentelijke structuurvisie van Westland en zal hét vertrekpunt zijn van de gemeente Westland in reactie op plannen van anderen. Voor bedrijventerreinen wordt in de evaluatie aangegeven dat eerst de nog te ontwikkelen bedrijventerreinen Honderdland fase 2 en TPW Mars in de periode 2015-2020 worden gerealiseerd alvorens een nadere afweging gemaakt wordt over mogelijk extra ruimte.

Om zo effectief mogelijk met de beschikbare ruimte om te gaan, zal overleg opgestart worden om de herstructurering van enkele verouderde bedrijventerreinen een impuls te geven. De ruimtewinst die met herstructurering en meervoudig ruimtegebruik op bedrijventerreinen in de gemeente Westland geboekt kan worden is overigens gering.

Beleid Duurzaam Bouwen 2006-2010

De doelstelling van de gemeente is door middel van duurzaam bouwen de milieubelasting terug te dringen: bouwen met zorg voor het milieu. Dit betekent dat in een vroeg stadium de schade voor het milieu moet worden beperkt, dus al tijdens het ruimtelijk en stedenbouwkundig ontwerp en in alle fasen van de bouw. De gemeente stelt beleid Duurzaam Bouwen op, op gebouwniveau en op het gebied van de grond-, weg- en waterbouw. Beleid Duurzaam Bouwen op stedelijk niveau, voor ruimtelijke en stedelijke ontwikkeling, is opgenomen in het Milieubeleidsplan 2005-2010. Als instrument voor duurzaam bouwen bij nieuwbouw woning- en utiliteitsbouw wordt het pakket Gemeentelijk Praktijk Richtlijn (GPR-gebouw) gebruikt. Dit is een digitaal instrument om de duurzaamheid van nieuwbouwwoningen en utiliteitskantoren (kantoren en schoolgebouwen) in kaart te brengen door middel van rapportcijfers, met als doel duurzaam bouwen meetbaar en bespreekbaar te maken. Thema's van dit instrument zijn energie, materiaal, afval, water, gezondheid en integrale woonkwaliteit.

Bedrijventerreinenvisie Westland (2008)

Op 17 juli 2008 heeft de gemeenteraad de Bedrijventerreinenvisie Westland vastgesteld. De Bedrijventerreinenvisie beoogt drie doelen: anticiperen op actuele en toekomstige marktontwikkelingen, toetsingskader voor bestemmingsplannen en inzicht in actuele thema's als parkmanagement en herstructurering van bedrijventerreinen.

Volgens deze visie biedt de Bloemenveiling met 3.300 arbeidsplaatsen het hoogste aantal banen in het Westland. De Bloemenveiling is daarnaast het verst met parkmanagement. Op de Bloemenveiling bestaat een eigen beveiligingsdienst en een eigen brandweer die samenwerkt met de gemeentelijke brandweer. Het afvalmanagement heeft een hoog niveau bereikt. Het tankstation en de restaurants zijn voorbeelden van gemeenschappelijke voorzieningen.

Het bedrijventerrein is in de visie aangewezen als agrologistiek terrein. Dit zijn bedrijventerreinen die ingericht zijn op logistieke processen rondom de producten uit de glastuinbouw. Dit betreft opslag, verpakking, koeling, handel en transport. Op deze terreinen zijn uitsluitend agrologistieke bedrijven gevestigd. Deze terreinen zijn goed ontsloten op provinciale of rijkswegen. De terreinen zijn geheel ingericht op logistieke processen met grote loodsen, veel dockshelters en brede wegen voor vrachtverkeer. Veel terreinen hebben een benzinestation voor vrachtwagens en een restaurant voor vrachtwagenchauffeurs. In het bestemmingsplan zijn uitsluitend agrogerelateerde handels- en transportbestemmingen toegestaan. Een ander onderscheidend kenmerk is dat de infrastructuur op de terreinen in eigen beheer is van een centrale beheersorganisatie, bijvoorbeeld een Vereniging van Eigenaren (VVE). Deze terreinen zijn uitgegroeid tot nationale en zelfs internationaal opererende terreinen in de agrologistiek. De transport- en handelsbedrijven op de terreinen vormen een agrologistiek netwerk op Europese schaal en voor de sierteelt zelfs op wereldniveau.

Kantorenvisie Westland (2007)

Op 27 november 2007 heeft de gemeenteraad de Kantorenvisie Westland vastgesteld. De kantorenvisie richt zich op zelfstandige kantoren, dat wil zeggen panden die uitsluitend kantoren huisvesten. Hierin wordt aangegeven dat het toestaan van zelfstandige kantoren op verspreide locaties in het buitengebied en bedrijventerreinen niet past binnen het ruimtelijk beleid en niet bijdraagt aan de vorming van een kantorensector. Vier locaties zijn kansrijk voor kantoorontwikkelingen, namelijk de Tiendweg met in het verlengde FloraHolland, Centrum Naaldwijk, ABC Westland en knooppunt Westerlee. Kantoren met een publieksfunctie horen in dorpskernen of de schil daaromheen.