Plan: | BP Industrieterrein Haven Cuijk 2011 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1684.13BPindhaven-VA01 |
het bestemmingsplan 'Industrieterrein Haven Cuijk 2011' van de gemeente Cuijk.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1684.13BPindhaven-VA01 met de bijbehorende regels.
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in
directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
het deel van het bouwperceel bij een hoofdgebouw dat wordt begrensd door:
de van de openbare weg afgekeerde meest evenwijdig daaraan liggende gevel van een hoofdgebouw, of de van de openbare weg afgekeerde meest evenwijdig daaraan liggende grens van het bebouwingsvlak waarbinnen het hoofdgebouw mag worden gebouwd.
de aan een gebouw toegekende waarde gekenmerkt door de opbouw en/of indeling van de buitengevel, de dakopbouw en het materiaal en/of kleurgebruik eventueel in samenhang met de omgeving.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
grens welke niet door bebouwing mag worden overschreden.
het oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte
van een bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de
voorschriften nader aan te duiden gedeelte van die bestemming;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde ten behoeve van een bedrijf.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het
huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het
gebouw of het terrein noodzakelijk is.
bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan, dan
wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning;
het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip waarop het plan
rechtskracht heeft verkregen;
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan
worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het
hoofdgebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte
liggende vloeren of balklagen aan de bovenkant begrensd middels een plat dak, waarbij ook de begane grond, maar niet de onderbouw die onder de begane grond ligt en de zolder als
bouwlaag gelden.
een complex van aaneengebouwde bouwwerken.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik
of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
detailhandel die vanwege de aard en omvang van de gevoerde artikelen een relatief groot oppervlakte nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van auto's, boten, caravans, tuininrichtingsartikelen, grove bouwmaterialen, keukens, sanitair, meubelen, bouwmarkten en detailhandel in landbouwwerktuigen.
bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken schoonheidsinstituten, fotostudio’s en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting.
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden.
al dan niet bebouwd bouwperceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van het gebouw.
visueel afschermende, maskerende en/of het landschapsbeeld versterkende en overwegendopgaande (rand)beplanting binnen of direct aansluitend op het bestemmingsvlak of bouwperceel van een bedrijf, een woning of een terrein met een andere functie.
bouwkundige afscheiding tussen twee erven.
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen
daarvan is toegestaan.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, verorozaakt door de gezamenlijke inrichtingen en toestellen, aanwezig op het industrieterrein, het geluid van niet tot de inrichtingen behorende motorvoertuigen op het terrein daaronder niet begrepen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.
de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.
de etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke spoorwegverkeer of op een bepaald spoorweggedeelte of een combinatie van spoorweggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder spoorwegen.
geluidsgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder, eht Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen, zoals woningen, onderwijsgebouwen (met uitzondering van gymnastieklokalen), ziekenhuizen, verpleeghuizen, verzorgingstehuizen, psychiatrische inrichtingen, medische centra, poliklinieken en medische kleuterdagverblijven.
bewoning of andere geluidgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet Geluidhinder, c.q. het
Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen
zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen.
gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidgevoelige functie
als bedoeld in de Wet Geluidhinder, c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen.
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van een vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld.
een op grond van de Wet geluidhinder in het bestemmingsplan vastgelegd gebied rond een industrieterrein awarbuiten de geluidsbelasting veroorzaakt door dat industrieterrein niet meer bedraagt dan 50 dB(A).
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.
een agrarisch bedrijf, waarvan de productie geheel of in overwegende mate afhankelijk is van
het voortbrengend vermogen van onbebouwde gronden in de directe omgeving van het bedrijf.
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de
bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
groothandel en detailhandel.
de bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend de functie houtproductie op gronden die in principe hiervoor tijdelijk worden gebruikt en waarvoor daartoe ontheffing is verleend van de melding- en herplantplicht ex artikel 2 en 3 van de Boswet.
persoon of groep personen die een huishouding voert.
één of een aantal bij elkaar behorende technische en/of mechanische hulpmiddelen, zoals bijvoorbeeld een hijsinstallatie, antenne-installatie, waterzuiveringsinstallatie, schoorsteen en dergelijke.
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi-) overheidsinstellingen, het bankwezen, en naar aard daarmee gelijk te stellen instellingen.
een dak met een helling van minimaal 15°.
een overdekte, met wanden omsloten, voor mensen toegankelijke ruimte, beneden of ten
hoogste 0,50 meter boven de kruin van de weg, waaraan het bouwperceel is gelegen.
het geheel van waarden in verband met bijzonder landschappelijke kenmerken van een gebied of object, in de zin van karakteristieke verschijningsvorm, herkenbaarheid/identiteit en
diversiteit, dat bestaat uit aardkundige, cultuurhistorische en visueel-ruimtelijke waarden, afzonderlijk of in onderlinge samenhang.
het rekening houden met milieuaspecten, zoals hinder voor omwonenden en verkeersaantrekkende werking.
waarden van zaken welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis
voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde.
alle rijks- en gemeentelijke monumenten, welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde, alsmede terreinen van belang wegens de aanwezigheid daar van voornoemde zaken.
waarden in verband met de aanwezigheid van bijzondere planten, dieren en leefgemeenschappen in onderlinge samenhang en in samenhang met hun leefomgeving (biotoop) en welke verband houden met zaken als verscheidenheid/zeldzaamheid, natuurlijkheid/ongestoordheid en kenmerkend voor het gebied.
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk in gebouwen plaatsvindt.
kades, schanskorven, aanlegsteigers.
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 0,50 m boven peil is gelegen.
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voer- en vaartuigen, waaronder begrepen woonwagens, woonschepen, caravans, kampeerauto's, alsook tenten, schuilhutten en keten, al dan niet ingericht ten behoeve van recreatief buitenverblijf voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken.
een veelal cilindervormig bouwwerk voor de opslag van stoffen met bijbehorende constructie en randapparatuur.
een bouwwerk geen gebouw zijnde, voorzien van een dak.
elke al dan niet overdekte stallingsgelegenheid ten behoeve van gemotoriseerd verkeer.
de grens die een bouwperceel van een ander bouwperceel, ander terrein of van de openbare weg scheidt.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een prostitutiebedrijf, waarbij prostituees of prostitués zich aanbieden door zich opvallend voor een raam aan het openbaar gebied te vertonen.
activiteiten en mogelijkheden voor ontspanning c.q. vrijetijdsbesteding;
een inrichting waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico dan wel een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in genoemd Besluit.
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotische-pornografische aard plaatsvinden; onder seksinrichtingen worden in ieder geval verstaan: een (raam-) prostitutiebedrijf, een seksclub, een privé-huis, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
ruimtelijke verschijningsvorm van de bestaande bebouwing, die wordt bepaald door de situering, de aansluitende terreinen, de bouwmassa’s, de gevelindeling en de dakvormen.
het instandhouden c.q. tot-stand-brengen van een, in stedenbouwkundig opzicht,
samenhangend straat- en bebouwingsbeeld, waarbij gelet wordt op de volgende aspecten:
verkeersgeleiders, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, zitbanken, bloembakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, toegangsconstructies voor ondergrondse voorzieningen, kunstwerken, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame, telefooncellen, abri’s en kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen.
het in stand houden c.q. tot stand brengen van een goede verkeersveilige situatie.
een gebouw of een gedeelte daarvan dat naar aard en indeling uitsluitend is bestemd voor detailhandel met een dagrecreatief karakter die niet gericht is op een specifiek verzorgingsgebied en die gelet op de omvang en diversiteit (qua presentatie en prijsstelling) van de te koop aangeboden goederen, het wisselende aanbod van goederen, het ruimte-extensieve karakter, de grote publieksaantrekkende werking en de daarmee samenhangende verkeersbewegingen en parkeerbehoefte, niet in een kern of winkelcentrum kan worden uitgeoefend.
auto’s, boten, caravans, grove bouwmaterialen, motoren en bouwwerktuigen, alsmede daarmee direct verband houdende goederen als banden.
kleinschalige nutsvoorzieningen zoals transformatorhuisjes en schakelkastjes, ondergrondse lokale leidingen, tele- en datacommunicatieleidingen, riolering, telefooncellen en wachthuisjes, straatvoorzieningen (o.a. voor afvalstoffen).
detailhandel in de vorm van een overdekte rommelmarkt waarbij zowel nieuwe als gebruikte artikelen worden aangeboden
gronden ten behoeve van waterberging, waterhuishouding en waterlopen, met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
weg als bedoeld in de Wegenverkeerswet.
een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden
gebruikt voor de detailhandel.
een (gedeelte van een) gebouw dat uitsluitend dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
het instandhouden c.q. garanderen van een goede woonsituatie alsmede de aanwezigheid van voldoende privacy.
een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidzone moet worden vastgesteld.
gedeelte van het erf dat aan de zijkant van het gebouw is gelegen.
ruimte onder de hoogstgelegen verdiepingsvloer en de kap.