Plan: | De Brier |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0984.BP15015-va01 |
In deze planregels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan 'De Brier' met identificatienummer NL.IMRO.0984.BP15015-va01 van de gemeente Venray.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
de uitoefening van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is. Onder een aan huis gebonden beroep worden hier eveneens begrepen consument verzorgende activiteiten (bijvoorbeeld kapper, schoonheidsspecialist(e), nagelstudio, atelier). Hieronder dienen in elk geval niet te worden begrepen de uitoefening van ambachten en detailhandel alsmede prostitutie- en seksinrichtingen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
detailhandel uitgeoefend in open ruimtes, te weten markten, standplaatsen.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende of te verwachten archeologische relicten (resten uit het verleden).
onderzoek verricht door of namens de gemeente of door een dienst, bedrijf of instelling, beschikkend over een archeologie-certificaat conform paragraaf 5.1, artikel 5.1 tot en met 5.6 van de Erfgoedwet en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA).
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en/of verhandelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel productiegebonden detailhandel plaatsvindt.
een op de verbeelding of in de regels van dit plan aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd. Het bebouwingspercentage wordt berekend over de gronden van het bouwperceel welke binnen en buiten het bouwvlak zijn gelegen.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en de voor personen toegankelijke onderbouw en met uitsluiting van zolder.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge het bepaalde in dit plan bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
de som van de horizontale vloeroppervlakte van alle tot het gebouw behorende binnenruimten, met inbegrip van de daarbij behorende kantoren, magazijnen, werkplaatsen en overige dienstruimten, buitenwerks gemeten.
een overkapping van lichte constructie, kennelijk slechts bestemd om te dienen als overdekte stalling voor een motorrijtuig, dat geen tot de constructie behorende wanden heeft.
het bedrijfsmatig aan particulieren te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling en verkoop en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijfsactiviteit.
het onbebouwde gedeelte van een perceel, dat direct gelegen is bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw.
het terrein dat is uitgegeven in erfpacht, is verhuurd of in gebruik gegeven aan, dan wel in eigendom is van een natuurlijke persoon of rechtspersoon, welke de betreffende gronden gebruikt ten behoeve van een middels de regels van dit plan toegestane functie.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidzone moet worden vastgesteld.
het bedrijfsmatig te koop of te huur aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen, tot aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.
detailhandel die vanwege het aanbod een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, in de vorm van:
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken.
activiteiten die in overwegende mate bestaan uit administratieve werkzaamheden, dan wel werkzaamheden die worden uitgevoerd uit hoofde van juridische, bancaire, ontwerptechnische of hiermee vergelijkbare dienstenverlenende beroepsgroepen, dan wel werkzaamheden welke verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen of hiermee vergelijkbare instellingen, zonder dat er sprake is van een baliefunctie.
elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht.
(straat)verhardingen ten behoeve van de ontsluiting van de op het terrein gelegen bedrijfspercelen.
detailhandel waarvan de handel voornamelijk via internet, postorder en andere media verloopt.
recreatieve (sport en spel) voorzieningen welke zijn gesitueerd binnen bebouwing, zoals
met inbegrip van aan deze leisurefuncties ondergeschikte en gerelateerde horecavoorzieningen, waarbij de horecavoorziening maximaal 20% van het brutovloeroppervlak van de leisurefunctie mag beslaan.
een buiten de gevel of het dakvlak uitstekend ondergeschikt deel van een gebouw, zoals bijvoorbeeld luifels, liftopbouwen of -kokers, antennes, reclame-uitingen, technische installaties en noodtrappen, met uitzondering van uitgebouwde gedeeltes van een gebouw.
het opslaan van goederen of materialen en/of een gebouw dat ten behoeve van opslag wordt gebruikt.
praktijken en of instellingen van waaruit medische, paramedische of therapeutische zorg wordt verleend, niet zijnde een ziekenhuis.
het bedrijfsmatig geven van gelegenheid tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen vergoeding.
bedrijfsactiviteitenlijst ontleend aan de VNG uitgave 'Bedrijven en Milieuzonering' zoals opgenomen in bijlage 1 van deze planregels.
een voor het publiek toegankelijk besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of erotisch / pornografische voorstellingen plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, seksautomatenhal en sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
het beeld dat wordt bepaald door de bouwmassa's, de gevelindeling, en de dakvormen van de bebouwing, alsmede de situering en de verschijningsvorm in zijn omgeving.
de analoge verbeelding van bestemmingsplan 'De Brier'.
de voor het publiek toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van detailhandel.
detailhandel die vanwege de gevoerde goederen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, in de vorm van:
de denkbeeldige lijn die strak langs de voorgevel van het hoofdgebouw loopt tot aan de zijdelings bouwperceelgrenzen. In een hoeksituatie kan sprake zijn van meerdere voorgevels.
voorzieningen ten behoeve van waterberging of -infiltratie en voorzieningen ten behoeve van de aan- en afvoer van (hemel)water, zoals leidingen, watergangen, waterlopen en waterpartijen.
een voor het openbaar rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten.
de beheerder van een (auto)(snel)weg.
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding.
gedeelte van een bouwperceel dat is gelegen langs de denkbeeldige lijn die strak langs de zijkant van het hoofdgebouw over de gehele diepte van het perceel kan worden getrokken, van de voorste perceelsgrens tot aan de achterste perceelsgrens.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
verticaal vanaf het peil tot de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, liftschachten, lichtkoepels, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
horizontaal tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidingsmuren).
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
met dien verstande dat binnen de bestemming 'Bedrijf' te allen tijde ten aanzien van de ter plaatse aanwezige functie moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein.
Ten aanzien van de situering en maatvoering van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Ten aanzien van de situering en maatvoering van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Ten aanzien van de situering en maatvoering van bijgebouwen behorende bij en ten dienste van een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:
Ten aanzien van de situering en maatvoering van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de op grond van dit artikel toegelaten situering en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken met een maximum afwijkingspercentage van 10%, indien dit noodzakelijk is, ter voorkoming van onevenredig nadelige gevolgen voor:
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
mits er geen afbreuk wordt gedaan aan het ter plaatse heersende of gewenste stedenbouwkundig beeld en er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de met naburige gronden en de daarop aanwezige opstallen verbonden belangen.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
De vestiging van nieuwe risicovolle inrichtingen waarvan de PR10-6/jaar contour is gelegen buiten de grens van de inrichting is niet toegestaan. Een bestaande risicovolle inrichting waarvan de PR10-6/ jaar contour zich uitstrekt buiten de perceelsgrens mag worden voortgezet of gewijzigd op voorwaarde dat de bestaande PR10-6/jaar contour niet wordt vergroot.
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De voor 'Bedrijf - Gasontvangstation' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende
Ten aanzien van de situering en maatvoering van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Ten aanzien van de situering en maatvoering van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
met dien verstande dat binnen de bestemming 'Detailhandel' te allen tijde ten aanzien van de ter plaatse aanwezige functie moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein.
Ten aanzien van de situering en maatvoering van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Ten aanzien van de situering en maatvoering van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de op grond van dit artikel toegelaten situering en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken met een maximum afwijkingspercentage van 10%, indien dit noodzakelijk is, ter voorkoming van onevenredig nadelige gevolgen voor:
Het bevoegd gezag kan middel een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
mits er geen afbreuk wordt gedaan aan het ter plaatse heersende of gewenste stedenbouwkundig beeld en er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de met naburige gronden en de daarop aanwezige opstallen verbonden belangen.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
met dien verstande dat binnen de bestemming 'Gemengd' te allen tijde ten aanzien van de ter plaatse aanwezige functie moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein.
Ten aanzien van de situering en maatvoering van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Ten aanzien van de situering en maatvoering van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Ten aanzien van de situering en maatvoering van bijgebouwen behorende bij en ten dienste van een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:
Ten aanzien van de situering en maatvoering van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de op grond van dit artikel toegelaten situering en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken met een maximum afwijkingspercentage van 10%, indien dit noodzakelijk is, ter voorkoming van onevenredig nadelige gevolgen voor:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
mits er geen afbreuk wordt gedaan aan het ter plaatse heersende of gewenste stedenbouwkundig beeld en er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de met naburige gronden en de daarop aanwezige opstallen verbonden belangen.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in de voor 'Groen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden opgericht welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen, met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde maximaal 3 m bedraagt.
Onder strijdig wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gronden voor verkeers- en parkeerdoeleinden.
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.3 ten behoeve van de realisatie van parkeervoorzieningen of wegen binnen de bestemming 'Groen', met dien verstande dat:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
met dien verstande dat binnen de bestemming 'Maatschappelijk' te allen tijde ten aanzien van de ter plaatse aanwezige functie moet worden voorzien in voldoende gelegenheid op eigen terrein.
Ten aanzien van de situering en maatvoering van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Ten aanzien van de situering en maatvoering van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de op grond van dit artikel toegelaten situering en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken met een maximum afwijkingspercentage van 10%, indien dit noodzakelijk is, ter voorkoming van onevenredig nadelige gevolgen voor:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
mits er geen afbreuk wordt gedaan aan het ter plaatse heersende of gewenste stedenbouwkundig beeld en er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de met naburige gronden en de daarop aanwezige opstallen verbonden belangen.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 8.5 sub c voor het toestaan van het opslaan en stallen van materialen buiten de bebouwing, met dien verstande dat de (beoogde) opslag en/of stalling gelegen dient te zijn achter de voorgevel van de ter plaatse aanwezige bebouwing en niet waarneembaar mag zijn vanaf de openbare weg.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde, worden opgericht welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen, met dien verstande dat:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gronden of opstallen ten behoeve van motorbrandstofverkooppunten.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen slechts die gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde worden opgericht welke qua aard en afmeting binnen deze bestemming passen.
Ten aanzien van de oprichting van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Ten aanzien van de situering en maatvoering van bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
In afwijking van het bepaalde onder 10.2.2 en 10.2.3 gelden voor het bouwen van gebouwen buiten het bouwvlak de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
In afwijking van het bepaalde onder 10.2.3 onder a en 10.2.5 gelden voor het oprichten van carports de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de op grond van dit artikel toegelaten situering en afmetingen van bouwwerken en andere bouwwerken met een maximum afwijkingspercentage van 10%, indien dit noodzakelijk is, ter voorkoming van onevenredig nadelige gevolgen voor:
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan het gebruik van gronden en opstallen voor:
Tot een gebruik strijdig met de bestemming wordt niet gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken voor het in combinatie met het wonen uitoefenen van een aan huis gebonden beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten mits:
Het bevoegd gezag kan in afwijking van het bepaalde in 10.4.1 a een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van bewoning van een (vrijstaand) bijgebouw bij een woning of bedrijfswoning in het kader van mantelzorg, met dien verstande dat:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de ter plaatse aanwezige hogedruk aardgastransportleiding en de daarbij behorende beschermingszone.
Op of in de voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde, worden opgericht ten dienste van deze bestemming.
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 11.2 voor het oprichten van gebouwen, of bouwwerken geen gebouwen zijnde passend binnen de regels van de overige krachtens dit plan aan deze gronden toegekende bestemmingen, met dien verstande dat:
Het is verboden op of in de binnen deze bestemming gelegen gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders, de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 11.4.1 bepaalde is niet van toepassing op:
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en bescherming van oudheidkundig waardevolle elementen en terreinen.
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen mag op of in de voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden niet eerder worden gebouwd, dan nadat de aanvrager van de omgevingsvergunning een archeologisch vooronderzoek overlegt waaruit naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate blijkt dat geen archeologische waarden in het geding zijn, dan wel nadat de aanwezige archeologische waarden naar het oordeel van burgemeester en wethouders voldoende zijn veilig gesteld.
De verplichting tot het uitvoeren van archeologisch onderzoek als bedoeld in artikel 12.2.1 is niet van toepassing indien het te verstoren oppervlak kleiner is dan 500 m2 of de bodemingrepen een verstoring van minder dan 0,5 m diep met zich meebrengen.
Het is verboden, op of in de voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de navolgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt niet eerder verleend dan nadat de aanvrager van de omgevingsvergunning een archeologisch vooronderzoek overlegt waaruit naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate blijkt dat geen archeologische waarden in het geding zijn, dan wel nadat de aanwezige archeologische waarden naar het oordeel van burgemeester en wethouders voldoende zijn veilig gesteld.
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in artikel 12.3.1 is niet vereist voor:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Indien afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande (delen van) bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze afwijkende maten en hoeveelheden, uitsluitend ter plaatse van de afwijking, als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
In die gevallen dat afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande (delen van) bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze afwijkende maten en hoeveelheden, uitsluitend ter plaatse van de afwijking, als minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een nieuw gebouw, de uitbreiding van een bestaand gebouw of de verbouw van een bestaand gebouw, wordt uitsluitend verleend indien voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd. Voldoende parkeergelegenheid betekent dat wordt voldaan aan de normen die zijn neergelegd in 'Bijlage 3 Parkeernormen Venray' die als bijlage bij de 'Beleidsnota parkeernormen, Gemeente Venray' hoort, en dat indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit het gebruiken of laten gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de binnen dit bestemmingsplan gelegen gronden en opstallen voor prostitutiedoeleinden, dan wel de exploitatie van een seksinrichting of daarmee vergelijkbare vorm van bedrijf.
Nabij een risicovolle inrichting mag, binnen de PR10-6/jaar contour van die nabij gelegen risicovolle inrichting:
Indien hierbij geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken kunnen burgemeester en wethouders middels een omgevingsvergunning afwijken van de desbetreffende bepalingen in het plan ten behoeve van:
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning op grond van dit artikel of op grond van een elders in deze planregels opgenomen afwijkingsbevoegdheid dient ten behoeve van de (toekomstige) functie waarvoor de omgevingsvergunning wordt verleend te allen tijde te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein, of dient anderszins elders in de omgeving in voldoende parkeergelegenheid te worden voorzien.
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 15.3 voor het bouwen van bouwwerken en/of in gebruik nemen van bouwwerken als een beperkt kwetsbaar object binnen de PR10-6/jaar contour van de nabij gelegen risicovolle inrichting, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 1' te wijzigen in de bestemming 'Detailhandel', onder voorwaarde dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 2' te wijzigen in de bestemming 'Detailhandel' of de bestemming 'Gemengd', onder voorwaarde dat:
Bij toepassing van de nadere eisen regeling, die onderdeel uitmaakt van dit plan, worden de navolgende procedureregels in acht genomen:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van 19.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 19.1.1 met maximaal 10%.
Lid 19.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 19.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in 19.2.2, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 19.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
De regels van dit bestemmingsplan kunnen worden aangehaald als de regels van het bestemmingsplan 'De Brier' van de gemeente Venray.