direct naar inhoud van Artikel 40 Algemene wijzigingsregels
Plan: Buitengebied Beek 2011
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0888.BPBUITENGEBIED11-ON01

Artikel 40 Algemene wijzigingsregels

40.1 Wijzigingsbevoegdheid
  • a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, de bestemmingen Agrarisch - Agrarisch bedrijf" te wijzigen in een aan deze bestemming grenzende andere bestemming, waarbij gelijktijdig een gedeelte van de aangrenzende bestemming wordt gewijzigd in de bestemming Agrarisch - Agrarisch bedrijf", mits:
    • 1. verandering van de vorm van het oppervlak met de bestemming "Agrarisch - Agrarisch bedrijf" noodzakelijk is vanwege bedrijfseconomische dan wel andere bedrijfsomstandigheden van het op het te veranderen bestemmingsoppervlak gelegen agrarisch bedrijf;
    • 2. de oppervlakte van de bestemming "Agrarisch - Agrarisch bedrijf" na de wijziging niet meer bedraagt dan 1,5 ha, met dien verstande dat afwijking van deze maatvoering mogelijk is met aanvullende kwaliteitsverbeterende maatregelen nadat de Kwaliteitscommissie Limburg hierover is gehoord;
    • 3. de ontwikkeling moet zijn gericht op verbetering van de omgevingskwaliteit; hiertoe moet een landschappelijke inpassingsplan worden overgelegd, waaromtrent advies wordt ingewonnen bij de Kwaliteitscommissie Limburg;
    • 4. met het oog op de hemelwaterproblematiek dienen voorzieningen te worden getroffen voor de afkoppeling van hemelwater;
    • 5. de waarden van de aangrenzende bestemming als gevolg van deze wijziging niet onevenredig worden aangetast.
  • b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming “ Agrarisch met waarden - Landschap " en/of ''Agrarisch met waarden - Landschap tevens kernrandzone'' en/of de bestemming “ Agrarisch met waarden - Natuur en landschap " en/of de bestemming “ Natuur " te wijzigen in de bestemming "Bedrijf - Waterreservoirs", danwel "Water - Watergang" met de nadere aanduiding "specifieke vorm van water - bergingsbassin", mits:
  • c. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Agrarisch met waarden - Landschap", "Agrarisch met waarden - Landschap tevens kernrandzone", Agrarisch met waarden - Natuur en landschap" en/of de bestemming Natuur" te wijzigen in de bestemming "Verkeer - Wegverkeer", mits:
  • d. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming “ Agrarisch met waarden - Landschap " en/of ''Agrarisch met waarden - Landschap tevens kernrandzone'' en/of de bestemming “ Agrarisch met waarden - Natuur en landschap " te wijzigen in de bestemming "Agrarisch - Agrarisch bedrijf" ten behoeve van de vormverandering of vergroting van de bestaande bestemming "Agrarisch - Agrarisch bedrijf", mits:
    • 1. de wijziging nodig is in verband met een vanwege de bedrijfseconomische, dan wel andere bedrijfsomstandigheden ter plaatse noodzakelijke uitbreiding van het op het te vergroten bestemmingsvlak gelegen agrarisch bedrijf;
    • 2. de oppervlakte van de bestemming "Agrarisch - Agrarisch bedrijf" na de wijziging niet meer bedraagt dan 1,5 ha, met dien verstande dat afwijking van deze maatvoering mogelijk is met aanvullende kwaliteitsverbeterende maatregelen nadat de Kwaliteitscommissie Limburg hierover is gehoord;
    • 3. de ontwikkeling moet zijn gericht op verbetering van de omgevingskwaliteit; hiertoe moet een landschappelijke inpassingsplan worden overgelegd, waaromtrent advies wordt ingewonnen bij de Kwaliteitscommissie Limburg;
    • 4. met het oog op de hemelwaterproblematiek dienen voorzieningen te worden getroffen voor de afkoppeling van hemelwater;
    • 5. de waarden van de aangrenzende bestemming als gevolg van deze wijziging niet onevenredig worden aangetast;
    • 6. de wijziging niet leidt tot een onevenredige aantasting van de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische en visueel landschappelijke waarden;
    • 7. er uit milieuhygiënisch oogpunt geen bezwaren bestaan;
    • 8. een planschadeverhaalovereenkomst met de gemeente is aangegaan.

40.2 Afwegingskader

Ter beoordeling van de toelaatbaarheid van een in 40.1 genoemde wijziging vindt een evenredige belangenafweging plaats, waarbij betrokken worden:

  • a. de mate waarin waarden, die het plan beoogt te beschermen, kunnen worden geschaad;
  • b. de mate waarin de belangen van gebruikers en/of eigenaren van de aanliggende gronden worden geschaad;
  • c. de mate waarin de uitvoerbaarheid, waaronder begrepen de milieutechnische-, de waterhuishoudkundige-, de archeologische-, de ecologische-, de verkeerstechnische toelaatbaarheid en de stedenbouwkundige inpasbaarheid is aangetoond.