Plan: | Parapluherziening parkeren Waalwijk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0867.BPWWParkeren002018-VA01 |
Op 29 november 2014 is een wetswijziging van onder andere de Woningwet inwerking getreden. Deze wijziging heeft tot gevolg dat de stedenbouwkundige bepalingen uit de gemeentelijke bouwverordening vervallen. In de wet is een overgangsregeling opgenomen, namelijk dat artikelen uit de Woningwet van toepassing blijven tot het tijdstip dat het bestemmingsplan wordt gewijzigd, echter uiterlijk tot 1 juli 2018. Dit betekent dat na 1 juli 2018 een bestemmingsplan niet meer kan terugvallen op de bepalingen uit de bouwverordening en dus gemeenten de gewenste parkeereisen in het bestemmingsplan moeten opnemen. De gemeentelijke parkeernormen werken dan niet meer door in de bestemmingsplannen via de bouwverordening. Om deze reden stelt de gemeente Waalwijk dit bestemmingsplan op in de vorm van een facetbestemmingsplan. Een facetbestemmingsplan is een bestemmingsplan dat een specifiek inhoudelijk onderwerp regelt en dat voor de bestemmingsplannen in het plangebied van toepassing is. In dit facetbestemmingsplan worden de gemeentelijke parkeernormen opgenomen en het plan bewerkstelligt dat deze doorwerken in de reeds vastgestelde bestemmingsplannen van de gemeente Waalwijk.
Het plangebied dit bestemmingsplan 'Parapluherziening parkeren Waalwijk' omvat het gehele grondgebied van de gemeente Waalwijk. Op de onderstaande afbeelding is het gehele plangebied weergegeven en met rood omlijnd.
Het plangebied omvat de gehele gemeente.
Het college heeft in zijn vergadering van 6 oktober 2015 de Nota Parkeernormen Waalwijk 2015 vastgesteld. Voordat deze in werking kon treden moest de gemeenteraad de Nota Parkeernormen Waalwijk uit 2010 intrekken. De raad heeft dit gedaan in zijn vergadering van 19 november 2015.
Op woensdag 9 december 2015 is zowel het intrekken van de Nota Parkeernormen Waalwijk uit 2010 als het vaststellen van de Nota Parkeernormen Waalwijk 2015 gepubliceerd op de gemeentepagina. Met ingang vanaf 9 december is daarmee de nieuwe parkeernormennota in werking getreden.
Het doel van de 'Nota parkeernormen Waalwijk 2015' is om voor de gemeente Waalwijk per gebied en per functie de parkeernormen vast te leggen die de komende jaren bruikbaar zijn. In de nota stelt de gemeente dat bij het opstellen van een bestemmingsplan in de regels wordt verankerd dat voldaan moet worden aan de parkeernormen van de gemeente. De juridische borging vindt plaats door in de regels een artikel toe te voegen met een parkeerregeling. Omdat een aantal bestemmingsplannen al is vastgesteld voorafgaand aan de nota van de gemeente, zijn niet alle bestemmingsplannen in de gemeente Waalwijk voorzien van een parkeerregeling. Omdat na 1 juli 2018 een bestemmingsplan niet kan terugvallen op de bepalingen uit de bouwverordening vult dit facetbestemmingsplan die bestemmingsplannen op het onderwerp parkeernormen aan.
In de Nota parkeernormen Waalwijk 2015 zijn de parkeernormen en wijze van toepassing beschreven. Met het hanteren van deze normen en toepassing worden de volgende effecten beoogd:
De parkeernormen in de Nota parkeernormen Waalwijk 2015 hebben betrekking op nieuw-/verbouwplannen en functie- of gebruikswijzigingen. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waalwijk (hierna: het college) beoordeelt of een omgevingsvergunning verleend kan worden. Hiervoor toetst het college de aanvraag voor een omgevingsvergunning onder meer aan het bestemmingsplan.
Omdat in Nederland geen landelijke parkeernormen zijn voorgeschreven, is de gemeente Waalwijk vrij om haar eigen parkeernormen te bepalen. Deze parkeernormen zijn onder andere afhankelijk van de stedelijkheidsgraad en specifieke kenmerken van deelgebieden, bijvoorbeeld de kwaliteit van andere vervoerwijzen. Voor de gemeente Waalwijk gelden op basis van de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek verschillende stedelijkheidsgraden. Bij het bepalen van de parkeernormen is met deze verschillende stedelijkheidsgraden rekening gehouden. Daarnaast zijn de parkeernormen, zoals in de Nota parkeernormen Waalwijk 2015 vermeld, op de volgende bronnen gebaseerd:
Op basis van de karakteristieken en stedelijkheidsgraden van de deelgebieden is bij bandbreedtes in de parkeerkencijfers gekozen voor een iets hogere parkeernorm dan het gemiddelde van de bandbreedte. Hierbij is rekening gehouden met de in het verleden opgedane ervaringen met het toepassen van parkeernormen. Ook maken de parkeerkencijfers onderscheid in verschillende functies. De voorkomende functies (welke in bijlage 2 Nota parkeernormen Waalwijk 2015 staan) zijn:
Op basis van het bovenstaande heeft de gemeente Waalwijk haar parkeernormen bepaald in de Nota parkeernormen Waalwijk 2015. Dit bestemmingsplan is een gevolg van de eerdergenoemde wetswijziging en gebaseerd op deze nota. In artikel 3.1.2, tweede lid, onder a, van het Bro staat dat een verwijzing in planregels naar beleidsregels mogelijk is. In de bestemmingsplanregeling wordt er echter ook rekening mee gehouden dat de Nota parkeernormen Waalwijk in de toekomst herzien kan worden. Dit wordt een dynamische verwijzing genoemd. Op basis van uitspraken van de Raad van State is dit toegestaan (onder andere ECLI:NL:RVS:2017:607, Parkeren Groningen). Bij een dynamische verwijzing hoeft de huidige Nota parkeernormen Waalwijk 2015 niet aan de regels te worden gekoppeld.
Voor elk bestemmingsplan moet een gemeente aantonen dat het plan uitvoerbaar is. Dat volgt namelijk uit artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro). Dit facetbestemmingsplan betreft het opnemen van parkeernormen naar aanleiding van het vervallen van stedenbouwkundige bepalingen uit de gemeentelijke bouwverordening na recente wetswijzigingen. Hiervoor zijn geen aanvullende onderzoeken noodzakelijk. Onderzoek en afwegingen ten aanzien van de uitvoering is in dit plan daarom ook niet nodig.
Dit hoofdstuk gaat in op de regels van het bestemmingsplan. De regels vormen samen met de verbeelding het juridische bindende deel van het bestemmingsplan. Zowel de verbeelding als de regels voldoen aan de verplichte landelijke standaarden voor de uitwisseling en vergelijkbaarheid van digitale bestemmingsplannen (IMRO2012 en SVBP2012). Het bestemmingsplan bestaat uit:
Bij het bestemmingsplan hoort een toelichting. Het bestemmingsplan met de daarbij behorende toelichting stelt men langs elektronische weg vast.
Voorliggende parapluherziening ziet uitsluitend op het wijzigen en/of toevoegen van een planregel inzake de geldende parkeernormering in de regels van de geldende bestemmingsplannen, beheersverordeningen en uitwerkingsplannen. Op de verbeelding is daarom alleen een plancontour opgenomen.
Voor bestemmingsplannen, beheersverordeningen en uitwerkingsplannen die na de ter inzage legging van het ontwerp bestemmingsplan worden vastgesteld geldt het facetbestemmingsplan niet. Dat is ook niet bezwaarlijk omdat in deze bestemmingsplannen, beheersverordeningen en uitwerkingsplannen een regeling voor parkeren wordt opgenomen.
Het navolgende stelt de gehanteerde opbouw van de bestemmingsregels aan de orde. Deze opbouw wijkt af van de algemeen gehanteerde opbouw van een bestemmingsplan, dit bestemmingsplan bevat immers geen bestemmingsregels. De opbouw van dit bestemmingsplan ziet er als volgt uit:
Dit wordt hieronder nader toegelicht.
Hoofdstuk 1 - Inleidende regels
Dit onderdeel bestaat uit de begrippen (Begrippen) en de van toepassing verklaring (Van toepassing verklaring). In de begrippen wordt aangegeven wat in de regels onder bepaalde begrippen moet worden verstaan.
In de 'Van toepassing verklaring' is aangegeven hoe dit bestemmingsplan zich verhoudt tot eerder vastgestelde bestemmingsplannen. Vastgelegd is dat de regels ten aanzien van parkeren in eerder vastgestelde bestemmingsplannen komen te vervallen en worden vervangen door, dan wel aangevuld, met de regels die zijn opgenomen in dit bestemmingsplan. Artikel 2 kent het volgende onderscheid:
De verbeeldingen van bestemmingsplannen blijft van kracht. Dat betekent dat ter plaatse van bijvoorbeeld de geldende bestemming 'Tuin - Parkeren', de bestemming van kracht blijft, maar dat de parkeernorm die daarin genoemd wordt, in onderhavig bestemmingsplan wordt geregeld. Evenzo geldt dit voor een aanduiding als 'specifieke vorm van wonen - parkeren 1'.
Hoofdstuk 2 - Algemene regels
Hieronder zijn begrepen de anti-dubbeltelregel en de parkeerregelgeving.
Anti-dubbeltelregel
Het doel van de anti-dubbeltelregel (Artikel 3) is om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde gebouwen niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld. Kort gezegd, komt het erop neer, dat grond die één keer in beschouwing is genomen voor het toestaan van gebouwen, niet een tweede maal mag meetellen voor de toelaatbaarheid van andere gebouwen, als die grond inmiddels tot een ander bouwperceel is gaan behoren of nog behoort tot hetzelfde bouwperceel.
Parkeerregelgeving
In de parkeerregelgeving (Artikel 5) is een aantal bepalingen opgenomen die verwijzen naar de Nota parkeernormen Waalwijk 2015 of een rechtsopvolger daarvan. De regelgeving komt er op neer dat het parkeerbeleid van de gemeente dient te worden toegepast bij nieuwe bouwplannen en functiewijzigingen.
Expliciet is in de regels aangegeven dat ook een rechtsopvolger van de Nota parkeernormen het kader kan vormen. Als de Nota parkeernormen Waalwijk 2015 wordt aangepast, dan vormt de opvolger daarvan het nieuwe toetsingskader.
In de parkeernota is ook aangesloten op de bepalingen die waren opgenomen in de bouwverordening, maar door de recente wetswijziging zijn vervallen.
In de Bouwverordening gemeente Waalwijk (2010) is het volgende met betrekking tot parkeren opgenomen:
Artikel 2.5.30 Parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen
1 Indien de omvang of de bestemming van een gebouw daartoe aanleiding geeft, moet ten behoeve van het parkeren of stallen van auto’s in voldoende mate ruimte zijn aangebracht in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort. Deze ruimte mag niet overbemeten zijn, gelet op het gebruik of de bewoning van het gebouw, waarbij rekening moet worden gehouden met de eventuele bereikbaarheid per openbaar vervoer.
2 De in het eerste lid bedoelde ruimte voor het parkeren van auto’s moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto’s.
Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan:
a indien de afmetingen van bedoelde parkeerruimten ten minste 1,80 m bij 5,00 m en ten hoogste 3,25 m bij 6,00 m bedragen;
b indien de afmetingen van een gereserveerde parkeerruimte voor een gehandicapte – voorzover die ruimte niet in de lengterichting aan een trottoir grenst – ten minste 3,50 m bij 5,00 m bedragen.
3 Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.
4 Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in het eerste en het derde lid:
a indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of
b voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien.
Het gestelde onder 4 is eveneens in dit bestemmingsplan overgenomen: voor deze specifieke gevallen is een mogelijkheid (onder voorwaarden) opgenomen om niet te hoeven voldoen aan de parkeerregeling in dit bestemmingsplan, als dit op overwegende bezwaren stuit of voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien (artikel 5.3).
In artikel 5.1 onder b is een verbijzondering op de parkeerregeling opgenomen. Het college kan de omgevingsvergunning verlenen in afwijking de geldende parkeernormen, als voor dat adres in de tabel in 'Bijlage 1 Aanvullende parkeerregels' afwijkende parkeernormen zijn opgenomen.
Met de parkeerbepaling in artikel 5 is het vervallen van de parkeerregels uit de bouwverordening hersteld.
Hoofdstuk 3 - Overgangs- en slotregels
In dit hoofdstuk zijn het overgangsrecht (Artikel 6) en de slotregel (Artikel 7) opgenomen. Voor de redactie van het overgangsrecht geldt het Bro. Bebouwing die niet voldoet aan de bepalingen van dit bestemmingsplan is onder het overgangsrecht gebracht.
Het gebruik van gronden en bebouwing dat in strijd is met dit nieuwe bestemmingsplan op het tijdstip van inwerkingtreding, mag in beginsel worden voortgezet. Wijziging van dit strijdige gebruik is verboden, indien de afwijking van het plan wordt vergroot. Indien het strijdige gebruik, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het facetbestemmingsplan maakt geen ontwikkelingen mogelijk . Het plan leidt daarom ook niet tot kosten en kan dus als economisch uitvoerbaar geacht worden. Het is daarom ook niet noodzakelijk om een exploitatieplan of een overeenkomst over kostenverhaal op te stellen.
Het ontwerpbestemmingsplan wordt op de gebruikelijke wijze voor een periode van zes weken ter inzage gelegd. In deze periode kan een ieder een zienswijze indienen. Deze paragraaf doet te zijner tijd verslag van deze procedure.